Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen en drie woonentiteiten.
De bewijsvoering
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van voor 1875.
Het gebruik van dit pand werd niet gewijzigd.
Uit de kadastergegevens blijkt dat, voor de datum van het gewestplan, reeds drie woningen aanwezig waren.
Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat, voor de datum van het gewestplan (9 november 1979), drie gezinnen tegelijkertijd waren ingeschreven.
In het archief werden bouwplannen teruggevonden van 13 juli 1928. Op deze plannen werden open terrassen ingetekend. Uit het dossier blijkt dat de open terrassen aan de achterkant van het gebouw en de open koeren op het gelijkvloers zijn dichtgemaakt. Er zijn onvoldoende bewijzen aangeleverd dat deze wijzigingen voor 9 november 1979 hebben plaats gevonden, of ze zijn erna uitgevoerd.
Als bewijs voor het dichtbouwen van de koeren is een getuigenverklaring aangeleverd van de vorige eigenaresse van het pand. Zij was eigenaar sinds 2014, woonde in het pand sinds 1986 en was poetshulp in het pand sinds 1980. Ze verklaart dat de koeren altijd bebouwd en overdekt waren. Gezien deze verklaring geen bewijs is voor de toestand van voor 9 november 1979 wordt deze niet meegenomen in de beoordeling.
Het dichtbouwen van de open koeren op het gelijkvloers en het dichtmaken van de terrassen op de verdiepingen worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister.
Op de plannen van 13 juli 1928 is zichtbaar dat de voorgevel van het gelijkvloers bestond uit één raam, in de huidige situatie zijn er twee ramen aanwezig. Er zijn onvoldoende bewijzen aangeleverd dat deze wijzigingen voor 9 november 1979 hebben plaats gevonden, of ze zijn erna uitgevoerd. Het wijzigen van de voorgevel wordt uitgesloten van opname van het vergunningenregister.
Op de luchtfoto van 1974 en 2003 is zichtbaar dat de dakramen gewijzigd zijn. In 1974 zijn er twee dakramen aanwezig, in 2003 zijn dit er drie. Aan de zijde van de achtergevel is een dakraam bijgeplaatst, aan de zijde van de voorgevel is het dakraam verplaatst. Er zijn onvoldoende bewijzen aangeleverd dat deze wijzigingen voor 9 november 1979 hebben plaats gevonden, of ze zijn erna uitgevoerd. Het wijzigen van de dakramen wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister.
Uit nieuwe foto’s van de huidige voorgevel blijkt dat het schrijnwerk tijdens de aanvraag van het dossier is aangepast naar nieuwe zwarte (mogelijks PVC) schrijnwerk.
Het schrijnwerk in de volledige voorgevel is aangepast zonder voorafgaandelijke vergunning en wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister.
Voorgaande bewijst voldoende dat de constructie, inclusief de functie van wonen en drie woonentiteiten, dateert van voor de inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw (22 april 1962), met uitzondering van het dichtmaken van de terrassen op de verdiepingen, het dichtmaken van de open koeren op het gelijkvloers, het wijzigen van de dakramen, het wijzigen van de voorgevel ter hoogte van het gelijkvloers en het schrijnwerk in de volledige voorgevel, zoals aangegeven met rood op de plannen.
Conclusie
Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen en drie woonentiteiten in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van het dichtmaken van de terrassen op de verdiepingen, het dichtmaken van de open koeren op het gelijkvloers, het wijzigen van de dakramen, het wijzigen van de voorgevel ter hoogte van het gelijkvloers en het schrijnwerk in de volledige voorgevel, zoals aangegeven met rood op de plannen.
Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Op datum van 3 februari 2021 vroeg Sebastian Dehaen om het pand gelegen Rotterdamstraat 50, district Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning. Hierbij werden de volgende documenten ter staving toegevoegd:
1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:
Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Kadastrale gegevens:
Het pand, Rotterdamstraat 50 district Antwerpen, met kadastrale ligging (afd. 5) sectie E 1280 E4 is kadastraal gekend als huis met drie woongelegenheden.
Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:
- toelating van 13 juli 1928 voor gevel- en binnenveranderingen
2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met drie bouwlagen onder een zadeldak en bestaat momenteel uit een appartement op het gelijkvloers, een appartement op verdieping 1 en een duplexappartement op verdieping 2 en in de daklaag.
Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.
Het college neemt kennis van de opname van de constructie Rotterdamstraat 50, district Antwerpen, inclusief de functie van wonen en drie woonentiteiten, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van het dichtmaken van de terrassen op de verdiepingen, het dichtmaken van de open koeren op het gelijkvloers, het wijzigen van de dakramen, het wijzigen van de voorgevel ter hoogte van het gelijkvloers en het schrijnwerk in de volledige voorgevel, zoals aangegeven met rood op de plannen.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens. |