Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021150362 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA HP INVEST met als contactadres Vredestraat 62 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Herentalsebaan 648 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nrs. 0 en 353F2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning en bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/01/2021: proces-verbaal (11002_2021_13467_VPV) voor het uitvoeren van meldingsplichtige werken zonder voorafgaande schriftelijke melding van het college van burgemeester en schepenen;
- 01/01/1937: toelating (329#14167) voor bouwen open afdak.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: meergezinswoning met 3 wooneenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: achter de garage langs de zijde van de Manebruggestraat is het perceel onbebouwd.
Huidige toestand
- functie: meergezinswoning met 3 wooneenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
Herentalsebaan:
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: tuinzone achteraan het perceel met een diepte van 6,20 m;
Manebruggestraat:
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- Herentalsebaan:
- Manebruggestraat:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 3 november 2021 | 4 november 2021 | Geen advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 3 november 2021 | 30 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 3 november 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 3 november 2021 | 8 november 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 3 november 2021 | 15 november 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 3 november 2021 | 17 november 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het is niet duidelijk of de gemeenschappelijke afvalberging van de meergezinswoning wordt voorzien van verluchting;
§4 het is niet duidelijk hoe de voortuin van de eengezinswoning wordt aangelegd;
er worden geen fietsenstalplaatsen voorzien bij de ééngezinswoning;
er worden voor de bijkomende woongelegenheden geen autostalplaatsen voorzien;
de aansluitpunten van de DWA en de RWA van de eengezinswoning bevinden zich ter hoogte van de rooilijn meer dan 0,5m uiteen;
de inhoud van de septische put van de meergezinswoning is niet aangeduid op de plannen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De woonfunctie van de meergezinswoning aan de Herentalsebaan en de eengezinswoning aan de Manebruggestraat is functioneel inpasbaar in de omgeving die hoofdzakelijk bestaat uit woningen en appartementen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De interne aanpassingen van de appartementen langs de Herentalsebaan en het voorzien van een buitenruimte komt de woonkwaliteit in het gebouw ten goede. De bijkomende studio is voldoende ruim. De aanvraag voorziet in het slopen van het onvergunde volume op het gelijkvloers waardoor het onderste appartement kan worden voorzien van een tuin.
De nieuwe bebouwing langs de Manebruggestraat past zich in tussen het gabarit van de buren en is bijgevolg ruimtelijk inpasbaar. Het dichtbouwen van de straatwand in de Manebruggestraat komt de beeldkwaliteit van deze hoek van het bouwblok ten goede.
De aanleg van de voortuin is niet opgetekend op de plannen. In voorwaarden zal worden opgelegd dat deze groen moet worden aangelegd en enkel die verhardingen zijn toegestaan conform de bepalingen van artikel 27 ‘Open ruimte’ van de bouwcode. Het afsluiten van de voortuin moet gebeuren volgens de voorschriften van artikel 19 ‘Tuinafsluitingen’ van de bouwcode. Dit zal ook worden opgelegd in voorwaarden.
Visueel-vormelijke elementen
De gevel van de eengezinswoning in de Manebruggestraat wordt afgewerkt met gevelpleister op isolatie.
De gevel van de meergezinswoning in de Herentalsebaan wordt afgewerkt met steenstrips op gevelisolatie.
Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het bepleisteren en het na-isoleren van gevels.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Het toepassen van pleister of steenstrips op buitengevelisolatie gaat vaak gepaard met een gebrek aan geveldetaillering wat leidt tot een vervlakking van het straatbeeld.
Om deze vervlakking tegen te gaan, wordt opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen. Bij een nieuwe gevel wordt opgelegd deze details te voorzien. Deze details hebben immers een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.
De voorgevel in de Manebruggestraat wordt op het gelijkvloers afgewerkt met plaatmateriaal en schrijnwerk. Hierdoor lijken de pleistervlakken op de verdiepingen te zweven. Dit stemt niet overeen met de tektoniek van de draagmuren. Om het gebouw ook visueel te laten dragen op de grond zal in voorwaarden worden opgelegd dat het linkse deel het plaatmateriaal moet worden uitgevoerd in pleisterwerk zoals in het rood aangeduid op de geveltekeningen.
Onder dit pleistervlak moet een plint worden voorzien in blauwe steen met een minimum hoogte van 60 cm.
Wat betreft de raamdorpels alsook de dakranden, zal in voorwaarden worden opgelegd dat ook deze in beide voorgevels moeten worden voorzien in blauwe steen met een minimum dikte van 5 cm, die 5 cm uit gevel steken. Dit om een vervlakt gevelbeeld te vermijden.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de Herentalsebaan worden op het gelijkvloers raamopeningen voorzien tot op vloerniveau.
Dit is niet kenmerkend in de straat, waar de ramen op het gelijkvloers hoofdzakelijk zijn voorzien van een borstwering. Aangezien er geen voortuin aanwezig is in deze straat, zal in voorwaarden worden opgelegd om de ramen op het gelijkvloers te voorzien van een borstwering, gelijk aan deze van de linkse geburen, zodat de privacy van de achterliggende slaapkamer en dressing meer is gegarandeerd. Dit zal in het rood worden aangeduid op de tekeningen van de voorgevel.
De inhoud van de septische put is niet aangeduid op de plannen.
In voorwaarden zal worden opgelegd dat deze een inhoud moet hebben 2.900 liter conform de bepalingen van artikel 43 ‘Septische putten’ van de bouwcode.
De aansluitingen van het afvalwater en het regenwater op de straatriolering van de Manebruggestraat liggen meer dan 0,5 m uit elkaar. Dit is strijdig met artikel 41 ‘Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel’ van de bouwcode. De maximale afstand zal worden opgenomen in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.
In voorwaarden zal worden opgelegd dat de afvalberging in het appartementsgebouw moet worden voorzien van een verluchting conform artikel 26 ‘Afvalverzameling’ van de bouwcode.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft een verbouwing van een woongebouw met 3 wooneenheden naar 4 wooneenheden. Hiervoor is de parkeernorm 1 per wooneenheid dus 4. De aanvraag betreft eveneens de bouw van een eengezinswoning. Voor de eengezinswoning is de parkeerbehoefte 1.
De totale werkelijke parkeerbehoefte is 5.
|
De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op panden met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 0 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. (4 ontbrekende parkeerplaatsen voor de appartementen en 1 ontbrekende parkeerplaats voor de eengezinswoning).
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen voor de eengezinswoning bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Er zijn dan nog maar 4 ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen voor de appartementen. Voor de appartementen kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 3 parkeerplaatsen. Er zijn immers 3 woonentiteiten geacht vergund in het gebouw langs de Herentalsebaan. De garage aan de achterzijde valt buiten het geacht vergunde volume.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 - 4 = 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen
In de nieuwe eengezinswoning worden geen fietsenstalplaatsen voorzien.
Gelet de beperkte perceelsoppervlakte kan een afwijking van de bouwcode worden toegestaan, omdat het voorzien van een fietsenstalling binnen het maximale bouwvolume enkel een ongunstige impact zou hebben op het ruimtegebruik van de woning.
Fietsen kunnen gestald worden in de voortuin door middel van een fietsbeugel die wordt ingewerkt in de groenaanleg van deze voortuin. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voortuin groen aan te leggen en de verhardingen te beperken conform artikel 27 van de bouwcode;
3. fietsbeugels te voorzien in de groenaanleg van de voortuin voor het stallen van 3 fietsen;
4. een afsluiting van de voortuin te voorzien volgens artikel 19 van de bouwcode;
5. de ramen op het gelijkvloers in de Herentalsebaan te voorzien van een borstwering, met dezelfde hoogte als de linker gebuur zoals aangeduid in het rood op de plannen;
6. het linkse gevelvlak in plaatmateriaal in de Manebruggestraat te vervangen door gevelpleister met een plint in blauwe steen met een hoogte van 60 cm, zoals in het rood aangeduid op de plannen;
7. de raamdorpels en dakranden te voorzien in blauwe steen met een minimum dikte van 5 cm, die 5 cm uit gevel steken;
8. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
9. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
10. de afvalberging in het appartementsgebouw te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode;
11. de aansluitingen van het afvalwater en het regenwater op de straatriolering van de Manebruggestraat op maximaal 0,5 m uit elkaar te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;
12. de septische put te voorzien van een inhoud van 2.900 liter conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
13. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 3 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 2 januari 2022 |
Verslag GOA | 17 december 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
5 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de bevraging van de aanpalenden werden 5 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling:
Het is aan de verschillende partijen om de verbouwingswerken uit te voeren volgens de regels van de kunst en de bijhorende verantwoordelijkheden op zich te nemen. Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard en daardoor ongegrond.
