2021_MOT_00070 - Voorstel tot motie van raadslid Freek Niesten: Oeververbindingen

De Schelde vormt Antwerpens grootste economische troef maar vormt tegelijkertijd een barrière tussen de 17.000 inwoners van Linkeroever en de rest van het district. De bewoners van Linkeroever zijn aangewezen op een beperkt aantal verbindingen – de Waasland- en Kennedytunnel voor het autoverkeer, de Brabotunnel voor het tramverkeer, de Sint-Annatunnel, de Kennedytunnel en de veerdienst voor de fietsers en voetgangers. Voor het rechtstreekse verkeer tussen de woonkern op Linkeroever en het stadscentrum waar de bewoners van Linkeroever heel wat essentiële functies terugvinden zijn vooral de verbindingen voor het niet-gemotoriseerd verkeer van wezenlijk belang. Elk van deze verbindingen kent een aantal technische beperkingen en kent het gevaar om door defecten uit te vallen. Wanneer een van deze verbindingen uitvalt wordt zich verplaatsen tussen Linkeroever en het stadscentrum precair. Er is wellicht geen enkele gemeente in Vlaanderen waar een wijk met zo veel inwoners zo afhankelijk is van het goed functioneren van een zeer beperkt aantal verbindingen om het centrum van de eigen gemeente te kunnen bereiken.

De meest cruciale schakel hierin is ongetwijfeld de Sint-Annatunnel. De meeste voetgangers en een groot deel van de fietsers kan hier gebruik maken van de roltrappen, maar voor mensen met rollators, rolstoelen, kinderwagens, elektrische fietsen, … zijn de aanwezige liften noodzakelijk om van de tunnel gebruik te kunnen maken. Deze liften zijn echter reeds lange tijd defect, waardoor heel wat mensen de facto geen gebruik meer kunnen maken de voetgangerstunnel. Het ontbreken van liften in de metrostations Frederik van Eeden en Groenplaats betekent dat voor deze gebruikers ook de tram nauwelijks een alternatief is om van Linkeroever in het centrum te geraken. Het continu functioneren van de liften in de voetgangerstunnel is dus een absolute noodzaak voor de bewoners van Linkeroever.

In de toekomst worden bijkomende oeververbindingen gepland. Deze kunnen de mobiliteit tussen beide oevers versterken, maar voor de woonkern op Linkeroever en voor de bewoners van het stadscentrum om het recreatiegebied op Linkeroever te bereiken blijven de verbindingen in het stadscentrum essentieel. Ook in de toekomst zullen deze de ruggengraat vormen van het verkeer tussen beide stadsdelen. Ongeacht de mogelijke toekomstige verbindingen op middellange of korte termijn dienen de bestaande verbindingen onverwijld optimaal te functioneren.

De districtsraad Antwerpen adviseert het college van burgemeester en schepenen volgende dringende vragen aan de betrokken administraties en overheden voor te leggen:

• als eerste en meest dringende: een onmiddellijk herstel van de liften in de Sint-Annatunnel. Technische en juridische problemen die dit eventueel in de weg staan dienen een onmiddellijke oplossing te krijgen;
• frequentie en werkingstijd van de veerdiensten dienen te worden uitgebreid om een daadwerkelijke rol in het woon-werkverkeer, het economisch verkeer en het recreatief verkeer te kunnen spelen. Een aanpassing van de hellingen zodat ook bij laagtij de toegang verzekerd wordt voor minder mobiele mensen dient te worden uitgewerkt;
• de waterbus dient op een meer gunstige plek aan te leggen voor de bewoners van Linkeroever. De gelijkaardige problemen met de hellingen dienen te worden aangepakt.
• de opstapmogelijkheden voor de trams in de premetrostations en de verdere haltes op Linkeroever dienen te worden verbeterd. De werking van de roltrappen dient continu te worden verzekerd. Bij de aanpassingen van de premetrostation Groenplaats dienen liften te worden voorzien die indien technisch mogelijk ook in premetrostation Frederik Van Eeden worden voorzien. De verdere haltes worden geoptimaliseerd inzake integrale toegankelijkheid en inzake de bereikbaarheid vanop het voetpad.