2021_CBS_10004 - Omgevingsvergunning - OMV_2021156984. Prinshoeveweg 120. District Ekeren - Goedkeuring

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

In het kader van het bouwen van een appartementsblok met ondergrondse parking en een vrijstaande woning te Prinshoeveweg 120, 2180 Ekeren (Antwerpen) dient een grondwaterbemaling te worden uitgevoerd.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: woongebied.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Hoekakker, goedgekeurd op 2 mei 2018.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De locatie van de geplande bemaling is in overeenstemming met voorwaarden van de afgeleverde omgevingsvergunning.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

In het kader van het bouwen van een appartementsgebouw met ondergrondse parking en een vrijstaande woning te Prinshoeveweg 120, 2180 Ekeren (Antwerpen) dient een grondwaterbemaling aan de hand van verticale filters te worden uitgevoerd.

Het grondwater (aangetroffen rond 0,6 m-mv) dient bemaald te worden tot 0,5 m onder de aanzetdiepte van de kelder (3,95 m-mv) of een waterspiegelverlaging van 3,85 m.

Rekening houdend met een duur van de bemaling van 180 kalenderdagen zal er volgens de bijgevoegde bemalingsnota een totaal waterbezwaar van 86.176 m³ opgepompt worden.

Bij het ontwerp van de bemaling is uitgegaan van een vacuümbemaling en verticale bronnen. 

Uitgaande van een (hoogste) grondwaterstand van 0,6 m-mv en van een afgravingsdiepte van maximum 3,95 m-mv wordt rekening gehouden met filterbronnen met een minimumlengte van 8 m. De filters worden geplaatst rondom de uitgraving met een tussenafstand van 3 à 5 m. 

Gezien de van nature hoge grondwaterstand behoort infiltratie op het eigen perceel niet tot de mogelijkheden. Lozing van het bemalingswater op het eigen terrein zal eerder voor wateroverlast zorgen. Er kan geloosd worden in de Donkse Beek, waterloop van de 2de categorie, ten noorden van de onderzoekslocatie. Op 28 juni 2021 werd door de Provincie Antwerpen een lozingstoelating toegekend.

Om onder invloed van een bemaling geen bestaande bodemverontreinigingen aan te trekken, werden potentiële bodemverontreinigingen in de onmiddellijke omgeving van de projectsite op basis van de beschikbare literatuur in kaart gebracht. 

Via het Geoloket van de OVAM kan worden nagegaan of er in de directe omgeving van de projectsite bodemonderzoeken werden uitgevoerd. Enkel OVAM-dossier 8825 bevindt zich binnen de berekende invloedstraal van 421 m. Het dossier betreft een OBO uit 2009. Gezien er sindsdien geen bijkomende onderzoekdaden werden verricht, wordt er vermoed dat het perceel geen ernstige (grondwater)verontreiniging kent. Bijgevolg wordt er -volgens de deskundige-  geen invloed van de bemaling op een mogelijke verontreiniging verwacht.

Uit de studie blijkt ook dat er op “de site diverse bomen aanwezig zijn, die conform de nieuwbouwplannen behouden (of verplaatst) zullen worden. De kans bestaat dat deze bomen schade ondervinden doordat de wortels (welke zich van nature niet onnodig diep ontwikkelen in de freatische grondwaterlaag) “droog” komen te zitten en niet meer het (seizoens)normale debiet kunnen oppompen. Naast de mate van verandering (fluctuatie) zijn ook de tijdsduur en de periode waarin de grondwaterstandschommelingen plaatsvinden van belang. Een daling van de grondwaterstand in het groeiseizoen van bomen is vooral bedreigend wanneer deze langere tijd aanhoudt.

In de meeste gevallen kunnen bomen een periode van 1,5 maand droogte doorstaan (voor zover ze voor de rest gezond zijn). In periodes van regenval volstaat het vocht (insijpelend regenwater in de onverzadigde zone boven de verlaagde grondwaterspiegel) in de grond om belangrijke impact te voorkomen. Bronbemalingen die buiten het groeiseizoen (periode november t.e.m. februari) plaatsvinden, hebben doorgaans minder invloed op bomen. Binnen een hangwaterprofiel heeft een grondwaterreductie (doorgaans) geen invloed op bomen. Als de werken zich ontwikkelen in het voorjaar én in een periode van droogte (combinatie die maakt dat er én veel water doorheen de bomen dient te worden getransporteerd én dat dat water eventueel niet kan bereikt worden door de wortels) kan er wel degelijk schade (zelfs sterfte) bij de bomen ontstaan. In de praktijk kan dit opgevangen worden door een deel van het opgepompte water via een netwerk van geperforeerde buizen te herinfiltreren in de bewuste zone. Dit vereist wel controle en sturing van het gegeven. Te veel of te vaak water geven kan wortels namelijk eveneens ernstig bedreigen. Een watergift van ca. 150 tot 200 liter per m³ per watergeefronde is doorgaans (ruim) voldoende. Te veel water spoelt uit of veroorzaakt een verzadigde bodem en (tijdelijke) zuurstofproblemen. Gebruik voor het water geven nooit sterk ijzerhoudende, zuurstofloze retourbemalingen.”

Om invloed of schade aan de aanwezige bomen en vegetatie te voorkomen dienen bevloeiingsmaatregelen voor de tuinen/bomen op de site en omgeving voorzien te worden.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan vanuit milieutechnisch oogpunt voorwaardelijk positief advies worden gegeven de omgevingsvergunning te verlenen voor een termijn van 180 dagen vanaf de opstart van de bemaling.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.