De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020132279 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Andrea Paolini met als adres Werkstraat 11 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lange Leemstraat 373 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 6 sectie F nrs. 0 en 1260E6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van eengezinswoning en voorzien van een zwemvijver |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/08/1967: toelating (18#50371) voor het verbouwen van de gevel.
Vergunde toestand/ Huidige toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing met 1 slaapkamer;
- hoofdvolume van 2 bouwlagen onder hellend dak;
- achterbouw:
- gelijkvloerse bouwdiepte van circa 16,8 m;
- voorgevel afgewerkt met geel/beige gevelsteen en aluminium schrijnwerk;
- achtertuin beperkt verhard.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 2 slaapkamers;
- achterbouw:
- verlaagde vloer bij achterbouw;
- gelijkvloerse bouwdiepte van circa 16,8 m;
- voorgevel afgewerkt met geel/beige gevelsteen en houten schrijnwerk;
- achtertuin (63 m²) verhard door:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden eengezinswoning:
- aanleggen zwemvijver en verharding.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een zwembad zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m2. De tuin heeft een oppervlakte van 63 m2 waarvan 33 m2 verhard wordt; dit is 52% van de oppervlakte.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich grotendeels binnen het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
De sloop en heropbouw van de achterbouw en de hierbij gepaard gaande scheimuurverhoging over ca. 7,5 m ter hoogte van de rechterbuur wordt voorzien aansluitend aan de bebouwing van de buurman waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel wordt gegenereerd.
Het bestaande terras wordt uitgebreid tot 17 m² en er wordt een zwemvijver van 16 m² voorzien. Verhardingen zoals een terras en zwemvijver zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m² (bouwcode, art. 27). De tuin heeft een oppervlakte van 63 m². Maximaal 21m² mag dus verhard worden. De aanvraag voorziet 33 m² verharding. Dit kan niet positief geadviseerd worden.
Tuinen dienen zoveel als mogelijk onverhard te blijven om verdroging en verhitting tegen te gaan en de biodiversiteit te stimuleren. Het beperken van verhardingen is dus zowel goed voor de bewoners als voor de natuur.
In voorwaarde wordt opgelegd om de verharding te beperken tot 21m². Dit kan door het terras en/of vijver kleiner uit te voeren, of een van beide niet uit te voeren.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het aluminium schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door houten schrijnwerk in natuurkleur. Verder blijft de voorgevel ongewijzigd. Deze ingreep kan positief geadviseerd worden.
De nieuwe achtergevel wordt uitgevoerd in een lichtgrijze bepleistering en de nieuwe raamopeningen in houten schrijnwerk in natuurkleur. Deze materialen harmoniseren in hun omgeving en kunnen bijgevolg positief geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voorgestelde werken bieden bijkomende lichttoetreding en een versterkte relatie tussen de leefruimtes en de tuinzone. Het versterkte ruimtelijke gevoel en bijkomende lichttoetreding resulteren in een verhoging van de woonkwaliteit.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. de verhardingen in de tuin te beperken tot maximaal 21 m², conform artikel 27 van de bouwcode.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De huidige aanvraag voorziet onder meer in de aanleg van een zwemvijver van 16m² en de uitbreiding van een bestaand terras tot 17m². De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt hierover dat er maximaal 21m² verhard mag worden, aangezien de tuin een oppervlakte heeft van 63m². Om die reden wordt als bijkomende voorwaarde opgelegd om de verhardingen in de tuin te beperken tot maximaal 21m², conform artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode.
Open binnengebieden zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor speelruimte, voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen. Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, de tuin, hun groen karakter zo veel mogelijk te behouden. De bouwcode ondersteunt de zo natuurlijk mogelijke inrichting van de niet-bebouwde delen van een perceel. Dit heeft immers verschillende voordelen. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt.
Om die reden stelt de Antwerpse bouwcode dan ook voorop dat de tuin zoveel mogelijk als onverharde en groene ruimte dient ingericht en aangeplant te worden.
Hoewel een zwemvijver theoretisch gezien als verharde oppervlakte beschouwd kan worden, kan deze evenzeer bijdragen aan het tegengaan van hittestress en ter bevordering dienen van de biodiversiteit.
Aangezien de aanvraag de aanleg van de zwemvijver niet concretiseert, meent het college dat de zwemvijver minimaal aan een aantal voorwaarden dient te voldoen, namelijk:
1. Allereerst dient de zwemvijver te beschikken over een ecologisch waterzuiveringssysteem met behulp van een biologische filter of door het gebruik van speciale filterplanten, vrij van chloor en andere chemische stoffen;
2. Daarnaast dient het (overtollig) water van de zwemvijver te kunnen infiltreren in de bodem via een plantenborder langsheen de zwemvijver en/of desgevallend via een infiltratievoorziening in de tuin. Het water mag in geen geval via de riolering worden afgevoerd;
3. Bovendien moet, naast het natuurlijke zuiveringssysteem nog minimaal één zijde van de zwemvijver voorzien worden van middelhoge biodiverse beplanting ter bevordering van de ecologische meerwaarde van de zwemvijver;
4. Tot slot dient de overige verharding van de tuin (in casu het terras) en de open ruimte (zijnde de overige tuinzone, exclusief het gedeelte van de zwemvijver) te voldoen aan de vooropgestelde verhoudingen van artikel 27 (maximaal 1/3e verharding, minimaal 2/3e open ruimte). In die zin dient de uitbreiding van het terras zich te beperken tot 15,5m².
Het college is aldus van mening dat, mits het opleggen van deze voorwaarden, de aanleg van een zwemvijver tegemoet komt aan de vooropgestelde doelstellingen van de Antwerpse bouwcode. In die zin worden de geadviseerde voorwaarden dan ook bijgesteld.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 juni 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 2 juli 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 31 augustus 2021 |
Verslag GOA | 11 augustus 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. De zwemvijver moet beschikken over een ecologisch waterzuiveringssysteem met behulp van een biologische filter of door het gebruik van speciale filterplanten, vrij van chloor en andere chemische stoffen;
3. Het (overtollig) water van de zwemvijver moet kunnen infiltreren in de bodem via een plantenborder langsheen de zwemvijver en/of desgevallend via een infiltratievoorziening in de tuin. Het water mag in geen geval via de riolering worden afgevoerd;
4. Naast het natuurlijke zuiveringssysteem moet nog minimaal één zijde van de zwemvijver voorzien worden van middelhoge biodiverse beplanting ter bevordering van de ecologische meerwaarde van de zwemvijver;
5. De overige verharding van de tuin (in casu het terras) en de open ruimte (zijnde de overige tuinzone, exclusief het gedeelte van de zwemvijver) moet voldoen aan de vooropgestelde verhoudingen van artikel 27 (maximaal 1/3e verharding, minimaal 2/3e open ruimte). In die zin dient de uitbreiding van het terras zich te beperken tot 15,5 m².
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.