Terug
Gepubliceerd op 24/01/2022

2022_CBS_00190 - Omgevingsvergunning - OMV_2020112698. Fromentinstraat 1-2. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/01/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_00190 - Omgevingsvergunning - OMV_2020112698. Fromentinstraat 1-2. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_00190 - Omgevingsvergunning - OMV_2020112698. Fromentinstraat 1-2. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020112698

Gegevens van de aanvrager:

NV CAAAP met als adres Poortakkerstraat 94 te 9051 Gent

Gegevens van de exploitant:

CV Fluvius System Operator (0477445084) met als contactadres Merksemsesteenweg 233 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Fromentinstraat 1-2 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 735C5

waarvan:

 

-          20210414-0054

afdeling 13 sectie N nr. 735C5 (distributiecabine nr. 885)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het oprichten van een appartementsgebouw met 42 appartementen, 6 grondgebonden woningen, een groepswoning met 12 studio's voor begeleid wonen en een dagcentrum en het exploiteren van een distributiecabine

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/12/2020: verkavelingsvergunning (20204) voor het verdelen van een perceel in 8 loten na afbraak en vellen van bomen;

-          03/10/1980: vergunning (18#81735) voor een verbouwing.

Vergunde toestand

-          opdeling van de site in 8 loten na sloop.

Huidige toestand

-          het volledige perceel is begrensd door openbare infrastructuur, wegen en paden;

-          de bestaande bebouwing (een cultureel centrum en 2 tennisvelden) is vergund om gesloopt te worden.

Gewenste toestand

-          nieuwbouw van 2 volumes gescheiden door een woonerf met publiek karakter:

  • het U-blok:

-          40 appartementen (5 studio’s, 13 eenslaapkamerappartementen, 18 tweeslaapkamerappartementen, 6 drieslaapkamerappartementen), 2 conciërgewoningen en een dagcentrum;

-          3 bouwlagen onder plat dak en een ondergrondse parking;

-          een collectieve tuin binnen de U-vorm;

-          naastliggende groenzone (oostzijde) ingericht als collectieve buitenruimte met 13 fietsstalplaatsen, 1 staanplaats voor een deelauto en een wadi;

  • de strip:

-          een groepswoning van 12 studio’s voor begeleid wonen en 6 grondgebonden drieslaapkamerwoningen, allen met een privatieve tuin;

-          2 bouwlagen onder plat dak;

-          de gevels worden afgewerkt met een licht grijs-roze baksteen en natuurkleurig geanodiseerd, aluminium buitenschrijnwerk;

-          ter compensatie van de te rooien bomen worden in totaal 28 hoog- en/of meerstammige bomen aangeplant.

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van 2 gebouwen gescheiden door een woonerf met publiek karakter.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van een distributiecabine.

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630,00 kVA

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

30 november 2021

7 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

30 november 2021

3 januari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

30 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

30 november 2021

3 december 2021

Geen bezwaar

PROXIMUS/ Proximus

30 november 2021

13 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

30 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

30 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

30 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Stadsreiniging/ sorteerstraatjes

30 november 2021

13 december 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

30 november 2021

30 november 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

10 december 2021

10 december 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

30 november 2021

14 december 2021

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

30 november 2021

14 december 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

De aanvraag ligt in de verkaveling 20204, goedgekeurd op 17 december 2020, meer bepaald in lot(en) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27: Open ruimte
    in de collectieve groenzone ten westen van het meergezinsgebouw wordt een bovengrondse parkeerplaats ingericht in openlucht;
  • Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    de 6 voorziene, grondgebonden woningen bezitten geen eigen fietsstalplaatsen en zijn aangewezen op de verder gelegen, gemeenschappelijke fietsenstalling onder het U-gebouw;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het is onduidelijk of de funderingen van het gebouw ‘de strip’, palend aan de openbare ruimte minstens 1,75 m diep liggen ten opzichte van het straatpeil.
  • Artikel 38 Groendaken:
    de grondlaag van het woonerf dat groen wordt aangelegd, heeft een dikte van slechts 0,50 m in plaats van de minimaal vereiste 1 m.
  • Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:
    het dagcentrum beschikt niet over de vereiste vetafscheiders.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De aanvraag voorziet in een gemengde ontwikkeling van een meergezinsgebouw met 42 wooneenheden, 6 grondgebonden woningen, een groepswoning met 12 studio’s bedoeld voor begeleid wonen voor de residenten van het overliggende Katrinahof en een dagcentrum dat eveneens in dienst staat voor de residenten van het Katrinahof. Katrinahof ondersteunt kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking. Ten noorden van de aanvraag langs de overzijde van de Fromentinstraat is reeds een groepswoning aanwezig voor volwassenen met een beperking en een begeleide werkplaats. De aanvraag vormt een uitbreiding van de faciliteiten van het Katrinahof. De gemengde ontwikkeling is verenigbaar met het woongebied van Linkeroever.

Er dient te worden opgemerkt dat er bij de aftoetsing van de aanvraag op de regelgeving en de goede ruimtelijke ordening de groepswoning steeds is begrepen zoals voorzien in de aanvraag: het begeleid wonen voor de residenten van het overliggende Katarinahof en dus niet als een regulier woonproject. Dit specifieke aangevraagde programma vraagt immers een specifieke aftoetsing. Zo is de parkeerbehoefte bijvoorbeeld anders (lager) dan bij een regulier woonproject. Daarom wordt geadviseerd om als voorwaarde van de vergunning te stellen dat de groepswoning begrepen dient te worden als gemeenschapsvoorziening. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het project werd meermaals voorgelegd aan de Kwaliteitskamer, voorheen Welstandscommissie, en evolueerde van een dens project met een volumetrie en typologie die onvoldoende aansloot bij de bestaande context tot een stedenbouwkundig gunstig ontwerp.

 

De aanvraag bestaat uit 2 volumes. In een U-vormig volume worden het dagcentrum en appartementen ondergebracht. Het volume omarmt een gemeenschappelijke tuin. In een rechthoekige strip worden de eengezinswoningen en de groepswoning gepositioneerd. Tussen beide volumes wordt een woonerf aangelegd dat de verbinding maakt tussen de Fromentinstraat en de Victor Hugostraat. Het woonerf is een private weg met een publiek karakter.

 

Het project ligt centraal in het noordoostelijke bebouwingsfragment van Linkeroever, afgebakend door de Thonetlaan, de Charles de Costerlaan en de Gloriantlaan. De typologie en korrel van dit bebouwingsfragment is erg divers. Villa’s, rijwoningen, appartementsgebouwen van enkele bouwlagen en woontorens komen er naast elkaar voor.

De strip telt 2 bouwlagen en sluit hiermee aan op de bebouwing langs de oostelijke zijde van de Théophile Gautierstraat die wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in gekoppelde rijbebouwing van 2 bouwlagen en een zadeldak. Het U-vormig blok telt 3 bouwlagen en vormt een noordelijke verlenging op de bebouwing binnen het bouwblok dat gevormd wordt door de Victor Hugostraat - Théophile Gautierstraat. Dit bouwblok kenmerkt zich door haar meergezinsgebouwen.

 

De westelijke onbebouwde zijstrook sluit aan bij de westelijke publieke doorsteek voor langzaam verkeer en blijft privaat domein maar krijgt een publiek karakter door de inplanting van de toegang tot het dagcentrum en de bijhorende fietsenstalling. De centrale collectieve binnentuin is gericht op de bewoners van het meergezinsgebouw. Deze wordt licht verhoogd uitgevoerd ten opzichte van de westelijke onbebouwde strook om de privacy van de bewoners te waarborgen ten opzichte van de meer publieke zones. Deze subtiele ingreep wordt geapprecieerd. De zorgvuldig gekozen inplanting van de ondergrondse parkeergarage vrijwaart zoveel als mogelijk de collectieve groen- en tuinzone zodat deze ingezet kan worden voor een optimale waterinfiltratie. De bodem is hiervoor geschikt. Er zijn geen zones die als overstromingsgevoelig worden aangeduid in de ruime omgeving van het projectgebied.

 

De Welstandscommissie was van mening dat de strip en het U-vormige blok bijzonder goed gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar. Deze inplanting, volumetrie en typologie werden vervolgens verder architecturaal uitgewerkt. De schaal en de typologie van de gekozen volumes zijn in harmonie met de omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het ontwerp bestaat uit 2 volumes maar is leesbaar als een geheel door de nauw verwante materialisatie tussen de verschillende delen en de rigide gevelarchitectuur.

In het U-vormige blok zijn er twee types gevelopeningen met een zelfde verhouding maar andere afmetingen: het kleiner formaat voor de raamopeningen en het groter formaat ter plaatse van terrasopeningen en openingen naar de voordeuren in de inkomnissen. Deze twee types gevelopeningen worden ook toegepast in de ‘strip’, waar een derde, nog kleiner, formaat voorkomt maar met eenzelfde verhouding als de andere raamopeningen. Dit formaat wordt gebruikt voor de kleinste kamers van de woningen en de kamers van de groepswoning. Het buitenschrijnwerk wordt telkens aan de binnenzijde van de gevel geplaatst zodat zo’n diep mogelijke dagkanten ontstaan die de massiviteit van het project versterken.

Beide volumes worden uitgewerkt in een grijs-roze baksteen. De gevels van de individuele woningen worden van elkaar onderscheiden door een verschillend metselwerkverband. Het materialenpalet wordt verder uitgebreid met aluminium buitenschrijnwerk en accenten in beton voor de luifels, zitbanken en stapstenen.

Naast de integratie van groen in de onbebouwde ruimte, worden ook de gevels voorzien van groen. In het woonerf groeien klimplanten tegen de gevels. Tussen het U-blok en de strip worden kabels voorzien in functie van groenslingers.

 

De architecturale uitwerking van het ontwerp werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd op de kwaliteitskamer op 11 september 2020. Op deze kwaliteitskamer werden atypische, gevelopeningen voorgesteld, als een gestileerde huisvorm (driehoekig) ter hoogte van het dagcentrum. De kwaliteitskamer ging akkoord met deze atypische openingen mits dit als een zuiver systeem wordt toegepast en wordt afgestemd op de ritmiek van de openingen op de verdiepingen zoals bij een kloostergang. In het andere geval opteert de Kwaliteitskamer ervoor om overal rechthoekige openingen toe te passen, die dan afwisselend kunnen variëren. De aanvraag beantwoordt aan de tweede optie zoals voorgesteld door de Kwaliteitskamer.

Het ontwerp is visueel vormelijk verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor Publieke Ruimte. Zij geven ongunstig advies voor de aanwerking van het project aan het openbaar domein:

“Het plan kent op dit vlak vele tekortkomingen (niet limitatief):

-          voor de onderhoudsdiensten dient het duidelijk te zijn dat de binnentuin privédomein is en dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Langs de binnentuin dient daarom minstens een voortuinafsluiting voorzien te worden;

-          huisaansluitingen voor nutsdiensten en postbedelingskasten dienen gewoonlijk op de rooilijn voorzien te worden, het is niet duidelijk hoe dit hier georganiseerd gaat worden, aangezien de toegangsweg tot de woningen/appartementen privaat is;

-          het is niet duidelijk hoe de toegang tot de ondergrondse parking gevrijwaard wordt. De parkeerstrook dient onderbroken te worden en parkeren voor de inrit dient fysiek onmogelijk gemaakt te worden;

-          het is niet duidelijk hoe de toegang van brandweer/hulpdiensten tot de binnenstraat gevrijwaard wordt. Ook hier mogen geparkeerde auto's de toegang niet hinderen;

-          het is niet duidelijk hoe de toegang van brandweer/hulpdiensten tot de westelijke voetgangersdoorsteek gevrijwaard wordt. Ook hier mogen geparkeerde auto's de toegang niet hinderen. De brandweg maakt hier bovendien een vreemde zigzagbeweging over publiek en privaat domein. Hierdoor is het niet mogelijk de binnentuin op correcte wijze af te sluiten. Ook is de situatie slecht leesbaar voor de brandweer;

-          de breekpalen voor de brandweer dienen conform het draaiboek openbaar domein geplaatst te worden, dit is nu niet het geval.

Vanwege de vele tekortkomingen kan SW/PR geen gunstig advies geven. Er zijn aanpassingen noodzakelijk aan de openbare ruimte, er werden geen afspraken gemaakt met de stadsdiensten over het ontwerp en de kosten van deze aanpassingen. De stedelijke dienst stelt bijgevolg dat de aanvrager dient contact op te nemen met SW/PR om een nieuw plan ter goedkeuring voor te leggen dat aan bovenstaande opmerkingen tegemoet komt en om afspraken te maken over het ontwerp en de uitvoeringskosten van de noodzakelijke aanpassingen aan de openbare ruimte.”

 

De nodige aanpassingen die voortvloeien uit de bedenkingen in het advies van SW/PR zijn niet vergunningsplichtig en kunnen waar nodig verwerkt worden als stedenbouwkundige voorwaarden, gekoppeld aan de vergunning:

-          het ontwerp maakt een duidelijk verschil tussen het bestratingsmateriaal van de publieke doorsteek voor langzaam verkeer en de collectieve tuin. Dit markeert de overgang tussen publiek en privaat. Verder worden op de westelijke perceelsgrens tussen de collectieve tuin en de publieke doorsteek heestermassieven aangeplant die als afscheiding dienen. Mogelijks kan centraal op deze westelijke perceelsgrens nog een betonnen element als afscheiding worden toegevoegd dat identiek is aan de betonnen zitbanken in het project. Dit element mag de brandweertoegang echter niet hypothekeren. De collectieve tuin in de zijtuinstrook heeft bovendien niet de intentie om te fungeren als private collectieve tuin. De ligging langs de publieke doorsteek voor langzaam verkeer en naast het dagcentrum, maakt dat deze tuin niet ‘afgesloten’ moet worden. In deze zijtuinstrook worden immers de fietsenstalling, een toegang en het terras bij het dienstencentrum ingericht. Het voorstel om het plan te bespreken met de stedelijke dienst Publieke Ruimte, en waar nodig bij te sturen op basis van de geformuleerde bezorgdheden, zal opgenomen worden in de voorwaarden. Een voorstel om de grens publiek-privaat beter te markeren zal daar deel van uitmaken zonder dat dit bij voorbaat om een fysieke afsluiting moet gaan;

-          als gevolg van het bovenstaand advies werd bijkomende informatie aan de aanvrager opgevraagd met betrekking tot de huisaansluiting voor nutsvoorzieningen en postbedelingskasten. Een extra plan werd bezorgd waaruit blijkt dat deze faciliteiten worden aangeboden aan de bestaande openbare wegenis. Ter verduidelijking wordt deze locatie als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld;

-          de bedenkingen met betrekking tot mogelijke conflicten tussen de parkeerstrook in de Victor Hugostraat en het vrijwaren van de brandweertoegang enerzijds en de toegang tot de ondergrondse garage anderzijds, moeten verder onderzocht worden en dit in nauw overleg met de stedelijke dienst Publieke Ruimte. De verkeerspolitie maakt bovendien dezelfde opmerking in haar advies.

 

Proximus geeft gunstig advies op voorwaarde dat de standaardvoorwaarden om de telecominfrastructuur te voorzien aan de vergunning worden gekoppeld. Dit advies wordt bijgetreden.

 

De grondlaag van het woonerf, dat deels groen wordt aangelegd, heeft een dikte van slechts 0,50 m in plaats van de minimaal vereiste 1 m (bouwcode, art. 38). Opgemerkt wordt dat het woonerf voornamelijk een circulatie- en ontsluitingszone heeft. De mogelijkheden tot een groene inrichting van deze ruimte is dan ook beperkter dan bij een tuinzone. In tegenstelling tot de tuinzones, die voorzien zullen worden met hoogstammige bomen, zullen er op het woonerf enkel struiken en semi-intensieve begroeiing aangebracht worden. Geoordeeld wordt dat in dat geval een substraatlaag van 0,50 m volstaat.

 

De aanvraag valt binnen een bestaande sorteerstraatzone en werd daarom voorgelegd aan de dienst Stadsreiniging. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies: “Aangezien het project binnen een bestaande sorteerstraatzone wordt gerealiseerd adviseren we om de capaciteit van de REST container in de dichtstbij bestaande sorteerstraat (Theophile Gautierstraat) uit te breiden met de plaatsing van een extra container. De juiste positie/manier moet in afspraak met dienst Stadsreiniging gebeuren.”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 74 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Dit resulteert in volgende parkeerbehoefte:

-          zelfstandige woningen: parkeerbehoefte 71 (afgerond)

  • 1 appartement <60 m² (parkeernorm 1,1) = 1,1;
  • 17 appartementen tussen 60 m² en 90 m² (parkeernorm 1,35) = 22,95;
  • 30 appartementen/woningen >90 m² (parkeernorm 1,55) = 46,5;

-          Groepswoning met 12 studio’s voor begeleid wonen = 1 (de bewoners van deze studio’s rijden zelf niet met de auto):

  • 2 plaatsen voor het begeleidend personeel van deze studio’s. Deze zijn reeds opgenomen in de parkeerbehoefte van de zelfstandige woningen aangezien er 2 conciërgeappartementen voor het begeleidend personeel voorzien worden in het meergezinsgebouw;
  • 1 plaats voor bezoekers;

-          voor het dagcentrum, dat voornamelijk zal gebruikt worden door de bewoners van Katrinahof, moeten geen extra parkeerplaatsen voorzien worden.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 72 (71 + 1 = 72).

 

De plannen voorzien in 71 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er wordt een ondergrondse parking gebouwd met 71 plaatsen.

 

De parkeerplaats voor de bezoekers van de studio’s voor begeleid wonen wordt bovengronds voorzien, waar de westelijke publieke doorsteek voor langzaam verkeer uitgeeft op de Victor Hugostraat. Bovengronds parkeren in openlucht wordt echter niet aanvaard en is in strijd met artikel 27 van de bouwcode dat stelt dat tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard moeten gehouden worden. Deze parkeerplaats kan dus niet meegerekend worden in het nuttige aanbod aan autostalplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 71.

 

De ondergrondse parkeergarage heeft een logische rechthoekige vorm en een logische positionering (onder meer onder het woonerf) waardoor een groot deel van de collectieve tuin bij het meergezinsgebouw van verharding wordt gevrijwaard. Uit de beoordeling van de fietsenstalplaatsen blijkt dat er ook fietsenstalplaatsen te weinig zijn. Het is dus niet aangewezen om aan te sturen op een herorganisatie van de parking om 1 ontbrekende parkeerplaats te kunnen voorzien. Er kan geoordeeld worden dat de ontbrekende parkeerplaats om stedenbouwkundige reden niet gerealiseerd kan worden. Het belang van voldoende onverharde ruimte in functie van de infiltratie van het regenwater primeert op een vergroting van de parkeerkelder onder de tuinzone.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit stelt het volgende over de ontsluiting/bereikbaarheid: “De parking wordt ontsloten via Victor Hugostraat. De helling is te smal om auto’s te laten kruisen. Er moet een verkeerslicht voorzien worden zodat niet tegelijk in- en uitgereden kan worden.

Tussen de grondgebonden woningen en het andere gebouw is een ‘woonerf’ voorzien. Dit is privé domein en wordt afgesloten met paaltjes en is enkel toegankelijk voor voetgangers en fietsers.”

Het advies met betrekking tot het verkeerslicht wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Fietsvoorzieningen

Er moeten 138 fietsenstallingen voorzien worden voor de verschillende functies:

-          18 appartementen/studio’s met 1 slaapkamer : 18 x 2 = 36;

-          18 appartementen met 2 slaapkamers : 18 x 3 = 54;

-          12 appartementen/woningen met 3 slaapkamers : 12 x 4 = 48.

 

In  de ondergrondse parking worden 2 fietsenstallingen ingericht voor in totaal 117 fietsen. Deze zijn bereikbaar via een fietslift. Het aantal stalplaatsen is onvoldoende. De ene stalling voorziet ruimte voor 53 fietsen met gewone enkele stallingplaatsen. Deze ligt tegenover de helling voor auto’s. De zone moet voldoende verlicht zijn en er moet signalisatie voorzien worden zodat er voldoende aandacht is voor de fietsers.

De andere stalling heeft 64 dubbelhoge fietsenstallingen en 12 enkele. De tussenafstand van deze stalplaatsen is slechts 37 cm, terwijl dit minstens 50 cm moet bedragen. Bij deze te smalle tussenafstand kunnen niet alle stallingen gebruikt worden en is de werkelijke capaciteit veel lager.

Voor de bezoekers van het dagcentrum worden nog een 15-tal fietsenstallingen op het maaiveld voorzien.

 

De bewoners van de grondgebonden woningen zullen vermoedelijk eerder de voorkeur geven om hun fiets in de eigen tuin te plaatsen of ter hoogte van de voordeur, dan in de verder gelegen ondergrondse parking. Om tegemoet te komen aan dit tekort en in functie van gebruikscomfort dient er een aparte fietsenstalling(en) ingericht te worden in de nabijheid van de eengezinswoningen. De inrichting van het woonerf leent zich ertoe om fietstrommels of vergelijkbare infrastructuur te voorzien.

Voor de 12 studio’s voor begeleid zelfstandig wonen moeten 12 overdekte fietsenstallingen voorzien worden. Deze worden ingericht in de tuin van deze studio’s maar zijn niet overdekt. Een overkapping dient voorzien te worden. Dit kan bijvoorbeeld door een pergolastructuur.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Aan de Fromentinstraat op Linkeroever wordt een gemengde stedelijke ontwikkeling voorzien bestaande uit 42 appartementen, 6 grondgebonden woningen, een groepswoning met 12 studio’s voor begeleid wonen (Katrinahof), een dagcentrum voor de residenten van Katrinahof, een ondergrondse parkeergarage en de bijhorende omgevingsaanleg.

Milieutechnisch wordt enkel rubriek 12.2.1 gevraagd voor exploitatie van een transformator met een vermogen van 630 kVA. De distributiecabine wordt geplaatst aan de rechterbovenhoek van de site. Van deze exploitatie wordt geen hinder verwacht.

Voor de aanleg van de ondergrondse parkeergarage zal naar alle waarschijnlijkheid een bronbemaling noodzakelijk zijn. De aanvrager wordt erop gewezen dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).

Volgens de bouwcode van de stad Antwerpen is het verplicht om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).

 

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

  

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2. de postbedelingspunten moeten op de rooilijn geplaatst worden;

3. de huisaansluitingen voor nutsvoorzieningen moeten op de rooilijn geplaatst worden;

4. de aanvrager moet in samenspraak met SW/Publieke Ruimte de overgang tussen publiek en privaat verder detailleren en daar waar het noodzakelijk is, de overgang beter markeren voor zover dit de brandtoegang niet hypothekeert. Verder dienen afspraken gemaakt te worden om de toegang tot de ondergrondse parking en de westelijke doorsteek voor langzaam verkeer als evacuatieweg in de Victor Hugostraat te vrijwaren van geparkeerde auto’s (contactgegevens publieke_ruimte@antwerpen.be of SWOU_ontwerp@antwerpen.be);

