Artikel 143 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017: de bepalingen van titel 4 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 zijn van toepassing op de districten, met uitzondering van artikel 249, § 3, artikel 256 en 264, tweede lid, en met dien verstande dat de volgende woorden worden gelezen als volgt:
De inhoudelijke en budgettaire aanpassingen zijn gedaan om de kans te maximaliseren dat de vooropgezette doelstellingen gehaald worden, rekening houdend met de beschikbare financiële ruimte.
De districtsraad keurde het meerjarenplan 2020-2025 goed in de zitting van 21 november 2019 (jaarnummer 133).
De districtsraad keurde de aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 goed in de zitting van 28 mei 2020 (jaarnummer 79).
De districtsraad keurde de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 goed in de zitting van 19 november 2020 (jaarnummer 164).
De districten ontvingen de interne onderrichtingen voor aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 met de dienstmededeling van 4 februari 2021 van de bedrijfseenheid Financiën.
Aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 is in evenwicht.
Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge is positief in 2025.
De districtsraad keurt aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025, overeenkomstig de bepalingen van de beleids- en beheerscyclus, goed.
De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.