Naar aanleiding van de Corona-crisis die de overheden en de publieke opinie sterk heeft gesensibiliseerd voor de cruciale rol van werknemers in de zorg.
In 2007 werd er binnen de federale gezondheidssector reeds een sociaal akkoord gesloten die stelde dat er een loonstudie zou gebeuren om te analyseren hoe IFIC in deze sector geïmplementeerd zou kunnen worden.
In 2018 werd een baremastudie opgestart waardoor de nodige gegevens verzameld konden worden en de sociale partners de onderhandelingen voor de implementatie van IFIC in de publieke zorgsector konden aanvangen.
In 2020 werd een nieuw federaal sociaal akkoord afgesloten zo konden de onderhandelingen een beslissende kant opgaan. De onderhandelingen zijn momenteel op federaal niveau volop lopende om te zien hoe en wanneer IFIC ook daar geïmplementeerd zal worden, op een manier die aangepast is aan de publieke sector.
De implementatie van IFIC moet uitgevoerd worden voor het volledige personeel van de publieke federale zorginstellingen, dus ook voor het gedetacheerd statutair ZNA-personeel, met uitzondering van de directie en de artsen.
In de voorbereidende fase voorziet de aanduiding van een procesverantwoordelijke, het opzetten van een begeleidingscommissie en de samenstelling van een beroepscommissie binnen de instelling.
Het is aangewezen dat ZNA hier een trekkende rol in speelt in de voorbereiding van de implementatie van IFIC binnen ZNA, ook voor het gedetacheerd statutair ZNA-personeel.
Het OCMW stelde met de verzelfstandiging van de OCMW-ziekenhuizen de statutaire personeelsleden ter beschikking van de vzw ZNA. Het OCMW blijft de juridische werkgever van deze personeelsleden. In deze hoedanigheid blijft het OCMW bevoegd voor het personeelsstatuut van het statutair personeel bij ZNA.
Het vast bureau beslist om in het kader van de implementatie van IFIC binnen ZNA: