Terug
Gepubliceerd op 20/12/2021

2021_CBS_09998 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021057074. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_09998 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021057074. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_09998 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021057074. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.


Op 24 september 2021 verleende het college van burgemeester en schepenen een gunstig advies, zie bijlage.

 

Op 19 november 2021 paste de deputatie een administratieve lus toe waarbij opnieuw advies gevraagd werd aan het college.

 

Projectnummer:

OMV_2021057074

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 20 sectie A nrs. 63B en sectie D nrs. 166W

waarvan:

 

-          20210329-0067

afdeling 20 sectie A nrs. 63B en sectie D nrs. 166W (BASF Antwerpen NV - Lozing koelwater)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

Chemisch bedrijf: verzoek tot bijstelling van de voorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Zie bijgevoegd collegebesluit van 24 september 2021.

 

Inhoud van de aanvraag

Zie bijgevoegd collegebesluit van 24 september 2021.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

11 augustus 2021

6 september 2021

Gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

24 november 2021

6 september 2021

Gunstig

 











Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Zie bijgevoegd collegebesluit van 24 september 2021.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

BASF loost koelwater in het havendok B3 en in het Schelde-Rijnkanaal. BASF, meer bepaald het Energiebedrijf, beschikt over een milieuvergunning voor het lozen van koelwater. In deze vergunning werden volgende bijzondere voorwaarden opgenomen:

- 4° bijzondere voorwaarde: De lozingsnorm voor vrije chloor bedraagt tot 30 juni 2020 0,2 mg/l daggemiddeld en 0,5 mg/l uurgemiddeld;

- 5° bijzondere voorwaarde: Tegen 30 juni 2019 moet BASF de resultaten van het alternatievenonderzoek naar javelvrije conditioneringsproducten voor het koelwatersysteem voor zowel de koeltorens met enkelvoudige doorstroming als meervoudige recirculatie bezorgen en toelichten aan de AMV en VMM. Tijdens dit onderzoek moet tevens voldoende aandacht gegeven worden aan de plaats, wijze, optimale instelling en bewaking van de dosering.

 

Men stelde initieel volgende bijzondere voorwaarde voor (zie collegebesluit 24 september 2021 voor een motivatie en bespreking): ‘De aanbevelingen uit de studie van Royal Haskoning DHV “Koelwaterstudie optimalisatie bestrijding fouling” dd. 6/6/2019 worden gespreid over volgende 5 jaar geïmplementeerd en gefinaliseerd tegen uiterlijk 30/6/2026. Daarnaast wordt in de toekomst waar mogelijk gestreefd naar een verdere omschakeling naar chloordioxide, dan wel combinatie van natriumhypochloriet en chloordioxide als biocide voor de behandeling van het brakwatercircuit.’.

 

In de nota van 29 oktober 2021 stelt de exploitant voor om de bijzondere voorwaarde hieromtrent nog aan te vullen met ‘Daarnaast wordt de afdeling Handhaving tot 30.06.2026 minstens jaarlijks op de hoogte gesteld van de implementatievoortgang en van de planning van de nog uit te voeren maatregelen.’. Dit voorstel komt er als reactie op de aanvulling die de afdeling AGOP-M voorstelde om de afdeling Handhaving telkens 1 maand van de aanpassingswerken schriftelijk op de hoogte te stellen zodat de afdeling Handhaving ter plaatse de aanpassingen mee zou kunnen opvolgen.

Het is van belang dat de afdeling Handhaving op de hoogte blijft van de vorderingen. Het is aan de vergunningverlenende overheid om de juiste formulering van een bijzondere voorwaarde hieromtrent te kiezen.

