Terug
Gepubliceerd op 27/12/2021

2021_CBS_10301 - Omgevingsvergunning - OMV_2021154360. Van der Meydenstraat 30. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/12/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10301 - Omgevingsvergunning - OMV_2021154360. Van der Meydenstraat 30. District Borgerhout - Goedkeuring 2021_CBS_10301 - Omgevingsvergunning - OMV_2021154360. Van der Meydenstraat 30. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021154360

Gegevens van de aanvrager:

de heer AVRAHAM ULMAN met als adres Consciencestraat 43 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van der Meydenstraat 30 2140 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nrs. 0 en 336M5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning en omvormen van een kantoor tot studio

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/07/2021: vergunning (20211997) voor het uitbreiden van een meergezinswoning met een extra daklaag en een derde woonentiteit;

-          04/03/2005: vergunning (180#3340) voor het bouwen van een liftschacht in meergezinswoning;

-          25/07/1966: vergunning (19663196) voor voorgevelveranderings- en verbouwingswerken.

Vergunde toestand

-          meergezinswoning met gelijkvloerse kantoorruimte en 3 bovenliggende wooneenheden;

-          4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          het hoofddak en het dak van de 2de verdieping dat niet voorzien is als dakterras, zijn aangelegd als groendak;

-          inpandige parking achteraan het perceel met doorrit vanaf de straat.

Huidige toestand

-          de meest recente vergunning werd nog niet uitgevoerd.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met 4 wooneenheden:

  • gelijkvloerse functiewijziging van kantoor naar een studio met een netto vloeroppervlakte van circa 60 m²;
  • uitbreiding achteraan van de appartementen op de 1ste en 3de verdieping;

-          gelijkvloerse ontpitting achteraan het perceel;

-          uitgebreide 4de bouwlagen tot een diepte overeenkomstig onderliggende bouwlagen;

-          behoud van 1 inpandige garage vooraan;

-          voorgevel in witte baksteen en buitenschrijnwerk in grijs pvc, met behoud van de originele kroonlijst.

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van een gelijkvloers kantoor naar een wooneenheid in een meergezinswoning waardoor het aantal wooneenheden wordt vermeerderd van 3 naar 4;

-          ontpitten van het perceel;

-          uitvoeren van interne constructieve werken;

-          uitbreiden van het bouwvolume op de 4de verdieping en voorzien van uitpandige terrassen op de 1ste en 3de verdieping;

-          wijzigen van de raamopeningen in de achtergevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

5 november 2021

30 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

5 november 2021

19 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

5 november 2021

12 november 2021

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

5 november 2021

16 november 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 november 2021

18 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht

Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving.
De wijziging van de 4de bouwlaag is niet afgestemd op de rest van de gevel;

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte

Bij volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.
De 4de bouwlaag wordt achteraan uitgebreid tot een bouwdiepte overeenkomstig de onderliggende verdiepingen. Deze bouwdiepte wijkt af van de kenmerkende bouwdiepte van het hoofdgebouw.

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de enkelvoudige scheidingsmuren hebben niet overal minstens 18 cm dikte op eigen perceel waar zij constructieonderdelen dragen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde hoofdfunctie als meergezinswoning blijft behouden. De gelijkvloerse kantoorfunctie wordt omgevormd naar een woonfunctie. Gelijkvloerse woonfuncties zijn kenmerkend in de Van der Meydenstraat. De aanvraag kan positief geadviseerd worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het aantal wooneenheden van het meergezinsgebouw met 3 vergunde woonentiteiten wordt uitgebreid met een een studio van ruim 61 m² netto vloeroppervlakte op het gelijkvloers. De eenzijdig georiënteerde studio geniet door een ontpitting achteraan het perceel van lichttoetreding via de tuinzone van ca. 30 m².

 

Ter hoogte van de 1ste verdieping wordt het inpandige terras bij het appartement betrokken en wordt boven op de gelijkvloerse aanbouw een nieuwe buitenruimte voorzien. Het vergunde eenslaapkamerappartement wordt hierdoor uitgebreid van ca. 66 m² naar ca. 77 m². De wijzigingen aan het gelijkvloers en de 1ste verdieping kunnen positief geadviseerd worden. De gelijkvloerse ontpitting en de uitbreiding van het appartement op de 1ste verdieping vormen een verbetering ten opzichte van de vergunde situatie en hebben een positieve impact op de interne woonkwaliteit.


Ten opzichte van vergunde toestand (OMV_2021080926) wordt de 4de bouwlaag uitgebreid in de diepte. Daar waar de vergunde toestand zich beperkt tot de kenmerkende bouwdiepte voor de hoofdbebouwing (ca. 9 m) wordt de bouwdiepte nu uitgebreid tot ca. 14 m. Er wordt een tweeslaapkamer appartement voorzien van ca. 81m² ter vervanging van het vergunde studioappartement van ca. 57 m². Bijkomend wordt een uitpanding terras voorzien.

De aangevraagde uitbreiding kan niet positief geadviseerd worden aangezien de bouwdiepte van de bijkomende bouwlaag en het uitpandige terras de kenmerkende bouwdiepte van de hoofdbebouwing in de straat overschrijdt (bouwcode, art. 6 en 10). De aangevraagde wijzigingen aan de 4de bouwlaag dienen uitgesloten te worden uit de vergunning.
 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

In tegenstelling tot de vergunde situatie laat de volumeuitbreiding zich in de voorgevel niet lezen als een logische verderzetting van de bestaande gevel. Door het behouden van de bestaande kroonlijst boven de 3de bouwlaag wordt een onaanvaardbare situatie bekomen die zich niet visueel inpast in het referentiebeeld.


Een kroonlijst vormt kenmerkend een beëindiging van de hoofdbebouwing en de aankondiging van een daklaag. Door de verderzetting van de raamverdeling, de geveldetaillering en de materialisatie van de onderliggende verdiepingen boven de bestaande kroonlijst wordt een dissonant gevormd t.o.v. het referentiebeeld. De gevelwijziging is bijgevolg niet in overeenstemming met artikel 6 van de bouwcode en dient uitgesloten te worden uit de vergunning.

 

In analogie met de rest van de achtergevel wordt het schrijnwerk op het gelijkvloers voorzien in grijs pvc-schrijnwerk. De achtergevel van de nieuwe bouwlaag wordt afgewerkt in een witte bepleistering. Deze ingrepen aan de achtergevel vormen een verbetering van de beeldkwaliteit en de duurzaamheid van de achtergevel en zijn in harmonie met de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe studiowoning op het gelijkvloers biedt voldoende woonkwaliteit en geniet van een kwalitatieve buitenruimte. Mits uitsluiting van de wijzigingen ter hoogte van de 4de verdieping, vormt de aanvraag een verbetering van de woonkwaliteit zonder hierbij hinder naar de omgeving te veroorzaken.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid door functiewijziging van kantoor naar wonen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige reden niet gerealiseerd worden:

-          Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten, een bijkomende toegangspoort is dus uitgesloten. De bestaande en vergunde poort geeft reeds toegang tot een bestaande parkeerplaats en kan niet verder uitgebreid worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Het bestaande kantoor was slechts +/-  20m² (in stationsomgeving waar parkeernorm station Antwerpen Centraal = 0,6/100m²) waardoor gesteld wordt dat dit kantoor geen parkeerbehoefte had. Bijgevolg kan er geen parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius zijn strikt na te leven;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Uitsluitingen

4.      de voorgevelwijzigingen;

5.      de wijzigingen aan de 4de bouwlaag.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 oktober 2021

Volledig en ontvankelijk

5 november 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 januari 2022

Verslag GOA

17 december 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Algemeen bezwaar tegen de verbouwingen: De bezwaarindiener gaat niet akkoord met de werken zonder dit bezwaar te onderbouwen;

Beoordeling: De bezwaarindiener geeft geen specifieke redenen of argumenten aan om zijn bezwaar te onderbouwen. Er kan bijgevolg geen rekening gehouden worden met het bezwaar. Het bezwaar is ongegrond;

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius zijn strikt na te leven;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Uitsluitingen

4.      de voorgevelwijzigingen;

5.      de wijzigingen aan de 4de bouwlaag.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.