Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de later decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit werd op 15 mei 2020 verleend door het college met referentie - OMV_2019158858.
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht.
Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde
wetgeving:
Op 17 november 2021 meldde Turbo Systems The Netherlands b.v., Albert Plesmaweg 53a te 3088 Rotterdam (Nederland), de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit betreffende de exploitatie van een inrichting voor metaalbewerking, gelegen te Luithagen-Haven 2 te 2030 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 17 sectie F perceelnummers 633/2A en 633/6, vergund op naam van NV ABB of Asea Brown Boveri.
Het college actualiseert vergunningsbesluit OMV_2019158858 als gevolg van de melding van overdracht en brengt de melder hiervan op de hoogte:
Dossiernummer: OMV_2021168609
Melder: Marc Peeters namens TURBO SYSTEMS THE NETHERLANDS B.V.
Inrichtingsnummer: 20191217-0072 (ABB)
Omschrijving: Overdracht vergunning OMV2019158858 van Asian Brown Boveri nv
Locatie: Luithagen-Haven 2 te 2030 Antwerpen
Datum indiening: 17 november 2021
Gecoördineerde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 3 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 45,00 kW |
17.3.3.1°a) | opslagplaatsen gelegen volledig in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 kg tot en met 20 ton; | 300,00 kg |
17.3.4.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 900,00 kg |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 300,00 kg |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 29,83 kW |
29.5.4.1°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal of stralen met zand of andere producten met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied; | 5,73 kW |
29.5.7.2°b)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van meer dan 1000 l tot en met 5000 l, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 1.730,00 liter |
Het college wijst erop dat de vergunning geldig is voor een termijn van onbepaalde duur.
Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.
Het college wijst erop dat de brandweervoorwaarden, opgelegd in de omgevingsvergunning met referentie OMV_2019158858 van toepassing blijven.
Het college wijst erop dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn:
1. voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het omgevingsvergunningsdecreet;
2. elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit;
3. een hernieuwing van een omgevingsvergunning die of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het omgevingsvergunningendecreet uiterlijk tussen de 24 en 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.