 

Het dossier omvatte initieel tevens een verzoek tot bijstelling van artikel 4.2.4.1 §1 5° van VLAREM II dat stelt dat het geloosde koelwater geen stoffen mag bevatten die behoren tot de families en groepen van stoffen vermeld in de bijlage 2C, noch alle andere stoffen met een gehalte dat rechtstreeks of onrechtstreeks schadelijk zou kunnen zijn voor de gezondheid van de mens, voor de flora en de fauna, dit geldt eveneens voor de stoffen die eutrofiëring van de ontvangende wateren kunnen veroorzaken.

 

Deze bijstelling wordt niet alleen gevraagd in kader van de vraag voor een lozingsnorm voor vrij chloor, maar ook in functie van het gebruik van een antischuimmiddel. Er kan schuim ontstaan wanneer eiwitten, vrijgekomen ten gevolge van het gebruik van biociden, in contact komen met lucht. Dit schuim kan op de site tot operationele problemen leiden. Men voorziet een goed biologisch afbreekbaar antischuimmiddel dat geen minerale olie bevat. Er zal enkel gecontroleerd gedoseerd worden wanneer noodzakelijk.

 

De exploitant stelt in de nota van 29 oktober 2021 voor om als bijzondere voorwaarde te formuleren dat de toevoeging van het antischuimmiddel is toegestaan voor zover dit middel niet is ingedeeld als persistent, bioaccumulatief of toxisch en het beperkt wordt gedoseerd om extreme schuimvorming te vermijden. De exploitant formuleert dit voorstel als reactie op een voorstel tot bijzondere voorwaarde van AGOP-M waarin normen werden opgelegd voor (bestanddelen van) het antischuimmiddel. De exploitant argumenteert dat het middel volgens de SDS fiche geen gevaarlijke stof of mengsel is en niet is ingedeeld als persistent, bioaccumalatief of toxisch. Bovendien zijn de vermeldde stoffen (bestanddelen) niet meetbaar in het koelwater. Er wordt op deze manier ook vermeden dat de exploitant voor gelijkaardige of zelfs geschiktere middelen met andere commerciële namen opnieuw een aanpassing van de vergunningsvoorwaarden moet vragen.

De door BASF voorgestelde formulering kan gebruikt worden.

 

Verder wenst men het deltaprincipe te kunnen toepassen waarbij rekening wordt gehouden met de in het opgenomen koelwater aanwezige concentraties. Verschillende parameters (zware metalen, nutriënten, …) zijn bij inname van koelwater vanuit het dok B3 aanwezig in concentraties die het indelingscriterium voor het lozen van gevaarlijke stoffen overschrijden.

 

De exploitant stelt in de nota van 29 oktober 2021 een herformulering voor van de gevraagde voorwaarde. Op dit moment is het echter niet geheel duidelijk of het wel juridisch mogelijk is om het deltaprincipe bij koelwater toe te passen. De POVC heeft daarom aan AGOP-M en de VMM gevraagd om juridisch na te gaan of de gevraagde voorwaarde toch niet kan worden opgenomen in de vergunning. Het is aan deze adviesinstanties om zich uit te spreken over de juridische aspecten. Milieutechnisch heeft het college geen bezwaar tegen toepassing van het deltaprincipe voor koelwater.

 

Gelet op de termijn die BASF voorstelt voor implementatie van de aanbevelingen (30 juni 2026), oordeelde het college op 24 september 2021 dat het aangewezen is om de gevraagde lozingsnorm voor vrij chloor ook te beperken tot die termijn. Immers, na implementatie van de aanbevelingen kan verwacht worden dat deze norm naar beneden kan bijgesteld worden.

Uit de nota van de exploitant blijkt dat men hiertegen geen bezwaar heeft.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot bijstelling van de omgevingsvergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

19 november 2021

Start openbaar onderzoek

16 augustus 2021

Einde openbaar onderzoek

14 september 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

19 november 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

19 december 2021

 

Administratieve lus

Op het verzoek werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

bijkomende nota van de exploitant. 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. De resultaten van dit openbaar onderzoek werden reeds opgenomen in het advies van het college van burgemeester en schepenen van 24 september 2021.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/

Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.