2022_CBS_00584 - Omgevingsvergunning - OMV_2021150619. Kielsbroek zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 26 januari 2017 verleende de deputatie een vergunning aan stad Antwerpen voor het uitbaten van een recyclagepark tot 19 december 2036 (MLAV1/2016-272).

Inhoud van de aanvraag

De aanvrager wenst een uitbreiding van het lozingsdebiet van bedrijfsafvalwater, een actualisatie van de ingezamelde afvalfracties en vrijstelling om een meetgoot te installeren.

Aangevraagde rubrieken

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Specifiek en duurzaam bedrijventerrein Groothandelsmarkt, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 augustus 2003. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone a voor voedingsgebonden bedrijvigheid en zone d voor openbare wegenis.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de actualisatie van de milieuvergunning voor een bestaand recyclagepark op het bedrijventerrein Kielsbroek.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

• de actualisatie van het lozingsdebiet van bedrijfsafvalwater naar aanleiding van de nieuwe neerslagdebieten van VMM;
• de actualisatie van de bestaande afvalstromen, hoeveelheden en inhouden;
• de toevoeging van de afvalstromen matrassen, vlak glas, harde kunststoffen en kleine batterijen. 

 De huidige milieuvergunning is nog geldig tot 19 december 2036.

De aanvraag is gesitueerd op de site van het bedrijventerrein Kielsbroek en ligt ingeplant tussen de bedrijfsgebouwen en de site van Aquafin. Het recyclagepark is gelegen in volgens het gewestplan ingekleurde gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Het recyclageparkt is dus niet zonevreemd. De aanvraag is bijgevolg in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.

Stedenbouwkundige voorwaarde:

Indien er stedenbouwkundige handelingen gebeuren die vergunningsplichtig zijn dient er hiervoor nog een afzonderlijke omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Ten opzichte van de bestaande vergunde situatie zijn de belangrijkste wijzigingen:

• de actualisatie van het lozingsdebiet van bedrijfsafvalwater naar aanleiding van de nieuwe berekeningsmethode voor maximale neerslagdebieten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM);
• de actualisatie van de bestaande afvalstromen, hoeveelheden en inhouden en het toevoegen van enkele nieuwe fracties;
• vraag tot afwijking voor het verplicht aanleggen van een meetgoot bij de lozing van bedrijfsafvalwater.

Op het recyclagepark worden enkel huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aanvaard, afkomstig van de inwoners van stad Antwerpen. De aanvoer vindt meestal plaats met personenvoertuigen en kleine bestelwagens, al dan niet met aanhangwagens.

Het aantal inzamelrecipiënten voor de fracties wit en gekleurd glas, PMD en frituurolie wordt verminderd en voor autobanden, tl-lampen en batterijen (kleine en middelgrote) uitgebreid. De fracties ferro- en non-ferrometalen worden samen ingezameld. Het volume van de container voor puin- en sloopafval wordt geactualiseerd. Kringloopgoederen worden niet meer ingezameld en de nieuwe afvalfractie matrassen, vlak glas, piepschuim en harde kunststoffen worden toegevoegd. De exploitant wenst onder rubriek 2.2.1.b in de toekomst nog volgende afvalstoffen selectief in te zamelen:

De wijziging van de afvalfracties zal (bronnen van) de risico’s en potentiële hinder van het recyclagepark niet wijzigen, noch de bedrijfsvoering in enige mate wijzigen. Er zijn geen klachten over het park gekend bij de toezichthoudende diensten. OVAM geeft een gunstig  advies voor wat de aanpassing van de rubriek 2.2.1.b betreft.

Alle selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen komen in specifiek aangepaste recipiënten terecht. Er is geen opslag rechtstreeks op de grond. Alle containers en andere recipiënten staan op een vloeistofdichte ondergrond die afwatert naar een interne riolering. Sinds enkele jaren wordt bij het bepalen van het debiet van het verontreinigd hemelwater rekening gehouden met piekdebieten, met name een composietbui met een terugkeerperiode van twee jaar. Het aan te nemen uurdebiet werd vastgelegd op 0,0159 m³/uur/m². Hierdoor stijgt het in de vergunning op te nemen uur- en dagdebiet sterk naar respectievelijk maximaal 36 m³/uur en 91 m³/dag. Het jaardebiet wijzigt niet (1.902 m³/jaar). De interne riolering is aangesloten op een koolwaterstofafscheider (KWS). Het effluent van de KWS wordt geloosd in de openbare riolering, aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Antwerpen-Zuid. Er werden in 2020 reeds analyses uitgevoerd op het bedrijfsafvalwater. Uit de analyse bleek dat voldaan kon worden aan de voorwaarden voor lozing op de riolering.

Artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM II stelt dat bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximumhoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen; voor debieten groter dan 2 m³/uur of 20 m³/dag gaat de voorkeur uit naar de plaatsing van een meetgoot.

De hoge lozingsdebieten komen slechts in beperkte mate voor. De plaatsing van een meetgoot is volgens de uitbater een overdreven maatregel. Als alternatief wordt een controle-inrichting na de koolwaterstofafscheider voorzien. Deze bestaat uit een goed bereikbare controleput waar het geloosd bedrijfsafvalwater kan worden gecontroleerd. Gelet op de aanwezige voorziening voor staalname en de lage frequentie van de zogenaamde composietbuien, lijkt de verplichte installatie van een meetgoot niet proportioneel en eerder relevant bij continue of frequent voorkomende afvalwaterstromen uit processen. Er kan hier dan ook van afgeweken worden.

VMM geeft een gunstig advies voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximumdebiet van 36 m³/uur, 91 m³/dag en 1.902 m³/jaar via een slibvang en KWS-afscheider met coalescentiefilter in de riolering. Hierbij moet voldaan worden aan de algemene voorwaarden voor lozing op de riolering. De exploitant geeft niet aan dat een slibvang aanwezig is voor de KWS-afscheider. Dit is echter een veel voorkomende uitvoering van dergelijke waterbehandeling. Voor de zekerheid wordt dit toch als bijzondere voorwaarde opgelegd en is deze desgevallend te plaatsen binnen 1 jaar na vergunning.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt positief advies gegeven de vergunning aan te passen en de afwijking op artikel 4.2.5.1.1 §1 toe te kennen.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Gecoördineerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten