Terug
Gepubliceerd op 20/12/2021

2021_CBS_10043 - Omgevingsvergunning - OMV_2021166506. Prins Boudewijnlaan 32. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10043 - Omgevingsvergunning - OMV_2021166506. Prins Boudewijnlaan 32. District Wilrijk - Goedkeuring 2021_CBS_10043 - Omgevingsvergunning - OMV_2021166506. Prins Boudewijnlaan 32. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021166506

Gegevens van de aanvrager:

BV NAUTILUS IMMO met als adres Esmoreitlaan 1 bus 60 te 2050 Antwerpen

Ligging van het project:

Prins Boudewijnlaan 32 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie B nrs. 0 en 371W2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/06/1933: toelating (238#3786) voor het bouwen van een burgerhuis.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          een meergezinswoning vergund geacht voor twee woonentiteiten;

-          een meergezinswoning van drie bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          een voorgevelbreedte van 6 meter;

-          een erker over 2 bouwlagen links van de voordeur;

-          een bouwdiepte op het gelijkvloers van 17,20 meter aan de rechterzijde en 14 meter aan de linkerzijde;

-          een voortuinafsluiting;

-          gevel brede inpandige terrassen achteraan op de eerste en tweede verdieping;

-          een rode gevelsteen.

Huidige toestand

-          een meergezinswoning met drie woonentiteiten;

-          een gelijkvloers wc-volume bijgebouwd aan de rechterzijde tot op 18,62 meter bouwdiepte;

-          een gewijzigde indeling van het schrijnwerk in de voorgevel;

-          de voortuin is volledig verhard en er is geen afsluiting meer tussen de voortuin en het openbaar domein;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;
  • antracietgrijze, aluminium schrijnwerk;
  • arduinen plint en raamdorpels.

Gewenste toestand

-          een meergezinswoning me drie woonentiteiten;

-          de herbouw van het gelijkvloers volume aan de rechterzijde tot een bouwdiepte van 17,95 meter;

-          het voorzien van een dakterras op het plat dak van de nieuwe gelijkvloerse achterbouw met aansluitend een groendak;

-          interne wijzigingen in de appartementen;

-          nieuw schrijnwerk en balustrades in de achtergevel;

-          de voorgevel met zwart geschilderd houten schrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          Het vernieuwen van de gelijkvloerse achterbouw;

-          Het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van twee naar drie.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

28 oktober 2021

16 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

28 oktober 2021

24 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

28 oktober 2021

28 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

28 oktober 2021

2 november 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

28 oktober 2021

2 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19: Tuinafsluitingen: De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. De voortuin is in tegenstelling tot de vergunde toestand niet meer afgesloten;
  • Artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De gelijkvloerse eetplaats/zitruimte krijgt te weinig licht, zicht en lucht;
  • Artikel 27: Open ruimte: Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. De voortuin is volledig verhard;
  • Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: Er moeten fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien worden bij een woonfunctie: indien het een nieuwbouw, een herbouw, een functiewijziging naar een woonfunctie en/of een vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft. Er wordt geen fietsenberging voorzien;
  • Artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: Bij nieuwbouw,  herbouw, verbouwing,  functiewijziging,  volumeuitbreiding of wijziging van het aantal wooneenheden dient de aanvraag te voldoen aan de normen. Er wordt geen autostalplaats voorzien;
  • Artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren: nieuwe platte daken moeten ter hoogte van de scheidingsmu(u)r(en) een opstand van minimaal 0,30 meter hebben ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Het plat dak van de nieuwe achterbouw heeft geen minimale opstand van 0,30 meter ter hoogte van de scheidingsmuur.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op artikel 19, 24, 27, 29, 30 en 34 van de bouwcode.

Er kan, met uitzondering van artikel 30, niet op geldige wijze worden afgeweken van deze artikels. Dit wordt mee opgenomen bij de voorwaarden van de vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Om het aantal geacht vergunde woonentiteiten te kennen, werd er advies gevraagd aan de Stedelijke dienst Vermoeden van Vergunning. Het advies luidt als volgt:

“Volgende stukken werden onderzocht:

Kadastergegevens, met data, recente en oude woonkaarten, foto's van de reële toestand van het pand. Op basis van al deze gegevens: gunstig voor maximaal 2 woningen en ongunstig voor meer dan 2 woningen”

De omgevingsaanvraag omvat aldus het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van twee naar drie.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het verbouwen van het gelijkvloers van een meergezinswoning. De bestaande gelijkvloerse achterbouw wordt vernieuwd en terug gebracht tot de bouwdiepte van de rechter aanpalende nummer 30. Een gedeelte van het dak van de vernieuwde gelijkvloerse uitbouw wordt aangelegd als dakterras. Het bouwvolume vermeerdert niet waardoor de achterbouw blijvend inpasbaar is op het perceel en de omgeving. Het dakterras bevindt zich tegen de hoger opgaande rechterscheidingsmuur en behoudt voldoende afstand ten opzichte van het linkerbuurperceel. Schaal en ruimtegebruik worden aldus  gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel bestaat uit een rode gevelsteen. Het aluminium grijs schrijnwerk werd reeds vervangen door zwart geschilderd hout. Deze wijziging is blijvend visueel inpasbaar en wordt aldus gunstig beoordeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project. In het voorliggende project is de leefruimte van het gelijkvloers appartement te klein om alle noodzakelijke bemeubeling toe te laten. De ruimte is bijgevolg niet in verhouding voor een twee slaapkamer appartement en aldus te klein om een kwalitatieve en aangename woonbeleving te garanderen. Bovendien wordt het voorzien van een gelijkvloerse slaapkamer aan de straatzijde en zeker aan een drukke verkeersas, zoals hier het geval is, als weinig kwaliteitsvol ervaren. Om voormelde reden wordt de slaapkamer aan de straat van het gelijkvloers appartement uitgesloten van vergunning. Op die plek kan enkel een uitbreiding op de leefruimte voorzien worden zoals wordt aangegeven op het plan BA_WONING_P_N_2_N0_IN_ROOD en BA_WONING_PB_N_2_N0_IN_ROOD. Het gelijkvloers appartement zal dus vergund worden als een éénslaapkamerappartement  met een slaapruimte achteraan.

