2021_IP_00149 - Interpellatie van raadslid Bavo De Mol: Lange termijnvisie parkeerbeleid

Geachte schepen,

Op vrijdag 30 april 2021 besliste het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Antwerpen om het bewonersparkeren in de stad fors uit te breiden. 

De directe aanleiding daarvan is de komst van nieuwe Park & Rides. Zo openen in het najaar van 2021 de Park & Ride op de Havanasite in de wijk Luchtbal en die op de Keizershoek in district Merksem. In het voorjaar van 2022 zal het nieuwe Park & Ride gebouw op Linkeroever geopend worden. 

Omdat de stad wil vermijden dat pendelaars in de woonstraten rond de openbaar vervoersassen parkeren in plaats van de (betalende) Park & Ride gebouwen, is er beslist om in de betrokken districten het bewonersparkeren uit te breiden. 

Deze uitbreiding in Merksem zorgt ervoor dat heel Merksem-Heide en een aantal bijkomende straten ook bewonersparkeren wordt. Hiermee geldt voor de ganse oostzijde van Merksem bewonersparkeren. 

Het is goed dat de bewoners hier beschermd worden en men pendelaars ontraadt om hier te parkeren. Mijn fractie verwelkomt dan ook de beslissing van het college.

Toch weten we dat nieuwe grenzen altijd nieuwe fenomenen met zich mee brengen. Verschuivingen van problemen zullen plaatsvinden. Het valt aan te nemen dat die zich het sterkst zullen laten voelen in straten waar nu de druk al hoog ligt, maar die net buiten de nieuwe zone liggen. Denk bijvoorbeeld aan smalle straten, zoals de Akkerbouwstraat en De Meers. Maar evengoed de Moeshofstraat kan verschuivingen zien. 

Bewoners van de Zusters van Onze Lieve Vrouwstraat, van Grijsdijk, Houthulsstraat en andere straten in Oud-Merksem/Nieuwdreef die buiten de bestaande parkeerzone vallen, spreken mij geregeld aan over hoe hun parkeerplaatsen worden ingenomen door auto’s van personen die niet in de directe omgeving wonen.

Hoewel het district strikt gezien niet bevoegd is voor de parkeerzonering, is het wel zo dat verschillende uitbreidingen in de stad er kwamen na de expliciete vraag van de districten. Dat was onder meer het geval in Deurne en Berchem. 

Het district is sowieso goed geplaatst als meest lokaal bestuursniveau om een alomvattende visie rond bewonersparkeren te ontwikkelen. Die visie kan dan dienen als leidraad bij het aanwenden van de adviesbevoegdheid om deze realiseren. Dat laat toe om niet enkel een reactief parkeerbeleid te voeren maar ook om een proactief parkeerbeleid te voeren. Ook dat is geen nieuw gegeven. Zo heeft het District Antwerpen in het verleden het principe al voorgesteld om het “on street” parkeren maximaal voor te behouden voor bewoners en bezoekers van de binnenstad maximaal te gidsen naar het “off street” parkeren. Het district Merksem moet deze visie niet klakkeloos overnemen, maar zou wel een eigen visie kunnen ontwikkelen die aansluit bij de noden van haar bewoners én de ruimtelijke realiteit in ons district. 

Ik zou u hieromtrent graag volgende vragen stellen:

• Erkent de schepen dat nieuwe zones voor bewonersparkeren een impact hebben in de randen van die zones?

• Heeft het district Merksem een parkeervisie voor het gehele Merksemse grondgebied?

• Zoja, kan de schepen de krijtlijnen van die visie schetsen

• Indien niet,

• Vindt de schepen het wenselijk zo’n visie te ontwikkelen?

• Hoe zou zo’n parkeervisie er volgens hem uit zien?

• Hoe moet zo’n visie ontwikkeld worden of hoe kan een parkeervisie, wanneer ze bestaat, geactualiseerd worden? 

• Welke rol kunnen burgers spelen in het ontwikkelen of actualiseren van zo’n visie?

• Kan de schepen zeggen of er nog nieuwe initiatieven inzake buurtparkings? Waar ziet hij zelf nog mogelijkheden?

Naar aanleiding van de geplande uitbreiding van de parkeerzone, had ik ook nog volgende meer concrete vragen: 

• Zal het district, naast de communicatie die vanuit de stad gebeurt, zelf ook naar de inwoners communiceren?

• Is het daarbij mogelijk om de inwoners die niet in de zone voor bewonersparkeren zelf wonen maar toch recht hebben op een bewonerskaart daar extra op te duiden?