Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021160601 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV LBC-CEPSA Tank Terminals Antwerpen (0885386405) met als contactadres Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie F nr. 241W2 |
waarvan: |
|
- 20180207-0047 | afdeling 16 sectie F nr. 241W2 (LBC CEPSA) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Op- en overslagbedrijf: verandering door uitbreiding |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 30/12/2015: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20152656) voor de bouw van vier tanks voor de opslag van vloeibare chemische producten;
- 23/01/2009: stedenbouwkundige vergunning (HVN/2008/B/0188) voor de nieuwbouw van een kantoor;
- 28/07/2006: stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0073) voor het oprichten van een hoofdgebouw, tankpark en spoorverlading;
- 18/12/2002: stedenbouwkundige vergunningen:
- 31/07/2002: stedenbouwkundige vergunning:
- 29/05/2002: stedenbouwkundige vergunning (HV/2002/B/0021) voor het slopen van productie-installaties en gebouwen.
Voorgeschiedenis milieu
Op 3 maart 2005 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend op naam van Bayer Antwerpen voor de op- en overslag van gevaarlijke producten, voor een termijn verstrijkend op 27 maart 2023. In 2007 werd de vergunning overgenomen door LBC-Ertisa Tankterminal Antwerpen en op 8 oktober 2010 werd de naamswijziging gemeld naar LBC-CEPSA Tankterminals Antwerpen. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak het plaatsen van een stoomgenerator.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.3° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter; | + 2.200,00 liter |
17.2.2. | VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting) | + 1,85 ton |
17.3.2.1.1.3° | gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton; | + 1,85 ton |
39.1.2° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 500 liter tot en met 5.000 liter; | 836,00 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 535,00 kW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 16 december 2021 | 24 december 2021 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor de Scheldedijk;
- Overdrukken Leidingstraat parallel met de Scheldelaan en ten noorden van het goed.
Op circa 270 meter ten westen van het goed is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met de bestemmingen Natuurgebied, Bijzonder natuurgebied en Bestaande waterweg.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen bepaalde randvoorwaarden zoals vernoemd in respectievelijk artikels 4.1. en 4.4. en artikels 1.2. tot en met 1.6 van het BVR, vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht.
Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
LBC-CEPSA Tank Terminal Antwerpen baat een tankterminal uit voor de op- en overslag van gevaarlijke producten op het bedrijfsterrein van Covestro, meer bepaald op de blokvelden M01 en M07. Naast de opslagvoorzieningen zijn er tevens verlaadplaatsen voor tank-, ketelwagens en schepen voorzien.
Met onderhavige aanvraag wenst men een stoomgenerator, bestaande uit een stookinstallatie van 535 kW en een stoomketel met een inhoud van 836 liter, te laten vergunnen. De stoomgenerator betreft een tijdelijke installatie die een shutdown van de energieleverancier zal opvangen en dient voor het garanderen van een verwarmde opslag van bepaalde producten. Geschat wordt dat deze installatie maximaal 2 maal 10 dagen per jaar zal draaien.
Er wordt een bijhorende dieseltank van 1.200 liter voorzien. Het betreft een dubbelwandige houder voorzien van lekdetectie en overvulbeveiliging. Verder wordt nog de opslag van 1.000 liter diesel in een IBC, geplaatst boven een inkuiping, aangevraagd. De exploitant vraagt expliciet om de opslag van diesel zowel te vergunnen onder indelingsrubriek 6.4 (brandbare vloeistoffen) als onder rubriek 17 (gevaarlijke producten) aangezien de diesel, afhankelijk van de leverancier, al dan niet als een gevaarlijke product moet beschouwd worden.
Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een e-mail van het team Externe veiligheid van het departement Omgeving waarin geoordeeld wordt dat het project als een ‘Kleiner project met gevaarlijke stoffen’ kan beschouwd worden waardoor er geen veiligheidsnota dient opgesteld te worden.
Het aanvraagdossier bevat een voortoets waaruit blijkt dat er geen risico is op een betekeninsvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.3° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter; | + 2.200,00 liter |
17.2.2. | VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting) | + 1,85 ton |
17.3.2.1.1.3° | gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton; | + 1,85 ton |
39.1.2° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 500 liter tot en met 5.000 liter; | 836,00 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 535,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 13 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 22 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 20 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 1 februari 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 december 2021 | 20 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/ | Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |