Terug
Gepubliceerd op 31/08/2021

2021_CBS_06807 - Omgevingsvergunning - OMV_2021081517. Zoutedijk 11. District Berendrecht Zandvliet Lillo - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 27/08/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, ; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_06807 - Omgevingsvergunning - OMV_2021081517. Zoutedijk 11. District Berendrecht Zandvliet Lillo - Weigering 2021_CBS_06807 - Omgevingsvergunning - OMV_2021081517. Zoutedijk 11. District Berendrecht Zandvliet Lillo - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021081517

Gegevens van de aanvrager:

Benny Van De Locht met als adres Zoutedijk 11 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Zoutedijk 11 te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie C nrs. 0 en 363/8 G

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een stal

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          19/05/2021: proces-verbaal met stand van zaken (11002_2021_14108_VPV);

-          04/05/2021: bekrachtiging van stillegging n.a.v. proces-verbaal (11002_2021_13947_VPV);

-          21/04/2021: proces-verbaal met stakingsbevel (11002_2021_13947_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke vergunning;

-          05/08/1999: vergunning (ZA/1999/B/0027 # 19992287) voor het aanbrengen van nieuwe gevelsteen;

-          04/09/1964: vergunning (18/46705-563b/B/ # 19641619) voor een voorgevel verbouwen - 8.6.1964;

-          01/01/1946: toelating (730/105) voor Bouwen werkmanshuis (vervallen).

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume: halfopen bebouwing met één bouwlaag onder hellend dak;

-          gevelafwerking:

  • bruin genuanceerde gevelsteen pastorale M50;
  • bruin houten buitenschrijnwerk;
  • donkerbruine dakpannen en ronde dakgoot.

 

Huidige toestand

 

-          functie, bouwvolume en gevelafwerking in overeenstemming met vergund geachte toestand;

-          inrichting: stal in achtertuin van circa 3 x 12 m (36 m²) met nokhoogte 2,60 m.

 

Gewenste toestand

 

-          functie en bouwvolume: eengezinswoning in halfopen bebouwing met één bouwlaag onder hellend dak;

-          inrichting: stal in achtertuin van circa 3 x 12 m (36m²) met nokhoogte 2,60 m (regularisatie).

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          bouwen van een vrijstaande constructie in de achtertuin;

-          afbreken van enkele niet-vergunde vrijstaande constructies in de tuin;

-          aanpassen van het bodemreliëf (grondaanvulling) in functie van het herstel van de natuurlijke afwatering naar een bestaande gracht.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen

2 juni 2021

4 juni 2021

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgende punten:

 

-          de bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. Bijgevolg geldt binnen deze gebieden in principe een bouwverbod.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting:
    vergunnings- en meldingsplichtige werken moeten zo worden ingeplant dat de aanwezige bomen maximaal behouden kunnen blijven. Het is niet duidelijk of er reeds (hoogstammige) bomen gerooid werden aangezien de bestaande, aanwezige bomen niet werden ingetekend op de plannen. Indien een herbeplanting wordt opgelegd, dient dit uiterlijk het derde jaar dat volgt op de stedenbouwkundige vergunning te worden uitgevoerd, tenzij expliciet anders bepaald;
  • artikel 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken:
    bij het uitvoeren van werken dienen alle voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen;
  • artikel 38 Groendaken:
    het is verplicht om de daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als groendak, indien ze een dakhelling van minder dan 15° hebben, een oppervlakte van ten minste 20 m² en niet aangesloten zijn op een hemelwaterput.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag betreft een in opbouw zijnde stal en buitenberging, bij een eengezinswoning.

 

De aanvraag wijkt af van de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Het perceel is gelegen in een bufferzone. Volgens artikel 14 dienen bufferzones in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden.

Bijgevolg geldt binnen deze gebieden in principe een bouwverbod.

Van bestemmingsvoorschriften kan niet afgeweken worden.

 

De aanvraag is niet voor vergunning vatbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag beperkt zich tot het bouwen van een vrijstaande stal en buitenberging.

