Terug
Gepubliceerd op 31/01/2022

2022_CBS_00380 - Omgevingsvergunning - OMV_2021129646. Kielsevest 23-25 en 31-33. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/01/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_00380 - Omgevingsvergunning - OMV_2021129646. Kielsevest 23-25 en 31-33. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_00380 - Omgevingsvergunning - OMV_2021129646. Kielsevest 23-25 en 31-33. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 oktober 2021

27 november 2021

9

0

3

34

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden 46 bezwaren ingediend, voornamelijk handelend over:


  1. Bouwhoogte (niet kenmerkend): Het bezwaar tegen de bouwhoogte van het gebouw

Beoordeling: De bouwhoogte van het gebouw is te verantwoorden door de ligging aan de Desguinlei. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Bouwhoogte 2 (beperking van lichttoetreding): De bouwhoogte van de torens zal zonlicht in de straat en naar de omliggende gebouwen belemmeren.

Beoordeling: De nieuwe invulling van het perceel zal de zonlichttoetreding doen veranderen. Echter zal dit de woonkwaliteit van de huidige woningen niet noemenswaardig beïnvloeden. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Bouwhoogte 3 (precedentswaarde): De nieuwe bouwhoogte past niet in de wijk en zal als breekijzer dienen voor toekomstige hoogbouwprojecten.

Beoordeling: Het gebouw vormt een bouwblok op zich en onderscheidt zich, zowel door programma als architectuur en inplanting, duidelijk van de morfologie van het bestaande omliggende woonweefsel. Het is een voorbeeld van dissonante harmonie. Precies omwille daarvan zal het niet als nieuwe maatstaf worden gebruikt bij het beoordelen van toekomstige projecten in de omgeving. 

 

  1. LocatieHet bezwaar dat een brandweerkazerne met horeca en kantoor geen geschikte invulling is voor het perceel. Er zijn onvoldoende alternatieve locaties onderzocht en er is gemakkelijkheidshalve gekozen voor een perceel dat al in eigendom was van de stad. De Victor-site is bijvoorbeeld een realistisch alternatief.

Beoordeling: Locatieonderzoek of eigendomsrecht zijn geen weigeringsgronden binnen een stedenbouwkundige beoordeling. Een project wordt steeds getoetst aan de geldende voorschriften en een goede ruimtelijke ordening. Het bezwaar is ongegrond.

Wel wordt opgemerkt dat deze locatie het resultaat is van een uitgebreid onderzoek.
 In navolging van het bestuursakkoord 2013-2018 werd voor de huidige kazerne in de Paleisstraat een alternatief gezocht. Aan de start van de opdracht werd een locatieonderzoek gedaan waarbij verschillende opties in samenspraak met Brandweer Zone Antwerpen werden onderzocht. De locatie van de kazerne wordt bepaald volgens een specifiek model van brandweer die de snelheid van interventie maximaal garandeert over het grondgebied van de stad en ruimere omgeving. De keuze van de andere nieuwe locaties (verschuiving kazerne Sint-Jacobsmarkt, locatie nieuwe kazerne Wilrijk,...) bepaalde bijgevolg mee de beperkte perimeter waarbinnen de kazerne van de Paleisstraat diende te verschuiven.

 

Ook de renovatie van de huidige kazerne in de Paleisstraat werd overwogen, maar die bleek te groot voor de huidige werking van post zuid. Een cohabitatie met andere functies op de huidige locatie bleek niet realistisch. Bovendien kan de huidige kazerne niet gerenoveerd/gerestaureerd worden én in gebruik blijven en een tijdelijke locatie is quasi onmogelijk. Daar komt nog bij dat de technische en functionele noodwendigheden die nodig zijn om de kazerne up-to-date te maken het beschermd monument hard zouden aantasten.

 

Voor de nieuwe locatie werden een aantal sites onderzocht, waarbij finaal sites Kielsevest en Grote Steenweg als best haalbare pistes voor de brandweer werden weerhouden omwille van locatie en de bijhorende interventiegraad en -snelheden. De site aan Grote Steenweg bleek uiteindelijk niet haalbaar, want geen eigendom van de stad en niet beschikbaar op relatief  korte termijn. Er is ook een alternatief onderzocht om de kazerne te bouwen op de kop van de huidige parking langsheen Desguinlei, maar dat bleek inzake timing niet haalbaar (opmaak nieuw RUP etc). 

Om die reden werd de site Kielsevest weerhouden. 

 

Het locatieonderzoek moet hierbij niet gezien worden als een document, maar een uitgebreid traject met inspanningen van zowel brandweer als AG Vespa waarbij vanuit BZA de interventietijden én dekkingsgraad van de zone Antwerpen Zuid de doorslag gaven. De site op de Kielsevest voldoet het best aan al die vereisten. Het is eigendom van de stad en daardoor een site waar op relatief korte termijn een volwaardige kazerne gerealiseerd kan worden.

 

  1. Verdwijnen groen 1Door het verdwijnen van het groen op het perceel zal de biodiversiteit verdwijnen en de luchtkwaliteit in de buurt afnemen.

Beoordeling: Op 14 februari 2020 werd het rooien van de bomen op het perceel en het slopen van de officierswoningen reeds vergund (OMV_2019155338). Het rooien van de bomen en het slopen van de officierswoningen maakt dan ook geen deel uit van de aanvraag en kunnen niet meer terug beoordeeld worden. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Verdwijnen groen 2Door het verdwijnen van het groen verdwijnen de infiltratiemogelijkheden.

Beoordeling: Op 14 februari 2020 werd het rooien van de bomen op het perceel en het slopen van de officierswoningen reeds vergund (OMV_2019155338). Het rooien van de bomen en het slopen van de officierswoningen maakt dan ook geen deel uit van de aanvraag. Aquafin bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit.
Tot voor kort lag dit perceel niet in een overstromingsgevoelig gebied. Volgens de nieuwe pluviale overstromingskaarten, is dit gebied wel degelijk overstromingsgevoelig. De pluviale overstromingskaarten zijn nog niet op Vlaams niveau goedgekeurd. Echter kan de aanvraag hier best al pro-actief een antwoord op bieden. Daarom zullen er voorwaarden aan de vergunning gekoppeld worden om bijkomende infiltratie- en buffervoorzieningen te realiseren.

In de Brederodewijk wordt tegelijk werk gemaakt van oplossingen voor de waterproblematiek met o.a. de aanleg van een nieuw gescheiden stelsel in de Bredastraat en Lange Elzenstraat en de mogelijkheid om op langere termijn water te gaan bufferen in de Konijnenwei. 

Er moeten echter voldoende bronmaatregelen genomen worden in de wijk zelf.

Het bezwaar is gegrond.

 

  1. Verdwijnen groen 3Het rooien van de bomen staat haaks op het klimaatplan van de stad Antwerpen om groene plekken te creëren tegen het stedelijke hitte-eiland effect. Het rooien van de bomen staat haaks op initiatieven zoals ‘Anwerpen onthard’.

Beoordeling: Op 14 februari 2020 werd het rooien van de bomen op het perceel en het slopen van de officierswoningen reeds vergund (OMV_2019155338). Het rooien van de bomen en het slopen van de officierswoningen maakt dan ook geen deel uit van de aanvraag en kunnen niet meer terug beoordeeld worden. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Verdwijnen groen 4Het groenperkje is een geschikte plek voor een buurparkje of pleintje. De voormalige officierswoningen kunnen dienst doen als zomerbar of buurtcentrum. De Brederodewijk is een dichtbevolkte wijk en heeft weinig gebruiksgroen. Volgens het groenplan van Antwerpen zou elke bewoner toegang moeten krijgen tot gebruiksgroen op wandelafstand (400 meter vanaf de woning). Het ontwikkelen van het perceel gaat in tegen deze beleidsdoelstelling.

Beoordeling: Opgemerkt wordt dat de statistische data een vertekend beeld geven van de ‘toegang tot groen’ op deze locatie. De Brederodewijk is inderdaad zeer dens en dichtbebouwd, maar deze locatie aan de Singel ligt op de grens van de 3 statistische sectoren Brederode, Nieuw Zuid en Markgrave. Die  laatste twee sectoren scoren beduidend hoger dan het gemiddelde in de stad qua groen, respectievelijk 203 m²/ pers en 14,3 m²/pers. De onmiddellijke buren van deze site hebben dus net een zeer ruime toegang tot buurtgroen op wandelafstand. Dit staat nog los van de geplande ruimtelijke ingrepen die de gehele wijk zullen ten goede komen.

Het perceel behoort daarenboven tot woongebied waardoor het bebouwd kan worden. Het voorziene programma zal eveneens geen bijkomende druk genereren op het aanwezige gebruiksgroen en speelpleinen. Op de kop van het gebouw, ter hoogte van het bestaande speeltuintje, wordt een reca-functie voorzien met terrasruimte. Dit zorgt voor een betere sociale controle en verlevendiging van het speelpleintje en het ruimere publiek domein. De stad blijft zich bovendien engageren om in iedere wijk voldoende groen te voorzien. Ook de realisatie van het Ringpark Zuid (cf. project De Grote Verbinding) zal een opmerkelijke groenwinst opleveren.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Verharding: Het bezwaar tegen bijkomende verharding.

Beoordeling: Het perceel wordt nagenoeg volledig onderkelderd. Echter worden er waterputten en intensieve groendaken voorzien zodat het vasthouden en bufferen van regenwater mogelijk is. Aquafin bracht eveneens een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Erfgoedmonumentenzorg adviseerde de sloop van de woningen ongunstig

Beoordeling: Op 14 februari 2020 werd reeds een vergunning afgeleverd voor het slopen van de officierswoningen reeds vergund (OMV_2019155338). Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Overaanbod kantorenHet bezwaar dat vele kantoren en bedrijfslocaties in de buurt leegstaan en er daardoor reeds een overaanbod van kantoren in de wijk is. 

Beoordeling:  Kantoren zijn toegelaten conform de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. 

In de loop van 2020 werd het programma onderworpen aan een volledige check-up onder leiding van AG VESPA. Diverse onderzoeken naar mogelijke alternatieve uitvoeringen, uitvoering in twee fasen, programmaloos- en flexibel bouwen, de kantoormarkt, etc werden uitgevoerd. Deze onderzoeken vormde een solide basis om het project op een gedragen manier verder te zetten. Tijdens de vergunningsprocedure werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Business en innovatie. Omwille van de gunstige ligging, nabij Station Zuid, de Ring en een vlotte bereikbaarheid met OV en fiets, kunnen ze de voorziene kantoren gunstig adviseren.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Verkeersveiligheid: Het bezwaar dat het project verkeersonveilige situaties zal creëren door het verhoogde autoverkeer. De verkeersdruk in de wijk zal toenemen en dat zal gevaarlijk zijn voor spelende kinderen op het pleintje aan de Desguinlei.

Beoordeling: 

Voor het in- en uitrijden bij interventies wordt de buurt maximaal ontlast. Het uitrijden zal gebeuren rechtstreeks langsheen de Singel (Desguinlei), waarbij een doorsteek doorheen de middenberm zal worden gerealiseerd, in combinatie met gestuurde verkeerslichten.

Het inrijden na interventie, dus rustig en zonder sirenes, zal gebeuren langsheen de Kielsevest.

Bovendien wordt inzake circulatie en mobiliteit rekening gehouden met de overkappingstudies (ring team Zuid), die voorzien in een loskoppeling (‘knip’) tussen Kielsevest en Desguinlei, in aansluiting met de herontwikkeling van de huidige parking—zone, én een mogelijks éénrichtingsverkeer in Kielsevest. Deze visie zal tevens bijdragen tot een beperktere en vlottere mobiliteit voor de omgeving. Het project werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke mobiliteitsdienst, Agentschap Wegen en Verkeer en de verkeerspolitie. Zij adviseerden de aanvraag voorwaardelijk gunstig. Er zullen voorwaarden worden opgelegd in functie van het veilig uitrijden van de kazerne. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Parkeerdruk: Het bezwaar dat de parkeerdruk in de wijk zal toenemen.

Beoordeling: Het project voorziet een ondergrondse kelder waar de volledige parkeerbehoefte wordt afgewenteld. De stedelijke mobiliteitsdienst adviseerde de aanvraag voorwaardelijk gunstig. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. PFASHet bezwaar dat de bodem verontreinigd zal worden door het blusschuim dat PFAS bezit.

Beoordeling: Sinds 2000 is de productie van PFOS en iets later ook PFOA stelselmatig uitgefaseerd. Het gebruik van schuim dat PFOS bevat als primair component is in 2011 definitief verboden door de Stockholm Conventie: de brandweer moest daarom in het verleden PFOS-houdend blusschuim afvoeren voor verwerking. Producenten van blusschuim hebben de sinds 2000 uitgefaseerde fluorhoudende verbindingen vervangen door alternatieve fluorhoudende verbindingen, die nog wel steeds behoren tot de groep van de PFAS. De ondergrond van het binnenplein is echter vloeistofdicht uitgevoerd en eventueel afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering. Op de site zal geen blusschuim met fluorverbindingen gebruikt worden (geen blusoefeningen). Er is geen opslag voorzien. De risico op verspreiding van PFAS op en ronde site is zeer beperkt. Het bezwaar is ongegrond.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021129646

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA (0267402076) met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Kielsevest 23-25 en 31-33 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nrs. 1952R4, 1952L4, 1952N4, 1952P4, 1952K4 en 1952M4

waarvan:

 

-          20210816-0043

afdeling 9 sectie I nrs. 1952M4, 1952L4, 1952N4, 1952R4 en 1952P4 (Kantoren en Brandweerkazerne Zuid)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Kielsevest - het bouwen van een brandweerkazerne (gemeenschapsvoorziening), een horecavoorziening (dareca), kantoren en een ondergrondse parking

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/02/2021: integrale kwaliteitskamer;

-          20/11/2020: integrale kwaliteitskamer;

-          14/02/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019155338) voor het slopen van twee vrijstaande gekoppelde officierswoningen en rooien van bomen;

-          25/01/2019: vergunning (OMV_2018122531) voor de sloop van voormalige officierswoningen en het rooien van verschillende bomen;

-          15/01/2012: vergunning (20107757) voor het aanleggen van een speel- en sportstrip.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          inrichting:

  • bouwrijp terrein op de hoek tussen Kielsevest (ten noorden) en Brusselstraat/Desguinlei (R10 – Ringweg ten zuiden);
  • ter hoogte van het kruispunt van Kielsevest en Desguinlei een fietspad evenwijdig met perceelgrenzen;
  • ter hoogte van het kruispunt van Kielsevest en Desguinlei een groene berm tussen de rijweg van Desguinlei/Brusselstraat en het fiets- en voetpad;
  • een doorlopende middenberm tussen de rijrichtingen van de Desguinlei/Brusselstraat.

 

Huidige toestand

-          inrichting idem vergunde toestand met:

  • een braakliggend terrein op de percelen gelegen op de hoek tussen Kielsevest (ten noorden) en Brusselstraat/Desguinlei (R10 – Ringweg ten zuiden).

 

Gewenste toestand

-          functie: gemeenschapsvoorziening, dareca, kantoren

  • verdieping -2 en -1: hoofdzakelijk auto- en fietsstalplaatsen, bergingen en  technische ruimtes;
  • verdieping 0 en 1: brandweerkazerne (gemeenschapsvoorziening) en een publiek toegankelijke horeca-inrichting (dareca) ter hoogte van het plein op de hoek, met een bovengelegen (niet rechtstreeks aan elkaar verbonden) vergaderzaal (kantoren);
  • verdieping 2, 3, 4, 5 en 6: autonome kantoorverdiepingen (kantoren);
  • verdieping 7: technisch lokaal.

-          bouwvolume: solitair volume onder platte daken met variërende bouwhoogte:

  • noordwesten: 3 bovengrondse bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 12,24 m;
  • noordoosten: 7 bovengrondse bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 28,63 m;
  • zuidoosten: 4 bovengrondse bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 16,40  m;
  • zuidwesten: 8 bovengrondse bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 32,13 m;
  • centraal in het bouwvolume een grote, gelijkvloerse, buitenruimte (zone voor de voertuigenhal);
  • platte daken van de 3e en 4e verdieping telkens ingericht als toegankelijk dakterras met daktuinen.

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rood genuanceerd gevelmetselwerk met bruinrood geanodiseerd aluminium buitenschrijnwerk als algemene;
  • verdieping 0 en 1: grijze grootformaatsteen  ter hoogte van raam en deuropeningen
  • voorgevel Kielsevest:

-          centraal de voorgevel een witkleurige staalskeletstructuur ingevuld met witkleurige stalen roosters en gegalvaniseerde verticale spijlen;

-          rechts op de gelijkvloerse verdieping witkleurige betonnen kolommen ingevuld met hekwerk.

  • voorgevel Desguinlei: aluminium brandweerpoortengeheel.


Inhoud van de aanvraag

-          het bouwen van een brandweerkazerne (gemeenschapsvoorziening), een horecavoorziening (dareca), kantoren en een ondergrondse parking.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de bouw en exploitatie van een gebouw waarin onder andere een brandweerkazerne gevestigd wordt.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.080,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,94 m³/uur

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

3 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

151,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 liter

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

22 oktober 2021

10 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

22 oktober 2021

2 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

22 oktober 2021

25 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

22 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

22 oktober 2021

9 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

21 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

21 oktober 2021

3 november 2021

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

22 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

21 oktober 2021

4 november 2021

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

21 oktober 2021

28 oktober 2021

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

21 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

21 oktober 2021

27 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

21 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

21 oktober 2021

26 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ grond- en pandendecreet

21 oktober 2021

21 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

21 oktober 2021

12 januari 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

21 oktober 2021

29 oktober 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

21 oktober 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

21 oktober 2021

23 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is niet in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Artikel 9: de hemelwaterput is groter dan 10.000 liter. Er wordt een afwijking gevraagd.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 11-13 Algemene bepalingen:

-          De netto vrije hoogte moet overal minimaal 230 cm zijn, ook onder de balken in de kelder.
De netto vrije hoogte van de fietsenparking is 226 cm.

  • artikel 22 Algemene bepalingen, toegangen en deuropeningen:

-          indien de dubbele toegangsdeur van de horecavoorziening naar het terras manueel te bedienen is, dient de effectieve vrije doorgang minstens 90 cm te bedragen wanneer het primaire deurblad 90° geopend is.

-          indien de dubbele toegangsdeur van de westelijke circulatiekern naar de inkom van het zuidwestelijke kantoorgeheel (op verdieping 2 en 3) manueel te bedienen is, dient de effectieve vrije doorgang minstens 90 cm te bedragen wanneer het primaire deurblad 90° geopend is.

  • artikel 27 Parkeerplaatsen:

-          de aangepaste parkeerplaatsen dienen zo dicht mogelijk bij de toegankelijke ingang van de constructie te worden voorzien.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

-          De uitspringende buitentrap (uitspringend boven de bomen) van verdieping 4, 5 en 6 tegenover de voorgevel van de Desguinlei, is niet kenmerkend voor de omgeving;

  • artikel 12 Levendige plint:

-          §2. De toegangspoort mag maximaal 3 meter breed zijn.

De toegangspoorten voor de brandweerwagens zijn circa 4 m breed;

-          §2. Indien de perceelsbreedte meerdere toegangspoorten toelaat, kunnen deze ook gekoppeld worden tot een maximale breedte van 6 meter.

De gekoppelde breedte van de toegangspoorten is circa 25 m breed;

  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:

-          §5.3. Geveluitsprongen boven de openbare ruimte en de voortuin: de uitkraging moet minstens 0,75 meter (horizontaal gemeten) van de voetpadrand verwijderd blijven. Bij afwezigheid van een voetpadrand geldt de theoretische voetpadbreedte.

De aanvraag bevat te weinig informatie om vast te stellen of wordt voldaan aan de bepalingen van dit artikel;

  • artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels:

-          §4. Deuren, ramen en poorten in gevels die grenzen aan het openbaar domein en die zich geheel of gedeeltelijk bevinden beneden 2,60 m boven het aangrenzende maaiveld, mogen niet opendraaien over het openbaar domein, tenzij het nooduitgangen betreffen die niet als enige in- of uitgang gebruikt worden.

De deuren van de distributiecabine, afvalberging, circulatie draaien open boven het openbaar domein.

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting:

-          §1. Met het oog op het bewaren van bestaande waardevolle natuurlijke, cultuurhistorische of landschappelijke elementen moet de inplanting van de vergunningsplichtige werken zo worden bepaald dat de aanwezige waardevolle landschappelijke en ecologische elementen maximaal behouden kunnen blijven.  De 5 hoogstammige bomen ter hoogte van de Desguinlei dienen behouden te blijven.

  • artikel 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken:

-          §1. & 2. Bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen.

De werken dienen te voldoen aan de bepalingen van dit artikel.

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

-          §1. De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximaal 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling.

Het perceel wordt langs het openbaar domein nergens afgesloten.

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

-          §1. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht.

De keuken van de horecafunctie voldoet niet aan de bepalingen van dit artikel;

  • artikel 27 Open ruimte:

-          §2. De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden.

De onbebouwde delen van het perceel worden nagenoeg volledig verhard.

  • Artikel 30 Autostal- en autoparkeerplaatsen:

-          per 10 autostalplaatsen dient er telkens een elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

  • artikel 38 Groendaken:

-          §1. Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak. Het dak van de kleine toren wordt niet voorzien van een groendak;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

-          §2. De afvoerleidingen van de privé-riolering dienen met een dusdanige helling aangelegd te worden dat ze zelfreinigend zijn.

De aanvraag bevat te weinig informatie om vast te stellen of wordt voldaan aan de bepalingen van dit artikel;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

-          §1.1. Zowel de DWA als de RWA moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater.

Er worden geen toezichtsputten nabij de perceelgrens voorzien;

-          §1.3. De vloeidiepte van de huisaansluitingen op de perceelgrens mag niet meer bedragen dan 0,80 meter onder het straatniveau.

De aanvraag bevat te weinig informatie om vast te stellen of wordt voldaan aan de bepalingen van dit artikel.

  • artikel 43 Septische putten:

-          de gezamenlijke inhoud van de septische putten voldoet niet aan de minimale inhoud volgens dit artikel.

  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:

-          §1. Horeca-inrichtingen en andere bedrijven en instellingen waar voedsel wordt verwerkt en/of waar warme maaltijden ter plekke worden geconsumeerd, zijn verplicht hun afvalwater via vetafscheiders te lozen.

Er is geen vetafscheider voorzien voor de behandeling van het afvalwater van de horecavoorziening.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte. Volgens de kaarten die beschikbaar zijn via de watertoets en ligt het perceel niet in een overstromingsgevoelig gebied. Volgens de nieuwe, nog niet bekrachtigde, pluviale overstromingskaarten, is dit gebied wel degelijk overstromingsgevoelig.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 13 april 2020.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het nieuwbouwen van een brandweerkazerne op een braakliggend perceel aan de Kielsevest en Desguinlei. In de vergunningsaanvraag (OMV_2019155338) werd het rooien van bomen en het slopen van de voormalige officierswoningen van de Brialmontomwalling vergund waarmee het terrein bouwrijp werd gemaakt.

Het voorliggende project huisvest een nieuwe brandweerkazerne voor Antwerpen, ter vervanging van de oude in de Paleisstraat. Deze functie, die zich om praktische redenen voornamelijk op het gelijkvloers en de 1ste verdieping situeert, wordt aangevuld en opgeladen door een autonoom kantoorprogramma bovenop de kazerne en een recafunctie aan de straatzijde.  Dit gemengd en gestapeld programma past binnen de uitdaging om het ruimtelijk rendement in stedelijk gebied te maximaliseren. Het project vormt daardoor een volwaardig en zelfstandig volume en kopgebouw naar de aanpalende open ruimte en draagt door de mix aan functies bij aan de levendigheid van de omgeving.

De voorliggende functies zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar, in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan en ook de stedelijke dienst Business en Innovatie gaf gunstig advies over de voorziene functies.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De omgeving van de Kielsevest wordt in hoofdzaak gekenmerkt door rijwoningen met 2 tot 3 bouwlagen onder zadeldak of platdak. Naast het perceel bevindt zich het voormalige telefoniegebouw met 3 uitzonderlijk hoge bouwlagen onder zadeldak.

 

Het project wordt opgevat als een solitair, een klein bouwblok op zich. De bouwschil aan de Kielsevest bedraagt 3 bouwlagen en aan de Desguinlei 4 bouwlagen. Bovenop deze sokkel zijn er 2 hoekaccenten voorzien. De kleine toren, ter hoogte van de Kielsevest en het pleintje aan de Desguinlei, bestaat uit 7 bouwlagen. De grote toren maakt door middel van een vertrapping een overgang naar 8 bouwlagen.

 

Zowel de korrel als de bouwhoogte van de torens zijn afwijkend ten opzichte van de bestaande bebouwing in de omgeving. Echter wordt het perceel zelfstandig ontwikkeld. Gezien het andersoortige programma ten opzichte van het aangrenzende woonweefsel, het autonome bouwblok dat het project op zich vormt, de aanwezigheid van de brede Desguinlei, de ligging aan een plein kan deze afwijkende hoogte gemotiveerd worden. Het volume is een voorbeeld van het concept van dissonante harmonie. Het vormt een baken, geeft een nieuwe identiteit aan de plek en activeert deze en net omwille van deze exclusiviteit zal het geen deel uitmaken van het algemene referentiebeeld. De kenmerkende bouwhoogte voor de bebouwing rond de Kielsevest blijft circa 3 tot 4 bouwlagen. Daarop anticipeert het gebouw zich, door de bouwhoogte aan de zijde van de Kielsevest te beperken tot 3 bouwlagen.

 

Centraal in het nieuwbouwproject bevindt zich een open maar volledig verharde ruimte die deel uitmaakt van de brandweerkazerne. Het volledig verharden van deze ruimte is strijdig met artikel 27 van de bouwcode. Een afwijking hierop kan gunstig geadviseerd worden omwille van de functie en het intensieve gebruik ervan en de aanwezigheid van intensieve groendaken en infiltratievoorzieningen die het infiltreren en bufferen van hemelwater mogelijk maken.

 

Omdat het gebouw zich beperkt terugtrekt van de perceelgrens, is de theoretische voortuin niet afgesloten door een muurtje of hek van maximaal 1 m. Het perceel is hierdoor strikt genomen niet afgesloten conform artikel 19 van de bouwcode. Een afwijking op dit artikel is aanvaardbaar. Het is immers niet wenselijk dat het perceel volledig wordt omheind. Er dient wel voorzien te worden in een overgang tussen het perceel en het openbaar domein.

Aan de stedelijke dienst Openbaar Domein werd advies gevraagd. Zij formuleren onderstaande voorwaarden.

 

-          Het fietspad wordt onderbroken ter hoogte van de uitrit en gaat plaatselijk over in een voetpadzone. Het fietspad dient hier doorgetrokken te worden. Er zijn mogelijks wel bijkomende maatregelen nodig (signalisatie, verkeerslichten) om het uitrijden van brandweervoertuigen veilig en zichtbaar te laten verlopen. Dit dient verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie).

-          De doorsteek ter hoogte van de middenberm en eventuele bijkomende maatregelen (signalisatie, verkeerslichten) dient verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie).

-          De uitvoering van het fietspad is te voorzien in roodbruin asfalt in plaats van betonverharding.

-          Het hoogteverschil van het voetpad Singel tot de ruimte tussen de commerciële ruimte en de speeltuin wordt deels opgevangen met een toegankelijke helling en deels blijft er een hoogteverschil. Er staat niet aangegeven hoe dit hoogteverschil wordt opgesloten. Dit kan vormgegeven worden door een betontrede die verder langs de rand van de helling doorloopt.

-          Het materiaal van de buitenruimte  tussen de commerciële ruimte en de speeltuin voorleggen en bespreken met stad Antwerpen (dienst Openbaar Domein).

-          Betonklinkers aan de zijde van de Singel moeten (volgens het beeldkwaliteitsplan) uitgevoerd worden met een toplaag in granulaten. De rest van de voetpaden kunnen in grijze standaard klinkers worden uitgevoerd. Dit onderscheid is niet aangegeven. De overgang dient op een logische plaats te gebeuren.

-          Het herstel en de aanpassing van de publieke ruimte dient volgens de bestaande procedure te verlopen.

 

De bovenvermelde voorwaarden worden bijgetreden en opgenomen in de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het gevelmetselwerk is in een rood genuanceerde gevelsteen. De gevelopeningen worden ingevuld met bruinrood geanodiseerd aluminium. In de voorgevel wordt ter hoogte van de gevelopeningen sporadisch een gevelsteen in een groter formaat aangebracht. Aan de zijde van de Kielsevest is een open skeletstructuur aanwezig wat het contact met het openbaar domein versterkt. Aan de Desguinlei is er een aluminium poortgeheel aanwezig. Ter hoogte van de grote toren is een uitspringende buitentrap geplaatst die de 4de, 5de en 6de verdieping ontsluit. Deze buitentrap is niet kenmerkend voor de omgeving en kraagt uit boven openbaar domein. Hierdoor is de buitentrap strijdig met artikel 6 en 13 van de bouwcode. Dergelijke buitentrap is bevreemdend en atypisch. Echter maakte de Kwaliteitskamer geen bezwaar op dit atypisch element.

 

Het poortgeheel aan de Desguinlei is strijdig met artikel 12 van de bouwcode. Volgens dit artikel mag deze poort maximaal 6 m breed zijn. Omwille van het gebruik als brandweerkazerne is een afwijking verdedigbaar. Er kan echter wel worden opgemerkt dat de gevel aan de Desguinlei zeer gesloten is. Levendige functies zijn ondervertegenwoordigd. Om enigszins de allures van een levendige gevel te incorporeren in de plint werd op de Kwaliteitskamer Architectuur van 20 november 2021 voorgesteld om de gevelopeningen beperkt te verdiepen. Door de reliëfwerking van de nissen zal dit de geslotenheid van de voorgevel tegengaan. Daarom wordt geadviseerd om de gevelopeningen ter hoogte van het gelijkvloers in de zuidwestgevel verdiept te voorzien, conform het advies van de Kwaliteitskamer Architectuur. Dit is slechts een beperkte architecturale ingreep die een gunstig effect heeft op de algemene belevingswaarde. Dit werd aangeduid op het plan BA_KIEL_G_N_01_gevel zuidwest_ROOD.

 

Bodemreliëf

Het perceel wordt nagenoeg volledig onderkelderd door twee ondergrondse bouwlagen.

De ingrepen in de bodem werden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 3.000 m² (3.156 m²) en een ingreep boven de 1.000 m² (2.070 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

Een archeologienota werd opgemaakt door ABO en waarvan akte werd genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 13 april 2020 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/14393). De archeologienota beveelt een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van een landschappelijk mechanisch booronderzoek eventueel gevolgd door een proefsleuvenonderzoek. Na het uitgesteld vooronderzoek dient de erkende archeoloog een nieuwe nota op te maken, ook het daaruit voortvloeiende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd als voorwaarde bij deze omgevingsvergunning.     

 

Dit advies wordt bijgetreden. De voorwaarden worden overgenomen in de vergunning.

Ook aan Monumentenzorg werd advies gevraagd. Zij hebben geen bezwaar. De voormalige officierswoningen zijn gedocumenteerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voorziet een hemelwaterput die groter is dan de maximale inhoud van 10 000 liter. Volgens artikel 9 van de hemelwaterverordening moet er dan gemotiveerd worden waarom een grotere dimensionering noodzakelijk is. De aanvraag motiveert dit uitgebreid in haar beschrijvende nota. De grotere inhoud is nodig voor de toiletten van de recavoorziening. De brandweerkazerne zal gerecupereerd hemelwatergebruiken voor haar toiletten en wasmachine. De gemotiveerde afwijking wordt aanvaard.

Volgens de nieuwe pluviale overstromingskaarten, ligt het perceel in een overstromingsgevoelig gebied. Deze kaarten zijn echter nog niet goedgekeurd door Vlaanderen waardoor ze ook niet gekend zijn door de aanvrager. Bijgevolg is men bij de aanvraag er van uitgegaan dat het gebied niet gelegen was in overstromingsgevoelig gebied. De aanvraag dient te anticiperen op deze recente wijziging en dient meer waterbuffering te voorzien. Zo is het mogelijk om een bijkomende buffer voor vervuild regenwater van het brandweerplein (337 m²) toe te voegen onder parkeergarage -1,5 en een scheiding voorzien in het reeds voorziene betonbekken van de sprinklerbuffer aangezien dit momenteel overgedimensioneerd is. Indien noodzakelijk kan ook hier bekeken worden om ook een deel buffer voor het water uit de omgeving op te vangen in extreme omstandigheden. Dat buffervolume kan dan ook instaan voor bijkomende compensatie van overstromingswater, wat nu ontbreekt. Dit dient verder onderzocht te worden. Dit wordt opgenomen als voorwaarde van de vergunning.

Opgemerkt wordt dat verschillende buitendeuren naar buiten opendraaien. Dit is niet wenselijk. Alleen vluchtdeuren die daartoe daadwerkelijk voor zijn bestemd mogen naar buiten opendraaien. Deuren van afvallokalen moeten bijvoorbeeld naar binnen draaien conform artikel 14 van de bouwcode. Dit wordt opgenomen als voorwaarde van de vergunning.

 

Rondom het perceel is er hoogstammig groen en groenaanplanting aanwezig. De stedelijke Groendienst gaf hierover volgend advies:

In aanloop naar het dossier heeft in 2019 overleg plaatsgevonden tussen de bouwheer en de Groendienst. Met het oog op behoud van de grote bomen langs de Brusselstraat/Desguinlei en bescherming van de bomen tijdens de bouwwerken, is afgesproken dat er een wortelonderzoek zou worden uitgevoerd in opdracht van de bouwheer met het oog op het nemen van passende maatregelen. De opdracht werd gegeven aan de firma Krinkels. Tijdens het wortelonderzoek werd asbest aangetroffen in de wortelzone, waardoor het onderzoek niet volledig werd afgerond en er (nog) geen maatregelen werden opgenomen in het rapport.

In het aanvraagdossier is geen bijkomend wortelonderzoek opgenomen, en zijn de maatregelen voor behoud en bescherming van de bestaande bomen onvoldoende.

Gezien de positieve bijdrage van grote bomen in de stad voor het leefmilieu, stadsklimaat en klimaatadaptatie is het van groot belang dat de bomen kwaliteitsvol kunnen behouden blijven, en dat de nieuwe bomen kunnen uitgroeien tot volwaardige grote bomen. De totale groenbalans voor dit project is immers negatief. Daarom moet zowel voor de bestaande bomen als voor de nieuwe bomen al het mogelijke gedaan worden opdat de bestaande bomen nog decennia verder kunnen groeien en opdat de nieuwe bomen zo groot en zo oud mogelijk kunnen worden. Op die manier kan het groenverlies op termijn gemilderd worden.

 

Het bovenvermelde advies wordt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarden van de Groendienst worden opgenomen in de vergunning. Bijkomend wordt als voorwaarde opgenomen om te voldoen aan artikel 17 en 18 van de bouwcode. Het aanwezige waardevolle hoogstammige groen moet immers behouden blijven. In voorwaarden wordt opgenomen om de 5 hoogstammige bomen aan de Desguinlei te behouden. Tijdens het uitvoeren van de werken moet het aanwezige groen beschermd worden conform artikel 18 van de bouwcode.

