De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021104038 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW TC RAFFIC II met als adres Zandweg 2E te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zandweg 2E te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie B nrs. 0, 274N en 275H |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van een bestaande tennisclub en aanleggen van 3 padelvelden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/11/2014: vergunning (20142332) voor het bouwen van kleedkamers met taverne en het aanleggen van tennisvelden;
- 25/11/2011: niet uitgevoerde vergunning (20114961) voor het bouwen van kleedkamers met taverne en het aanleggen van tennisvelden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand (deels regularisatie)
- functie: sportcomplex conform huidige toestand, met toevoeging van 3 padelvelden;
- bouwvolume: volume van beide bestaande lokalen blijft ongewijzigd;
- gevelafwerking: gevelafwerking blijft ongewijzigd ten opzichte van de bestaande toestand;
- inrichting: verharding circa 3.877m² bestaande uit tennisvelden, padelvelden, paden in betontegels en asfalt.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van een bestaand sportcomplex:
- aanleggen van 3 nieuwe padelvelden met bijhorende verharding.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 23 juli 2021 | 26 juli 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 23 juli 2021 | 23 juli 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zandweg, goedgekeurd op 30 mei 2016. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 8: zone voor gemengde functies - recreatie - landbouw (ge).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Zandweg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening inzake hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de lichtkoepels ter hoogte van de keuken van de kantine zijn niet uitgevoerd conform vergunning 2014. Hierdoor is er geen natuurlijke lichtinval in de keuken;
in de vergunning van 2014 werden 9 fietsstalplaatsen voorzien. Deze zijn gesupprimeerd.
in de vergunning van 2014 werd een groendak voorzien op het dak van de kantine. Dit is niet uitgevoerd conform de vergunning. Het geplaatste bijgebouw is een vergunning plichtige constructie met een dakoppervlakte van ten minste 20 m² en dient dus bijgevolg ook voorzien te worden van groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De voorliggende aanvraag is gelegen in her RUP Zandweg. De bestemming is een zone voor gemengde functies recreatie – landbouw. Openluchtsporten, zoals tennis en padel, zijn hier mogelijk. De sportvelden bewaren een minimumafstand van 10 m ten opzicht van woonzones. Het voorzien van tennis- en padelvelden is bijgevolg toelaatbaar.
AG VESPA geeft gunstig advies op deze omgevingsvergunning.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Enerzijds omvat de aanvraag een regularisatie voor de inplanting van de gebouwen, waarbij het clublokaal kleiner werd uitgevoerd, een materiaallokaal en een petanqueveld met speelveld werden voorzien. Het tennisveld nr. 5 dat voorzien werd op het petanqueveld en het speelveld werd niet uitgevoerd. Anderzijds omvat de aanvraag de aanleg van drie nieuwe padelvelden (11 x 21 m, inclusief pad). Eén padelveld wordt aan het clublokaal voorzien, in het verlengde ervan en ten zuiden van het petanqueveld en de speelzandbak. De andere twee padelvelden worden ten westen van de tennisvelden voorzien.
De drie padelvelden kunnen qua inplanting worden toegelaten. Ook het kleiner uitvoeren van het clublokaal en het apart voorzien van een materiaallokaal kunnen gunstig worden beoordeeld en zorgen niet voor storende effecten qua schaal of ruimtegebruik.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening inzake hemelwater. Echter legt het RUP Zandweg op dat de opgelegde infiltratie- en buffervoorzieningen uit de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen als een open bufferbekken dienen te worden uitgevoerd.
De padelvelden worden voorzien in een waterdoorlatend materiaal. De bestaande tennisvelden en de nieuwe padelvelden worden afgevoerd richting een bestaande gracht. Daardoor wordt er voldaan aan het bufferen en infiltreren van regenwater. De hinder inzake waterinfiltratie is bijgevolg beperkt en aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het clublokaal wordt voorzien van baksteen in een donkergrijze kleur met buitenschrijnwerk in PVC met een witte kleur. Het materiaallokaal werd voorzien in gevelpleisterwerk in een lichtgrijze kleur en buitenschrijnwerk in wit PVC. Beide materiaalsoorten zijn kenmerkend voor sportfaciliteiten en zijn in harmonie.
De padelvelden worden in de typerende blauwe kleur voorzien met afsluiting en wanden die deels bestaan uit glas en deels uit rasters met een maximale hoogte van 4 m. Beide zijn doorzichtbaar waardoor de mogelijke visuele impact wordt ingeperkt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het clublokaal werd vergund met een groendak. Ondanks het verkleinen van het oppervlakte van het clublokaal dient nog steeds te worden voldaan aan artikel 38 van de bouwcode. Het voorzien van een groendak op het platte dak van het clublokaal wordt opgelegd in voorwaarden.
