Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021157511 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Marleen Snijers met als adres Vorsterslaan 6 te 2180 Antwerpen en de heer Richard Mertens met als adres Vorsterslaan 6 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Vorsterslaan 6 2180 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 34 sectie E nrs. 0, 73X5, 73S3 en 73H3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een bestaande veranda |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/02/1966: vergunning (803#2037/803#6917) voor het bouwen van een eengezinswoning.
Vergunde/geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak, in gesloten bebouwing, inclusief voortuin met toegangspaadje.
Huidige toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
Gewenste toestand
- conform huidige toestand, afgezien van:
Inhoud van de aanvraag
- vervangen van de bestaande veranda door een nieuw exemplaar, met plat dak en lichtstraat;
- grotendeels extra verharden van de achtertuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 4 november 2021 | 6 december 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Bovendien worden in de voortuin principieel enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten, zijnde een toegangspad naar de voordeur en een onderhoudsstrook langsheen de voorgevel (beiden met een maximale breedte van 1,50 m). In deze is de voortuinstrook nagenoeg volledig verhard, dit terwijl de woning op het aansluitende terrein achteraan beschikt over een autostalplaats en dergelijke stalplaats in de voortuin aldus niet meer vereist is.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het perceel is gesitueerd in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied en er werd dienaangaande advies ingewonnen bij de bevoegde dienst van de provincie Antwerpen, namelijk de afdeling Integraal Waterbeleid. De voorwaarden in dit advies zullen overgenomen worden als voorwaarde bij een vergunning.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag vertoont een aantal afwijkingen ten aanzien van de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.
Aangaande echter de afwijking inzake de vrije plafondhoogte, namelijk 2,56 m in plaats van de vereiste 2,60 m, kan deze zonder meer aanvaard worden, dit aangezien de afwijking wel heel gering blijkt te zijn, en wel slechts 4 cm, en aangezien er in het middelste deel van het lokaal in kwestie een gemiddeld 65 cm hoger uitgevoerde en ruime lichtstraat wordt voorzien die de gemiddelde hoogte van de ruimte sterk verhoogt, ook gevoelsmatig.
Op basis daarvan wordt dan ook geadviseerd betreffende als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het beperkt verbouwen van een vergunde eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie, hoofdzakelijk tot een gelijkvloerse bouwdiepte van ± 14,95 m en met een hoogte van om en bij de 3,50 m, is enerzijds in overeenstemming met de voor dit type van bebouwing doorgaans gehanteerde richtlijnen en is anderzijds afgestemd op de maatvoering van het merendeel van de in dit bouwblok aanwezige panden. Bovendien resteert er meer dan voldoende open en onbebouwde tuinruimte om een degelijke woonkwaliteit te garanderen.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De werken vinden geheel aan de achterzijde van de woning plaats en zijn derhalve niet zichtbaar vanop het openbare domein. Desalniettemin zijn de gehanteerde materialen, rode gevelsteen en aluminium schrijnwerk (weliswaar zonder kleurstelling), aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt. Betreffende wordt algemeen aangewend bij dergelijke gebouwen en is reeds voorkomend en dus visueel ingepast in de omgeving.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het klimaatbeheersingstoestel dat in de voortuin werd geplaatst dient te worden verwijderd of te worden voorzien overeenkomstig de richtlijnen van artikel 16 van de Antwerpse bouwcode;
2. de voortuin dient ter hoogte van het openbare domein te worden afgesloten door middel van een levende afsluiting, muurtje of hek, met een maximale hoogte van 1 m;
3. de verharding in de voortuinstrook dient te worden beperkt tot een toegangspad naar de voordeur en een onderhoudsstrook langsheen de voorgevel, beiden met een maximaal uitgevoerde breedte van 1,50 m. De rest van deze strook dient onverhard te worden aangelegd;
4. de verharding in de achtertuin dient beperkt te blijven tot het bijgebouw en een terrasstrook langsheen de achtergevel met een maximale diepte van 3 m – op deze wijze wordt alsnog een minimum aan (verbruiks-)verharding voorzien (namelijk 32 m², zijnde 42 %) zonder dat het maximum van 1/3de van deze zone (26 m²) al te hard wordt overschreden;
5. de voorwaarden van de Dienst Integraal Waterbeleid zijn strikt op te volgen;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 4 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 januari 2022 |
Verslag GOA | 13 december 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het klimaatbeheersingstoestel dat in de voortuin werd geplaatst dient te worden verwijderd of te worden voorzien overeenkomstig de richtlijnen van artikel 16 van de Antwerpse bouwcode;
2. de voortuin dient ter hoogte van het openbare domein te worden afgesloten door middel van een levende afsluiting, muurtje of hek, met een maximale hoogte van 1 m;
3. de verharding in de voortuinstrook dient te worden beperkt tot een toegangspad naar de voordeur en een onderhoudsstrook langsheen de voorgevel, beiden met een maximaal uitgevoerde breedte van 1,50 m. De rest van deze strook dient onverhard te worden aangelegd;
4. de verharding in de achtertuin dient beperkt te blijven tot het bijgebouw en een terrasstrook langsheen de achtergevel met een maximale diepte van 3 m – op deze wijze wordt alsnog een minimum aan (verbruiks-)verharding voorzien (namelijk 32 m², zijnde 42 %) zonder dat het maximum van 1/3de van deze zone (26 m²) al te hard wordt overschreden;
5. de voorwaarden van de Dienst Integraal Waterbeleid zijn strikt op te volgen;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.