Terug
Gepubliceerd op 20/12/2021

2021_CBS_10005 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021133237. Scheldelaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/12/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10005 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021133237. Scheldelaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_10005 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021133237. Scheldelaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021133237

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 2 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1327C, 1328F, 1328D, 1330D, 1333B34, 1333T33, 1333P33, 1333Y33, 1333F32, 1333Z33, 1333A34, 1333S33, 1333F34, 1333G34, 1333E32, 1333Z35, 1333V35, 1333X35, 1333W36, 1333Y36, 1333M37, 1333B37, 1333K37, 1333A37, afdeling 14 sectie C nrs. 1L, 1H, 1K, 2A, 25B, 33G, 46C, 48L, 50D, 60D, 65L, 241T2, 242C7, 242B7, 288K, 288M en 288L

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Fuikconstructie Rechteroever

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     20/11/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020034861) voor de bouw en exploitatie van de Oosterweelverbinding.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft aanpassingen aan een reeds vergunde fuikwand in functie van de Oosterweelverbinding. De bovengrondse en ondergrondse delen van de fuikwand worden aangevraagd voor respectievelijk een periode van 8 jaar (de duur van de uitvoeringsperiode van de Oosterweeltunnel) en permanent.

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

3 november 2021

16 november 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

3 november 2021

15 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

De aanvraag is deels gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt de aanvraag in de volgende zones: Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Scheldelaan – Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

-     Artikel R1 Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven: het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

-     Artikel R8 Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur: Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

De aanvraag is deels gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Oosterweelverbinding - wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt de aanvraag in de zone Gebied voor wegeninfrastructuur en de overdrukzones Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur en Werfzone.

-     Artikel 1 Gebied voor wegeninfrastructuur: In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van deze wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen, en wijzigingen in functie van de ruimtelijke inpassing, geluids - en visuele buffering van de infrastructuur, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Gronden die niet voor de inrichting of het functioneren van de wegeninfrastructuur gebruikt worden, worden op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd in de omgeving
In dit gebied zijn eveneens toegelaten:
- alle handelingen, werken en wijzigingen i.f.v. tolheffing en verkeershandhaving;
- alle handelingen voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van waterweginfrastructuur en aanhorigheden;
- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de passende beoordeling, alle werken, handelingen, en wijzigingen in functie van het behoud, de vervanging of de ontwikkeling van natuurwaarden in de speciale beschermingszone voor kwetsbare vogelsoorten, andere diersoorten of planten of van het beperken van de milieu-impact;
- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

-     Artikel 0 Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur: In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing en ingrepen in functie van de verbetering van de gezondheid. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten met het oog op:
- behoud en realisatie van ecologische infrastructuur en kleine landschapselementen;
- de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast;
- ondergrondse aanhorigheden ten behoeve van de technische uitvoerbaarheid van de wegeninfrastructuur en geluids- en luchtbuffering
- realisatie van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer en voor dienstverkeer en nooddiensten.
De uitvoering van deze werken dient te gebeuren op een wijze die gericht is op het op het creëren, herstellen, ontwikkelen of handhaven van de levensvoorwaarden voor de inheemse flora, fauna en hun levensgemeenschappen in hun onderlinge samenhang.

-     Artikel 5 Werfzone: In dit gebied zijn gedurende de aanleg van de wegeninfrastructuur alle werken, handelingen en wijzigingen voor de inrichting, de exploitatie en de beveiliging van de werfzones toegelaten. 
In dit gebied zijn eveneens toegelaten:
- alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, het verplaatsen en bundelen van nutsleidingen;
- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de passende beoordeling, alle werken, handelingen, en wijzigingen in functie van het behoud, de vervanging of de ontwikkeling van natuurwaarden in de speciale beschermingszone voor kwetsbare vogelsoorten, andere diersoorten of planten of van het beperken van de milieu-impact;
- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