 

Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en verkeer. Het advies is voorwaardelijk gunstig. In het advies wordt er vastgesteld dat in de bestaande toestand de voortuinzone volledig verhard is. Tevens is er geen (inpandige) garage aanwezig, en deze wordt ook niet aangevraagd.

Men wijst op het feit dat de voortuin wordt gebruikt als parkeerplaats. Dit is in het licht van de verkeersveiligheid onwenselijk, aangezien bij het in- of uitrijden van deze parking steeds een manoeuvre achterwaarts moet uitgevoerd worden. Ofwel vindt dit manoeuvre plaats op de gewestweg, waardoor de doorstroming van het verkeer wordt gehinderd en bijkomend een hoger risico op kop-staartaanrijdingen wordt gecreëerd, ofwel vindt het (gedeeltelijk) plaats op het voetpad, waardoor trage weggebruikers in gevaar worden gebracht. Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de openbare weg enkel zal toestaan op voorwaarde dat deze wordt herleid tot het noodzakelijke toegangspad tot de voordeur. Deze ontsluiting mag maximaal 1,5 meter breed zijn. De rest van het perceel moet op de grens met het openbaar domein fysiek worden afgesloten.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons aan bij het advies van het Agentschap. Het advies sluit aan bij de beleidsvisie van de stad over de inrichting van de voortuin en tevens opgenomen in artikel 19 en 27 van de bouwcode. Omwille van de onveilige verkeerssituatie kan er ook geen autostaanplaats worden voorzien in de voortuin. De voorwaarden uit het advies van het Agentschap worden aldus opgenomen in de vergunning, net als de voorwaarde tot ontharden en vergroenen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

In een meergezinswoning zijn er 2 appartementen vergund geacht. Men wenst te verbouwen en 3 appartementen (elk verdiep 1 woning) te voorzien.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

Er zijn 2 appartementen vergund geacht. Er komt 1 appartement bij. De parkeerbehoefte is 1 x1 = 1 parkeerplaats.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Geen. Er zijn er geen in vergunde toestand. Er komen er geen bij.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

Fietsvoorzieningen:

Het appartement op het gelijkvloers heeft 2 slaapkamers. Er is dus een fietsparkeerbehoefte van 1 x (2+1) = 3 fietsplaatsen. Er wordt niets voorzien.

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

  • Er dienen voor het bijkomende appartement 3 fietsstalplaatsen te worden voorzien.

 

Het gelijkvloers appartement wordt slechts als éénslaapkamerappartement vergund waardoor er voor slechts 2 fietsen stallingscapaciteit moet zijn. Deze kan voorzien worden in de voortuin door middel van (niet overdekte) beugels waaraan fietsen vastgelegd kunnen worden. Hiervoor mag, aansluitend en bovenop het pad naar de voordeur, 3 m² verharding voorzien worden waarop de fietsen kunnen geplaatst worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het nieuw plat dak dat ter hoogte van de scheidingsmu(u)r(en) geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, moet worden voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      de voortuin moet worden afgesloten conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      de voortuin moet onthard worden, de verharding als pad tot de voordeur kan behouden blijven en dit met een maximumbreedte van 1,50 meter zoals beschreven in het advies van het Agentschap Wegen en verkeer en artikel 27 van de bouwcode, daaraan aansluitend mag 3 m² verharding voorzien worden voor het stallen van 2 fietsen;

5.      er moeten beugels in de voortuin voorzien worden waar 2 fietsen met een slot aan vastgelegd kunnen worden;

6.      het gelijkvloers appartement wordt vergund als en moet ingericht worden als een éénslaapkamerappartement zoals aangegeven op de plannen BA_WONING_P_N_2_N0_IN_ROOD en BA_WONING_PB_N_2_N0_IN_ROOD

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 oktober 2021

Volledig en ontvankelijk

28 oktober 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 december 2021

Verslag GOA

8 december 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het nieuw plat dak dat ter hoogte van de scheidingsmu(u)r(en) geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, moet worden voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      de voortuin moet worden afgesloten conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      de voortuin moet onthard worden, de verharding als pad tot de voordeur kan behouden blijven en dit met een maximumbreedte van 1,50 meter zoals beschreven in het advies van het Agentschap Wegen en verkeer en artikel 27 van de bouwcode, daaraan aansluitend mag 3 m² verharding voorzien worden voor het stallen van 2 fietsen;

5.      er moeten beugels in de voortuin voorzien worden waar 2 fietsen met een slot aan vastgelegd kunnen worden;

6.      het gelijkvloers appartement wordt vergund als en moet ingericht worden als een éénslaapkamerappartement zoals aangegeven op de plannen BA_WONING_P_N_2_N0_IN_ROOD en BA_WONING_PB_N_2_N0_IN_ROOD

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.