Beoordeling:
Het is aan de verschillende partijen om de verbouwingswerken uit te voeren volgens de regels van de kunst en de regelgeving ter zake. Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard en daardoor ongegrond.
Beoordeling:
Er wordt niet concreet aangegeven hoe de privacy wordt geschonden. De nieuwbouwwoning in de Manebruggestraat overschrijdt het maximaal inpasbare bouwvolume niet en sluit aan bij het gabarit van de geburen. Deze nieuwbouw staat op eenzelfde afstand dan de aanpalende gebouwen en ruimtelijk inpasbaar. Het bezwaar is niet gegrond.
Beoordeling:
De nieuwbouwwoning in de Manebruggestraat overschrijdt het maximaal inpasbare bouwvolume niet en sluit aan bij het gabarit van de geburen. De impact van de nieuwbouw zal te verwaarlozen zijn. De uitbreiding op de Herentalsebaan bevindt zich in het noorden van het bouwblok, waardoor de impact op de lichtinval beperkt zal zijn. Het bezwaar is niet gegrond.
Beoordeling:
De aanvraag heeft betrekking op panden met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. De bijkomende parkeerbehoefte van de studio in de Herentalsebaan zal de parkeerdruk niet op een onaanvaardbare wijze doen toenemen. Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning is het niet vereist een stabiliteitsstudie toe te voegen. Het is aan de verschillende bouwpartners om de nodige studies te laten uitvoeren.
Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard en daardoor ongegrond.
Beoordeling:
Niet-vergunningsplichtige werken mogen worden uitgevoerd zonder een omgevingsvergunning. Indien de bezwaarindiener een overtreding vermoedt, kan hij deze melden bij de bevoegde diensten. Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard en daardoor ongegrond.
Beoordeling:
Het klopt dat het zip-bestand dat de bezwaarindiener terug stuurde geen plannen bevat van deelproject B. Het bezwaar werd verzonden op 1 december. De periode van de aanschrijving van de aanpalenden liep tot 9 december. De bezwaarindiener had de bijkomende plannen kunnen opvragen in plaats van dit bezwaar in te dienen. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voortuin groen aan te leggen en de verhardingen te beperken conform artikel 27 van de bouwcode;
3. fietsbeugels te voorzien in de groenaanleg van de voortuin voor het stallen van 3 fietsen;
4. een afsluiting van de voortuin te voorzien volgens artikel 19 van de bouwcode;
5. de ramen op het gelijkvloers in de Herentalsebaan te voorzien van een borstwering, met dezelfde hoogte als de linker gebuur zoals aangeduid in het rood op de plannen;
6. het linkse gevelvlak in plaatmateriaal in de Manebruggestraat te vervangen door gevelpleister met een plint in blauwe steen met een hoogte van 60 cm, zoals in het rood aangeduid op de plannen;
7. de raamdorpels en dakranden te voorzien in blauwe steen met een minimum dikte van 5 cm, die 5 cm uit gevel steken;
8. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
9. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
10. de afvalberging in het appartementsgebouw te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode;
11. de aansluitingen van het afvalwater en het regenwater op de straatriolering van de Manebruggestraat op maximaal 0,5 m uit elkaar te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;
12. de septische put te voorzien van een inhoud van 2.900 liter conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
13. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.