Terug
Gepubliceerd op 20/12/2021

2021_CBS_10006 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021127468. Romeynsweel zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10006 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021127468. Romeynsweel zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_10006 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021127468. Romeynsweel zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021127468

Gegevens van de aanvrager:

NV TSA PORT met als adres Romeynsweel 1A te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV TSA PORT (0403803377) met als adres Romeynsweel 1A te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Romeynsweel zn, Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie D nrs. 271/7 M, 271/7 H en 271/7 A2

waarvan:

 

-          20210317-0111

afdeling 15 sectie D nrs. 271/7 H, 271/7 A2 en 271/7 M (TSA Port)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

containerterminal

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Op 28 april 2017 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//2017309) voor het regulariseren van wijzigingen bij het bouwen van een gebouw voor tank cleaning met kantoor uitbreiden van het gebouw voor tankcleaning.

 

Inhoud van de aanvraag

-          Aanleg van een terminal voor tankcontainers;

-          Aanleggen van parkeerplaatsen voor vrachtwagens;

-          Plaatsen van een kantoorcontainer;

-          Aanleg van een wadi en reliëfwijzigingen;

-          Ontbossen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een nieuwe exploitatie voor de opslag van gevaarlijke producten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

20,00 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

1.000,00 m³/jaar

6.4.2°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 50.000 liter tot en met 5.000.000 liter;

1.800.000,00 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

96 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 werkplaats

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

25,00 kW

17.3.2.1.1.3°

gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

1.808,25 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

1.800,00 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

1.800,00 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

1.800,00 ton

17.3.3.2°a)

opslagplaatsen volledig gelegen in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 50 ton;

25,00 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

1.804,00 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton;

462,00 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

1.800,00 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

1.812,00 ton

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton;

175,00 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500,00 kg

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Vlarem II artikel 4.5.2.1.1 

 

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen:

 - voor debieten > 2 m3/uur of > 20 m3/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;

 - voor debieten > 50 m3/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat) of > 100 m3/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat): de plaatsing van debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Geen meetgoot plaatsen maar controleputten.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Elia Asset nv/ Elia Contact Center Noord

3 november 2021

23 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

2 november 2021

2 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

Lokale Politie/ Verkeerspolitie

29 oktober 2021

16 november 2021

Geen bezwaar

Water-link

29 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

















Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

29 oktober 2021

16 november 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 oktober 2021

25 november 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

29 oktober 2021

8 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De noordwestelijke zijde van het terrein is binnen de overdruk Hoogspanningsleiding van het GRUP gelegen. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor de aftoetsing aan de voorschriften van de hoogspanningsleiding (overdruk) is het advies van Elia relevant. Elia adviseert de aanvraag gunstig met volgende voorwaarden:

-      de maximum toegelaten bouw- en werkhoogte in de nabijheid van de hoogspanningslijn bedraagt 15,10 meter t.o.v. het niveau van het maaiveld naast mast 12 (= 5,60 TAW).

-      de bovenvermelde maximum toegelaten bouw- en werkhoogte mag men niet overschrijden binnen een strook van 13,90 meter langs weerszijden vanuit de buitenste geleider van de hoogspanningslijn.

-      indien er tijdens de werken gebruik gemaakt wordt van een werfkraan (inclusief giek), betonpomp, hoogwerker of andere hijstoestellen, dan dienen deze zodanig opgesteld en gebruikt te worden dat de veiligheidszones te allen tijde worden gerespecteerd. Mocht ten gevolge de door u uit te voeren veiligheidsanalyses en studie betreffende mogelijke alternatieve werkmethoden toch de noodzaak tot buitendienstname blijken, vragen wij u om zo spoedig mogelijk met Elia te overleggen. Elia zal deze vraag analyseren in functie van de situatie van het hoogspanningsnet op de gevraagde tijdstippen, zonder echter een buitendienstname te garanderen. In het geval er een tijdelijke buitendienstname mogelijk is, dient met een minimum aanvraagtermijn van 12 weken rekening gehouden te worden. De criticiteit van de  lijn kan ook als gevolg hebben dat de aanvraagtermijn nog veel langer moet zijn of dat er geen buitendienstname mogelijk is.

