Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021131415 |
Gegevens van de aanvrager: | Ibrahim CAN met als adres Lucas Henninckstraat 4 te 2610 Antwerpen en Pinar SAGLIK met als adres Lucas Henninckstraat 4 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lucas Henninckstraat 4 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nrs. 0 en 22R6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/05/1992: vergunning (222#8197) voor een verbouwing van een woning.
Vergunde en bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag..
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 21: Minimale hoogte van ruimten;
Bovenvermelde artikels worden besproken in de onderstaande paragrafen.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Lucas Henninckstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Lucas Henninckstraat gekenmerkt wordt door een- of meergezinswoningen met drie bouwlagen onder een plat dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde af en toe uitgebreid met achterbouwen. De aanvraag betreft een pand met drie bouwlagen onder een plat dak. Achteraan is een twee bouwlagen hoge achterbouw aanwezig die ter hoogte van de rechterbuur een bouwdiepte heeft van 9,76m en ter hoogte van de linkerbuur een bouwdiepte heeft van 12,66m. Ter hoogte van de rechterbuur is een buitentrap voorzien tegen de scheidingsmuur.
In de voorliggende aanvraag wordt de buitentrap gesupprimeerd om een perceelsbrede aanbouw te realiseren. Daarnaast wordt de overbouwde buitenruimte ter hoogte van de linker perceelsgrens geïntegreerd bij het bouwvolume. De voorgestelde, drie bouwlagen hoge, achterbouw heeft over de volledige breedte van het perceel een bouwdiepte van 12,66m en heeft een bouwhoogte van 8,42m. Gezien het voorgestelde bouwvolume meermaals terugkomt in de omgeving, er een voldoende grote tuin aanwezig is en de uitbreiding geen negatieve effecten voor de naastgelegen percelen met zich meebrengt is de aanvraag wat betreft schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid gunstig te adviseren.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van de eengezinswoning is afgewerkt met een rode gevelsteen en voorzien van pvc buitenschrijnwerk in een beige kleur. Verschillende gevelopeningen zijn voorzien van een randafwerking uit witte natuursteen. De plint is voorzien in blauwe hardsteen. Op de eerste verdieping is een metalen borstwering aanwezig. In de voorliggende aanvraag wenst de aanvrager de bestaande voorgevel te behouden.
De nieuwe achtergevel wordt afgewerkt met roodkleurige gevelstenen en wordt voorzien van buitenschrijnwerk uit PVC. Onder de ramen wordt een dorpel uit arduin voorzien. De dakrand wordt afgewerkt met een profiel uit aluminium.
De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar en zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het vergroten van de eengezinswoning door de realisatie van de uitbreiding, verhoogt de leefkwaliteit van de woning aanzienlijk. De grote ramen die in de nieuwe achtergevel worden voorzien, versterken het contact tussen de ruimtes en de achterliggende stadstuin. dit komt de woonkwaliteit ten goede. Daarnaast wordt de interne planschikking van de woongelegenheid in voorliggende aanvraag geoptimaliseerd.
De uitbreiding van de achterbouw bevindt zich voor een groot deel tussen het profiel van de bestaande scheidingsmuren met de linker en rechter aanpalende. De scheidingsmuur met de rechter aanpalende wordt over een lengte van 3.53m in de hoogte uitgebreid met 3,23m. Er wordt door de uitbreiding van de scheimuur geen groot nadeel met betrekking tot bezonning verwacht voor het aanpalende perceel gezien de uitbreiding aan de noordzijde van de rechterbuur voorzien wordt.
Er wordt wel opgemerkt dat er op de gelijkvloerse verdieping een speelkamer en keukenruimte wordt ingericht. Dit is strijdig met artikel 21 van de bouwcode. Dit artikel legt een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes op van 2,60m. Deze minimale hoogte is essentieel om te garanderen dat er op een gezonde en kwalitatieve manier verbleven kan worden in deze ruimtes. In de voorliggende aanvraag hebben deze ruimtes slechts een vrije plafondhoogte van 2,25m. Het inrichten van verblijfsruimtes op de gelijkvloerse verdieping wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.
Het inrichten van een dressing op de eerste verdieping is gunstig te beoordelen echter kan uit de proporties van de dressing die wordt voorzien op de eerste verdieping afgeleid worden dat deze eventueel in de toekomst ingericht zou kunnen worden als slaapkamer. Gezien dergelijk gebruik niet aanvaardbaar is op basis van artikel 24 van de bouwcode kan de dressing in de toekomst niet omgevormd worden tot verblijfsruimte.
Tot slot blijkt uit de plannen dat het pad naar de voordeur uitgevoerd is met een breedte van 2,24m. Er is geen bewijs terug te vinden op de archiefplannen dat dergelijke verharding in de voortuin vergund zou zijn. Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 27 uit de bouwcode dat stelt dat oplegt voortuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Enkel een toegangspad met maximumbreedte van 1,50 kan toegestaan worden. Van dit voorschrift kan niet afgeweken worden. Verwijderen van een deel van het toegangspad en het planten van groen op de vrijgekomen ruimte wordt daarom opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. het pad naar de voordeur moet beperkt worden tot een breedte van 1,50m en de vrijgekomen ruimte in de voortuin moet men aanplanten met groen conform artikel 27 van de bouwcode;
Uitsluitingen
3. Het inrichten van verblijfsruimten op de gelijkvloerse verdieping.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 6 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 november 2021 |
Verslag GOA | 15 oktober 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 1 digitaal bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling:
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is een bouwdiepte van 12,66 m aanvaardbaar. Dit is een veel voorkomende bouwdiepte in het bouwblok en staat in verhouding tot de nog resterende tuinzone. Bovendien bevindt de aanvraag zich ten noorden van de woning van de bezwaar indiener, waardoor het wegnemen van zonlicht in de woning zeer beperkt tot onbestaand zal zijn.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. het pad naar de voordeur moet beperkt worden tot een breedte van 1,50m en de vrijgekomen ruimte in de voortuin moet men aanplanten met groen conform artikel 27 van de bouwcode;
Uitsluitingen
3. Het inrichten van verblijfsruimten op de gelijkvloerse verdieping.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.