Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021165176 |
Gegevens van de aanvrager: | Bart en Isabeau Goris - Vogeleer met als adres Bosstraat 60 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Bosstraat 60 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie C nrs. 117K en 117Y3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- er is geen vergunde/vergund geachte toestand terug gevonden;
- 51 m² bebouwde oppervlakte op het gelijkvloers, wat overeen komt met het hoofdvolume, zonder aanbouw;
- geen bewijsstukken aangeleverd waaruit blijkt dat huidige volumes (garage en badkamer links naast het hoofdvolume) dateren als bestaand van voor 1979 en ongewijzigd sinds 1979.
Huidige toestand
- functie: eengezinswoning met een bruto-vloeroppervlakte van circa 151,4 m²;
- bouwvolume:
- 1 bouwlaag onder hellend dak:
- de gevelbreedte bedraagt 8,85 m en de bouwdiepte bedraagt 6,50 m;
- de kroonlijsthoogte bedraagt 3,16 m en de nokhoogte 3,39 m;
- 1 bouwlaag onder licht hellend dak,
- de totale gevelbreedte bedraagt 9,52 m (uitstekend t.o.v. rechter zijde van hoofdvolume) en de maximale bouwdiepte bedraagt 5,04 m;
- de kroonlijsthoogte bedraagt 2,50 m en de nokhoogte 3,1 m;
- bestaat uit 1 bouwlaag onder licht hellend dak;
- de gevelbreedte van de voorgevel bedraagt 5,90 m en de breedte van de achtergevel bedraagt 2,13 m, de maximale bouwdiepte bedraagt 11,50 m;
- de kroonlijsthoogte varieert van 2,39 m tot 2,04 m en de nokhoogte tussen 2,28 m en 2,85 m;
- de aanbouw houdt ter hoogte van de achtergevel een afstand van circa 40 cm van de scheidingsmuur met de linker buur;
- gevelafwerking:
- de gevel is afgewerkt in bruinrode gevelsteen met onderaan een bruin gecementeerde plint;
- de dakbedekking bestaat uit antracieten dakpannen;
- het houten buitenschrijnwerk heeft een bruine kleur;
- de gevel is afgewerkt in deels witte sierpleister en deels houten gevelbekleding;
- de dakbedekking bestaat uit vezelcementplaten golfplaat;
- het houten buitenschrijnwerk heeft een bruine kleur;
- de voorgevel is afgewerkt met een wit geschilderde gevelsteen;
- de achtergevel is afgewerkt in bruinrode gevelsteen;
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- de nokhoogte van het zadeldak wordt met 40 cm verhoogd;
- enkele interne wijzigingen waarvoor enkele muren worden gesloopt en bijgebouwd;
- de bestaande achterbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe aanbouw bestaande uit een nieuw rechthoekig volume met deels 1 bouwlaag en deels 2 bouwlagen onder plat dak;
- de nieuwe aanbouw wordt haaks op de tuin ingeplant;
- de kroonlijsthoogte van de achterbouw bedraagt maximaal 6 m;
- de garage wordt aangepast aan de huidige bouwfysische vereisten;
- de voorgevel wordt evenwijdig met en ter hoogte van de voorgevel van de linkerbuur voorzien;
- met de achtergevel wordt aangesloten op de achterbouw van de linkerbuur;
- enkele interne wijzigingen waarvoor enkele muren worden gesloopt en bijgebouwd;
- gevelafwerking:
- de gevelstenen worden gekaleid in een gebroken witte kleur;
- de plint blijft bewaard en wordt gekaleid in een lichtgrijze kleur;
- de dakbedekking wordt vervangen door dakpannen met een antraciet kleur;
- het buitenschrijnwerk wordt vervangen door aluminium profielen in antraciet kleur.
- de zijgevel van de nieuwe achterbouw wordt afgewerkt met bakstenen;
- de achtergevel wordt afgewerkt in een houten gevelbekleding;
- het buitenschrijnwerk wordt voorzien in antraciet aluminium;
- de gevels worden afgewerkt met bakstenen;
- het buitenschrijnwerk wordt voorzien in antraciet aluminium;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande achterbouw en bouwen van een nieuwe achterbouw;
- verbouwen van de aanbouw aan de zijgevel;
- wijzigen van gevelbekleding en buitenschrijnwerk;
- wijzigingen van de nokhoogte van het dak;
- heraanleggen van de tuin met hagen en verhardingen, met extra parkeerplaatsen;
- enkele interne structurele aanpassingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 1 december 2021 | 6 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen en aanbouwen dienen qua materiaalkeuze afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De gevels van de woningen zijn in de ruime omgeving hoofdzakelijk afgewerkt met gevelsteen. Binnen de aanvraag wordt de afwerking van de gevels aangepast naar gebroken witte kalei.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande eengezinswoning.
De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en kan aanvaard worden.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De hoofdbebouwing evenwijdig aan de straat wordt behouden.
De verschillende bestaande aanbouwen worden verwijderd en vervangen door nieuwe kwalitatieve aangebouwde volumes. Ook het volume van de garage wordt aangepast aan de huidige bouwfysische vereisten.
Ten behoeve van het creëren van voldoende verblijfskwaliteit van de ruimtes onder het zadeldak, in voorliggende aanvraag twee kinderkamers, wordt dit met 40 cm verhoogd. Voor de nodige lichtinval worden in het dakvlak aan de straatzijde ruime dakramen geplaatst.