-      Teneinde de veiligheid van mensen, de continuiteit van de elektriciteitsvoorzieningen en de vrijwaring van alle betrokken installaties te garanderen de veiligheidsvoorschriften die als bijlage aan het advies zijn toegevoegd na te leven;

-      tijdens de werken en op deze werf de nodige aandacht te vestigen op de gevaren van de nabij gelegen hoogspanningslijnen. Hiervoor biedt Elia gratis waarschuwingsborden/banners aan.  Gelieve dan deze borden/banners te positioneren op de plaats(en) die u het meest aangewezen acht in uw werkzone.

 

De exploitatie van de hoogspanningsleiding komt niet in het gedrang indien met de voorwaarden in het advies van Elia rekening wordt gehouden, zowel tijdens de aanleg-als de exploitatiefase van de terminal. Omdat op het inplantingsplan bij de aanvraag het niet duidelijk af te leiden of er zich gebouwen, constructies en begroeiing binnen de 13,90 meter brede strook langs weerszijden van de hoogspanningslijn zijn gelegen wordt alvast zeker de aandacht gelegd op volgende aspecten van de aanvraag:

-       De zone voor opslag van lege tankcontainers lijkt gedeeltelijk binnen de strook van 13,90 meter van de hoogspanningslijn te liggen. Hoewel de stockage van containers in deze zone 13 meter (5 lage containers) hoog zal zijn bestaat nog steeds de kans dat met de aan-en afvoer van containers de hoogte van 15,10 meter wordt overschreden. De aanvrager dient ook daarbij rekening te houden met de voorwaarden in het advies van Elia;

-      Twee van de 6 pilaren van 19 meter hoog  worden tegen de linker perceelsgrens en dus de kant van de hoogspanningslijn geplaatst. Indien de pilaren zich binnen de 13,90 – meter zone bevinden dient de bouw-en werk hoogte beperkt te worden tot max. 15,10 meter;

-     Indien in de zone van de wadi hoogopgaande begroeiing en bomen worden voorzien dient de hoogte eveneens beperkt te worden conform de voorwaarden in het advies van Elia. Ook bij de ontbossingswerken dient het advies van Elia gerespecteerd te worden.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt grotendeels het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. De spoorweg in het westen heeft als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur. In het noorden, zuiden en westen loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Het plaatsen van een hemelwaterput is niet verplicht omdat de dakoppervlakte van de kantoorcontainer kleiner is dan 100m². Het hemelwater dat op de verharding valt zal worden afgevoerd naar een wadi die voorzien wordt in het noordwesten van het terrein. De wadi heeft een buffervolume van 1446 m³ en een infiltratieoppervlakte van 1415,40 m². Hiermee voldoet men aan de verordening hemelwater.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Overige regelgeving

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een omgevingsvergunning met ingreep in de bodem een archeologienota gevoegd. 

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19365) maakt deel uit van het aanvraagdossier en toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

Natuur en Soortenbesluit:

Op het terrein bevinden zich beschermde orchideeën.  Het Agentschap Natuur en Bos heeft een afwijking van artikel 19 van het soortenbesluit verleend. Men voorziet om de orchideeën naar het aanpalende natuurgebied te verplaatsen. De reeds verkregen toestemming van het Agentschap Natuur en Bos is als bijlage bij de vergunningsaanvraag toegevoegd.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Een braakliggend terrein met een totale oppervlakte van circa 35.000 m², wordt aangelegd als containerterminal voor het opslaan van lege en gevulde tankcontainers en parking voor vrachtwagens. Het terrein wordt opgesplitst in vier zones:

-      Circulatiezone: Via een 8 meter brede interne weg verloopt de toegang tot het achterliggende terrein. De vrachtwagenparking is zo bereikbaar, voor de containerterminal dient men zich eerst aan te melden. Binnen deze zone worden 5 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien.

-      Zone voor bureau en werkplaats: Voor toegang tot de containerterminal dient men zich eerst bij het bureau aan te melden. Een permanent kantoorgebouw en werkplaats maken momenteel geen deel uit van de aanvraag omdat de aanvrager de noden eerst wilt onderzoeken. In afwachting daarvan wordt een tijdelijk kantoorgebouw geplaatst in de vorm van modulaire prefab units De oppervlakte hiervan bedraagt 38 m². Binnen een termijn van 5 jaar zou men de kantoorcontainer vervangen door een definitieve constructie.

