Artikel 2.2.14 §6 van de VCRO, goedgekeurd bij besluit van Vlaamse regering op 15 mei 2009, zegt dat de gemeenteraad het RUP definitief vaststelt.
Situering plangebied
Sint-Anneke Plage is gelegen recht tegenover het Eilandje. In het noorden en het oosten vormt de Schelde de rand van het projectgebied. Aan de zuidelijke zijde is de grens getrokken ter hoogte van de Charles de Costerlaan. De binnenbocht wordt begrensd door de aanwezige bebouwing langs de Thonetlaan. In het uiterste westen gaat het projectgebied over de Gloriantlaan, tot en met de eerste strook van het Esmoreitpark, van de parking tot aan de Schelde.
Krachtlijnen
In het RUP zijn algemene voorschriften opgenomen alsook specifieke voorschriften voor bestemmingszones en overdrukken.
De zone aan de Scheldezijde van de dijk wordt bestemd als zone voor natuur. Deze zone valt samen met het aanwezige habitatrichtlijngebied, een door Europa beschermde natuurzone. Het doel is de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van natuur en het natuurlijke milieu te garanderen.
In het plangebied zijn twee zones voor groen terug te vinden. De Robinsontuin en haar uitlopers naar het Esmoreitpark en naar de zuidelijke Scheldeboorden (Gr2) en de strandzone – gelegen tussen de Wandeldijk en de zone voor natuur (Gr1).
Tussen beide zones voor groen zijn drie zones voor gemengde functies (Ge) afgebakend. Ze zijn allen bestemd als zone voor groen en als zone voor recreatie. Beide bestemmingen zijn nevengeschikt en evenwaardig. De mogelijkheden voor de zone ten westen van de Gloriantlaan worden beschreven in zone Ge1, voor de horecastrip en de tuinbouwschool in de zone Ge2 en voor de zone van zwembad De Molen tot en met de jachthaven in zone Ge3.
Indicatief zijn de aslijn van het dijklichaam, twee fiets- en wandelverbindingen, drie vista’s en twee parkeerzones aangegeven. De vista’s dienen de doorzichten naar de Schelde te garanderen.
MER-screening
Op 30 oktober 2017 besliste de dienst MER dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Watertoets
In toepassing van artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 moeten alle uitvoeringsplannen worden onderworpen aan een watertoets. Op 1 maart 2012 is het aangepaste besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets in werking getreden. Het RUP werd afgetoetst aan de opgelegde regels. Als de toegestane werken worden uitgevoerd met respect voor de vigerende wetgeving, zijn vanuit de discipline water geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.
Planbaten
Er komen geen bestemmingswijzigingen voor die planbaten kunnen doen ontstaan voor percelen in eigendom van de stad en/of dochters.
Veiligheid
Op vraag van een bijgesteld advies van het Team Externe Veiligheid (TEV) van 17 juli 2019 van de Vlaamse Overheid werd in eind 2019, begin 2020 een nota externe veiligheid opgesteld voor het plangebied met daarin een inschatting van de toekomstige populatie in het plangebied. Deze waarden werden op vraag van TEV als bovengrenzen opgenomen in het ontwerp-RUP zoals voorlopige vastgesteld op 29 juni 2020.
Tijdens het openbaar onderzoek werden bezwaren geuit tegen de in de nota externe veiligheid aangenomen toekomstige aantallen aanwezige personen in het plangebied. Na bijkomend onderzoek werden nieuwe cijfers onderzocht en verwerkt in een nieuwe nota externe veiligheid.
Op 30 april 2021 ontving de stad een nieuw advies van de dienst TEV op deze nota. Het advies stelt dat, mits inachtneming van de beperkingen van de populatie, het RUP te verzoenen is met de aanwezigheid van de Seveso-inrichtingen, en beslist daarom dat bij het RUP geen veiligheidsrapport moet worden gemaakt. De conclusies van de gereviseerde nota externe veiligheid, en de vaststellingen door en de daarop gebaseerde beslissing van TEV steunen op begrote toekomstige populaties in de verschillende delen van het plangebied, hierbij onderscheid makend tussen weekdag/weekenddag, dag/nacht en binnen/buiten. Voor TEV gelden deze aantallen als te hanteren bovengrenzen. TEV vraagt in haar advies de gereviseerde nota externe veiligheid toe te voegen aan de toelichtingsnota bij het RUP en dat de bovengrenzen van de toekomstig aanwezige populatie op gepaste wijze overgedragen worden naar (de toelichtende kolom bij) de verordenende stedenbouwkundige voorschriften.
