Terug
Gepubliceerd op 20/12/2021

2021_CBS_10013 - Omgevingsvergunning - OMV_2021132133. Kronenburgstraat 36. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10013 - Omgevingsvergunning - OMV_2021132133. Kronenburgstraat 36. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_10013 - Omgevingsvergunning - OMV_2021132133. Kronenburgstraat 36. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021132133

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Elisabeth De Wachter met als adres Scheldestraat 63 te 2000 Antwerpen, de heer Frederik Janssens met als adres Scheldestraat 63 te 2000 Antwerpen, mevrouw Gerda Van Tulder met als adres Scheldestraat 63 te 2000 Antwerpen en de heer Paul Van Steenvoort met als adres Scheldestraat 63 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Kronenburgstraat 36 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nrs. 0 en 3644L

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van het cohousingproject  'De Haringrokerij' met 2 appartementen na gedeeltelijke sloop

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/06/1989: vergunning (86#890190) voor restauratie van het industrieel complex - haringrokerij;

-          18/03/1936: toelating (18#4562) voor het verhogen van rookschouwen;

-          22/02/1928: toelating (1928#29218) voor en benzineput;

-          28/02/1893: toelating (1893#140) voor een gebouw voor kantoor, conciërgewoning en magazijnen.

Vergunde toestand

-          cohousingproject in het voormalig industrieel complex de ‘Haringrokerij’ in het binnengebied tussen de Kronenburgstraat en de Scheldestraat;

-          gelijkvloerse bergruimte onder plat dak aan de Kronenburgstraat 36 achter historische voorgevel.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 6340 en 5430) van Haringrokerij als beschermd monument;

-          de gelijkvloerse bergruimte onder plat dak aan de Kronenburgstraat 36 is in overeenstemming met de laatst vergunde toestand;

-          afbraak van een tuinhuis en uitbreiding van de achtertuinverharding met circa 27,2 m².

Gewenste toestand

-          sloop van de bergruimte met behoud van een groot gedeelte van de historische gevel;

-          nieuwbouw van 3 bouwlagen onder een deels plat en deels hellend dak met kelderverdieping;

  • bouwdiepte van 12,8 m;
  • topgevel aan de straat met kroonlijsthoogte 11,4 m;

-          inrichting met 2 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van 113 m² en 150 m²;

-          behoud van de onderdoorrit naar achterliggende tuin horende bij het cohousingproject.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de berging met gedeeltelijk behoud van de historische voorgevel en de gelijkvloerse doorgang naar het binnengebied;

-          wijzigen van de historische voorgevel (historisch opschrift in beige zandsteen wordt op de nieuwe voorgevel aangebracht);

-          nieuwbouwen van een meergezinswoning met 2 wooneenheden;

-          regulariseren van het wijzigen van de verharding in de binnentuin;

-          de overige delen van het cohousing project maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen

14 september 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

AQUAFIN NV

14 september 2021

12 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

14 september 2021

21 september 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

14 september 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Onroerend Erfgoed

14 september 2021

5 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

14 september 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

14 september 2021

15 september 2021

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

14 september 2021

17 september 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

14 september 2021

20 september 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

14 september 2021

15 september 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

14 september 2021

22 september 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

14 september 2021

22 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh) en artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgende punten:

-          2.1.12.2 Zonnepanelen en zonnecollectoren op platte daken:

het is niet duidelijk of de plaatsing van de zonnepanelen reglementair voorzien is;

-          2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:
de open ruimte neemt af.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • indien de bestaande daken mee aangesloten worden op de hemelwaterput, is het volume van de voorziene hemelwaterput onvoldoende groot;
  • de recuperatieleiding in functie van het hergebruik van hemelwater voor de spoeling van toiletten is niet ingetekend op het rioleringsplan. Het is bijgevolg onduidelijk of dit wordt voorzien;
  • de infiltratievoorziening is onvoldoende groot.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting en 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken:
    de bestaande bomen zijn niet ingetekend, waardoor het niet duidelijk is of er bomen gekapt worden;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en luchttoevoer:
    de logeer- en bureauruimte op de zolderverdieping bezitten een lichtdoorlatende oppervlakte van slechts 1,6 m² in plaats van de minimaal vereiste 3,7 m²;
  •  artikel 26 Afvalverzameling:
    de afvalverzameling is niet voorzien in een afgescheiden en verlucht lokaal, maar in de onderdoorgang op het gelijkvloers;
  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:
    het is niet duidelijk of de zonnepanelen voldoen aan de voorschriften;
  • artikel 38 Groendaken:
    het gedeelte van het plat dak waarop geen zonnepanelen geplaatst worden is niet voorzien als groendak. Het platte dak wordt volgens de verordening aangesloten op een hemelwaterput in functie van recuperatie voor de spoeling van 3 toiletten, maar de recuperatieleiding is niet zichtbaar op de plannen. De andere groendaken worden wel aangesloten op de hemelwaterput. De hemelwaterput wordt volgens de plannen enkel aangesloten op een infiltratievoorziening;
  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:
    het is niet duidelijk of het type infiltratievoorziening voldoet aan de voorschriften;
  • artikel 41 Kenmerken van de aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    er zijn geen toezichtsputten RWA en DWA voorzien op eigen perceel en de aansluitingen RWA en DWA liggen verder uit elkaar dan 0,50 m. Daarnaast is het onduidelijk of de terrassen aan de achtergevel aangesloten zijn op een waterafvoer, aangezien het principe van spuwers verboden is tenzij het noodoverlopen betreft;
  • artikel 43 Septische putten:
    het volume van de nieuwe septische put is niet gespecificeerd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen 
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 2/09/2021.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op verschillende voorschriften van de bouwcode, het RUP-Binnenstad en de hemelwaterverordening. Opgemerkt wordt dat de afwijkingen beperkt zijn en deze grotendeels in voorwaarden opgenomen kunnen worden. De vastgestelde afwijkingen brengen de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het project niet in het gedrang.

 

Het RUP Binnenstad stelt dat open ruimte niet mag verkleinen (artikel 2.2.5). De bebouwde grondoppervlakte van de site neemt toe door de voorgestelde uitbreiding. Vanuit ruimtelijk oogpunt is het aanvaardbaar om verdichting langs de straat te voorzien. Dit is de meest logische, kenmerkende plaats hiervoor. Het nieuwe volume neemt de kenmerkende bouwdieptes van de omgeving over (crica 12m) en dat is ruimtelijk aanvaardbaar. Een afwijking op dit artikel is dan ook te motiveren.

Op basis van de aangeleverde informatie is het niet duidelijk of de gewenste zonnepanelen overeenkomstig artikel 2.1.12.2. zijn geplaatst. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan dit artikel.

Ook is de aanvraag strijdig met artikel 36 van de bouwcode omdat het niet duidelijk is of de zonnepanelen reglementair werden geplaatst. Het gedeelte van het platte dak waar geen zonnepanelen worden geplaatst moet worden ingericht als groendak, en hieraan is niet voorzien. In  voorwaarden wordt opgenomen om dit gedeelte conform artikel 38 van de bouwcode als groendak aan te leggen.

Aan de hand van de aangeleverde informatie is het niet duidelijk of de bestaande bomen gekapt worden (artikel 17 bouwcode). Het kappen van de bomen wordt uitgesloten in deze vergunning.

De afvalberging is niet georganiseerd in een afgesloten ruimte maar langs de doorrit vanaf de straat naar het binnengebied en tegenover de fietsenberging. De doorrit wordt niet afgesloten waardoor een goede ventilatie gegarandeerd wordt. Ook de centrale ligging van de afvalberging is gunstig met betrekking tot het gebruikscomfort. Een afwijking op artikel 26 is dan ook aanvaardbaar.

De aansluiting op de riolering voldoet niet aan artikel 41 van de bouwcode. Ook is de dimensionering van de septische put niet verduidelijkt. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan artikel 41 en 43 van de bouwcode.

Als laatste afwijking op de bouwcode wordt opgemerkt dat de infiltratievoorziening niet conform artikel 39 is uitgewerkt. De afwijking op dit artikel kan gemotiveerd worden indien er is voldaan aan de hemelwaterverordening. Echter wordt opgemerkt dat de infiltratievoorziening onvoldoende groot is conform de hemelwaterverordening. Ook wordt opgemerkt dat indien de platte daken aangesloten worden op de hemelwaterput, deze onvoldoende groot is. Ook is de recuperatieleiding voor het hergebruik van regenwater voor toiletten niet ingetekend.

In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan de hemelwaterverordening.

 

Functionele inpasbaarheid

De voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen hebben betrekking op het uitbreiden van het collectieve woonproject Haringrokerij. Een deel van het gebouw aan de Kronenburgstraat wordt gesloopt en vervangen door een nieuwbouw. In de nieuwbouw worden twee wooneenheden ingericht. De woonfunctie blijft behouden en is inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een volumeuitbreiding aan de Kronenburgstraat. Het bouwvolume aan de linkerzijde betreft in de huidige toestand één bouwlaag. De aanvraag stelt voor om dit nagenoeg volledig te slopen, met uitzondering van het onderste deel van de voorgevel.
Het nieuwe volume verhoogt de buitenschil van het gebouw en neemt de opbouw van het bestaande volume aan de rechterzijde over.

Na de werken krijgt de gelijkvloerse bouwlaag aan de linkerzijde een beperkt teruggetrokken laag. Rechts ervan wordt boven de bestaande poort een volume met één bouwlaag en zadeldak opgetrokken. Het gevelvlak van dit volume ligt in hetzelfde vlak als deze van de onderliggende poort.

In diepte sluit het gebouw aan op de huidige bouwdiepte van de Haringrokerij. Dit betekent dat de bouwdiepte iets dieper is dan die van de linkerbuur. Door eerst aan te sluiten op de bouwdiepte van de linkerbuur en daarna dieper te bouwen, sluit het gebouw wel aan op de scheimuur van de buur.

Op de 1ste en 2de verdieping zijn uitkragende terrassen geplaatst die fungeren als buitenruimte voor de twee wooneenheden.

 

Het voorgestelde bouwvolume van de  gewenste uitbreiding is stedenbouwkundig aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De site van de Haringrokerij is opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed en gelegen in CHE-gebied. Een deel van de site is geklasseerd als monument.

 

Op 28 mei 2021 werd het project besproken op de Kwaliteitskamer Architectuur en werd het gunstig bevonden.

De aanvraag werd grondig voorbesproken met de stedelijke diensten Omgevingsvergunningen en Monumentenzorg en met het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het ontwerp werd systematisch aangepast op basis van deze voorbesprekingen. Dit voortraject resulteert in een gunstige advies van het Agentschap. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg, eveneens voorwaardelijk gunstig, luidt als volgt:

 

Het complex Kronenburgstraat 36, beter bekend als de Haringrokerij is bij ministerieel besluit van 16 januari 1987 beschermd als monument en is volgens het RUP Binnenstad gelegen in een woonzone met culturele, historische en/of esthetische waarde, waarbij de wenselijkheid van het behoud vooropgesteld wordt.

 

De voorgenomen uitbreiding van de voorbouw aan de Kronenburgstraat met twee nieuwbouwappartementen werd vooraf grondig besproken met zowel het agentschap Onroerend Erfgoed als met de stedelijke dienst monumentenzorg. Het dossier bevat voldoende cultuurhistorische informatie om de aanvraag te kunnen beoordelen.

 

De uitbreiding situeert zich achter de blinde gevel aan de Kronenburgstraat, een deel van het complex dat momenteel enkel een overkapping heeft en gebruikt wordt als berging en fietsenstalling.

