Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021097522 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Havenbedrijf Antwerpen (0248399380) met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zandvlietweg zn te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 20 sectie D nrs. 255H3 en 255L3 |
waarvan: |
|
- 20210705-0055 | afdeling 20 sectie D nrs. 255H3 en 255L3 (IIOA - Loswallen) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Lozing bedrijfsafvalwater van loswallen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 9 december 1999 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (408.531) voor loswallen ten noorden van de Zandvlietsluis.
Voorgeschiedenis milieu
Op 23 augustus 2012 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning verleend voor de verdere lozing van bedrijfsafvalwater afkomstig van een monostortplaats voor baggerspecie voor een termijn verstrijkend op 23 augustus 2022.
Nadien verleende de Vlaams minister van Omgeving nog diverse afwijkingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een hernieuwing van de lozing van bedrijfsafvalwater.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater. | 32,32 m³/uur |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen: voor debieten > 2 m3/uur of > 20 m3/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van Art. 4.2.5.1.1. §1 dient geen venturi-meetgoot of andere evenwaardige meetmogelijkheid voorzien te worden. Er dient evenwel een controleput aanwezig te zijn waarbij een staal van het te lozen bedrijfsafvalwater kan genomen worden. |
2. | Bij te stellen voorwaarde: Van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 2.3.6.1.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Het in de aanvraag opgenomen normenkader kan gehanteerd worden. |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.
Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Zandvlietsluis, de Berendrechtsluis en de invaargeulen naar deze sluizen, het Kanaaldok B2 en Kanaaldok B3 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan en Oudedijkweg zijn bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel langs deze wegen loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.
Binnen de straal van 500 meter bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Bestaande waterwegen (voor de Schelde).
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag heeft dan ook geen invloed op stedenbouwkundige voorschriften. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De loswallen aan de Zandvlietweg zijn een voormalige monostortplaats voor baggerspecie, waarop baggerspecie afkomstig uit de Rechteroeverhaven hydraulisch werd opgespoten en ontwaterd binnen ringdijken. De monostortplaats wordt niet meer gebruikt, het Havenbedrijf maakt tegenwoordig gebruik van AMORAS, een installatie voor mechanische ontwatering van baggerspecie inclusief bergingslocatie van filterkoeken.
Met onderhavige aanvraag wenst de exploitant de hernieuwing van de vergunning te bekomen, louter voor het lozingsaspect. Men vraagt de lozing van 32,32 m³/uur bedrijfsafvalwater aan. De lozing van bedrijfsafvalwater komt slechts voor wanneer het nabezinkingsbekken overloopt. De laatste lozing dateert van 2012. Men vraagt toch opnieuw een lozingsvergunning aan op aangegeven van de afdeling Handhaving en om in geval van nood (bv. overvloedige regenval) toch gecontroleerd te kunnen lozen in de Schelde.
Volgende stromen komen in het nabezinkingsbekken terecht:
- loswal 1B1: het percolaat dat via een pompput in het nabezinkingsbekken gepompt wordt (ingeschat op 1 m³/dag);
- loswal 1A: hemelwater dat terecht komt op de baggerspecie tijdens de huidige nazorgfase.
Loswal 1B1 is volledig afgewerkt. Loswal 1A dient, conform de verleende ministeriële afwijking, pas volledig afgewerkt te zijn in 2032. Er is geen lozing (meer) afkomstig van loswal 1B2. Bij afwerking werd er geen drainage ingebracht waardoor van deze zone geen percolaat vrij komt. Loswal 1B2 wordt momenteel afgewerkt conform de afgeleverde ministeriële afwijkingen en het afwerkings- en sluitingsplan.
De vergunningsaanvraag omvat een verzoek tot bijstelling van lozingsnormen. Aangezien de laatste lozing dateert van 2012 zijn er geen actuele analyseresultaten beschikbaar. De gevraagde set van lozingsnormen is voornamelijk gebaseerd op de huidige set van lozingsnormen en op de analyseresultaten van 1 schepstaal uit het bezinkingsbekken. Voor zilver, uranium, AOX en PFOS wordt voor het eerst een lozingsnorm aangevraagd.
Er wordt opgemerkt dat er voor verschillende parameters behoorlijk wat marge wordt aangevraagd ten opzichte van de gemeten concentraties in het bezinkingsbekken. Het is aan de VMM om de gevraagde parameters eventueel te beperken. Voor PFOS wordt een lozingsnorm van 1 µg/l aangevraagd. In de huidige configuratie wordt er, gelet op het feit dat er de voorbije jaren geen lozing heeft plaatsgevonden, geen frequente lozing verwacht. Indien de lozing toch een meer significant karakter zou krijgen (frequentie lozingen, volumes lozingen), bv. door het aanbrengen van bijkomende bodemmaterialen bovenop het slibstort waardoor het slib wordt ontwaterd, is het aanbevolen om de lozingsnorm voor PFOS te beperken.
Verder vraagt men ook om geen meetgoot te moeten installeren. Het opgegeven maximumdebiet is weliswaar meer dan 2 m³/uur, de drempel die geldt voor de installatie van een meetgoot, maar de exploitant argumenteert dat er in normale omstandigheden geen lozing zal zijn. Er is bovendien een controleput aanwezig waarin een staal van het bedrijfsafvalwater kan genomen worden.
De gevraagde bijstellingen kunnen verleend worden.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater. | 32,32 m³/uur |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 23 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | 2 oktober 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 31 oktober 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 12 november 2021 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
2 oktober 2021 | 31 oktober 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |