Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021160014 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (0860139085) met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldetunnel LO+RO: Charles De Costerlaan zn te 2050 Antwerpen en Scheldelaan zn te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nrs. 539D, 541A, 547, 548A, B, 549, 552C, 591, 592, 593, 594A, C, 595A, 596, 643F, 646D, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, L en 60D |
waarvan: |
|
- 20200416-0020 | afdeling 13 sectie N nrs. 539D, 541A, 547, 548A, B, 549, 552C, 591, 592, 593, 594A, C, 595A, 596, 643F, 646D, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, L en 60D (STLO) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | Toevoeging van bijzondere voorwaarde over het monitoringsplan PFAS grond- en oppervlaktewater |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Met ministerieel besluit van 20 november 2020 werd een omgevingsvergunning verleend aan de BAM (Lantis) voor de realisatie van de Oosterweelverbinding (OMV_2020034861), waarvan het project Scheldetunnel deel uitmaakt.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op het toevoegen van een bijkomende bijzondere voorwaarde aangaande het monitoringsplan PFAS grond- en oppervlaktewater en heeft betrekking op de inrichting STLO met name de tunneltechnische installaties, te dempen zones en permanente polderconstructies en lozingen behorende bij de Scheldetunnel (inrichtingsnummer 20200416-0020, dossiernummer: OMV_2020034861.
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
1. | Bij te stellen voorwaarde: Bijstelling en toevoeging van bijzondere voorwaarden over de aanpak van de PFAS-problematiek.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: BAM NV vraagt volgende aanvullende voorwaarde aan: “Het monitoringsplan PFAS grond- en oppervlaktewater ILO en ST, met kenmerk OWVA-00000_LAN-PPL-W21-000001, wordt uitgevoerd om het effect van de werken op lange termijn op de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en het standstill-principe in de zones waar vrij gebruik als bouwkundig bodemgebruik wordt toegestaan op te volgen. De meetresultaten worden telkens na analyse, zodra beschikbaar, ter evaluatie aan OVAM (voor grondwater) en VMM (voor oppervlaktewater) en ter informatie aan AHH en aGOP bezorgd. Aanpassingen van dit monitoringsplan kunnen enkel na raadpleging door afdeling Handhaving en OVAM (met betrekking tot grondwater) en VMM (met betrekking tot oppervlaktewater)”. |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor wegeninfrastructuur.
Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in bijzonder natuurgebied (waterzuivering, afvoerleidingen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
Het verzoek ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De gevraagde bijstelling heeft louter betrekking of exploitatie-technische modaliteiten zonder enige stedenbouwkundige connectie.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvrager neemt dit initiatief tot aanvulling van de bijzondere voorwaarden met betrekking tot de monitoring van PFAS naar aanleiding van het finale rapport van de “Experten commissie Grondverzet” van 14 juli 2021 dat in opdracht van de minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken werd opgemaakt.
In dit rapport haalt de commissie drie mogelijke bronnen van blootstellingsrisico’s aan PFAS aan als gevolg van de werken aan de Oosterweelverbinding in de zones Infrastructuurwerken Linkeroever (ILO) en Scheldetunnel (ST). Het gaat om stof, bodem-/grondverzet en grond- en oppervlaktewater. De commissie formuleerde in haar rapport een aantal aanbevelingen om deze blootstellingsrisico’s te beperken.
Door de bevoegde Vlaamse minister voor Mobiliteit en Openbare Werken werd op basis van het finaal rapport van de Expertencommissie besloten dat de Oosterweelwerken kunnen doorgaan mits het naleven van deze aanbevelingen. BAM NV (Lantis) heeft zich geëngageerd om deze aanbevelingen te volgen en te implementeren en wil dit engagement ook juridisch bindend en afdwingbaar maken. De voorliggende bijstellingsprocedure kadert binnen dit engagement. Niet alle aanbevelingen van de commissie vinden een vertaling in deze vergunning maar worden opgenomen in de uitvoeringsvergunningen van de opdrachthouders.
Concreet stelt de aanvrager voor de vergunning met de volgende voorwaarde aan te vullen:
“Het monitoringsplan PFAS grond- en oppervlaktewater ILO en ST, met kenmerk OWVA-00000_LAN-PPL-W21-000001, wordt uitgevoerd om het effect van de werken op lange termijn op de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en het standstill-principe in de zones waar vrij gebruik als bouwkundig bodemgebruik wordt toegestaan op te volgen. De meetresultaten worden telkens na analyse, zodra beschikbaar, ter evaluatie aan OVAM (voor grondwater) en VMM (voor oppervlaktewater) en ter informatie aan AHH en aGOP bezorgd. Aanpassingen van dit monitoringsplan kunnen enkel na raadpleging door afdeling Handhaving en OVAM (met betrekking tot grondwater) en VMM (met betrekking tot oppervlaktewater)”.