Artikel 5.3. Werfzone Scheldetunnel: Bij werken in de werfzone van de Scheldetunnel moet opwerveling van slib en in slib opgeslagen nutriënten vermeden worden door gebruik van best beschikbare technieken, en door het enkel terugstorten van materiaalfracties die geen risico inhouden op opwerveling.
Bij de aanleg van de Scheldetunnel moeten maatregelen getroffen worden om significante verstoring van fauna te vermijden en moet te allen tijde een corridor voor aquatische fauna behouden blijven. Volgende maatregelen worden minstens genomen:
- het preventief wegjagen met ultrasoon geluid van visfauna in de Schelde 
- ingrepen, zoals heien, langzaam beginnen zodat de dieren onbeschadigd weg kunnen komen. 
De herstelwerken aan het habitatrichtlijngebied Schelde- en Durme-estuarium als gevolg van de tijdelijke verstoring gedurende de aanleg van de tunnel dienen binnen het jaar volgend op de beëindiging van de werken aan de tunnel uitgevoerd te worden. Het herstel dient te gebeuren door de heraanleg van het schor (Weel van Farnese). De aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van de tunnel bevat de nodige informatie over de toepassing van deze inrichtingsbepalingen.
De schorren bij de afgezonken tunnel dienen afgewerkt te worden met een bodemlaag met passend sedimenttype, hoogte en hellingsgraad die snel kolonisatie bevordert.

 

De aanvraag is tevens deels gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). De aanvraag ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in bijzonder natuurgebied (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten). De aanvraag bevindt zich eveneens in overdruk Bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden. 

      Artikel 12 Bijzonder natuurgebied (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten): de natuurgebieden langs de Schelde zijn mede bestemd voor werken voor waterzuivering en daarbij behorende afvoerleidingen naar de Schelde alsmede voor de aanleg van de ondergrondse leidingstraten tussen beide Schelde-oevers. Werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten, op voorwaarde dat het natuurlijk milieu er maximaal wordt behouden en beschermd of hersteld.

­-     Artikel 31 Bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden: In de gebieden die als bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden zijn aangeduid, mogen bestaande gebouwen uitgebreid, ver- en herbouwd worden, voor zover deze werken beperkt blijven tot de bestaande bouwhoogte. Nieuwbouw is toegelaten tot op de hoogte van de belendende gebouwen.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van de geldende gewestplannen en de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingen en de voorschriften van deze plannen, uitgezonderd voor: 

-     de uiteinden van de ankers van de fuikwand die zich binnen het Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven bevinden volgens het GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen;

-     het deel van de fuikwand dat gelegen is binnen bijzonder natuurgebied volgens het gewestplan Antwerpen. 

Zie voor de beoordeling van de afwijking van de voorschriften naar deel ‘Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening’ 

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag zijn voormelde gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen en het gewestplan tevens van toepassing.

Binnen het GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen zijn volgende bestemmingsvoorschriften van toepassing: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-     Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan; 

-     Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Vijfde Havendok;

-     Gebied voor spoorinfrastructuur; 

-     Overdruk leidingstraat. 

 

Binnen het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging zijn volgende bestemmingsvoorschriften van toepassing: 

-     Gebied voor wegeninfrastructuur; 

-     Natuurgebied; 

-     Overdruk Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur;

-     Overdruk Werfzone. 

 

Binnen het gewestplan Antwerpen zijn volgende bestemmingsvoorschriften van toepassing: 

-     Bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten);

-     Bestaande waterwegen;

-     Natuurgebieden; 

-     Overdruk bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden;

-     Bestaande afzonderlijke leidingen.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 2006). Volgens dit GRUP loopt ten zuidoosten van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur – Oosterweeltunnel.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m² (circa 8.115 m²), is het project gelegen buiten woon- en recreatiegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten een archeologisch vastgestelde zone, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 26 augustus 2021 akte genomen van de archeologienota met ID 19710. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek. Echter wordt wel opgemerkt dat de archeologienota (zowel het verslag van resultaten als het programma van maatregelen) niet werd toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag. Hoewel de archeologienota via de databank op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed is teruggevonden, wordt alsnog aangeraden de archeologienota als dossierstuk toe te voegen aan de vergunningsaanvraag in het omgevingsloket.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

In kader van de Oosterweelverbinding wordt voor de aanleg van de Scheldetunnel de Scheldedijk op rechteroever tijdelijk onderbroken. De waterdichte functie van de dijk wordt in deze periode gerealiseerd door een tijdelijke fuikwand. Deze fuikwand werd reeds vergund in de omgevingsvergunning voor de Oosterweelverbinding van 10 november 2020 (OMV_2020034861). In voorliggende vergunningsaanvraag worden aanpassing aan de reeds vergunde fuikwand, zowel in de tijdelijke toestand als in de eindtoestand, aangevraagd.

 

De fuikwand betreft een meer landinwaarts gekeerde keerwand die de dijkfunctie gedurende de uitvoering van de werkzaamheden moet verzekeren. Na de aanleg van de Scheldetunnel zal de Scheldedijk ongeveer terug op zijn huidige locatie heraangelegd worden, conform het Sigmaplan. De fuikwand zal deels opgebroken worden tot 2 meter onder het maaiveld en deels als constructie in de grond achterblijven. Het deel dat terug opgebroken wordt, wordt als bepaalde duur beschouwd en aangevraagd voor de duurtijd van de werken, een maximale periode van acht jaar.

 

Voorliggende fuikwand omvat volgende aanpassing ten opzichte van de vergunde fuikwand: 

-     De dubbele rij damplanken wordt vervangen door een diepwand; 

-     De diepwand wordt minder diep aangezet dan de vergunde damplanken. Aanzetdiepte van de diepwand is -15 TAW, met uitzondering van twee panelen waarbij de aanzetdiepte -18 TAW is; 

-     De ligging van de fuikwand wordt licht gewijzigd waarbij de fuikwand tevens 183 meter ingekort wordt aan de westelijke zijde. Hierdoor dient er minder Scheldedijk opgebroken te worden; 

-     Er worden minder ankers voorzien. 

 

Aangezien de aanpassingen aan de fuikwand kaderen binnen het groter project Oosterweelverbinding, past de aanvraag zich functioneel in. Voor de afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften voegt de aanvrager een motivering toe.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is deels in strijd met de geldende voorschriften. Zowel in de tijdelijke als in de permanente toestand liggen de uiteinden van de benodigde ankers deels binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven (GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen) en ligt de fuikwand deels binnen bijzonder natuurgebied (gewestplan Antwerpen). Met toepassing van artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het “Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening” kan in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die ruimtelijk een beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften.

 

Voor de ankers van de fuikwand wordt beroep gedaan op artikel 3 §2.3°c) van dat Besluit van de Vlaamse Regering: de handelingen hebben betrekking op de wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande openbare verkeerswegen, met inbegrip van het wijzigen en uitbreiden van bestaande of geplande op- en afritcomplexen. De ruimtelijke impact is volgens de aanvrager beperkt omwille van: 

-     de ankers bevinden zich ondergronds op aanzienlijke diepte. Ze worden door de fuikwand geboord en verstoren het maaiveld niet;

-     ter hoogte van het private terrein van Total Polymers Antwerp (TPA) zitten de ankers op 13 meter onder het maaiveld waardoor de ankers geen impact hebben op de realisatiemogelijkheden van bovenliggende bestemmingen. 

 

Wat betreft het gedeelte van de fuikwand binnen bijzonder natuurgebied wordt met betrekking tot de impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied verwezen naar de plan-MER, de project-MER en de passende beoordeling opgemaakt in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag Oosterweelverbinding (OMV_2020034861). De fuikwand bevindt zich volledig binnen de vergunningsgrenzen van het projectgebied voor de realisatie van de Scheldetunnel. Met de licht gewijzigde verplaatsing van de vergunde fuikwand wordt geen extra beschermd terrein ingenomen. De fuikconstructie wordt tevens 183 meter korter voorzien. Gezien de voorliggende fuikconstructie beperkter is van omvang dan de reeds vergunde damwand en zich nog steeds binnen de contour van de verleende omgevingsvergunning situeert, wordt ook de impact op de SBZ (Speciale Beschermingszone) en VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk) beperkter. De conclusies van de in het project-MER opgestelde passende beoordeling en verscherpte natuurtoets kunnen onverminderd behouden blijven:

-     passende beoordeling: geen relevant ruimtebeslag of beïnvloeding van habitats, geen betekenisvol effect mits integratie van de voorziene milderende maatregelen;

-     verscherpte natuurtoets: geen relevant ruimtebeslag of beïnvloeding van de VEN-gebieden, geen onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebieden, geen milderende maatregelen bovenop de projectgeïntegreerde milderende maatregelen noodzakelijk. 

 

De afwijking heeft geen impact op het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden omdat de ankers op aanzienlijke diepte zitten, de realisatiemogelijkheden van bovenliggende bestemmingen niet in het gedrang komen en de natuurwaarden niet significant worden aangetast.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De fuikwand wordt aangevraagd voor bepaalde duur. Na de uitvoering van de Scheldetunnel zal het bovengrondse deel van de fuikwand terug afgebroken worden en zal de Scheldedijk vrijwel op zijn huidige locatie heraangelegd worden. De delen van de fuikwand die permanent zullen blijven zitten, bevinden zich ondergronds. De tijdelijke toestand wordt aangevraagd voor een maximale periode van 8 jaar.

