De punten die gelegen zijn langs een gewestweg worden volgens het besluit van de Vlaamse regering gefinancierd en gerealiseerd door het gewest (Agentschap Wegen en Verkeer). De punten die niet gelegen zijn langs een gewestweg worden gerealiseerd door de lokale overheid. Binnen stad Antwerpen wordt dit bovenlokaal gefinancierd, dus niet door de districten. Hiervoor zijn budgetten voorzien bij Stadsontwikkeling/Mobiliteit, MPA en Slim naar Antwerpen. Indien er Vlaamse subsidies worden verkregen voor de aanleg of herinrichting van mobipunten die niet langs gewestwegen gelegen zijn, zullen de subsidieontvangsten en -uitgaven via een subsidiefiche opgenomen worden in het budget.
Waar mogelijk wordt de realisatie van de Slimme Schakels wel geïntegreerd in lopende of geplande inrichtingsprojecten. De standaardkosten zoals aanleg voetpaden enzovoort worden dan gefinancierd vanuit het projectbudget, de extra kosten in het kader van het project Slimme Schakels kunnen gefinancierd worden vanuit het budget Slimme Schakels.
Voor de aanleg of herinrichting van mobipunten die niet langs gewestwegen gelegen zijn (en aan een aantal voorwaarden voldoen), kan de gemeente Vlaamse subsidies verkrijgen:
De precieze voorwaarden, subsidiabele onderdelen en concrete werkwijze zijn momenteel nog in opmaak binnen het Vlaamse Gewest.
De eerste schijf van de subsidiemiddelen uit de thematische oproep stadsvernieuwing werd reeds ontvangen. Deze middelen staan op 2LMS010402A00000/5153000000/SBT11098/224. In de aanpassing meerjarenbegroting 4 worden deze verschoven naar 2022.
Met de collegebeslissing van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges vastgelegd. Artikel 11 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor lokale straten en pleinen.
Het college is bevoegd voor mobiliteit en bovenlokale budgetten.
In zitting van 28 januari 2019 (jaarnummer 42) keurde de gemeenteraad het bestuursakkoord 2019-2024 goed. Het bestuursakkoord vermeldt in resolutie 15: “De stad selecteert overstappunten en bouwt deze verder uit in samenspraak met zijn mobiliteitspartners. Superschakels waar vlot van vervoersmodus gewisseld kan worden, worden herkenbaar en comfortabel aangelegd, zodat je veilig en kwalitatief kan overstappen. Dit kunnen park-and-rides zijn, carpoolparkings voor auto en fiets of treinstations met parking voor auto en fiets.”
Ook Slim naar Antwerpen en het stedelijke mobiliteitsplan (goedgekeurd door de gemeenteraad op 2 maart 2015, jaarnummer 113) zetten in op combimobiliteit om een performant mobiliteitssysteem te bekomen met een beter evenwicht en samenspel van de verschillende vervoersmodi.
Stad Antwerpen verkreeg eind 2019 thematische projectsubsidies voor haar projectvoorstel rond ‘Slimme Schakels’ (indiening subsidieaanvraag goedgekeurd door het college op 14 juni 2019, jaarnummer 4977).
Parallel hiermee is op Vlaams niveau het decreet Basisbereikbaarheid bekrachtigd, waarmee het openbaar vervoer verder evolueert naar een overstapmodel. Het Vlaamse regeerakkoord bepaalt ook dat er actief werk moet gemaakt worden van kwalitatieve ‘mobipunten’, waar verschillende vervoersmodi vlot met elkaar verbonden worden. Binnen de vervoerregio Antwerpen geldt volgens de afspraken uit het Toekomstverbond én het regeerakkoord bovendien het streefdoel om tegen 2030 een modal split te bereiken met (gemiddeld over heel de vervoerregio) een autogebruik van maximaal 50%. Combimobiliteit is hierbij een belangrijk principe. Momenteel wordt binnen de vervoerregio gewerkt aan de plannota van het Routeplan 2030. Binnen de ‘gebiedsgerichte aanpak’ wordt daarin ook verdere uitwerking gegeven aan het concept van de mobiliteitsknooppunten.
Op 11 september 2020 keurde het Vlaams parlement het besluit van de Vlaamse regering over mobipunten goed. Hierin worden enkele elementen opgenomen:
Op 21 mei 2021 (jaarnummer 4032) keurde het college de overeenkomst goed voor de deelname aan het project Horizon 2020, waarbinnen onder meer gewerkt wordt aan slimme mobiliteitsknooppunten.