 

Voorts volgen nog enkele opmerkingen die betrekking hebben op het gebruiksgemak van het gebouw:

-          De keuken van de recafunctie ontvangt geen rechtstreeks daglicht door gevelopeningen. In voorwaarden wordt opgenomen dat alle verblijfsruimtes moeten voldoen aan artikel 24 van de bouwcode.

-          Voor de recafunctie is geen vetafscheider voorzien. Dit wordt opgenomen in voorwaarden.

-          De aanvraag bevat onvoldoende informatie om na te gaan of er voldaan is aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan deze artikels.

-          De stedelijke Mobiliteitsdienst adviseert om de helft van de nodige fietsstalplaatsen uit te voeren als gewone lage stalplaatsen en niet als dubbele stalplaatsen.

 

De aanvraag wijkt af op de voorschriften van de gewestelijke verordening integrale toegankelijkheid:

-          De netto vrije hoogte van de fietsenparking is 226 cm in plaats van de vereiste 230 cm conform artikel 11 tot 13. Een afwijking op dit voorschrift is echter motiveerbaar. De bouwcode legt immers een vrije hoogte van 220 cm op.

-          Manueel te openen toegangsdeuren moeten minstens 90 cm breed zijn indien het primaire deurblad 90° geopend is. Dit is niet overal het geval. De dubbele toegangsdeur van de horecavoorziening en de toegangsdeur van de westelijke circulatiekern naar de inkom van het zuidwestelijke kantoorgeheel (verdieping 2 en 3) moeten voldoen aan artikel 22 van de toegankelijkheidsverordening. Dit wordt in voorwaarden opgenomen.

-          Aangepaste parkeerplaatsen moeten, conform artikel 27, zo dicht mogelijk bij de toegang voorzien worden. Dit wordt in voorwaarden opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 61 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een brandweerkazerne en kantoren:

-          Voor de brandweerkazerne wordt de parkeerbehoefte op maat bepaald. Er zijn maximaal 20 personeelsleden tegelijkertijd aanwezig waarvan verwacht wordt dat de helft met de wagen komt. De parkeerbehoefte is 10;

-          5.111m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 1/100 m²: 51,11;

-          Voor de handel/horecafunctie op het gelijkvloers wordt geen parkeerbehoefte opgelegd omdat het gaat om een beperkte oppervlakte (<500 m²). 

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 61.

 

De plannen voorzien in 68 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 61.

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De stedelijke mobiliteitsdienst gaf volgend advies:

De parking is te bereiken via de Kielsevest, deze is dubbelrichting tot De Beuckerstraat. In functie van Ringpark Zuid zullen er wijzigingen plaatsvinden in de circulatie van de Kielsevest. Verkeer zal niet meer kunnen aanrijden via Montignystraat. De parking zal dan uitsluitend ontsloten worden via Desguinlei en Kielsevest. 

De brandweerwagens zelf komen toe via de Kielsevest en rijden weg via de Singel. Op de Singel wordt er een doorsteek in de middenberm gemaakt zodat er sneller kan weg gereden worden naar het noorden. Bij het uitrijden van de brandweerwagens naar de Singel moet het verkeer op de Singel tegengehouden worden. Om te vermijden dat het wachtende verkeer een weerslag zal hebben op het kruispunt met de Kolonel Silvertopstraat moet de afstand tussen de uitrit en dit kruispunt zo groot mogelijk zijn. Omdat de uitrit van de brandweerwagens zeer breed is heeft dit ook gevolgen voor de breedte van de doorsteek op de Singel. Hoe breder die voorzien moet worden hoe moeilijker het wordt om ander verkeer tegen te houden om hier een U-turn te maken.

 

Fietsvoorzieningen

In het totaal moeten er 75 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          brandweerkazerne: 10 fietsstalplaatsen;

-          kantoren (5.111 m²): 64 fietsstalplaatsen (1,25/100 m²);

-          handel/horecafunctie (213 m²) 1 fietsstalplaats voor het personeel.

 

De fietsenberging is te bereiken via een trap met goot langs zij ingang.

Er worden in de ondergrondse parking 132 fietsstalplaatsen voorzien. 108 daarvan worden voorzien in een dubbeldeksysteem. Omdat niet alle types van fietsen gebruik kunnen maken van een dubbeldeksysteem moet de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen voorzien worden als een gewone lage fietsstalplaats. Dit wordt als voorwaarde van vergunning gesteld.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het gebouw situeert zich op een spievormig perceel tussen de straten Kielsevest, Desguinlei en Singel. De bestaande gebouwen en het groen worden volledig verwijderd. Het project wordt aanzien als één bouwvolume met verschillende functionaliteiten die aaneengeschakeld worden via interne circulatie en een ondergrondse parking. Het gebouw zal gebruikt worden als brandweerkazerne en kan aanvullend ingevuld worden als kantoorruimte, woningen, horeca, winkels, onderwijs, zorg en zo meer. De exacte invulling is afhankelijk van de marktvraag. Op het moment van de aanvraag lijkt enkel de kazerne zeker.

 

Brandweerkazerne

Er is een continue bemanning om te allen tijde interventies te kunnen uitvoeren. De openingsuren van de administratie: op weekdagen tussen 8.00 uur en 17.00 uur. De brandweerkazerne bevindt zich hoofdzakelijk op het gelijkvloers en op de eerste verdieping, aan de zijde van de telefooncentrale. Volgende onderdelen worden onderscheiden:

-          algemene werkplaats;

-          buitenruimte;

-          voertuigenhal;

-          leefruimte;

-          lokaal noodgenerator.

Vanuit de voertuigenhal biedt een dubbele deur toegang tot de algemene werkplaats, met ruimte voor rolkarren, rekken, een werkbank, de droogkast voor slangen en dergelijke. Het buitenterrein, gebruikt als opstelplaats voor voertuigen en oefenruimte, ligt in het verlengde van de voertuigenhal die plaats biedt aan vijf interventiewagens. De leefruimte van het brandweerkorps ligt op de eerste verdieping, aan de zijde van de Kielsevest en de binnenpatio van de brandweer en bestaat uit een keuken, berging, eet- en ontspanningsruimte, les- en vergaderlokaal, sanitair en douches.


Voor de productie van warmte wordt een beroep gedaan op geothermie, waarbij 33 boringen uitgevoerd zullen worden tot op een diepte van maximaal 150 meter. Het dieptecriterium op de locatie bedraagt 150 meter, zodat de boringen niet ingedeeld zijn. Als warmtemiddel wordt monopropyleenglycol gebruikt. De warmtepomp heeft een elektrisch vermogen van 30 kW en gebruikt 23 kg R410a als koelmiddel. Daarnaast is een lucht/water warmtepomp (omkeerbaar) voorzien met een drijfkracht van 55 kW en 60 kW en is een airco voorzien voor het serverlokaal. De warmtepompen, chillers en koelers bevinden zich op het dak van de 7de verdieping in een technische ruimte. Gelet op de inplanting ver boven het hoogste gebouw in de omgeving, wordt geen geluidshinder verwacht.


Het lokaal met noodgenerator bevindt zich op parkeerniveau -2. De emissie van de rookgassen vindt plaats op het dak, via afvoer in een koker. Volgens de informatie in het dossier heeft de dieselgroep een thermisch ingangsvermogen van ongeveer 100 kW, waardoor deze niet ingedeeld is. Het nominaal vermogen bedraagt 45 kW.

 

Lozing afvalwater
De lozing van het huishoudelijk afvalwater gebeurt in de openbare riolering. Gelet op het volcontinu werkstelsel van het personeel (12 man) en het veelvuldige gebruik van de douches (na iedere interventie) wordt meer water gebruikt dan gemiddeld op een werkplek het geval is. Het totaal wordt vastgelegd op 1.080 m³/jaar. Er is een lozingspunt voorzien ter hoogte van de Desguinlei en ter hoogte van de Singel.

Zwart water wordt voorbehandeld in septische putten.


De exploitant vraagt tot drie wagens per dag te reinigen op een vloeistofdichte ondergrond. Het afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering via een lozingspunt in de Desguinlei en één ter hoogte van de Singel. Voorafgaand wordt het water voorbehandeld in een koolwaterstofafscheider. Er worden geen bijzondere lozingsvoorwaarden gevraagd, waardoor zal voldaan moeten worden aan de algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering. Het maximale lozingsdebiet bedraagt 1,94 m³/uur.

 

In het advies van de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen staat dat tijdens het wortelonderzoek uitgevoerd bij bomen langs de Brusselstraat/Desguinlei in 2019 asbest werd aangetroffen, waarna het onderzoek werd stopgezet. Indien dit nog niet zou gebeurd zijn, dient de aanwezigheid van asbest onderzocht, opgevolgd en gesaneerd te worden conform de geldende wetgevingen.

 

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken,  opgenomen zijn in rubriek 53.2 van de Vlarem indelingslijst.
Een omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).
De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.
In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m –mv).

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het bijgevoegde advies van AWV na te leven;

3.      de voorwaarden van de ASTRID-veiligheidscommissie na te leven;

4.      de voorwaarden van de verkeerspolitie na te leven;

5.      per 10 autostalplaatsen dient er telkens een elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

6.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van landschappelijke mechanische boringen (https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/14393) verplicht uit, eventueel gevolgd door een proefsleuvenonderzoek. Ook daaruit voortvloeiende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de archeologische werkzaamheden aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be)

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

7.      de toegangsdeuren moeten voldoen aan artikel 22 van de verordening toegankelijkheid. De deuren kunnen bijvoorbeeld automatisch geopend gemaakt worden;

8.      aangepaste parkeerplaatsen zo dicht mogelijk bij de toegangen van het gebouw voorzien;

9.      de gevelopeningen ter hoogte van het gelijkvloers in de zuidwestgevel verdiept te voorzien, conform het advies van de Kwaliteitskamer Architectuur;

10.  het dak van de kleine toren aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

11.  de 5 hoogstammige bomen aan de Desguinlei behouden;

12.  voldoen aan artikel 18 van de bouwcode;

13.  aanvullend op de algemene voorwaarden voor de standplaatsinrichting en de bescherming van bomen in bouwprojecten dienen volgende minimum maatregelen opgelegd te worden:

Bestaande bomen:

- Het wortelonderzoek dient alsnog volledig te worden uitgevoerd onder toezicht van een gecertificeerd ETT. De resultaten van het onderzoek moeten de basis vormen voor het al dan niet aanpassen of verfijnen van de beschermingsmaatregelen.

- De plantvakken rond de te behouden bomen zijn te klein in verhouding tot hun vermoedelijk wortelvolume en tot de toekomstgerichte groeipotenties van hun wortelstelsel. De plantvakken moeten gemaximaliseerd worden zodat elke boom minstens 100 m³ kwalitatief doorwortelbaar volume ter beschikking heeft. Indien de mogelijke uitbreiding van de onverharde oppervlakte onvoldoende is, dient onder de verharding doorwortelbaar volume gecreëerd te worden, met een tweede maaiveld onder de verharding. Het niveau van de verharding dient daarbij afgestemd te worden op de hoogte van de wortels zodat geen extra wortels moeten verwijderd worden omwille van niveauwijzigingen.

 

Nieuwe bomen:

- Er zijn twee nieuwe bomen voorzien. Er wordt niet vermeld welke soorten worden aangeplant en er wordt niet aangegeven hoeveel doorwortelbaar volume deze bomen krijgen; of zij aan voldoende water zullen kunnen geraken, enzovoort. Aangezien er in het project maar twee nieuwe bomen voorzien zijn, dienen bij deze bomen voorzieningen getroffen te worden om ze groot en oud te laten worden. Aangezien ze in de verharding zijn ingetekend is het voorzien van een groeiplaatsconstructie onder de verharding de enige oplossing (type boombunker). Er dient nagestreefd te worden om per boom 100 m³ doorwortelbaar te voorzien. De te gebruiken boomsoorten moeten grootte-klasse 1A zijn.

- Tijdens de werf dienen de algemene maatregelen voor de bescherming van bomen op bouwwerven strikt nageleefd te worden. Om dit te garanderen dient er een werfinrichtingsplan inclusief boombeschermingsplan te worden opgemaakt alvorens de werken mogen starten. 

14.  alle te nemen maatregelen met betrekking tot groen dienen voorgelegd te worden aan de Groendienst van de stad Antwerpen voor de start van de werken;

15.  het fietspad door te trekken ter hoogte van de uitrit van de brandweerwagens. Bijkomende maatregelen (signalisatie, verkeerslichten) om het uitrijden van brandweervoertuigen veilig en zichtbaar te laten verlopen dienen verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie);

16.  de uitvoering van het fietspad is te voorzien in roodbruin asfalt in plaats van betonverharding;

17.  de doorsteek ter hoogte van de middenberm en eventuele bijkomende maatregelen (signalisatie, verkeerslichten) dienen verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie);

18.  het hoogteverschil tussen het voetpad aan de zijde van de Singel en de ruimte tussen de commerciële ruimte en de speeltuin dat niet wordt opgevangen met een toegankelijke helling, vorm te geven door een betontrede die verder langs de rand van de helling doorloopt;

19.  het materiaal van de buitenruimte tussen de commerciële ruimte en de speeltuin voorleggen en bespreken met stad Antwerpen (dienst Openbaar Domein);

20.  betonklinkers aan de zijde van de Singel moeten (volgens het beeldkwaliteitsplan) uitgevoerd worden met een toplaag in granulaten. De rest van de voetpaden kunnen in grijze standaard klinkers worden uitgevoerd.; 

21.  het herstel en aanpassing van de publieke ruimte dient volgens de bestaande procedure te verlopen;

22.  alle verblijfsruimtes moeten voldaan aan artikel 24 van de bouwcode;

23.  voldoen aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;

24.  een vetafscheider voorzien conform artikel 44 van de bouwcode;

25.  de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen voorzien als een gewone lage fietsstalplaats.

26. de noodzakelijke bijkomende buffercapaciteit maximaal te voorzien op eigen terrein. Indien mogelijk dient deze ook een bijkomende buffercapaciteit te bevatten voor de omgeving.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Bij naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden zijn de risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.080,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,94 m³/uur

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

3 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

151,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 liter

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De installatie van de ondergrondse onderdelen van het BEO-veld, de boringen die hiervoor nodig zijn en de exploitatie moeten uitgevoerd worden volgens een code van goede praktijk en conform de bepalingen van artikel 6.9.1.3 van Vlarem II.

2.

Na ingebruikname wordt de geothermische installatie minimaal vijfjaarlijks nagekeken en onderhouden door een erkende deskundige die controleert of het systeem en de beveiliging correct werken.

3.

Indien dit nog niet zou gebeurd zijn, dient de aanwezigheid van asbest in 2019 aangetroffen ter hoogte van de bomen langs de Brusselstraat/Desguinlei onderzocht, opgevolgd en gesaneerd te worden conform de geldende wetgevingen.

 

Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

 

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

 

De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2203). 

Het college besliste op 28 januari 2022 (jaarnummer 324) dat voor het project ‘Kielsevest 23-25 en 31-33, district Antwerpen’ aan de stedenbouwkundige last voldaan is binnen de aanvraag van het project.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 september 2021

Volledig en ontvankelijk

21 oktober 2021

Start openbaar onderzoek

29 oktober 2021

Einde openbaar onderzoek

27 november 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

2 februari 2022

Verslag GOA

14 januari 2022

naam GOA

Bieke Geypens en Katrijn Apostel

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het bijgevoegde advies van AWV na te leven;

3.      de voorwaarden van de ASTRID-veiligheidscommissie na te leven;

4.      de voorwaarden van de verkeerspolitie na te leven;

5.      per 10 autostalplaatsen dient er telkens een elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

6.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van landschappelijke mechanische boringen (https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/14393) verplicht uit, eventueel gevolgd door een proefsleuvenonderzoek. Ook daaruit voortvloeiende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de archeologische werkzaamheden aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be)

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). 

7.      de toegangsdeuren moeten voldoen aan artikel 22 van de verordening toegankelijkheid. De deuren kunnen bijvoorbeeld automatisch geopend gemaakt worden;

8.      aangepaste parkeerplaatsen zo dicht mogelijk bij de toegangen van  het gebouw voorzien;

9.      de gevelopeningen ter hoogte van het gelijkvloers in de zuidwestgevel verdiept te voorzien, conform het advies van de Kwaliteitskamer Architectuur;

10.  het dak van de kleine toren aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

11.  de 5 hoogstammige bomen aan de Desguinlei behouden;

12.  voldoen aan artikel 18 van de bouwcode;

13.  aanvullend op de algemene voorwaarden voor de standplaatsinrichting en de bescherming van bomen in bouwprojecten dienen volgende minimum maatregelen opgelegd te worden:

Bestaande bomen:

- Het wortelonderzoek dient alsnog volledig te worden uitgevoerd onder toezicht van een gecertificeerd ETT. De resultaten van het onderzoek moeten de basis vormen voor het al dan niet aanpassen of verfijnen van de beschermingsmaatregelen.

- De plantvakken rond de te behouden bomen zijn te klein in verhouding tot hun vermoedelijk wortelvolume en tot de toekomstgerichte groeipotenties van hun wortelstelsel. De plantvakken moeten gemaximaliseerd worden zodat elke boom minstens 100 m³ kwalitatief doorwortelbaar volume ter beschikking heeft. Indien de mogelijke uitbreiding van de onverharde oppervlakte onvoldoende is, dient onder de verharding doorwortelbaar volume gecreëerd te worden, met een tweede maaiveld onder de verharding. Het niveau van de verharding dient daarbij afgestemd te worden op de hoogte van de wortels zodat geen extra wortels moeten verwijderd worden omwille van niveauwijzigingen.

 

Nieuwe bomen:

- Er zijn twee nieuwe bomen voorzien. Er wordt niet vermeld welke soorten worden aangeplant en er wordt niet aangegeven hoeveel doorwortelbaar volume deze bomen krijgen; of zij aan voldoende water zullen kunnen geraken, enzovoort. Aangezien er in het project maar twee nieuwe bomen voorzien zijn, dienen bij deze bomen voorzieningen getroffen te worden om ze groot en oud te laten worden. Aangezien ze in de verharding zijn ingetekend is het voorzien van een groeiplaatsconstructie onder de verharding de enige oplossing (type boombunker). Er dient nagestreefd te worden om per boom 100 m³ doorwortelbaar te voorzien. De te gebruiken boomsoorten moeten grootte-klasse 1A zijn.

- Tijdens de werf dienen de algemene maatregelen voor de bescherming van bomen op bouwwerven strikt nageleefd te worden. Om dit te garanderen dient er een werfinrichtingsplan inclusief boombeschermingsplan te worden opgemaakt alvorens de werken mogen starten.

14.  alle te nemen maatregelen met betrekking tot groen dienen voorgelegd te worden aan de Groendienst van de stad Antwerpen voor de start van de werken;

15.  het fietspad door te trekken ter hoogte van de uitrit van de brandweerwagens. Bijkomende maatregelen (signalisatie, verkeerslichten) om het uitrijden van brandweervoertuigen veilig en zichtbaar te laten verlopen dienen verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie);

16.  de uitvoering van het fietspad is te voorzien in roodbruin asfalt in plaats van betonverharding;

17.  de doorsteek ter hoogte van de middenberm en eventuele bijkomende maatregelen (signalisatie, verkeerslichten) dienen verder afgestemd te worden met AWV en stad Antwerpen (dienst Mobiliteit en Verkeerspolitie);

18.  het hoogteverschil tussen het voetpad aan de zijde van de Singel en de ruimte tussen de commerciële ruimte en de speeltuin dat niet wordt opgevangen met een toegankelijke helling, vorm te geven door een betontrede die verder langs de rand van de helling doorloopt;

19.  het materiaal van de buitenruimte tussen de commerciële ruimte en de speeltuin voorleggen en bespreken met stad Antwerpen (dienst Openbaar Domein);

20.  betonklinkers aan de zijde van de Singel moeten (volgens het beeldkwaliteitsplan) uitgevoerd worden met een toplaag in granulaten. De rest van de voetpaden kunnen in grijze standaard klinkers worden uitgevoerd.; 

21.  het herstel en aanpassing van de publieke ruimte dient volgens de bestaande procedure te verlopen;

22.  alle verblijfsruimtes moeten voldaan aan artikel 24 van de bouwcode;

23.  voldoen aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;

24.  een vetafscheider voorzien conform artikel 44 van de bouwcode;

25.  de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen voorzien als een gewone lage fietsstalplaats.

26. de noodzakelijke bijkomende buffercapaciteit maximaal te voorzien op eigen terrein. Indien mogelijk dient deze ook een bijkomende buffercapaciteit te bevatten voor de omgeving.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De installatie van de ondergrondse onderdelen van het BEO-veld, de boringen die hiervoor nodig zijn en de exploitatie moeten uitgevoerd worden volgens een code van goede praktijk en conform de bepalingen van artikel 6.9.1.3 van Vlarem II.

2.

Na ingebruikname wordt de geothermische installatie minimaal vijfjaarlijks nagekeken en onderhouden door een erkende deskundige die controleert of het systeem en de beveiliging correct werken.

3.

Indien dit nog niet zou gebeurd zijn, dient de aanwezigheid van asbest in 2019 aangetroffen ter hoogte van de bomen langs de Brusselstraat/Desguinlei onderzocht, opgevolgd en gesaneerd te worden conform de geldende wetgevingen.

 

Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/KP/2021/G.02868.A7.0020 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.080,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,94 m³/uur

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

3 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

151,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

250,00 liter


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.