Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Het BOSA vormt een aanvulling op het Decreet Lokaal Bestuur. Het is beperkt tot zaken die niet geregeld worden door het Decreet Lokaal Bestuur en waarvoor het bestuur zelf autonomie (of een verplichting) heeft om een regeling uit te werken in het huishoudelijk reglement.
Naar aanleiding van de goedkeuring van het 'Decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie' dient het BOSA te worden aangevuld: het huishoudelijk reglement dient de omstandigheden om digitaal of hybride te kunnen vergaderen, te omschrijven.

Door een addendum aan het BOSA toe te voegen, voldoet het huishoudelijk reglement van de stad Antwerpen aan deze nieuwe vereiste. 

Overeenkomstig artikelen 38 en 74 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt de raad voor maatschappelijk welzijn een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over onder andere:

• de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
• de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de raad voor maatschappelijk welzijn digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
• de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de raad voor maatschappelijk welzijn hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.

Deze drie bepalingen werden aan het Decreet Lokaal Bestuur toegevoegd na goedkeuring van het Decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 25 februari 2019 (jaarnummer 23) het Basisreglement Bestuurlijke Organisatie stad Antwerpen (BOSA) goed voor de bepalingen in het reglement die op de raad voor maatschappelijk welzijn van toepassing zijn.

De Vlaamse Regering keurde op 16 juli 2021 het 'Decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie' goed. De mogelijkheid om digitaal en/of hybride te vergaderen wordt formeel verankerd in dit decreet.

Vanaf 1 januari 2020 voorziet het Decreet Lokaal Bestuur dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd.

Het college keurde in de zitting van 27 maart 2020 (jaarnummer 2852) de werkwijze van opvolgingsrapportering goed.

Het college keurde in de zitting van 21 mei 2021 (jaarnummer 4062) de timing van de opvolgingsrapportering goed.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurde op 31 mei 2021 (jaarnummer 19) aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

Artikel 263 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar moet worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

Artikel 143, 241 en 489 DLB bepalen dat de verplichte opvolgingsrapportering in artikel 263 DLB ook van toepassing is op respectievelijk de districten, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen. 

Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BBC 2020) bepaalt dat de opvolgingsrapportering minstens volgende elementen bevat:

1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiele risico's.

Volgens artikel 78, tweede lid 17° van het decreet lokaal bestuur is de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd voor het toekennen van nominatieve subsidies.

Op 28 mei 2021 (jaarnummer 157) keurde het vast bureau de oproep naar kandidaten voor het project "Sociale verhuur van huishoudtoestellen in Antwerpen" goed.

Op 31 mei 2021 (jaarnummer 19) keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

Met dit besluit wordt de lijst van nominatieve toekenningen aangepast in functie van de nieuwe maatschappelijke noden. 

Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw diende als enige kandidaat een kandidaatsdossier in na de oproep "Sociale verhuur huishoudtoestellen". Het doel is het verhuren van energiezuinige huishoudtoestellen aan financieel kwetsbare klanten volgens de principes van Life Cycle Analysis voor een lage prijs, alsook het ontzorgen van de klant. Het kandidaatsdossier van Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw voldoet aan de vraag.

Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw wordt ondersteund met een ondersteuning voor de uitvoering van het project sociale verhuur huishoudtoestellen.

De aanwendingsvoorwaarden voor de ondersteuning zullen door het vast bureau worden opgenomen in een afsprakennota, die aan de betrokken ontvanger ter ondertekening wordt voorgelegd. Deze afsprakennota bevat bepalingen over onder meer:  het bedrag van de ondersteuning en de aanwendingsmodaliteiten ervan, en de inhoud, uitvoering en verantwoording van het project dat door de ontvanger zal worden uitgevoerd.  

De werkingsmiddelen worden gefinancierd met de subsidie Energiefonds die geboekt wordt op subsidiefiche SBT11213__Gas- en Elektriciteitsfonds ter ondersteuning van de OCMW's.

Exploitatie-ondersteuning aan Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw:

Deze toewijzing kan uitgevoerd door onderstaande aanpassing:

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is van toepassing.

Kaderbesluit basisprincipes ondersteuningsbeleid zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 oktober 2020 (jaarnummer 595).

Op 1 februari 2018 (jaarnummer 69) bekrachtigde de raad voor maatschappelijk welzijn de overeenkomst van 28 november 2017 tussen de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI) en het OCMW Antwerpen betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.

Deze overeenkomst regelt onder meer de mogelijke afspraken met lokale noodhulporganisaties voor wat betreft het mechanisme om de meest behoeftigen te bepalen. Die afspraken moeten vastgelegd worden in afzonderlijke partnerschapsovereenkomsten met de individuele voedselbedelingen. 

De POD MI stelt, onder de bepalingen van geldende Europese verordeningen en afhankelijk van het budget, gratis voedingsproducten ter beschikking van de OCMW's en van de Antwerpse noodhulporganisaties die erkend zijn door de POD MI. 

Elke erkende noodhulporganisatie moet een partnerschapsovereenkomst afsluiten met het OCMW in de gemeente waar ze zijn gevestigd om FEAD voedingsproducten te mogen verdelen. Een partnerschapsovereenkomst is geldig per campagnejaar van FEAD dat doorgaans loopt over 2 kalenderjaren. 

Tot de campagne 2018 moesten de partnerschapsovereenkomsten jaarlijks hernieuwd worden. Vanaf de campagne 2019 is het mogelijk deze overeenkomsten stilzwijgend te verlengen tot zolang de betrokken noodhulporganisaties erkend blijven door de POD MI.

Op 28 januari 2020 (jaarnummer 4) keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de afzonderlijke partnerschapsovereenkomsten goed.

De sociale kruidenier Filet Divers verdeelt al FEAD voeding, maar hun partnerschapsovereenkomst werd opgemaakt op 'Bond Zonder Naam', de sociale dienst van Filet Divers. Er wordt een nieuwe partnerschapsovereenkomst opgemaakt op naam van Filet Divers. De partnerschapsovereenkomst op 'Bond Zonder Naam' vervalt hierdoor.

EVA-Centrum zal op 1 september 2021 starten met de bedeling van FEAD voeding. Hiervoor wordt een partnerschapsovereenkomst opgemaakt.

Toepassing van artikel 26, §2, c, van Verordening nr. 223/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.

De gouverneur heeft met besluit van 25 augustus 2021 de jaarrekening 2020 van stad en OCMW Antwerpen goedgekeurd.

Met dit besluit wordt de goedkeuring van de gouverneur ter kennisneming gebracht aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017:

Overeenkomstig artikel 332 § 1 wordt het besluit van de gouverneur ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad en van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn heeft zijn deel van de jaarrekening 2020 van de stad en OCMW vastgesteld in de zitting van 31 mei 2021 (jaarnummer 18). Na definitieve vaststelling van de jaarrekening werd de jaarrekening voor goedkeuring verzonden aan de gouverneur.