Het college keurde op 9 juli 2021 (jaarnummer 5753) het plan van aanpak goed voor de verdere uitwerking en realisatie van Slimme Schakels, als hoogwaardige mobiliteitsknooppunten in de stad. Dit omvat onder meer de selectie van punten (ingedeeld naar categorie en type), de theoretische prestatie-eisen per categorie en type, en de principes qua prioritering. De bedrijfseenheid Stadsontwikkeling afdeling Mobiliteit legt het plan van aanpak nu ter kennisneming voor.
Ambitie
Om te komen tot een meer evenwichtige verdeling en samenspel tussen de verschillende stedelijke vervoersmodi, wil stad Antwerpen letterlijk de drempels tussen de modi verlagen door te werken aan ‘Slimme Schakels’, de mobiliteitsknooppunten van de (zeer nabije) toekomst. Slimme Schakels zijn:
Door een efficiënte en kwaliteitsvolle aanleg en inrichting van de knooppunten kan de reiziger tijd winnen, wordt er tegemoetgekomen aan de kwaliteits- en comforteisen tijdens de deur-tot-deur verplaatsingen en vergroot de kans op een omschakeling naar combimobiliteit. Het combineren van verschillende vervoersmodi wordt zo een evidentie. Dit project vormt zo een belangrijk onderdeel van de strategie om te komen tot een modal split met maximaal 50% autoverkeer, zoals is vastgelegd in het Toekomstverbond en het Vlaams regeerakkoord.
De knooppunten zijn zeer divers van aard en van schaal gaande van een buurtpunt tot een park and ride en vragen zowel een overkoepelende visie als een aanpak op maat.
Aangezien vandaag de meeste knooppunten nog zeer beperkt zijn qua uitrusting en inpassing, is er een zeer grote inhaalbeweging nodig om dit te realiseren. Antwerpen wil hierin een voortrekkersrol opnemen, in afstemming met de vervoerregio en de mobiliteitspartners.
Aanpak
De uitwerking van de Slimme Schakels vraagt een projectaanpak op verschillende sporen:
Selectie en categorisering
In samenspraak tussen de vervoerregio, stad Antwerpen en districten, zijn de locaties aangeduid waar op termijn een opwaardering tot Slimme Schakel beoogd wordt. Verspreid over het grondgebied van de stad zijn er zo’n 130 punten aangeduid.
Deze punten zijn ingedeeld in vier categorieën: interregionaal, regionaal, lokaal en buurt. Deze indeling is onder meer afhankelijk van (en indicatief voor) de (toekomstige) plaats van elk punt in het netwerk en de in elk punt aangeboden verbindingen.
De regionale en interregionale punten worden vastgelegd door de vervoerregioraad, in samenspraak met de betrokken gemeenten. De lokale punten en buurtpunten worden aangeduid door de lokale besturen, in samenspraak met de vervoerregio.
Op initiatief van stad Antwerpen is er daarnaast ook een indeling gemaakt in vijf types, afhankelijk van het overheersende doelpubliek:
De huidige lijst met knooppunten, hun categorie en type wordt als bijlage toegevoegd aan dit besluit. Voor de lokale punten en buurtpunten blijft dit een werklijst, die nog kan aangepast worden waar nodig.
Uitrustingsniveau
Vanuit het Vlaams Gewest wordt een minimaal uitrustingsniveau vastgelegd voor de aanleg van een mobipunt:
Op initiatief van stad Antwerpen worden deze prestatie-eisen voor de mobipunten op Antwerps grondgebied (de Slimme Schakels) aangevuld en verfijnd per categorie en type van mobiliteitsknooppunt. Dit is een theoretische indeling, die gezien de grote variatie aan mobipunten steeds aan de praktijk moet getoetst en eventueel bijgesteld worden. Bij de concrete uitwerking van de specifieke mobiliteitsknooppunten worden de districten om advies gevraagd.
Het overzicht met prestatie-eisen per categorie en type wordt als bijlage toegevoegd aan dit besluit.
Prioritering
Gezien het grote aantal beoogde mobipunten is het nodig een prioritering op te maken. Om enerzijds tegemoet te komen aan de vele overstapbewegingen die eigen zijn aan het concept Basisbereikbaarheid, en anderzijds het gebruik van de park and rides te stimuleren, wordt voorgesteld prioriteit te geven aan de punten die het meest belangrijk zijn als overstappunten binnen het openbaar vervoer, en aan de punten die het meest belangrijk zijn als overstap tussen auto en openbaar vervoer (park and rides). Concreet zijn dit de punten van het type 4 en 5. Dit past ook in het kader van de Minder Hinder-aanpak aangaande de werken aan (onder meer) de Oosterweelverbinding.