 

Echter moeten deze werken conform artikel 17 en 18 van de bouwcode zo worden ingeplant, dat de aanwezige bomen maximaal behouden kunnen blijven. Aangezien de werken reeds in opbouw zijn, is niet duidelijk of er reeds (hoogstammige) bomen gerooid werden. De bestaande, aanwezige bomen werden overigens niet ingetekend op de plannen. Er mogen geen hoogstammige bomen gerooid worden zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning.

Hiervoor dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend.
 

Bodemreliëf

 

Het reliëf van het terrein wordt aangepast om de afwatering te verbeteren. De precieze zone daarvan wordt echter niet duidelijk op de plannen aangegeven en kan daardoor onvoldoende beoordeeld worden.

Ook hiervoor dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode. Het is verplicht om de daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als groendak, indien ze een dakhelling van minder dan 15° hebben, een oppervlakte van ten minste 20 m² en niet aangesloten zijn op een hemelwaterput.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 mei 2021

Volledig en ontvankelijk

2 juni 2021

Start openbaar onderzoek

14 juni 2021

Einde openbaar onderzoek

13 juli 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 september 2021

Verslag GOA

18 augustus 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

14 juni 2021

13 juli 2021

3

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 3 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Geur-, stofhinder en ongedierte: De paardenstal, die deels ook dienst doet als mestopslag brengt geurhinder, vliegen, dazen, insecten en ratten met zich mee. Er is veel zandstof omdat de paarden het weinige gras snel opeten. De eigenaars voeren de meststof niet af, maar laten deze op eigen terrein liggen. Er wordt weinig aandacht besteed aan hygiëne.

Beoordeling:

Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig, maar burgerrechtelijk van aard. Vergunningen hebben een zakelijk karakter en worden verleend onder voorbehoud van burgerrechtelijke aangelegenheden.
Het bezwaar is ongegrond.

2.      Slechte leefomstandigheden voor dieren: De weide (500 à 600 m²) is te klein voor de twee paarden (dierenwelzijn raadt 1.500 m² per paard aan). Daarnaast zal de nieuwe stal ook gebruikt worden als hondenhok. De honden worden nu reeds regelmatig zonder eten en drinken in de weide aan een boom vastgebonden, met voortdurend geblaf tot gevolg.

Beoordeling:

Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig, maar burgerrechtelijk van aard. Vergunningen hebben een zakelijk karakter en worden verleend onder voorbehoud van burgerrechtelijke aangelegenheden.
Het bezwaar is ongegrond.

3.      Moeilijke verstandhouding buren: De aanvrager is niet voor rede vatbaar en gebruikt zonder voorafgaandelijke toestemming de doorgangen gelegen op andere percelen die niet behoren tot zijn eigendom.

Beoordeling:

Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig, maar burgerrechtelijk van aard. Vergunningen hebben een zakelijk karakter en worden verleend onder voorbehoud van burgerrechtelijke aangelegenheden. Uiteraard betekent het eventueel verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken voor, tijdens en na de uitvoering der werken.
Het bezwaar is ongegrond.

4.      Problematische inplanting: De nieuwe stal bevindt zich ver van de bijbehorende woning, maar dicht bij de buitenruimten van de buren, waardoor vooral de buren overlast ondervinden. Met een andere inplanting, bijvoorbeeld in de linker achterhoek, zou de overlast meer tot het eigen perceel beperkt blijven.

Beoordeling:

De onwenselijke inplanting van een bouwsel kan, voor zover deze hinder van stedenbouwkundige aard veroorzaakt, meegenomen worden in de beoordeling van de stedenbouwkundige aanvraag. Gezien de aard van het bouwsel (een paardenstal) kan beargumenteerd worden dat dit inherente hinderaspecten voortbrengt, die zelfs met goed huisvaderschap moeilijk te voorkomen zijn, waardoor een alternatieve inplanting vanuit stedenbouwkundig oogpunt mogelijks gunstiger te beoordelen is.
Het bezwaar is gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.