Stap | Datum |
collegebesluit: proces- en richtnota | 28 oktober 2016 (jaarnummer 9238) |
GECORO: advies proces- en richtnota | 2 november 2016 |
districtsraad Antwerpen: advies | 19 december 2016 (jaarnummer 241) |
collegebesluit: kennisname voorontwerp-RUP | 7 juli 2017 (jaarnummer 6025) |
GECORO: advies voorontwerp-RUP | 6 september 2017 |
districtsraad Antwerpen: advies voorontwerp-RUP | 18 september 2017 (jaarnummer 145) |
plenaire vergadering en adviezen | 3 oktober 2017 |
beslissing MER | 30 oktober 2017 |
collegebesluit: voorstel aan gemeenteraad om ontwerp-RUP voorlopig vast te stellen | 14 juni 2019 (jaarnummer 457) |
gemeenteraad: voorlopige vaststelling ontwerp-RUP | 24 juni 2019 (jaarnummer 457) |
ontvangst bijgesteld advies Team Externe Veiligheid (TEV) | 19 juli 2019 |
collegebesluit: voorstel aan gemeenteraad om besluit 24 juni 2019 in te trekken en ontwerp-RUP voorlopig vast te stellen | 12 juni 2020 |
gemeenteraad: intrekking besluit 24 juni 2019 en voorlopige vaststelling ontwerp-RUP | 29 juni 2020 |
openbaar onderzoek | 17 augustus 2020 tot en met 15 oktober 2020 |
GECORO advies | 12 januari 2021 |
advies TEV | 30 april 2021 |
collegebesluit: voorstel aan gemeenteraad om RUP definitief vast te stellen | 15 juni 2021 |
gemeenteraad: definitieve vaststelling | 28 juni 2021 |
deputatie | zomer 2021 |
publicatie Belgisch Staatsblad | najaar 2021 |
Data in vet cursief onder voorbehoud.
Artikel 2.2.14 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure vastleggen voor de opmaak van een RUP.
Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met - mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.
Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, artikel 8, §1 en 2, gewijzigd op 19 juli 2013.
Besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, artikel 2 en 4. Besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets in bijlage IX tot XV opgenomen kaarten.
Een openbaar onderzoek werd gehouden van 17 augustus 2020 tot en met 15 oktober 2020. Tijdens deze periode werden 49 ontvankelijke bezwaarschriften ingediend, waarvan 4 petities. Zoals door de VCRO bepaald werden alle adviezen, opmerkingen en bezwaren voor advies aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) voorgelegd.
Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) kadert binnen de uitvoering van het Masterplan Sint-Anneke Plage, dat een heropleving van het gebied beoogt. Het masterplan zelf betreft een verdere uitwerking van het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) en het ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever.
Door de planinitiatieven wordt getracht van Sint-Anneke Plage een vernieuwde recreatieve trekpleister te maken. Aanleiding hiertoe zijn verschillende recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de dijken in het kader van het Sigmaplan, de bestaande horeca die als zonevreemd beschouwd kan worden, camping De Molen die zal verhuizen en de verschillende jachthavenclubs die de intentie hebben om samen te werken aan het moderniseren van de jachthaven.
De huidige functies en inrichting stroken niet helemaal met de gewenste ontwikkelingen. De huidige gewestplanbestemming, grotendeels gebied voor dagrecreatie, laat niet veel mogelijkheden toe. Door de opmaak van een RUP voor Sint-Anneke Plage kunnen de krachtlijnen van het masterplan vertaald worden in een nieuw geïntegreerd kader voor de herontwikkeling en het opnieuw attractief maken van de site. De opmaak van een RUP schept onder meer de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de functionele uitbreidingsmogelijkheden voor aanwezige horeca.
Op 28 oktober 2016 (jaarnummer 9237) keurde het college het Masterplan Sint-Anneke Plage goed alsook de proces- en richtnota (jaarnummer 9238) voor het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Sint-Anneke Plage.
Op 2 november 2016 gaf de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) haar advies op de proces- en richtnota. In de zitting van 19 december 2016 (jaarnummer 241) adviseerde de districtsraad van Antwerpen de proces- en richtnota gunstig met voorwaarden.
Op 7 juli 2017 (jaarnummer 6025) nam het college kennis van het voorontwerp-RUP Sint-Anneke Plage. Op 6 september 2017 gaf de GECORO Antwerpen advies op het voorontwerp-RUP Sint-Anneke Plage. In de zitting van 18 september 2017 (jaarnummer 145) adviseerde de districtsraad van Antwerpen het voorontwerp-RUP Sint-Anneke Plage gunstig met voorwaarden.
Op 3 oktober 2017 werden de adviezen van de deputatie, de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar en andere adviserende instanties, zoals opgelegd in de VCRO, plenair besproken.
Op 24 juni 2019 (jaarnummer 457) stelde de gemeenteraad het ontwerp-RUP Sint-Anneke Plage voorlopig vast.
Op 19 juli 2019 ontving de stad een bijgesteld advies van het Team Externe Veiligheid.
Op 12 juni 2020 beslist de gemeenteraad het besluit van 24 juni 2019 in te trekken en het ontwerp-RUP Sint-Anneke Plage, district Antwerpen voorlopig vast te stellen.
Er wordt akkoord gegaan met het voorliggend RUP.
De GECORO bundelde, coördineerde en behandelde de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen. De GECORO stelt op basis van de 49 ontvangen bezwaarschriften en het advies van de provincie Antwerpen voor om:
Het college gaat akkoord met de aanpassingen zoals voorgesteld door de GECORO. De toelichtingsnota werd als volgt aangepast:
In hoofdstuk 3, paragraaf 3.6.1. Artikel 1. Zone voor natuur (Na) wordt volgende zin toegevoegd: "De sectorale wetgeving inzake Speciale Beschermingszones (SBZ) blijft onverminderd van kracht."
In hoofdstuk 3, paragraaf 3.6.5. Artikel 5. Zone voor Gemengde Functies (Ge2) wordt het stukje over de parkeernormen aangevuld met: (zie paragraaf 2.2.2. ‘een open en continu park’).
Het college gaat akkoord met de aanpassingen zoals voorgesteld door de GECORO. Het voorschrift werd als volgt aangepast:
1.5. Verlichting:
"Lichtvervuiling dient beperkt te worden."
naar
"De verlichting dient te voldoen aan de best beschikbare technieken om lichtvervuiling ten aanzien van de omgeving te beperken."
Het college gaat akkoord met de aanpassingen zoals voorgesteld door de GECORO.
Bij de algemene voorschriften wordt volgende toegevoegd:
1.10 Waterkeringswerken
Waterkeringswerken zijn toegestaan volgens de best beschikbare technieken zodat het slikken- en schorrenlandschap tegelijk versterkt kan worden.
Het college gaat akkoord met de aanpassingen zoals voorgesteld door de GECORO.
Beide definities werden toegevoegd aan hoofdstuk 3 Terminologie.
‘landschappelijke inpassing’ en ‘alzijdigheid’ te verduidelijken en tot hun essentie te herleiden. Concreet stelt de GECORO volgende aanpassingen voor:
De gebouwen dienen alzijdig te zijn en dienen zich zowel naar de strandzone, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr1)’ (artikel 2), als naar de Robinsonspeeltuin, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr2)’ (artikel 3), te richten. Alle gevels moeten kwalitatief worden afgewerkt. De gevels moeten zowel naar de Wandeldijk en de Schelde als naar de Kastanjedreef en de Robinsonspeeltuin gericht zijn, en beide als voorgevel en toegang worden opgevat.
Vervangen door:
De gebouwen dienen zich zowel naar de strandzone, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr1)’ (artikel 2), als naar de Robinsonspeeltuin, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr2)’ (artikel 3), te richten. Alle gevels moeten kwalitatief worden afgewerkt. De gevels moeten zowel naar de Wandeldijk en de Schelde als naar de Kastanjedreef en de Robinsonspeeltuin gericht zijn, en beide als voorgevel en toegang worden opgevat.
Het college gaat akkoord met de aanpassingen zoals voorgesteld door de GECORO. De voorschriften werden als volgt aangepast:
1.3. Inpassing gebouwen:
Volgende zin werd geschrapt: "De gebouwen en constructies moeten opgevat worden als paviljoenen of ‘stempels’ in een open landschap."
Artikel 5 §2:
"De gebouwen dienen alzijdig te zijn en dienen zich zowel naar de strandzone, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr1)’ (artikel 2), als naar de Robinsontuin, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr2)’ (artikel3), te richten."
naar
"De gebouwen dienen zich zowel naar de strandzone, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr1)’ (artikel 2), als naar de Robinsontuin, gelegen binnen de ‘zone voor Groen (Gr2)’ (artikel3), te richten."
Artikel 5 §2:
Volgende zin werd geschrapt: "De gebouwen worden opgevat als paviljoenen in een open landschap."
Artikel 6 §2:
Volgende zin werd geschrapt: "De gebouwen worden opgevat als paviljoenen in een open landschap."
De definities voor ‘alzijdigheid’ en ‘landschappelijke inpassing’ werden zoals gesuggereerd toegevoegd aan hoofdstuk 3 Terminologie.
Inzake algemene bekommernissen formuleerde de GECORO volgende advies.
Tijdens het openbaar onderzoek werden bezwaren geuit tegen de in de nota externe veiligheid aangenomen toekomstige aantallen aanwezige personen in het plangebied. Na bijkomend onderzoek werden nieuwe cijfers onderzocht en verwerkt in een nieuwe nota externe veiligheid. Deze cijfers zijn een realistische inschatting van het aantal aanwezige personen indien het RUP volledig wordt gerealiseerd en bij een maximale bezetting.
Op 30 april 2021 ontving de stad een nieuw advies van de dienst Team Externe Veiligheid (TEV) op deze nota. Het advies stelt dat, mits inachtneming van de beperkingen van de populatie, het RUP te verzoenen is met de aanwezigheid van de Seveso-inrichtingen, en beslist daarom dat bij het RUP geen veiligheidsrapport moet worden gemaakt. De conclusies van de gereviseerde nota externe veiligheid, en de vaststellingen door en de daarop gebaseerde beslissing van TEV steunen op begrote toekomstige populaties in de verschillende delen van het plangebied, hierbij onderscheid makend tussen weekdag/weekenddag, dag/nacht en binnen/buiten. Voor TEV gelden deze aantallen als te hanteren bovengrenzen. TEV vraagt in haar advies de gereviseerde nota externe veiligheid toe te voegen aan de toelichtingsnota bij het RUP en dat de bovengrenzen van de toekomstig aanwezige populatie op gepaste wijze overgedragen worden naar (de toelichtende kolom bij) de verordenende stedenbouwkundige voorschriften.
Zoals gevraagd in het advies werd de gereviseerde nota externe veiligheid toegevoegd aan de toelichtingsnota bij het RUP.
Uit de bezwaren blijkt echter dat het opnemen van populatiecijfers als maximale bovengrenzen in de toelichting voor onduidelijkheid zorgt, bvb. over de handhaving. De GECORO volgt dit standpunt en vraagt daarom een rechtszekere oplossing uit te werken.
Er werd dan ook in eerste instantie onderzocht of het opnemen van de maximale aantallen in de verordenende voorschriften tegemoet zou komen aan de opmerkingen. Het is echter quasi onmogelijk om dit aan te tonen en te beoordelen in een stedenbouwkundige aanvraag, alsook om deze cijfers in de praktijk te controleren of te handhaven.
Het bijkomende onderzoek toont echter ook aan dat de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP an sich de bovengrenzen van de toekomstig aanwezige populatie bepalen. Deze bepalen immers de grenzen van de toekomstige ontwikkeling, zowel wat de toegelaten functies als de toegelaten vloeroppervlakte betreft. Deze kunnen wel beoordeeld worden aan de hand van een stedenbouwkundige aanvraag en ook gecontroleerd en gehandhaafd worden.Dit wordt verduidelijkt in de toelichtingsnota.
Bijkomende aanpassing naar aanleiding van het openbaar onderzoek
Naar aanleiding van het bezwaar dat het RUP geen rekening houdt met de historische bestaande toestand en dat tabula rasa wordt gemaakt van de bestaande infrastructuur, gaf de GECORO in haar advies aan dat dit geen aanleiding geeft tot aanpassingen. Echter werden, in navolging van dit bezwaar, de overgangsbepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften gescreend. Bij artikel 5 § 4 (overgangsbepalingen) werd het woord ‘recazaken’ vervangen door ‘gebouwen’, zodanig dat voor de bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen onderhouds- en instandhoudingswerken en verbouwingen binnen het bestaande volume toegestaan zijn. Dit om voldoende rechtszekerheid te bieden aan andere bestaande functies die deel uitmaken van de ‘historische’ toestand en de identiteit van Sint-Anneke Plage.
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Sint-Anneke Plage', district Antwerpen, definitief vast.
Dit RUP, met Alg plan_ID RUP 11002_214_10024_00001, bestaat uit een grafisch plan, het grafisch register plancompensatie, een plan van de bestaande feitelijke en juridische toestand, de stedenbouwkundige voorschriften en een toelichtingsnota.