De interne indeling van het clublokaal werd gewijzigd tegenover de vergunning van 2014. In de vergunning van 2014 werd de keuken en de kleedkamer voor de dames en heren voorzien van een lichtkoepel waardoor voldoende daglicht in de ruimte kon binnenvallen. In de huidige aanvraag werden er geen lichtkoepels voorzien. Bijgevolg is de keuken en de kleedkamer van de dames niet voldoende kwalitatief. Zowel in de keuken, tijdens het koken, als in de kleedkamer, na een sportmatch, is licht en verluchting van belang. Glasdallen in de voorgevel zijn niet voldoende om daglicht in de ruimtes te krijgen en voorzien geen verluchting. Bijgevolg wordt er opgelegd om de keuken en de kleedkamers van de vrouwen te voorzien van een lichtkoepel die open kan en met een minimale oppervlakte van 1 m² per ruimte, conform artikel 24 van de bouwcode.
Tussen het clublokaal (kantine) en de buitenpas is een drempel met een hoogte van 10 cm aanwezig. Conform artikel 18 van de verordening inzake toegankelijkheid moeten niveauverschillen tot en met 18 cm minstens met een helling overbrugd worden. Dit werd opgelegd in de voorgaande vergunning en wordt ook hier in voorwaarden opgelegd.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De bestaande vergunning voor tennisvelden is anders uitgevoerd, maar het aantal is wel hetzelfde. Tegelijk wordt ook een vergunning gevraagd voor de aanleg van 3 padelvelden. Het kencijfer uit de CROW voor tennisvelden wordt toegepast voor padelvelden. Dit kencijfer in buitengebied is 0,5 parkeerplaats per 100 m² oppervlakte. In totaal nemen de padelvelden en ruimte rond de velden 483 m² + 231 m² = 714 m² ruimte in. De parkeerbehoefte komt daarbij op 714 m²/100 m² x 0,5 pp = 3,57 afgerond 4 parkeerplaatsen.
De werkelijke parkeerbehoefte is 4 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen plaatsen aan het terrein voorzien. In het RUP Zandweg is uitdrukkelijk gesteld dat parkeren enkel in de randzone plaats kan vinden (zone voor overdruk).
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen op de gezamenlijke parking bedraagt 4.
De voorliggende aanvraag valt in het toepassingsgebied van een RUP. Het gebruik van de parking gebeurt gezamenlijk binnen het RUP. Deze parking is voldoende gedimensioneerd.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 4= 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
In de voorgaande vergunning werden ten zuiden van het clublokaal 9 fietsstaplaatsen voorzien. Ook voor de uitbreiding van de sportzone met padelvelden is er een fietsparkeerbehoefte. Per veld spelen 4 spelers. Dus in totaal 12 spelers op 3 velden. Daarvan komt 1/3 tot 1/2 met de fiets.
De voorliggende aanvraag voorziet niet in fietsparkeerplaatsen. De vergunde 9 fietsplaatsen + 4 fietsstaplaatsen voor de nieuwe padelvelden (12 spelers waarvan 1/3 komt met de fiets) dienen voorzien te worden. Deze 13 fietsstaplaatsen dienen geplaatst te worden ter hoogte van een van de twee inkomzones (ten noorden of ten zuiden van het clublokaal) om zo het comfort van de fietser te garanderen. De fietsstalplaatsen dienen voorzien te worden op reeds bestaande verharding.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. voor de toegang tot het clublokaal(kantine) dient een schuine helling te worden aangelegd, conform artikel 18 van de verordening inzake toegankelijkheid en opgelegd in voorgaande vergunning;
2. de keuken en de kleedkamers van de vrouwen dient voorzien te worden van een lichtkoepel die open kan met een minimale oppervlakte van 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;
3. het platte dak van het clublokaal dient voorzien te worden van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
4. 4 parkeerplaatsen te voorzien in de zone voor parkeren (overdruk) volgens het RUP Zandweg;
5. 13 fietsstalplaatsen dienen voorzien te worden ter hoogte van een van de twee inkomzones (ten noorden of ten zuiden van het clublokaal) en op reeds bestaande verharding.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 juni 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 23 juli 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 november 2021 |
Verslag GOA | 29 september 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. voor de toegang tot het clublokaal(kantine) dient een schuine helling te worden aangelegd, conform artikel 18 van de verordening inzake toegankelijkheid en opgelegd in voorgaande vergunning;
2. de keuken en de kleedkamers van de vrouwen dient voorzien te worden van een lichtkoepel die open kan met een minimale oppervlakte van 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;
3. het platte dak van het clublokaal dient voorzien te worden van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
4. 4 parkeerplaatsen te voorzien in de zone voor parkeren (overdruk) volgens het RUP Zandweg;
5. 13 fietsstalplaatsen dienen voorzien te worden ter hoogte van een van de twee inkomzones (ten noorden of ten zuiden van het clublokaal) en op reeds bestaande verharding.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.