2021_CBS_09280 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021053566. Scheldelaan 515. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

Huidige toestand

Zandvliet- en Berendrechtsluis, een sluizencomplex tussen de Schelde en het Kanaaldok B2, met bestaande wegenis. Van noord naar zuid lopen over de sluizen de Scheldelaan en de Oudedijkweg en tussen deze wegen bevinden zich de Berendrechtweg, de Potpolderweg en de Zandvlietweg.

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het aanleggen van verhardingen voor fietsinfrastructuur.

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan – voor de Oudedijkweg en de Scheldelaan – bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

Zulk gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Het goed is tevens volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan – voor de Potpolderweg, de Berendrechtweg en de Zandvlietweg – bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden eveneens de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Het Kanaaldok B3, het Kanaaldok B2, het Insteekdok 3, de Zandvlietsluis en de Berendrechtsluis hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Parallel met de Scheldelaan en de Oudedijkweg lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar de nieuwe verharding tot het openbaar wegdomein behoort. Het hemelwater kan op natuurlijke wijze naast de verharde oppervlakte in de bodem infiltreren.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

In het kader van het masterplan fietsinfrastructuur wenst het Havenbedrijf de fietsinfrastructuur ter hoogte van de Zandvliet- en Berendrechtsluis te verbeteren. De werken, verdeeld over zeven projectzones, omvatten in het algemeen:

-     het ontdubbelen van dubbelrichtingsfietspaden en de aanleg van enkelrichtingsfietspaden over korte afstand;

-     het aanbrengen van fietssymbolen op de rijbaan op de vier bruggen over de sluizen;

-     het aanbrengen van rammelstroken op de rijbaan als aankondiging voor het gemotoriseerd verkeer dat fietsers op de rijbaan komen;

-     optimalisaties aan oversteekplaatsen.

Voor deze ingrepen worden nieuwe verhardingen aangelegd met een totale oppervlakte van circa 2.040 m². 

Zone 1: kruispunt Scheldelaan – Berendrechtweg

Ter hoogte van het kruispunt Scheldelaan – Berendrechtweg wordt het bestaande oostelijke dubbelrichtingsfietspad behouden en omgevormd naar een enkelrichtingsfietspad. Aan de westzijde wordt een nieuw enkelrichtingsfietspad gerealiseerd naast de rijbaan. Het kruispunt wordt uitgerust met lichtenbeveiligde fietsoversteekplaatsen.

In de Berendrechtweg fietst de fietser op de rijbaan. De Berendrechtweg wordt gemarkeerd met een fietssymbool om de weggebruiker attent te maken op de aanwezigheid van fietsers.

Ter hoogte van de brug dient de fietser op de rijbaan te komen gezien de smalle breedte van de brug. Er worden rammelstroken voorzien om de aandacht op de fietser te vestigen. Ook wordt de brug gemarkeerd met het fietssymbool. Er is gekozen voor rammelstroken omdat het gebruik van “rugdekking”, dit is een fysiek obstakel zodat het gemotoriseerd verkeer moet uitwijken en de fietser veilig op de rijbaan kan manoeuvreren, op de smallere stukken van de bruggen de doorstroming sterk zou verminderen.

Zone 2: kruispunt Scheldelaan – Potpolderweg

Ter hoogte van het kruispunt Scheldelaan – Potpolderweg wordt het bestaande oostelijke fietspad aan de oostzijde verbreed en voorzien van een veiligheidsstrook. Ook het bestaande westelijke fietspad wordt verbreed door de toegangsweg naar het sluizencomplex te versmallen.

Ter hoogte van het kruispunt worden fietsoversteken voorzien. Er wordt aangesloten op het bestaande zuidelijke fietspad in de Potpolderweg. Langs de noordzijde van de Potpolderweg wordt eveneens een nieuw fietspad gerealiseerd.

De fietser wordt op de Zandvlietbrug niet op de rijbaan gestuurd, maar zal gebruik maken van de zijbruggetjes die aan deze brug voorzien zijn.

Zone 3: kruispunt Scheldelaan – Zandvlietweg

Ter hoogte van het kruispunt met de Zandvlietweg wordt er geopteerd om de eigenlijk fietsoversteek verder van het kruispunt te voorzien. De oversteek ter hoogte van het kruispunt leggen zou betekenen dat het volledige kruispunt lichtengeregeld dient voorzien te worden, met als gevolg dat de verkeersstroom te veel verstoord zou zijn. Dit omwille van de fysieke opbouw van de situatie ter plaatse, zoals de aanwezigheid van de kade, seinmasten, nutsleidingen, havengebonden toebehoren (bolders), waardoor de rijbaan en fietspad verleggen geen goede optie is.

Ter hoogte van de Zandvlietweg wordt de fietser op de rijbaan gestuurd. De Zandvlietweg wordt gemarkeerd met een fietssymbool, om de weggebruiker attent te maken op de aanwezigheid van de fietser. Er worden eveneens rammelstroken voorzien.

Zone 4: kruispunt Oudedijkweg – Zandvlietweg

Ter hoogte van het kruispunt van de Oudedijkweg met de Zandvlietweg wordt het bestaande oostelijke fietspad langsheen de Oudedijkweg behouden en omgevormd naar een enkelrichtingsfietspad. Aan de westzijde wordt een nieuw enkelrichtingsfietspad gerealiseerd richting het zuiden. Er wordt eveneens een fietsoversteek voorzien die mee in de lichtenregeling zit. De bestaande oostelijke fietsoversteek (over de Zandvlietweg) wordt behouden, maar wel veiliger gemaakt zodat de fietser op een veilige manier kan wachten. Hiervoor wordt de stopstreep en het verkeerslicht meer noordelijk gerealiseerd, zodat de fietser verder verwijderd is van de rijbaan. Het fietspad wordt in de bocht fysiek gescheiden van de rijbaan door de plaatsing van New Jerseys.

Ter hoogte van de Zandvlietweg wordt de fietser op de rijbaan gestuurd. De Zandvlietweg wordt gemarkeerd met een fietssymbool, om de weggebruiker attent te maken op de aanwezigheid van de fietser. Er worden eveneens rammelstroken voorzien.

Zone 5: kruispunt Oudedijkweg – Potpolderweg

Ter hoogte van het kruispunt van de Oudedijkweg met de Potpolderweg wordt het bestaande oostelijke fietspad langsheen de Oudedijkweg behouden en omgevormd naar een enkelrichtingsfietspad. Aan de westzijde wordt een nieuw enkelrichtingsfietspad gerealiseerd. Ter hoogte van de bruggen wordt de fietser op de rijbaan geleid. De bruggen worden gemarkeerd met een fietssymbool om de aandacht te vestigen op de fietser die op de rijbaan fietst. Er worden eveneens rammelstroken voorzien.

Ter hoogte van de Potpolderweg wordt een fietsoversteek voorzien.

Zone 6: kruispunt Oudedijkweg – Oudedijkbrug

Ten zuiden van de Oudedijkbrug wordt aan de westzijde een nieuw stukje enkelrichtingsfietspad gerealiseerd, alsook een beveiligde fietsoversteek met verkeerslichten. Ter hoogte van de brug wordt de fietser op de rijbaan gestuurd, de brug wordt gemarkeerd met een fietssymbool.

Zone 7: Potpolderweg

In de Potpolderweg wordt aan de noordzijde een nieuw enkelrichtingsfietspad gerealiseerd. Het bestaande zuidelijke dubbelrichtingsfietspad wordt behouden en omgevormd naar een enkelrichtingsfietspad. Zo wordt ook in de Potpolderweg het fietspad ontdubbeld, om een goede aansluiting op alle nieuwe fietsinfrastructuur te waarborgen.

Aangezien met de aanvraag lokaal de verbetering van de fietsinfrastructuur in het havengebied wordt bewerkstelligd, is het project functioneel inpasbaar.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag heeft tot doel de verkeersveiligheid voor het fietsverkeer te verhogen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Visueel-vormelijke elementen

De fietspaden worden aangelegd in roodbruine asfaltverharding. De nieuwe veiligheidsstroken (met kantstrook en opstaande boordsteen) worden uitgevoerd in beton. Op de locaties waarbij de bestaande greppel en boordsteen behouden blijft, wordt de veiligheidsstrook voorzien in betonstraatstenen. Deze materialisatie is neutraal en inpasbaar binnen de industriële ruimtelijke context. Het gebruik van roodbruine asfaltverharding is algemeen gangbaar.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Daar de aanvraag zich bevindt in de directe nabijheid van pijpleidingen, heeft de vergunningverlenende overheid het advies gevraagd aan de beheerders van deze leidingen.

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. De werken hebben als doel de verkeersveiligheid voor fietsers te verbeteren. Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad. De voorliggende werken worden uitgevoerd om het mengen van fietsers met zwaar vrachtverkeer zoveel mogelijk te voorkomen en om de oversteekbewegingen van fietsers beter te sturen met het oog op een verbeterde verkeersveiligheid. De dienst mobiliteit heeft volgende opmerkingen: 

-     fietsers die op het kruispunt van de Zandvlietweg en de Scheldelaan het sluizencomplex verlaten in noordelijke richting, bevinden zich in de toekomst op enkele meters van het water en nemen hier een relatief scherpe bocht naar links. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden. Er moet bekeken worden of de fietsers op een adequate manier van het water afgeschermd kunnen worden bij valpartijen; 

-     om fietsers extra duidelijk te maken dat het dubbelrichtingsfietspad overgaat in een enkelrichtingsfietspad en dat ze moeten oversteken, moet een verkeersbord C11 geplaatst worden op de desbetreffende locaties;

-     het korte stukje fietspad dat aan de noordzijde van de Berendrechtweg aangelegd zal worden, houdt op kort na het kruispunt Berendrechtweg met de Scheldelaan. Fietsers in westelijke richting moeten invoegen op de rijbaan. Het inplantingsplan toont geen rammelstroken, maar deze moeten uniform met de andere rammelstroken wel aangelegd worden;

-     bij de overgangen van het fietspad naar de rijbaan moet het asfalt steeds doorlopen, zodat met het oog op comfort het fietspad naadloos kan aansluiten op de rijbaan. Concreet betekent dit dat het asfalt tussen het fietspad en de rijbaan doorloopt, en niet onderbroken wordt door bijvoorbeeld een goot of een borduur.

Bovenstaande opmerkingen zullen als voorwaarden worden opgenomen.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     aan het kruispunt van de Zandvlietweg met de Scheldelaan fietsen fietsers in de toekomst op enkele meters van het water. Er moet nagegaan worden hoe de fietsers op een adequate manier afgeschermd kunnen worden van het water;

-     een verkeersbord C11 moet geplaatst worden op de locaties waar het dubbelrichtingsfietspad overgaat in een enkelrichtingsfietspad;

-     in de Berendrechtweg moeten, indien inpaspaar, rammelstroken aangelegd worden net voor de locatie waar het nieuwe noordelijke stukje fietspad zal overgaan op de rijbaan. Indien niet inpasbaar, moeten de invoegende fietsers op een andere manier in de aandacht gebracht worden;

-     bij de overgangen van het fietspad naar de rijbaan moet het asfalt steeds doorlopen, zodat met het oog op comfort het fietspad naadloos kan aansluiten op de rijbaan.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.