De ruimtelijke impact is beperkt omdat de bovengrondse delen zeer beperkt zijn in hoogte en terug worden afgebroken nadat de Scheldetunnel is aangelegd. Dit was ook reeds voorzien bij de fuikwand in de vergunning van de Oosterweelverbinding. Bovendien is de nieuwe aangevraagde constructie 185 meter minder lang dan de reeds vergunde fuikwand waardoor er minder Scheldedijk moet opgebroken worden. De totale constructie (bovengronds en ondergronds) heeft geen betekenisvolle impact op de speciale beschermingszone en VEN-gebied (zie boven).

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Daar de aanvraag zich bevindt in de directe nabijheid van pijpleidingen, heeft de vergunningverlenende overheid het advies gevraagd aan de beheerders van deze leidingen.

 

De ligging van de ankers van de fuikwand ten opzichte van de kabels en leidingen bij TPA werd door de aanvrager onderzocht en besproken met TPA. De leidingen van TPA liggen 1,70 meter onder het maaiveld op 18 meter van de fuikwand. De ankers situeren zich ter hoogte van de leidingen op 13 meter onder het maaiveld. Gezien de grote diepte van de ankers ten opzichte van de leidingen wordt er dan ook geen conflict verwacht. De aanvrager deelt mee dat het werfpersoneel door de aannemer nog voorafgaandelijk ingelicht wordt over de gevaren en risico’s (gerelateerd aan de Seveso-inrichtingen) waaraan ze blootgesteld worden, over de mogelijke alarmen vanuit TPA en over hoe er moet gereageerd worden op die alarmen (noodplanning).

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Advies van het college

Op basis van het dossier gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

3 november 2021

Start openbaar onderzoek

8 november 2021

Einde openbaar onderzoek

7 december 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

23 december 2021

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

8 november 2021

7 december 2021

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

 

De bezwaarindiener argumenteert dat het onaanvaardbaar is om bouwprojecten die effecten hebben op de omgeving, bodem en volksgezondheid toe te laten gezien de huidige situatie van vervuiling van de Schelde en haar omgeving. Gezien de vervuilingsgraad van PFAS de saneringsnorm overschrijdt moet deze omgeving eerst gesaneerd worden, zowel oppervlakte-, grondwater en bodem. Ook stelt de Vlaamse regelgeving dat indien een omgeving reeds vervuild is boven de toetsingswaarde dat er geen extra vervuiling mag gebeuren in dat gebied. Gezien de grote impact op grondwaterstromen wordt er dus aan uitbreiding en verdere vervuiling gedaan. De project-MER voor zulk project is niet voldoende, een MER met impact op leefomgeving is hier een noodzaak. Gezien de reeds toxische vervuiling en het niet meten van de vervuiling in het huidige slib, moet dit eerst gedaan worden om er zeker van te zijn dat de impact zo klein en gezond mogelijk is.

 

De bezwaarindiener voegt nog allerlei documenten (analyseresultaten van onder andere toxische waarden PFAS in Schelde en een datarapport van het Instituut Natuur en Bosonderzoek) om zijn bezwaarschrift te staven.


Het bezwaar is ongegrond: Het bodemonderzoek maakt geen deel uit van de omgevingsvergunningsaanvraag. Alvorens over te gaan tot de uitvoering van een goedgekeurde omgevingsvergunningsaanvraag dienen de bepalingen van het Bodemdecreet nageleefd te worden. Een omgevingsvergunning waarbij grondverzet aan te pas komt leidt bijgevolg niet noodzakelijk tot een uitvoerbare vergunning.  

De vergunningverlenende overheid heeft tevens bij het volledig-en ontvankelijkheidsonderzoek, op basis van de project-mer screening die is toegevoegd aan de vergunningsaanvraag, beoordeeld dat:

-     in het licht van de kenmerken van het project, de plaatselijke omstandigheden en de kenmerken van zijn potentiële effecten, geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu zijn en een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten zal bevatten;

-     dat bijgevolg voor onderhavige aanvraag geen milieueffectenrapport moet worden opgemaakt.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

dienst
taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.