In een eerste fase wordt dus geen prioriteit gegeven aan de andere punten, met uitzondering van de punten waar zich koppelkansen voordoen met lopende of geplande projecten. De eerste punten waarvoor het traject wordt opgestart, zijn: Olympiade, Bist, Harmonie, Zwaantjes en Operaplein.
De punten die gelegen zijn langs een gewestweg worden volgens het besluit van de Vlaamse regering gerealiseerd door het gewest (Agentschap Wegen en Verkeer). Stad Antwerpen en het Vlaams Gewest hanteren samen dezelfde prioritering en prestatie-eisen.
Het districtscollege neemt kennis van het plan van aanpak voor de verdere uitwerking en realisatie van Slimme Schakels, als hoogwaardige mobiliteitsknooppunten in de stad. Dit omvat onder meer de selectie van punten (ingedeeld naar categorie en type), de theoretische prestatie-eisen per categorie en type, en de principes qua prioritering.
Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit het bevolkingsregister en uit het vreemdelingenregister bepaalt dat de gemeentelijke diensten en de diensten die afhankelijk zijn van het OCMW de bevolkingsregisters alleen kunnen raadplegen voor interne doeleinden.
Met brief van 30 september 2013 laat Vlaams minister van Bestuurszaken weten dat de federale minister van oordeel is dat de diensten van de districten als 'gemeentelijke diensten' moeten worden beschouwd in de zin van artikel 5 van het voormelde KB, gelet op het feit dat ze specifieke gemeentelijke bevoegdheden uitoefenen.
Artikel 131 van het Lokaal Decreet bepaalt dat de handelingen van de districtsraden, van het districtscollege en van de voorzitter niet in strijd mogen zijn met de Grondwet, de wetten en de besluiten van de federale overheid, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de gewesten en gemeenschappen, noch met de besluiten van de provinciale overheden, noch met de besluiten van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
Binnen de stad en de districten is het sinds vele jaren gebruikelijk om de bevolkingsregisters te consulteren om felicitaties en uitnodigingen te sturen naar inwoners naar aanleiding van hun (huwelijks)jubileum, maar ook voor andere doeleinden zoals het versturen van brochures naar welbepaalde doelgroepen (jeugd, senioren, ...) om bepaalde initiatieven of activiteiten aan te kondigen, het versturen van uitnodigingen naar nieuwe inwoners om hen te laten kennismaken met de stedelijke dienstverlening, enzovoort. Sinds enige tijd rijst de vraag over de wettelijke mogelijkheden en beperkingen waarover de gemeenten en hun mandatarissen beschikken om de bevolkingsregisters te raadplegen.
Raadplegen
In zijn omzendbrief van 1 juli 2011 stelt de Vlaams minister van Bestuurszaken dat onder 'het raadplegen van de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister' uitdrukkelijk wordt verstaan: "het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister zonder dat de bedoelde diensten rechtstreeks toegang krijgen tot de bevolkingsregisters of het rijksregister. Deze rechtstreekse toegang blijft exclusief voorbehouden voor de gemeentelijke diensten die daartoe de nodige machtiging hebben verworven".
De toelevering van de informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister gebeurt door de gemeentelijke diensten die gemachtigd zijn om zich toegang te verschaffen tot de bevolkingsregisters en het rijksregister.
Met brief van 30 september 2013 laat Vlaams minister van Bestuurszaken weten dat de federale minister van oordeel is dat de diensten van de districten als 'gemeentelijke diensten' moeten worden beschouwd in de zin van artikel 5 van het voormelde KB, gelet op het feit dat ze specifieke gemeentelijke bevoegdheden uitoefenen. Deze diensten kunnen bijgevolg de bevolkingsregisters raadplegen voor doeleinden die verband houden met de hen toegewezen specifieke bevoegdheden. In dergelijke gevallen hoeft de raadpleging van de bevolkingsregisters door de diensten van de districten niet het voorwerp uit te maken van een gemeenteraads- of een collegebeslissing.
In het kader van een specifiek doelgroepenbeleid of van een specifieke communicatie met sommige bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld voor het uitnodigen van jubilarissen, of nieuwe inwoners van het district) is een raadpleging van de bevolkingsregisters door het districtscollege evenwel enkel mogelijk indien dit geregeld wordt in een gemeenteraads- of collegebeslissing, net zoals dit geldt voor het college van burgemeester en schepenen en voor het OCMW-bestuur.
