Terug
Gepubliceerd op 18/10/2021

2021_CBS_08226 - Omgevingsvergunning - OMV_2021126922. Pootersstraat 2. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/10/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_08226 - Omgevingsvergunning - OMV_2021126922. Pootersstraat 2. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2021_CBS_08226 - Omgevingsvergunning - OMV_2021126922. Pootersstraat 2. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021126922

Gegevens van de aanvrager:

de heer Filip Wouters met als adres Pootersstraat 2 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Pootersstraat 2 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 19 sectie C nr. 340Y3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          10/07/1992: vergunning (86#920288) voor 18 woningen - 27.4.1992 - art. 48.

 

Vergunde toestand

 

-          eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak in halfopen bebouwing met een inspringende garage aan de linkerzijde;

-          bouwdiepte tot circa 9,56 m, bouwbreedte tot circa 10,35 m en een kroonlijsthoogte van circa 2,47 m;

-          gevels afgewerkt met lichtkleurige gevelsteen, buitenschrijnwerk in meranti en herfstkleurige dakpannen;

-          onderdeel van een eenheidsbebouwing van 18 woningen.

 

Huidige toestand

 

-          uitbreiding van de woning aan de linkerzijde op het gelijkvloers aansluitend aan de garage tot een bouwdiepte van circa 13,67 m en met een breedte van circa 1,1 m vanaf de linker perceelsgrens;

-          gevels afgewerkt met gemengd bruine gevelsteen, buitenschrijnwerk in wit PVC met een gewijzigde indeling en donkergrijze dakpannen;

-          tuinberging van circa 31 m² met een kroonlijsthoogte van circa 2,03 m en een nokhoogte van circa 3,68 m tot op circa 0,1 m van de achterste perceelsgrens en tot op circa 0,32 m van de linker perceelsgrens;

-          voortuin en zijtuin grotendeels verhard met grijze klinkers en kiezels.

 

Gewenste toestand

 

-          regularisatie van de huidige toestand;

-          uitbreiding van de woning aan de rechterzijde op het gelijkvloers op circa 3,72 m achter de voorgevelbouwlijn tot een bouwdiepte van circa 8,42 m, een breedte van circa 3,15 m en een kroonlijsthoogte van circa 3,37 m tot op circa 2,05 m van de perceelsgrens;

-          gevels van de nieuwe uitbreiding afgewerkt met donkerbruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in wit PVC;

-          gedeeltelijke ontpitting van de tuinen.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          regulariseren van de huidige toestand;

-          uitbreiden van de woning aan de rechterzijde.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    het buitenschrijnwerk in wit PVC is niet in harmonie met de omgeving;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de te regulariseren uitbreiding op het gelijkvloers is niet voorzien van een dakopstand van minstens 0,3 m.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project ligt gedeeltelijk in mogelijk overstromingsgevoelig gebied maar heeft een beperkte oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het verbouwen van de bestaande eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Tegenover de laatst vergunde toestand wordt de woning voorzien van een zijdelingse uitbouw op het gelijkvloers en een afdakje tegen de linker perceelsgrens. Het hoofdvolume van de aanvraag omvat een hellende dak. De uitbouw wordt voorzien van een plat dak wat niet kenmerkend is in de buurt. Echter is een hellend dak moeilijk te realiseren in combinatie met de bestaande ramen in de zijgevel. Bijgevolg is het volume met plat dak stedenbouwkundig aanvaardbaar. De uitbouw wordt voorzien tussen de 3 m en de 2,05 m van de rechter perceelsgrens, die grenst aan het openbaar domein. Vanuit de stedenbouwkundige dienst werd gunstig advies gegeven voor deze inplanting. De bouwdiepte van de uitbouw komt gelijk met het hoofdvolume en de linker gelegen woningen en is daardoor aanvaardbaar.

 

De bestaande inrit aan de rechterzijde van het perceel wordt in de huidige aanvraag niet gesupprimeerd. Bij de heraanleg van het openbaar domein zal hiervoor geen verlaagde boordsteen voorzien worden, aangezien voor het gedeelte van de doodlopende weg de verharding zal worden weggehaald om zoveel mogelijk te kunnen ontharden. Deze verharding leidt niet naar een andere straat.

 

Een deel van het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De aanvrager heeft een ontharding uitgevoerd in zowel de voor- als achtertuin door paden weg te halen, een terras te verkleinen en de voortuin te ontharden. Deze ingrepen hebben een gunstig effect op het mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De beperkte uitbreiding met circa 15 m² is door deze ontharding aanvaardbaar.

 

Op het inplantingsplan van de voorliggende aanvraag staan de contouren van een tuinhuis ingetekend, maar geen afmetingen. In de onmiddellijke omgeving zijn meerdere tuinhuizen aanwezig. Dit tuinhuis heeft een oppervlakte kleiner dan 40 m². Onder de voorwaarden van de vrijstelling van de vergunningsplicht, kan het tuinhuis worden toegelaten.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voor-, zij- en achtergevel worden voorzien in gevelsteen in een gemengd bruine kleurstelling met PVC schijnwerk in een witte kleur. Het dak is voorzien van donkergrijze pannen. De uitbouw aan de rechterzijde wordt voorzien van een donkerbruine gevelsteen.

 

De aanvraag maakt onderdeel uit van een eenheidsbebouwing van 18 woningen, gekenmerkt door lichtbruine/ rode dakpannen en donker buitenschrijnwerk.

 

Donkergrijze dakpannen zijn toelaatbaar. Het PVC buitenschijnwerk in een witte kleur is in de onmiddellijke omgeving nagenoeg nergens toegepast en is niet in harmonie met de omgeving en de overige materialen van de woning. Er wordt daarom opgelegd om het buitenschrijnwerk te voorzien van een donkere kleurstelling die kenmerkend is voor de eenheidsbebouwing waarvan de woning onderdeel uitmaakt.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Door het gelijkvloers aan de rechterzijde uit te breiden ontstaat er meer leefruimte op het gelijkvloers wat de woonkwaliteit ten goede komt. Het ontharden van de voor- en achtertuin heeft een gunstig effect op de waterinfiltratie.

De uitbreiding op het gelijkvloers is niet voorzien van een verplichte dakopstand conform artikel 34 van de bouwcode. Omdat dit over de (brand)veiligheid gaat van een gebouw kan hier niet van worden afgeweken. Deze opstand is echter niet vereist indien aan de volgende voorwaarde voldaan is: de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het buitenschrijnwerk te voorzien in een donkere kleurstelling die kenmerkend is voor de eenheidsbebouwing waarvan de woning onderdeel uitmaakt, conform artikel 6 van de bouwcode;

2.      het tuinhuis achteraan aan de linkerzijde dient te voldoen aan de voorwaarden van de vrijstelling van vergunningsplicht;

3.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 augustus 2021

Volledig en ontvankelijk

1 september 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 oktober 2021

Verslag GOA

7 oktober 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het buitenschrijnwerk te voorzien in een donkere kleurstelling die kenmerkend is voor de eenheidsbebouwing waarvan de woning onderdeel uitmaakt, conform artikel 6 van de bouwcode;

2.      het tuinhuis achteraan aan de linkerzijde dient te voldoen aan de voorwaarden van de vrijstelling van vergunningsplicht;

3.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.