Een eerste nieuw volume achteraan is opgevat als een rechthoekig volume over één en gedeeltelijk twee bouwlagen met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,30 m en 6,10 m voor respectievelijk één en twee bouwlagen. Dit volume wordt ingeplant haaks op de tuin, die in een hoek van circa 19° aansluit bij de hoofdbebouwing. Met een breedte van 7,90 m bewaart het nieuwe volume een afstand van 3 m en 4,27 m ten opzichte van respectievelijk de linkse en rechtse perceelsgrens. Dit volume bevat op het gelijkvloers de keuken en eetkamer, op de verdieping wordt een bijkomende slaapkamer en badkamer gecreëerd.
Het bestaande hoofdgebouw en het nieuwe volume worden met elkaar verbonden door een tweede nieuw volume, een verbindingsvolume, dat met een kroonlijsthoogte van 5,90 m 20 cm lager is dan het andere nieuwe volume. Dit verbindingsvolume heeft een breedte van 7 m en wordt ruim voorzien van beglazing. Ten opzichte van het hoofdvolume springt het aan weerszijden 0,80 m in.
Door deze ondergeschikte opstelling blijft het zwaartepunt op het hoofdvolume gelegen en kan de noodzakelijke extra oppervlakte gerealiseerd worden. In dit verbindingsvolume wordt op het gelijkvloers een zithoek voorzien en op de verdieping een mezzanine over een gedeelte van de oppervlakte.
Het bestaande, niet-vergunde volume van de garage aan de linkerzijde van de hoofdbebouwing wordt aangepast aan de huidige bouwfysische vereisten. De voorgevel wordt evenwijdig met en ter hoogte van de voorgevel van de linkerbuur voorzien. Dit creëert niet alleen een betere integratie en straatbeeld, maar de hoofdbebouwing wordt hierdoor beter leesbaar. Achteraan wordt aangesloten op de achterbouw van de linkerbuur, zij het met een lagere kroonlijsthoogte van 2,90 m. Het nieuwe volume van de garage, waar tevens een gedeelte als berging bestemd wordt, stelt zich op die manier ondergeschikt op ten opzichte van zowel de hoofdbebouwing als de uitbreidingen en kan in die vorm aanvaard worden. Ook de totale gevelbreedte van het pand, +/- 14.50 m, inclusief de gevelbreedte van de nieuwe garage laten het voorzien van een garage toe.
Het voorgestelde volume stemt overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving die bestaat uit volumes van één à twee bouwlagen, voornamelijk met een zadeldak en in veel gevallen voorzien van meerdere aanbouwen, eveneens over één à twee bouwlagen. Het voorgestelde volume is bijgevolg niet storend in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Het hoofdvolume, opgetrokken in baksteen, wordt in nieuwe toestand gekaleid in gebroken wit met onderaan een plint in lichtgrijs, eveneens gekaleid. Deze afwerking wordt doorgetrokken in de voor- en achtergevel van de garage alsook de zijgevels van het nieuwe volume.
De gevels van het verbindingsvolume alsook de achtergevel van het nieuwe volume aan de tuinzijde worden afgewerkt met gevelplanken in natuurkleur.
Voor het schrijnwerk wordt antracietkleurig aluminium voorgesteld. Ook voor de nieuwe dakafwerking wordt een zelfde kleur gekozen, namelijk antracietkleurige dakpannen voor de dakvlakken en voor de dakgoot antracietkleurige vezelcementplaten.
Artikel 6 van de bouwcode (harmonie en draagkracht) stelt dat in een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig moeten worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. De kenmerken van de omgeving worden bepaald door het referentiebeeld. Het referentiebeeld wordt gevormd door de gebouwde omgeving die de begrenzing vormt met de buitenruimte en bestaat uit de gebouwen die inzake harmonische samenhang het talrijkste zijn en dus kenmerkend voor de betreffende omgeving kunnen genoemd worden. Voor de bakstenen gevels van de hoofdbebouwing wordt kaleiwerk in een lichte kleur (gebroken wit) voorgesteld. Hoewel in de ruime omgeving metselwerk in rode gevelsteen vaker voorkomt, zijn er ook meerdere panden aanwezig die opgetrokken werden in lichte baksteen alsook panden die bepleisterd werden in een lichte kleur. Voor de daken zijn er nagenoeg evenveel daken afgewerkt met donkere dakpannen dan met rode dakpannen.
In dat opzicht kunnen de voorgestelde afwerking, materialen en kleuren hier ingepast worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
De aanvrager haalt in de beschrijvende nota het volgende aan: “De ondiepe zone voor de poort tot aan de bestaande voordeur wordt verhard, deels waterdoorlatend, deels met overrijdbaar groen. Op die manier kunnen we een extra autostaanplaats op eigen terrein verwezenlijken.”
Aangezien de diepte van de oprit ongeveer 3 m bedraagt, dient dit genuanceerd te worden en moeten we ervan uit gaan dat er één parkeerplaats aanwezig is, namelijk deze in de garage. De andere parkeerplaatsen in de voortuin creëren ongewenste situaties en worden uitgesloten uit de vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
De extra parkeerplaatsen in de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 1 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 januari 2022 |
Verslag GOA | 7 januari 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
De extra parkeerplaatsen in de voortuin.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.