Het college keurde op 8 november 2013 (jaarnummer 11253) goed dat dat de gemeentelijke diensten in zijn opdracht de bevolkingsregisters kunnen raadplegen telkens deze raadpleging kadert in de uitvoering van beslist en geregeld beleid inzake specifiek doelgroepenbeleid of van specifieke communicatie met sommige bevolkingsgroepen binnen de bevoegdheden van stad, OCMW en districten als openbaar bestuur.
Het districtscollege keurt in uitvoering van voornoemde collegebeslissing goed dat het raadplegen van de bevolkingsregisters noodzakelijk is in de uitvoering van beslist en geregeld beleid binnen de bevoegdheden van het district als openbaar bestuur.
Voorwaarden
Beslist en geregeld beleid
Het districtscollege keurde een aantal acties goed in het kader van een specifiek doelgroepenbeleid of van specifieke communicatie met sommige bevolkingsgroepen. Om deze beslissingen te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk voor volgende acties over de respectieve gespecifieerde gegevens uit de bevolkingsregisters en/of vreemdelingenregisters te kunnen beschikken:
De gemeenten Stabroek, Kapellen en district Berendrecht Zandvliet Lillo en Ekeren organiseren een tienerevent dat doorgaat in Stabroek op zaterdag 16 oktober 2021. Dit event is goedgekeurd door het districtscollege. Tieners zijn een erg moeilijk bereikbare groep in het district. Daar in het district geen tienerwerking actief is, is er evenmin een sociaal digitaal netwerk waarop de tieners gecontacteerd kunnen worden. Momenteel is er dus geen andere mogelijkheid om hen te bereiken dan via de persoonsgegevens.
Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit het bevolkingsregister en uit het vreemdelingenregister bepaalt dat de gemeentelijke diensten en de diensten die afhankelijk zijn van het OCMW de bevolkingsregisters alleen kunnen raadplegen voor interne doeleinden.
Omzendbrief BB 2011/2 van 1 juli 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken betreffende de raadpleging van de bevolkingsregisters voor interne doeleinden.
Het districtscollege geeft opdracht aan Ondernemen en Stadsmarketing/ Loketwerking de gevraagde gegevens uit het bevolkingsregister en/of het vreemdelingenregister te bezorgen aan de districtsadministratie.
Artikelen 132, 277 en 278§2 1ste lid van het Decreet Lokaal Bestuur belasten de districtssecretaris met het opstellen en bewaren van de notulen van het districtscollege. De notulen vermelden in chronologische volgorde alle besproken onderwerpen en het gevolg dat eraan werd gegeven. Zij vermelden duidelijk alle genomen beslissingen.
Artikelen 50 en 129 van het Decreet Lokaal Bestuur bepalen dat de notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van het districtscollege. De goedgekeurde notulen worden voor de volgende vergadering van het districtscollege na het districtscollege waarop de notulen werden goedgekeurd aan de districtsraadsleden bezorgd.
Het districtscollege vergaderde op 17 augustus 2021. Iedereen was aanwezig.
Het districtscollege dient de notulen van de zitting goed te keuren in de eerstvolgende gewone zitting.
Het districtscollege keurt de notulen van 17 augustus 2021 goed.
Het districtscollege geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
Districtssecretaris | De notulen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn te bezorgen aan de districtsraadsleden. |
Artikel 290 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat alle briefwisseling aan de gemeente wordt geacht te zijn gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Behalve bij andersluidende beslissing van de gemeenteraad wordt de briefwisseling verstuurd naar het gemeentehuis. Er wordt een register aangelegd van alle ingaande en uitgaande briefwisseling, van welke aard ook. Dit artikel is ook van toepassing op de districten.
Alle inkomende briefwisseling gericht aan het districtsbestuur wordt geregistreerd. De districtssecretaris legt een selectie van de briefwisseling voor aan het districtscollege.
De districtssecretaris maakt de districtscollegeleden attent op de briefwisseling van 16 augustus 2021 tot en met 20 augustus 2021, die eveneens opgenomen werd in VIP14 (verwerking inkomende post binnen de 14 dagen). Het districtscollege bepaalt welk gevolg eraan moet worden gegeven.
Het districtscollege neemt kennis van de ingekomen briefwisseling over de periode van 13 augustus 2021 tot en met 20 augustus 2021:
Nummer | Datum ontvangst | Afzender | Onderwerp |
---|---|---|---|
075_2021_000039 | 13 augustus 2021 | Agentschap Binnenlands Bestuur - Afdeling Lokale Organisatie en Werking | Besluit districtsraad 2021_DREK_00029 Tweejaarlijkse eretitel Akerprijs |