-      Zone voor parkeren van vrachtwagens: Deze zone bevindt zich aan de zuidzijde van het terrein en wordt aangelegd in een beton- en asfaltverharding. De parking voorziet in 96 plaatsen voor vrachtwagens waarbij de volle tankcontainers en nog te reinigen containers op de betonverharding geplaatst worden en de lege tankcontainers op de asfaltverharding.

-      Zone voor containerterminal: Deze zone wordt in het noorden van het terrein aangelegd met een asfaltverharding. De containers worden maximaal 5 hoog gestapeld waardoor de hoogte maximaal 14 meter bedraagt. Door de bestaande hoogspanningsleiding in het noordwesten van het terrein worden de containers daar uit veiligheidsoogpunt 3 hoog gestapeld.

De zones worden van elkaar gescheiden door een draadafsluiting met een hoogte van 1,80 meter om een gecontroleerde circulatie op het terrein te bekomen.

 

De aanvrager baat reeds een tank-cleaning bedrijf uit op beperkte afstand van het terrein waar voorliggende aanvraag op gesitueerd is. Door groei van hun activiteiten wenst de aanvrager het nieuwe terrein aan te leggen als containerterminal.

Wegens de industriële ontwikkeling van het bedrijfsterrein is de aanvraag functioneel inpasbaar.

 

Het bos op het terrein is 2448 m² groot. In functie van de ontbossing is een boscompensatievoorstel toegevoegd. Omdat het bos jonger dan 22 jaar oud is zou een compensatie niet nodig zijn. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is bevoegd om het boscompensatievoorstel te beoordelen. De vergunningverlenende overheid heeft het advies van ANB gevraagd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft een herontwikkeling van een industrieterrein. De aangevraagde werken zijn aanvaardbaar binnen de gegeven context van een industriegebied op voorwaarde dat bij de inplanting van de constructies en handelingen rekening wordt gehouden met de voorwaarden in het advies van Elia (zie boven).

 

Visueel-vormelijke elementen

Het tijdelijk kantoorgebouw bestaat uit twee aangeschakelde prefab units met een gezamenlijke oppervlakte van 38 m². Het gebouw wordt aangevraagd voor een periode van 5 jaar.

De aanvraag bevat geen informatie over de gevelafwerking van de kantoorcontainer.

Inzake de kleur hebben oppervlaktes met een lage energetische reflectiefactor, wat het geval is bij donkere gevel- of dakbekleding, een negatieve invloed op het hitte-eilandeffect. Omwille van duurzaamheidseisen is het belangrijk om het hitte-eilandeffect tegen te gaan en is het dus niet wenselijk om de gevel-en dakoppervlakte in een donkere kleur uit te voeren. Om aan deze bekommernis tegemoet te komen, wordt geadviseerd de gevel-en dakmaterialen uit te voeren in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief).

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert een bepaalde mobiliteit en parkeerbehoefte. De aanvrager stelt dat de toegang tot het terrein (=circulatiezone) zo wordt aangelegd dat het wachtend verkeer op eigen terrein kan worden gebufferd en dat er voldoende parkeerplaatsen worden voorzien. Advies hierover werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.

 

Met de 5 parkeerplaatsen voor personenwagens wordt er niet tegemoet gekomen aan de werkelijke parkeerbehoefte dat 11 parkeerplaatsen bedraagt (10 werknemers + 10% restcapaciteit voor o.a. bezoekers).  Door de ingetekende parkeerplaatsen haaks met in plaats van parallel aan de perceelsgrens in te tekenen, kunnen er meer autoparkeerplaatsen bereikt worden. Deze haakse inrichting zorgt ook voor een betere toegankelijkheid van alle plaatsen.

De parkeervraag mag bovendien niet op het openbaar domein afgehandeld worden.

Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Gezien er dagelijks een groot aantal vrachtwagens verwacht wordt op de site, is het noodzakelijk dat voetgangers duidelijk zichtbaar op het terrein gefaciliteerd worden en dat voetgangers zich zoveel mogelijk gescheiden van het vrachtverkeer kunnen verplaatsen. Dit kan door de looplijnen van voetgangers te markeren met behulp van zebrapadmarkeringen. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Het is niet duidelijk of er personeelsleden de fiets zullen nemen. Het inplantingsplan toont ook geen fietsenstalling. In het kader van de modal shift 50/50, moet echter zo veel mogelijk ingezet worden op verplaatsingen met alternatieve modi. De ligging van de site, op (elektrische) fietsafstand van kernen als Ekeren, Merksem, Kapellen, maar ook Antwerpen-centrum, zorgt er voor dat er fietspotentieel is voor deze ontwikkeling.  Er moet een fietsenstalling voorzien worden voor minstens 5 fietsen, overdekt en met mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden. Werknemers die met de fiets komen werken, moeten zich kunnen douchen en omkleden. Deze fietsenstalling wordt zo dicht mogelijk bij de werkplaats/kantoor geplaatst. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Ook de veiligheid van de fiets en voetganger dient maximaal gegarandeerd te worden, ook op de lange inrit die relatief smal is en geen ruimte mogelijk is voor een apart fietspad. en  voetpad aan te leggen. Daarom moet er stapvoets gereden worden (5 à 10 km/h), en moeten fiets- en voetgangerssymbolen op het wegdek aangebracht worden. Dit geldt niet enkel voor de toegangsweg, maar ook voor het plein voor het kantoor. Daar worden de voetgangersstromen gefaciliteerd door te werken met zebrapadmarkeringen. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

De in-en uitritstrook is 8 meter breed wat relatief smal is.  Bovendien zouden vrachtwagens die op toestemming om het terrein te mogen betreden wachten eveneens moeten stationeren op de inrit.

Het draaiboek openbaar domein van de stad definieert de maximale breedte van een vrachtwagen als 2,55 m. Bij een snelheid van 30 km/h vereist een rijdende vrachtwagen een breedte van 3,20 m en voor het voorbijrijden van een lijnobstakel neemt een vrachtwagen aan 30 km/h een afstand van 1,00 m. Aan 30 km/h zal er dus onvoldoende ruimte zijn om verkeer in beide richtingen en een strook wachtende vrachtwagens te faciliteren op deze toegangsweg. Ook aan lagere snelheden lijkt de geboden ruimte krap, aangezien er ook rekening gehouden moet worden met personenwagens en fietsers die de site verlaten en binnenrijden.

Daarom wordt voorgesteld om de vakken voor ingaand en wachtend verkeer te combineren, en de aanmelding zodanig te organiseren dat de wachttijden minimaal zijn. Verkeersborden B21 en B19 kunnen het verkeer dan vlot doen verlopen op de smalle toegangsweg, waarbij uitgaand verkeer voorrang heeft. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Wachtrijen en laden en lossen mogen nooit op openbaar domein afgehandeld worden.

Volgens het inplantingsplan wordt bij de in-en uitrit een afsluiting met poort geplaatst circa 4 meter achter de grens met het openbaar domein. De vrije ruimte is onvoldoende diep om wachtende vrachtwagens op eigen terrein op te vangen. Het is ook niet duidelijk uit de aanvraag af te leiden of deze poort (automatisch) opent bij een inrijdende vrachtwagen. De aanvrager dient de inrit zo in te richten dat wachtrijen en laden en lossen nooit op openbaar domein afgehandeld worden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

TSA Port wenst een nieuwe exploitatie op te starten voor de opslag van gevaarlijke producten. Het betreft producten die worden opgeslagen in wegcontainers (van het chassis gehaald) en volle tankcontainers op chassis.

 

Men voorziet de opslag van 1.800 ton brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten (diverse gevarencategorieën). De opslag bestaat uit 72 tankcontainers, van het chassis gehaald. Deze tankcontainers worden opgeslagen op de zone ‘opslagplaats’.

 

Verder voorziet men ook nog de aanwezigheid van 49 volle tankcontainers op chassis, op de parking.

Deze producten worden niet aangevraagd als ‘opslagplaats’, onder indelingsrubriek 6 of 17. De exploitant dient dus de nodige procedures te voorzien om ervoor te zorgen dat deze volle tankcontainers niet te lang blijven staan en alsnog als een opslagplaats beschouwd dienen te worden.

 

Daarnaast wordt er nog een specifieke zone voorzien voor maximaal 16 IBC's (4 IBC's voor H1-producten, 4 voor formaldehyde en 8 voor 2,4-tolueendiisocyanaat).

 

De exploitant geeft aan dat de opslag van gevaarlijke vloeistoffen regelmatig zal wijzigen en verschillende producten met verschillende eigenschappen in wisselende hoeveelheden op diverse tijdstippen aanwezig kunnen zijn. Er wordt daartoe een registratiesysteem gebruikt om ervoor te zorgen dat de maximale aanwezige hoeveelheden gevaarlijke stoffen onder de lagedrempel Seveso-richtlijnen blijven.

 

De containers worden opgeslagen op een ingekuipte piste met een opvangvolume van 25%, conform de vereisten van VLAREM II. Daarbij wordt nog een ondergronds bufferbekken voorzien van 750 m³ voor de opslag van verontreinigd hemelwater of bluswater.

Op basis van het rioleringsplan is het niet geheel duidelijk of de eerste 4 van de 49 stalplaatsen voor vrachtwagens met volle tankcontainers op het chassis niet zijn aangesloten op de inkuiping. Het is aangewezen dat deze stalplaatsen ook op de inkuiping worden aangesloten.

 

Het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de vloeistofdichte piste voor de opslag van tankcontainers en de parking voor tankcontainers op chassis wordt volgens het dossier opgevangen in ondergrondse bufferbekkens met zuivering in koolwaterstofafscheiders met overloop naar een wadi, van waaruit het water in de riolering van Romeynsweel terecht komt (aangevraagd debiet: 20 m³/uur). De lozingspunten voor verontreinigd afvalwater kunnen afgesloten worden zodat er geen verontreinigd water naar de riolering wordt afgevoerd.

Het is ook van belang dat er afsluiters worden voorzien om te vermijden dat verontreinigingen in de wadi terecht komen. Volgens het rioleringsplan zijn dergelijke afsluiters voorzien.

 

Volgens het aanvraagdossier wordt de gehele piste voorzien van vloeistofdichte verharding en wordt het hemelwater gezuiverd via een KWS-afscheider.

 

Het huishoudelijk afvalwater wordt behandeld in een IBA alvorens het in de wadi terecht komt, waarna het in de riolering van het Romeynsweel wordt geloosd (aangevraagd debiet: 1.000 m³/jaar).

In het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen van 2 december 2021 wordt geadviseerd om het effluent van de IBA rechtstreeks aan te sluiten op de riolering in de straat en niet te lozen in de wadi. Het is aangewezen om dit als bijzondere voorwaarde op te leggen om te vermijden dat slecht gezuiverd afvalwater, bv. bij een defect van de IBA, toch in de wadi terecht komt. Te meer daar er geen afsluiters voorzien worden voor deze afvalwaterstroom.

 

Men vraagt een bijstelling van artikel 4.5.2.1.1 van VLAREM II dat stelt dat er een meetgoot moet geplaatst worden, tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning. De exploitant argumenteert dat er geen echte meerwaarde is aangezien het bedrijfsafvalwater in hoofdzaak bestaat uit hemelwater.

Men voorziet controleputten die gebruikt kunnen worden voor staalnames. De gevraagde bijstelling kan verleend worden.

 

Verder vraagt men nog 96 stalplaatsen voor tankwagens en opleggers van, waarvan dus 49 plaatsen voor volle tankcontainers (op chassis) en 47 plaatsen voor lege tankcontainers (op chassis). Verder wordt er een onderhoudsplaats voor vrachtwagens aangevraagd met een luchtcompressor van 25 kW, een dieseltank van 5.000 liter met verdeelslang en de opslag van 1.500 kg gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.

 

In het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen wordt de aandacht gevestigd op de nabij gelegen zone met beschermde orchideeën en op de aanwezigheid van Japanse Duizendknoop op het terrein:

- vlakbij de plaats der werken ligt een zone met beschermde orchideeën. De aanvrager moet hiervoor 10 werkdagen voor de start van de werken contact opnemen met het Havenbedrijf Antwerpen (soortenbeschermingsprogramma@portofantwerp.com) om de zone met orchideeën ter bescherming te laten afzetten;

- de Japanse Duizendknoop is aanwezig op het terrein. De aanvrager moet alle nodige maatregelen nemen om deze invasieve exotische plant te vernietigen en verdere verspreiding te voorkomen.

Het is aangewezen om dit mee te nemen als aandachtspunten.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en met volgende aandachtspunten:

- Vlakbij de plaats der werken ligt een zone met beschermde orchideeën. De aanvrager moet hiervoor 10 werkdagen voor de start van de werken contact opnemen met het Havenbedrijf Antwerpen (soortenbeschermingsprogramma@portofantwerp.com) om de zone met orchideeën ter bescherming te laten afzetten.

