Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021168808 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Michael Van Bogaert met als adres Pulhoflaan 22 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Pulhoflaan 22 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie A nrs. 211D en 211E |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/05/1969: vergunning (961#11743) voor verbouwingswerken;
- 03/07/1968: vergunning (961#3984) voor het oprichten van een villa.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de uitbreiding van het overdekte terras;
- vervangen van de bestaande dakstructuur van de achterbouw door een nieuwe dakstructuur met dakkapel;
- regulariseren van het gewijzigde buitenschrijnwerk;
- bouwen van een carport achteraan het perceel;
- interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De vergunde eengezinswoning omvat een hoofdbouw van 1 bouwlaag onder een hellend dak in open bebouwing. Aan de achterzijde is de woning uitgebreid met een garage van eveneens 1 bouwlaag onder een hellend dak met een kroonlijsthoogte van 3,27 m en een nokhoogte van circa 6,10 m. Ter hoogte van de linkerzijgevel bevindt zich een overdekt terras met een bouwdiepte van circa 15,50 m ten opzichte van de voorgevellijn.
In de huidige toestand is het overdekte terras uitgebreid waardoor het op gelijke diepte uitkomt met de achtergevel van de achterbouw. Op het platte dak boven het overdekte terras werd daarnaast ook een dakterras voorzien.
Bijkomend werden een carport en tuinhuis gebouwd aan de achterzijde van het perceel.
In voorliggende aanvraag wenst men de uitbreiding van het overdekte terras te laten regulariseren. Het volume van de achterbouw wordt grondig verbouwd waarbij de kroonlijsthoogte en nokhoogte worden verhoogd tot respectievelijk 4 m en 7,20 m. In het nieuwe hellende dak wordt een grote dakkapel voorzien richting de aangrenzende tuinzone. De achterbouw wordt op het gelijkvloers ingericht met een keuken en onder het hellende dak wordt een bijkomende slaapkamer met dressing en badkamer ingericht.
Tot slot worden de bestaande carport en het tuinhuis afgebroken en vervangen door een nieuwe carport voor het stallen van 2 wagens. De nieuwe carport houdt een minimale afstand van circa 1,16m ten opzichte van de achterste perceelsgrens.
De voorgestelde werken zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er nog voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Visueel-vormelijke elementen
De achterbouw in rode gevelsteen wordt in voorliggende aanvraag gekaleid in een witte kleur zonder dat de zichtbaarheid van de steenstructuur verloren gaat.
Het nieuwe buitenschrijnwerk van de achterbouw wordt voorzien in zwarte aluminium met dorpels in blauwe hardsteen.
De nieuwe dakkapel wordt uitgevoerd in vergrijsd hout.
Het voorgestelde materiaalgebruik van de vernieuwde achterbouw is stedenbouwkundig aanvaardbaar en sluit op een esthetische manier aan op de architectuur van de bestaande woning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In voorliggende aanvraag wordt de nieuwe keuken ingericht op de gelijkvloerse verdieping van de achterbouw. De vrije hoogte in deze ruimte is beperkt tot 2,55 m. Conform artikel 21 van de bouwcode moeten verblijfsruimtes een minimale vrije hoogte van 2,60 m hebben, dit is niet het geval. Omdat het echter over een beperkte afwijking gaat en alle andere leefruimtes op de gelijkvloerse verdieping wel over voldoende vrije hoogte beschikken kan hierop een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuinafsluiting ter hoogte van de woning te voorzien van een hoogte van maximaal 1 m conform artikel 19 van de bouwcode;
2. de aansluitpunten van de DWA en de RWA ter hoogte van de rooilijn uit te voeren met een onderlinge afstand van minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m conform artikel 41 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
4. het voorzien van de badkamer met het stortbad als verblijfsruimte.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 2 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 januari 2022 |
Verslag GOA | 13 januari 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuinafsluiting ter hoogte van de woning te voorzien van een hoogte van maximaal 1 m conform artikel 19 van de bouwcode;
2. de aansluitpunten van de DWA en de RWA ter hoogte van de rooilijn uit te voeren met een onderlinge afstand van minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m conform artikel 41 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
4. het voorzien van de badkamer met het stortbad als verblijfsruimte.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.