Tegen deze formulering is geen bezwaar. Wel wordt gevraagd dat de meetresultaten ook ter informatie aan de betrokken gemeentebesturen worden overgemaakt, dit sluit perfect aan bij de aanbeveling uit het finale rapport van de Expertencommissie inzake een transparante en open communicatie.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Het verzoek tot bijstelling wordt gunstig geadviseerd, wel wordt gevraagd de meetresultaten van de monitoring telkens ook over te maken aan de betrokken gemeentebesturen.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De meetresultaten van de monitoring worden telkens ook overgemaakt aan de betrokken gemeentebesturen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 3 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 10 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 8 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 22 januari 2022 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 december 2021 | 8 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 43 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Bespreking van de bezwaren
Samenvatting:
In het gros van de bezwaarschriften wordt in algemene termen gevraagd de bijstelling (men heeft het over vergunning) niet te verlenen omdat er voor de werken geen afdoende MER werd opgemaakt, de impact van PFOS op het grondwater en de omliggende natuurgebieden en de volksgezondheid werd onvoldoende bestudeerd. Ook zou het monitoringsplan onvoldoende garanties bieden voor de gezondheid van de omwonenden (ook hier draait het om de technische verslagen omdat ernaar verwezen wordt in het monitoringsplan).
Verder wordt verwezen naar het arrest RvS van 29 december jl. waardoor de grondwerken niet verder kunnen gezet worden en de “vergunning” niet kan worden toegestaan alvorens aan de wettelijke bezwaren van de RvS is tegemoet gekomen. Tenslotte wordt nog verwezen naar een vraag in behandeling bij de Europese instellingen over de reikwijdte van de POP-verordening.
In het bezwaarschrift “Lantis 2ROK 2022 01 08 28” wordt evenwel specifiek ingegaan op de maatregelen en de gehanteerde praktijkvoorschriften inzake stofbeheersing.
In het bezwaarschrift van Natuurpunt Waasland wordt specifiek ingegaan op het aanbrengen van een leeflaag en het uitgravingsprofiel van de Palingbeek.
Samengevat:
- Voor de basisvergunning werd nooit een afdoende project-MER opgemaakt.
- Geen afdoende onderzoek naar de milieueffecten.
- Omvang van PFAS-vervuiling ongekend.
- De aanvraag houdt geen rekening met de meest recente inzichten en normen omtrent PFAS.
- Sanering- en/of afvalverwijderingsverplichting.
- Arrest Raad van State.
- Europese richtlijnen POP-verordening.
- Monitoringsplan geeft geen garanties voor veiligheid van de omwonenden.
Beoordeling:
Het onderwerp van de aanvraag betreft een bijstelling van bijzondere vergunningsvoorwaarden. De aanvrager heeft hiervoor specifieke formuleringen voorgesteld.
In de ingediende bezwaren worden vragen en bedenkingen geuit die slaan op de voorafgaande vergunningsverlening, het MER, de mogelijke saneringsplicht, lopende bodemonderzoeken, de POP-verordening en het arrest van de Raad van State van 29 december 2021.
In essentie worden de basisvergunningen zelf ter discussie gesteld. Wanneer men dit wenst te doen moet daarvoor de geëigende procedure worden gevolgd. Een verzoek tot bijstelling van bijzondere vergunningsvoorwaarde is hiertoe niet de correcte procedure.
In die zin zijn de bezwaarschriften niet gegrond.
Ook in de bezwaarschriften van Natuurpunt Waasland en ROK (Red onze Kleiputten) wordt in essentie niet ingegaan op het voorstel van bijkomende bijzondere voorwaarden.
In het bezwaarschrift van Natuurpunt wordt gevraagd voor het aanbrengen van een leeflaag niet alleen zuivere grond te gebruiken in de nabijheid van bewoning en recreatieterreinen maar om dit principe ook toe te passen op natuurgebieden. Dit lijkt een legitiem voorstel maar de aanvrager verwijst voor de vertaling van deze aanbeveling van de commissie naar de grondverslagen en bijgevolg maakt dit element geen deel uit van de voorliggende aanvraag. Eenzelfde redenering gaat op met betrekking tot het voorstel over het uitgravingsprofiel van de Palingbeek (grondgebied Zwijndrecht).
In het bezwaarschrift “Lantis 2ROK 2022” wordt specifiek ingegaan op de maatregelen en de gehanteerde praktijkvoorschriften inzake stofbeheersing.
De voorstellen houden een verduidelijking en aanscherping in van de formuleringen van bijzondere voorwaarden zoals die door de aanvrager in een overzichtstabel werden opgenomen. Maar ook hier wordt in de overzichtstabel aangegeven dat de doorvertaling van deze aanbeveling zal gebeuren in de uitvoeringsvergunningen. Zodat ook deze opmerkingen niet ingaan op het onderwerp van voorliggende aanvraag.
De bezwaren zijn niet gegrond.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek, onder volgende voorwaarden:
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De meetresultaten van de monitoring worden telkens ook overgemaakt aan de betrokken gemeentebesturen. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
Stadsontwikkeling/Vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft. |