 

De Haringrokerij is een industrieel complex in neotraditionele stijl waar vaak aan verbouwd en bijgebouwd is. De bestaande gevels zijn opgetrokken uit bak- en natuursteen. Er wordt in het ontwerp van de uitbreiding getracht het industrieel ensemble voort te zetten met een eigentijdse invulling die verwijst naar de oorspronkelijke architectuur. Er wordt een eigentijdse versie van het volume met schuin dak voorgesteld. Het baksteen volume boven de poort vervolledigt het ritme van de puntgevels op nummer 32 en 34. Boven de poort worden de kantelen en de cartouche weggenomen, om in lijn met de oorspronkelijke gevel te kunnen bouwen. De bestaande cartouche wordt opnieuw geïntegreerd tussen de ramen van de eerste en tweede verdieping.

 

De voorgestelde toevoeging houdt voldoende rekening met de erfgoedwaarden van het complex.”

 

Het bovenvermelde advies van monumentenzorg wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt. De aanpassingen aan de vormgeving zijn aanvaardbaar en het hedendaagse volume bouwt verder op de stijlkenmerken en uitwerking van de huidige site. De wijzigingen aan de straatzijde zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Bodemreliëf

De stedelijke archeologiedienst formuleert het onderstaande advies:

 

“Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 300 m² (ca. 2 041 m²) en een vergunningsplichtige ingreep boven de 100  m² (ca. 166 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

Een archeologienota werd opgemaakt door Verrijckt waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 02/09/2021 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19775). De archeologienota beval in zijn programma van maatregelen een opgraving. Deze dient verplicht te worden uitgevoerd.”

 

Dit voorwaardelijk gunstige advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt. De voorwaarden worden opgenomen in deze vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Opgemerkt wordt dat de verblijfruimte onder het zadeldak van het nieuwe appartement niet voldoet aan artikel 24 van de bouwcode. Er is onvoldoende lichtdoorlatende oppervlakte aanwezig. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan dit artikel, dit kan door het dak van dakvlakramen te voorzien.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van berging naar wonen. Een bestaande bergruimte wordt ingericht als 2 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Bijgevolg is de werkelijke parkeerbehoefte 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en beschermd als monument. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 2 bijkomende appartementen moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          2 appartementen met 2 slaapkamers = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6.

Er wordt een fietsenberging voorzien op het gelijkvloers voor 23 fietsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.     de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van het platte dak waar geen zonnepanelen op liggen inrichten als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      dakvlakramen in het zadeldak van het nieuwbouwvolume voorzien zodat de onderliggende leefruimte voldoet aan artikel 24 van de bouwcode;

4.      DWA en RWA te voldoen aan artikel 41 en 43 van de bouwcode;

5.      zonnepanelen inrichten conform artikel 36 van de bouwcode en artikel 2.1.12.2 van het RUP Binnenstad;

6.      voldoen aan de hemelwaterverordening;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

8.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer is verplicht het programma van maatregelen zoals voorgeschreven in de archeologienota, nl. een vlakdekkende opgraving (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19775), gedegen uit te voeren;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werkzaamheden aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Uitsluitingen

1.      het rooien van bomen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 augustus 2021

Volledig en ontvankelijk

14 september 2021

Start openbaar onderzoek

23 september 2021

Einde openbaar onderzoek

22 oktober 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 december 2021

Verslag GOA

9 december 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 september 2021

22 oktober 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van het platte dak waar geen zonnepanelen op liggen inrichten als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      dakvlakramen in het zadeldak van het nieuwbouwvolume voorzien zodat de onderliggende leefruimte voldoet aan artikel 24 van de bouwcode;

4.      DWA en RWA te voldoen aan artikel 41 en 43 van de bouwcode;

5.      zonnepanelen inrichten conform artikel 36 van de bouwcode en artikel 2.1.12.2 van het RUP Binnenstad;

6.      voldoen aan de hemelwaterverordening;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

8.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer is verplicht het programma van maatregelen zoals voorgeschreven in de archeologienota, nl. een vlakdekkende opgraving (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19775), gedegen uit te voeren;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werkzaamheden aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Uitsluitingen

1.      het rooien van bomen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.