Op 25 mei 2018 trad de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) in werking. Stad Antwerpen en
stellen vast dat ze voor de verwerking van persoonsgegevens gezamenlijk verantwoordelijk zijn zoals bedoeld in artikel 26 van de AVG.
Partijen zijn met name gezamenlijk verantwoordelijk voor beslissingen aangaande welke persoonsgegevens verwerkt worden, hoe ze verwerkt worden, voor hoe lang ze bewaard worden, aan wie ze worden doorgegeven, welke beveiligingsmaatregelen nodig zijn, welke verwerkers ingeschakeld zullen worden en onder welke contractuele voorwaarden, waar persoonsgegevens worden verwerkt, voor elke interactie met toezichthoudende overheden (inclusief maar niet beperkt tot de Gegevensbeschermingsautoriteit), voor de afhandeling van inbreuken in verband met persoonsgegevens, en voor elk ander aspect van verwerkingen die zij gezamenlijk organiseren.
Artikel 26 van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) bepaalt:
1. Wanneer twee of meer verwerkingsverantwoordelijken gezamenlijk de doeleinden en middelen van de verwerking bepalen, zijn zij gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. Zij stellen op transparante wijze hun respectieve verantwoordelijkheden voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening vast, met name met betrekking tot de uitoefening van de rechten van de betrokkene en hun respectieve verplichtingen om de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie te verstrekken, door middel van een onderlinge regeling, tenzij en voor zover de respectieve verantwoordelijkheden van de verwerkingsverantwoordelijken zijn vastgesteld bij een Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling die op de verwerkingsverantwoordelijken van toepassing is. In de regeling kan een contactpunt voor betrokkenen worden aangewezen.
2. Uit de in lid 1 bedoelde regeling blijkt duidelijk welke rol de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk vervullen, en wat hun respectieve verhouding met de betrokkenen is. De wezenlijke inhoud van de regeling wordt aan de betrokkene beschikbaar gesteld.
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 29 januari 2021 (jaarnummer 731) de deelname goed aan het ESF-project ‘MARA'.
Het project 'MARA' wil toegang vinden tot kwetsbare, werkarme gezinnen met een migratieachtergrond, en meer specifiek tot de vrouwen binnen deze groep, via de Antwerpse Huizen van het Kind. Deze Huizen van het Kind vormen een ideale vindplaats van niet-werkende en niet-werkzoekende vrouwen met een migratieachtergrond met een verre afstand tot de arbeidsmarkt.
Het partnerschap van 'MARA' is gebaseerd op een geïntegreerde en wijkgerichte samenwerking tussen de Inloopteams VIVA-SVV, CAW en Wiegwijs enerzijds en de sociale activeringspartners Arktos, Gatam en Emino anderzijds.
Bij het verwezenlijken van de opdracht om kwetsbare werkarme gezinnen met een migratieachtergrond (sociaal) te activeren, is er overdracht nodig van persoonlijke gegevens.
In dat kader is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in art. 26 van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) tussen Stad Antwerpen en
Het college bekrachtigt de gezamenlijke verwerkingsovereenkomst tussen Stad Antwerpen en VIVA-SVV vzw, Wiegwijs vzw, CAW Antwerpen vzw, Arktos vzw, Emino vzw en GATAM vzw. De overeenkomst eindigt op 31 december 2022