Terug
Gepubliceerd op 13/12/2021

2021_CBS_09768 - Omgevingsvergunning - OMV_2021135346. Zoutestraat 167. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_09768 - Omgevingsvergunning - OMV_2021135346. Zoutestraat 167. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2021_CBS_09768 - Omgevingsvergunning - OMV_2021135346. Zoutestraat 167. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021135346

Gegevens van de aanvrager:

Fredrik en Charyss van Gemert - De Leenheir met als adres Zoutestraat 202 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Zoutestraat 167 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 20 sectie C nrs. 374F2 en 374E2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning en slopen van een tuinhuis aan het einde van de werken.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          21/10/2021: melding (20214223) voor het exploiteren van een bemaling;

-          17/12/2020: stedenbouwkundig attest (202034) voor het bouwen van een woning;

-          08/10/2012: vergunning (20126742) voor het slopen van een eengezinswoning.

 

Vergunde toestand

 

-          functie en bouwvolume: gesloopte eengezinswoning.

 

Huidige toestand

 

-          functie en bouwvolume: braakliggend perceel met enkel een tuinhuis halverwege de diepte van het perceel;

-          inrichting: tuinhuis van ca. 22 m².

 

Gewenste toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • open bebouwing van 2 bouwlagen onder zadeldak en achterbouw onder platte daken;
  • bouwdiepte van 17 m, kroonlijsthoogte van 6,5 m en nokhoogte van 11 m;
  • totale netto-vloeroppervlakte van ca. 183 m²;

-          gevelafwerking:

  • bruin gevelmetselwerk met dorpels is blauwe steen;
  • zwart aluminium buitenschrijnwerk en dakrandprofiel;
  • zadeldak afgewerkt met mat zwarte pan;
  • zwart zinken hanggoot en regenwaterafvoer.

-          inrichting:

  • voortuinstrook van 8 m diep bestaande uit verhardingen en gras:

-          waterdoorlatend verharde oprit voor auto’s langs de voor- en linkerzijde van de woning met een totale oppervlakte van ca. 79 m²;

-          stapstenen pad met ertussen kiezels langs de voor- en rechterzijde van de woning met een totale oppervlakte van ca. 30 m²;

-          grind en gras op het overige deel;

  • naast het wandelpad aan rechterzijde van de woning hoog gras met een wadi voor regenwaterinfiltratie;
  • terras tegen de achtergevel met een oppervlakte van ca. 28 m²;
  • het tuinhuis van ca. 22 m² wordt afgebroken aan het einde van de werken.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          bouwen van een eengezinswoning;

-          slopen van een tuinhuis aan het einde van de werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan:

 

-          de oostzijde van het perceel is volgens het gewestplan gelegen in “woongebied” (ongeveer 508 m² aan de straatzijde, met een diepte van +/- 43 m);

-          de grotere, westelijke helft van het perceel is gelegen in de gewestplanzone “bufferzones” (ongeveer 540 m² met een diepte van +/- 47 m). Deze bufferzone situeert zich tussen het woongebied en de zone van het “GRUP afbakening zeehaven”, gelegen te westen van het perceel in deze aanvraag.

De woning situeert zich volledig binnen de bestemming “woongebied”. De voorgestelde functie van eengezinswoning is in overeenstemmingen met deze specifieke bestemmingszone van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie:

in een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. Een bruine gevelsteen komt bijna niet voor in de omgeving;

  • artikel 12 Levendige plint:

het gelijkvloers moet raamopeningen bevatten zodanig dat er een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. Door het voorzien van een hoog bandraam in de bureauruimte, aan de straatzijde op het gelijkvloers wordt hieraan niet voldaan;

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

1§ De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling.
2§ Indien de zij- en achtertuin worden afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 m en maximum 2,60 m.
De bestaande afsluiting heeft een hoogte die groter is dan de toegestane 1 m en dient verwijderd te worden aan de voortuin. Daar bovenop mag de poort die toegang gaat verlenen tot het perceel dus ook maar 1 m hoog zijn, en niet de 1,8 m die gevraagd wordt;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

1§ Inrichtingsprincipes:

-          een fietsstalplaats en een fietsparkeerplaats hebben elk een afmeting van minimaal 1,5 m² per fiets, inclusief circulatieruimte. Bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dienen op het grondplan de fietsstalplaatsen en/of fietsparkeerplaatsen met maatlijnen aangeduid te zijn, alsook het voorziene aantal. Uit de plannen moet blijken dat de gekozen indeling en ruimte het aantallen stal- en parkeerplaatsen, opgelegd in §1, 2°, kan realiseren;

-          de stalplaatsen en parkeerplaatsen voor fietsen kunnen ingepast worden binnen het bouwvolume, in een specifieke constructie, een bijgebouw of in de tuinen en zijn conform Artikel 12 “Levendige plint”, Artikel 27 “Open ruimte” en Artikel 28 “Minimale oppervlakte buitenruimte”.

Er zouden 4 fietsparkeerplaatsen worden voorzien, maar deze zijn niet opgetekend.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft het optrekken van een vrijstaande eengezinswoning en de afbraak van een bestaand tuinhuis. Het bestaande tuinhuis zal tijdens de opbouw van het hoofdvolume dienst doen als werfkeet. Na het voltooien van het woonhuis zal deze tuinberging afgebroken worden.

 

De woning situeert zich volledig binnen de bestemming “woongebied” volgens het gewestplan. De voorgestelde functie van eengezinswoning is in overeenstemmingen met deze specifieke bestemmingszone en de voorkomende functies in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het voorgestelde volume omvat 2 bouwlagen en een derde bouwlaag onder een zadeldak. Het gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 17 m met een kroonlijsthoogte van 3,45 m. De eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 13 m en een kroonlijshoogte van 6,45 m. Hierboven wordt nog een zadeldak voorzien met een helling van 45° met als basis een bouwdiepte van 9 m en een nokhoogte van 11 m.

De afstand van het volume tot beide zijdelingse perceelgrenzen bedraagt 3 m.

Het perceel sluit niet volledig haaks aan op de openbare weg. De voorgevel staat daardoor niet evenwijdig met de rooilijn, maar maakt hiermee een kleine hoek. Dit komt eveneens voor bij de links aanpalende woningen. De minimale afstand tot de rooilijn bedraagt 8 m.

 

Voor dit perceel werd eerder een stedenbouwkundig attest aangevraagd (dossier 202034, collegebeslissing 12/2/2021), dat gunstig beoordeeld werd.

Het voorgestelde volume voldoet aan deze uit het stedenbouwkundig attest en is inpasbaar in de omgeving.

 

Naast de inpasbaarheid dient ook artikel 12 van de bouwcode met betrekking tot de levendige plint gerespecteerd te worden. Dit artikel van de bouwcode bepaalt dat het gelijkvloers raamopeningen moet bevatten zodanig dat er een “regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is”. Door het voorzien van een hoog bandraam in de bureauruimte, aan de straatzijde op het gelijkvloers wordt hieraan niet voldaan. De betreffende raamopening zal moeten vergroten naar onder toe zodanig dat een raam met een standaard borstwering van +/- 1 m ontstaat. Dit zal als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld worden.

 

Het terrein is momenteel volledig omheind met een draad met in zwarte kleur met een hoogte van, zoals op de plannen vermeld, 1,80 m. De poort vooraan zal verplaatst worden naar de zijkant ter hoogte van de nieuwe oprit.

Een draadafsluiting met een hoogte van 1,80 m ter hoogte van de voortuin is echter strijdig met artikel 19 van de bouwcode. De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m.

Het aanpassen van deze omheining tot een hoogte van maximum 1 m, inclusief de poort, zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels worden afgewerkt met bruine gevelsteen met schrijnwerk in zwart aluminium. Raam- en deurdorpels worden voorzien in blauwe hardsteen. Verder worden er matte zwarte dakpannen en zwarte dakrandprofielen voorzien.

Zowel de zwarte dakpannen als het donkere schrijnwerk komen in de omgeving vaker voor en kunnen derhalve aanvaard worden.

 

Dit geldt echter niet voor het metselwerk. In de ruime omgeving overheerst metselwerk in een rode kleurtint. De voorgestelde bruine gevelsteen is dan ook niet in harmonie met de ruime omgeving en voldoet daarmee niet aan artikel 6 van de bouwcode inzake harmonie. Het aanpassen van de kleur van de gevelsteen zal als voorwaarde opgelegd worden bij een vergunning.

 

Nog wordt vastgesteld dat de gevelopeningen, zeker in de voor-, achter- en linker zijgevel eerder beperkt zijn. Zeker ter hoogte van de voorgevel heeft dit een nadelige invloed op de relatie met de straat, zoals hierboven uiteengezet. Deze raamopening zal moeten vergroten naar onder toe zodanig dat voldaan wordt aan artikel 12 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1. parkeerplaatsen.

 

Voor nieuwbouw projecten tot en met 5 wooneenheden is de behoefte 1 plaats per eenheid en aangezien de aanvraag hier het optrekken van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijke parkeerbehoefte hier dan ook exact 1.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Op het plan wordt niet vermeld waar een fietsenstalling voorzien wordt die conform artikel 29 van de bouwcode gevraagd wordt. Voor deze woning met 2 slaapkamers zal ruimte voorzien moeten worden voor het stallen van 3 fietsen (1 per slaapkamer + 1 = 3).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      conform artikel 6 van de bouwcode het bruine metselwerk aan te passen naar een in de omgeving voorkomende kleur;

2.      conform artikel 12 van de bouwcode de raamopening van de bureauruimte vooraan op het gelijkvloers te vergroten naar beneden toe zodanig dat een borstwering van +/- 1 m ontstaat. Dit wordt in rood aangeduid op de plannen;

3.      conform artikel 19 van de bouwcode de hoogte van de draadafsluiting ter hoogte van de voortuin aan te passen naar een maximale hoogte van 1 m;

4.      conform artikel 29 van de bouwcode 3 fietsstalplaatsen te voorzien;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 oktober 2021

Volledig en ontvankelijk

28 oktober 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 december 2021

Verslag GOA

2 december 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      conform artikel 6 van de bouwcode het bruine metselwerk aan te passen naar een in de omgeving voorkomende kleur;

2.      conform artikel 12 van de bouwcode de raamopening van de bureauruimte vooraan op het gelijkvloers te vergroten naar beneden toe zodanig dat een borstwering van +/- 1 m ontstaat. Dit wordt in rood aangeduid op de plannen;

3.      conform artikel 19 van de bouwcode de hoogte van de draadafsluiting ter hoogte van de voortuin aan te passen naar een maximale hoogte van 1 m;

4.      conform artikel 29 van de bouwcode 3 fietsstalplaatsen te voorzien;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.