- De Duizendknoop is aanwezig op het terrein. De aanvrager moet alle nodige maatregelen nemen om deze invasieve exotische plant te vernietigen en verdere verspreiding te voorkomen

- De voorziene snoei van de populieren in de groene zone naast de aan te leggen in-en uitrit te beperken tot het hoogst noodzakelijke.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden uit het advies van Elia Asset strikt na te leven.

2. De kantoorcontainer wordt gunstig geadviseerd voor een periode van maximaal 8 jaar. De gevel-en dakmaterialen dienen uitgevoerd te worden in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief).

3. Er moeten minstens 11 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien worden

4. De parkeervraag mag niet op het openbaar domein afgehandeld worden.

5. Voetgangers moeten duidelijk zichtbaar op het terrein gefaciliteerd worden, met zebrapadmarkeringen.

6. Er moet een fietsenstalling voorzien worden voor minstens 5 fietsen, overdekt en met mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden. Personeel dat met de fiets komt werken, moet de mogelijkheid krijgen zich om te kleden en te douchen. De fietsenstalling moet zo dicht mogelijk bij het kantoor/werkplaats geplaatst.

7. Op de toegangsweg moet de zichtbaarheid van fietsers en eventuele voetgangers versterkt worden door fiets- en voetgangerssymbolen aan te brengen.

8. Het aanmeldings- en wachtsysteem moet zodanig georganiseerd worden dat inrijdend en wachtend verkeer op dezelfde weghelft kan gebeuren, en uitrijdend verkeer op de andere weghelft. De weg is te smal om een aparte strook voor wachtend verkeer te voorzien.

9. Op de toegangsweg moeten verkeersborden B21 en B19 geplaatst worden. Uitrijdend verkeer heeft voorrang.

10. De snelheid op de toegangsweg mag niet hoger zijn dan 10 km/h omwille van de menging van alle verkeerssoorten.

11. Wachtrijen en laden en lossen mogen nooit op openbaar domein afgehandeld worden.

12. Gelet op de nabijheid van de EIN-zone moet men het terrein -zeker aan de westelijke zijde - afbakenen met een tijdelijke werfafsluiting.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

20,00 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

1.000,00 m³/jaar

6.4.2°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 50.000 liter tot en met 5.000.000 liter;

1.800.000,00 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

96 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 werkplaats

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

25,00 kW

17.3.2.1.1.3°

gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

1.808,25 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

1.800,00 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

1.800,00 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

1.800,00 ton

17.3.3.2°a)

opslagplaatsen volledig gelegen in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 50 ton;

25,00 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

1.804,00 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton;

462,00 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

1.800,00 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

1.812,00 ton

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton;

175,00 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500,00 kg

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De eerste 4 stalplaatsen voor vrachtwagens met volle tankcontainers op het chassis dienen ook op de inkuiping worden aangesloten.

2.

Het effluent van de IBA mag niet in de wadi geloosd worden, maar moet rechtstreeks op de riolering geloosd worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

28 oktober 2021

Start openbaar onderzoek

6 november 2021

Einde openbaar onderzoek

5 december 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

17 december 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 november 2021

5 december 2021

0

0

0

2

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Bespreking van de bezwaarschriften

Hoewel er officieel 2 bezwaarschriften werden ingediend, betreft het in feite 1 bezwaarschrift (bij de eerste indiening werd de bijlage niet toegevoegd). De bezwaarindiener verwijst naar de EIN-zone die ten westen paalt aan het te ontwikkelen bedrijfsterrein en de aanwezigheid van beschermde en kwetsbare vegetatie (moeraswespenorchis, wit bosvogeltje en bosorchis).

Gezien de grens tussen de natuurzone en het te ontwikkelen bedrijfsterrein niet duidelijk zichtbaar is en bij vroegere werken voor de aanleg van leidingen of het kappen van bomen werd vastgesteld dat onnodig voertuigen over de graslanden reden of dat er materiaal werd opgeslagen, vraagt hij om tijdens de werken een tijdelijke werfafsluiting te laten plaatsen op de perceelgrens.