5. de gevels die palen aan de openbare ruimte moeten minstens 1,75 meter diep gefundeerd worden;

6. het dagcentrum moet voorzien worden van een vetafscheider om het afvalwater te lozen;

7. de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus moeten strikt nageleefd worden;

8. de aanvrager moet contact opnemen met de dienst Stadsreiniging om een plaatsing van een extra container te voorzien in de dichtstbijzijnde sorteerstraat (SB_SR_ODD_projecten@antwerpen.be);

9. er moet een verkeerslicht voorzien worden aan de inrit van de parking zodat niet tegelijk in- en uitgereden kan worden;

10. de zone ter hoogte van de fietsenstalling moet voorzien worden van voldoende verlichting en signalisatie zodat de fietsers duidelijk zichtbaar zijn voor auto’s die de parking in- en uitrijden.

11. de afstand tussen de dubbelhoge fietsenstalling moet minimaal 50 cm zijn;

12. de fietsenstalling voor de grondgebonden woningen inrichten dichtbij deze woningen;

13. de fietsenstallingen voor de studio’s voor begeleid zelfstandig wonen moeten overdekt zijn;

14. per 10 autostalplaatsen dient er telkens 1 elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

15. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

16. de groepswoning wordt vergund als gemeenschapsvoorziening.


Lastvoorwaarden

17. De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1 januari 2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630,00 kVA

 

Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2018_CBS_02203).

Het college besliste op 7 januari 2022 (Jaarnummer 162) dat voor het project ‘Fromentinstraat, district Antwerpen’ aan de stedenbouwkundige last voldaan is binnen de aanvraag van het project.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 oktober 2021

Volledig en ontvankelijk

30 november 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 januari 2022

Verslag GOA

6 januari 2022

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de postbedelingspunten moeten op de rooilijn geplaatst worden;

3.      de huisaansluitingen voor nutsvoorzieningen moeten op de rooilijn geplaatst worden;

4.      de aanvrager moet in samenspraak met SW/Publieke Ruimte de overgang tussen publiek en privaat verder detailleren en daar waar het noodzakelijk is, de overgang beter markeren voor zover dit de brandtoegang niet hypothekeert. Verder dienen afspraken gemaakt te worden om de toegang tot de ondergrondse parking en de westelijke doorsteek voor langzaam verkeer als evacuatieweg in de Victor Hugostraat te vrijwaren van geparkeerde auto’s (contactgegevens publieke_ruimte@antwerpen.be of SWOU_ontwerp@antwerpen.be);

5.      de gevels die palen aan de openbare ruimte moeten minstens 1,75 meter diep gefundeerd worden;

6.      het dagcentrum moet voorzien worden van een vetafscheider om het afvalwater te lozen;

7.      de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus moeten strikt nageleefd worden;

8.      de aanvrager moet contact opnemen met de dienst Stadsreiniging om een plaatsing van een extra container te voorzien in de dichtstbijzijnde sorteerstraat (SB_SR_ODD_projecten@antwerpen.be);

9.      er moet een verkeerslicht voorzien worden aan de inrit van de parking zodat niet tegelijk in- en uitgereden kan worden;

10.  de zone ter hoogte van de fietsenstalling moet voorzien worden van voldoende verlichting en signalisatie zodat de fietsers duidelijk zichtbaar zijn voor auto’s die de parking in- en uitrijden.

11.  de afstand tussen de dubbelhoge fietsenstalling moet minimaal 50 cm zijn;

12.  de fietsenstalling voor de grondgebonden woningen inrichten dichtbij deze woningen;

13.  de fietsenstallingen voor de studio’s voor begeleid zelfstandig wonen moeten overdekt zijn;

14.  per 10 autostalplaatsen dient er telkens 1 elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

15.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

16. de groepswoning wordt vergund als gemeenschapsvoorziening.


Lastvoorwaarden

17. De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1 januari 2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Brandweervoorwaarden

de voorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie BW/LHO/2022/G.00122.A5.0011.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630,00 kVA

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.