2021_CBS_10314 - Omgevingsvergunning - OMV_2021155266. Bredabaan 346, Constant De Jongstraat 6. District Merksem - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          27/11/2025: vergunning (20152182) voor het verbouwen van een winkelruimte tot 4 woningen, inclusief gedeeltelijke gevelwijziging;

-          vastgesteld bouwkundige erfgoed (ID: 98874), als appartementsgebouw in art-decostijl.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          appartementsgebouw in art-decostijl met gelijkvloerse handelsruimtes;

-          symmetrische gevel, van 3 tot 4 traveeën, en 7 bouwlagen (bovenste bouwlaag ingewerkt in het pseudo-mansardedak);

-          onderbouw met winkelruimtes in beige natuursteen en schrijnwerk in wit aluminium.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand, afgezien van:

• niet-afgewerkte en aangepaste onderbouw, in blootliggend isolatiemateriaal, houten latwerk, zwart plaatmateriaal en schrijnwerk in rood aluminium.

Gewenste toestand

-          conform huidige toestand, afgezien van:

• met plaatmateriaal beklede onderbouw, voorzien van schrijnwerk in zwart aluminium.

Inhoud van de aanvraag

-          het aanpassen van de gevel van de onderbouw.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 11 – Afwerken van gevels en materiaalgebruik: de oorspronkelijke voorgevel is, ook in vergunde toestand, opgetrokken in natuursteen. De voorziene gevelbekleding in zwart plaatmateriaal is hier niet mogelijk, aangezien er geen sprake is van een duurzame visuele toepassing, er geen afstemming is qua kleur- en materiaalgebruik met de rest van het erfgoedgeheel en er zonder meer geen respect getoond wordt voor de oorspronkelijke materialisatie van betreffende inventarisgevel;
• artikel 33 – Zaakgebonden publiciteit: betreffende panelen dienen zich op minimaal 60 cm van de perceelsgrenzen te bevinden. Los van het feit dat de publiciteit in kwestie niet expliciet deel uitmaakt van de aanvraag, is betreffende, gelet op de specifieke plaatsing op de gevel, zonder meer strijdig met de aangehaalde richtlijn.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter een gedeeltelijke gevelwijziging van een handelspand met bovengelegen appartementen en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er worden geen wijzigingen voorzien aan de vergunde volumetrie waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.

Visueel-vormelijke elementen

De werken vinden plaats aan de ± 6 m hoge gevelpui van de onderbouw en zijn daarom zonder twijfel uitermate zichtbaar – de aanpassingen zullen dus een ruime visuele impact hebben op de omgeving, mede ook door het brede straatprofiel op de locatie. Dienaangaande wordt het gebruik van zwart aluminium plaatmateriaal en schrijnwerk niet als typerend of kenmerkend voor in eerste instantie de onmiddellijke omgeving aanzien. Anderzijds ontstaat door het gebruik van deze materialen een zeer sterk zichtcontrast met de rest van dit imposante gebouw, dat nagenoeg uitsluitend werd afgekleed door middel van lichtkleurige natuursteen, dewelke sterk typerend is voor de specifieke stijl waarin dit inventarispand toch werd opgetrokken.

Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

Om die reden werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg, hun advies luidt als volgt:

Afweging

Men wenst de voorgevel te wijzigen ter hoogte van de eerste twee bouwlagen. In 2014 werd een vergunning verleend voor het wijzigen van de gevelbekleding van het dubbelhoog gelijkvloers en de raamverdeling op de tweede bouwlaag. De drie grote 3-ledige raampartijen, onderdeel van de dubbelhoge handelszaak, wijzigden in 9 individuele vensters voor de nieuwe achterliggende appartementen. Het gelijkvloers behield zijn handelsfunctie. In deze vergunning was een onderbouw voorzien in beige natuursteen en schrijnwerk in wit aluminium zodat de pui afgestemd bleef op de bovengevel. Oorspronkelijk was deze onderbouw bekleed met marmerplaten of marbriet. Op de bijgevoegde foto’s lijkt het alsof deze marmerplaten bewaard zijn gebleven op de penanten tussen de ramen. Vandaag is de onderbouw anders uitgevoerd dan voorzien. Er zijn zwarte platen met rood schrijnwerk op de eerste bouwlaag aangebracht. De tweede bouwlaag is nog niet afgewerkt. Hier liggen de isolatieplaten bloot. Het schrijnwerk werd in zwarte aluminium voorzien.

Vandaag wenst men de eerste twee bouwlagen volledig van zwarte beplating te voorzien en in te vullen met zwart aluminium schrijnwerk.  

Vanuit oogpunt monumentenzorg is dit niet wenselijk. De zwarte beplating is weinig kwalitatief en zorgt voor een groot contrast met de statige bovengevel opgebouwd uit natuursteen. Een materialisatie die aanleunt bij het oorspronkelijk concept of bij de bovengevel is aangewezen. Voor inventarispanden gelden strengere welstandseisen. Nieuwe toevoegingen dienen een meerwaarde te zijn voor het pand en geen afbreuk te doen aan de belevingswaarde en leesbaarheid van de waardevolle gevel(s). Het zwarte schrijnwerk gaat eveneens in contrast met het witte aluminium schrijnwerk in de bovengevel. Zeker aangezien de tweede bouwlaag geen winkelfunctie meer heeft maar eveneens een woonfunctie gekregen heeft met vensters die daar typologisch bij aansluiten. Oorspronkelijk was er houten schrijnwerk in een lichte kleur voorzien voor de bovengevel en zwart stalen schrijnwerk voor het dubbelhoog commercieel gelijkvloers.  

Er dient een herwerkt voorstel voor zowel de gevelbekleding als het schrijnwerk aangeleverd. Een voorstel dat afgestemd is op de bovengevel en rekening houdt met de gewijzigde functie en het gewijzigd uitzicht van de tweede bouwlaag. Het is niet duidelijk hoe de zijde aan de  Constant de Jongstraat zal worden afgewerkt.

Dit advies sluit aan bij de steenbouwkundige visie. Daarom zal dan ook, gelet op het architectuurhistorische karakter van het gebouw en de ruime visuele impact ervan op zijn omgeving worden opgelegd om het materiaalgebruik uit de eerder verleende vergunning (2015-2182, afgeleverd op 27 november 2015), namelijk beigekleurige natuursteen en wit schrijnwerk, beiden naar analogie met het kleurgebruik van de overheersende bovenbouw, te hernemen bij uitvoering van de werken.

Het advies voor dit deelaspect is dan ook voorwaardelijk gunstig.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de bekleding van de ± 6 m hoge gevelpui van de onderbouw dient afgewerkt te worden door middel van beigekleurige natuursteen en wit schrijnwerk;

2. de aangebrachte of aan te brengen publiciteitspanelen dienen te voldoen aan artikel 33 van de Antwerpse bouwcode en onder andere een minimale zijdelingse afstand ten opzichte van de perceelsgrenzen te respecteren;

3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.