Deze opmerking bevat een positieve en aanvaardbare inbreng. Hoewel langsheen de linker perceelsgrens en langs de rest van de nieuwe verharding in de nieuwe toestand een afsluiting wordt voorzien wordt er verwacht dat deze afsluiting pas geplaatst zal worden nadat de rest van het terrein is ingericht. Bovendien dient ook nog de wadi – die eveneens grenst aan de EIN zone - aangelegd te worden wat gepaard zal gaan met de nodige graaf- en werfwerkzaamheden. Gelet op de nabijheid van de EIN-zone is het inderdaad aangewezen om het terrein - zeker aan de westelijke zijde - af te bakenen met een tijdelijke werfafsluiting.


Gezien bosorchis en wit bosvogeltje schaduwsoorten zijn, vraagt de bezwaarindiener om de voorziene snoei van de populieren (zie bijgevoegde foto) in de groene zone naast de aan te leggen weg te laten beperken tot het hoogst noodzakelijke om de uit te voeren werken en de doorgang tot de parkeerplaatsen niet te hinderen. Bij eerdere kapwerken i.f.v. de hoogspanningsleiding en de nabijgelegen spoorweg is vastgesteld dat drastische snoei of kapwerken een significante negatieve impact heeft op de betrokken orchideeënsoorten.

De aanvraag voorziet om tussen de nieuwe inrit en de grens met de EIN-zone een groenstrook van 2,3 meter te behouden. Volgens de aanvraag blijven de populieren binnen deze groenzone behouden en zal er enkel een snoei van de bomen gebeuren en waar nodig zal enkel een zieke boom worden gerooid. Het snoeien van bomen is niet vergunningsplichtig. Gelet op de nabijheid van de EIN-zone zal de opmerking als aandachtspunt mee opgenomen worden.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden en met volgende aandachtspunten:

- Vlakbij de plaats der werken ligt een zone met beschermde orchideeën. De aanvrager moet hiervoor 10 werkdagen voor de start van de werken contact opnemen met het Havenbedrijf Antwerpen (soortenbeschermingsprogramma@portofantwerp.com) om de zone met orchideeën ter bescherming te laten afzetten.

- De Duizendknoop is aanwezig op het terrein. De aanvrager moet alle nodige maatregelen nemen om deze invasieve exotische plant te vernietigen en verdere verspreiding te voorkomen.
- De voorziene snoei van de populieren in de groene zone naast de aan te leggen in- en uitrit te beperken tot het hoogst noodzakelijke.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden uit het advies van Elia Asset strikt na te leven.

2. De kantoorcontainer wordt gunstig geadviseerd voor een periode van maximaal 8 jaar. De gevel-en dakmaterialen dienen uitgevoerd te worden in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief).

3. Er moeten minstens 11 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien worden

4. De parkeervraag mag niet op het openbaar domein afgehandeld worden.

5. Voetgangers moeten duidelijk zichtbaar op het terrein gefaciliteerd worden, met zebrapadmarkeringen.

6. Er moet een fietsenstalling voorzien worden voor minstens 5 fietsen, overdekt en met mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden. Personeel dat met de fiets komt werken, moet de mogelijkheid krijgen zich om te kleden en te douchen. De fietsenstalling moet zo dicht mogelijk bij het kantoor/werkplaats geplaatst.

7. Op de toegangsweg moet de zichtbaarheid van fietsers en eventuele voetgangers versterkt worden door fiets- en voetgangerssymbolen aan te brengen.

8. Het aanmeldings- en wachtsysteem moet zodanig georganiseerd worden dat inrijdend en wachtend verkeer op dezelfde weghelft kan gebeuren, en uitrijdend verkeer op de andere weghelft. De weg is te smal om een aparte strook voor wachtend verkeer te voorzien.

9. Op de toegangsweg moeten verkeersborden B21 en B19 geplaatst worden. Uitrijdend verkeer heeft voorrang.

10. De snelheid op de toegangsweg mag niet hoger zijn dan 10 km/h omwille van de menging van alle verkeerssoorten.

11. Wachtrijen en laden en lossen mogen nooit op openbaar domein afgehandeld worden.

12. Gelet op de nabijheid van de EIN-zone moet men het terrein -zeker aan de westelijke zijde - afbakenen met een tijdelijke werfafsluiting.

 


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De eerste 4 stalplaatsen voor vrachtwagens met volle tankcontainers op het chassis dienen ook op de inkuiping worden aangesloten.

2.

Het effluent van de IBA mag niet in de wadi geloosd worden, maar moet rechtstreeks op de riolering geloosd worden.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.