Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021188113 |
Gegevens van de aanvrager: | NV EUROPORTS TERMINALS ANTWERP met als contactadres Vosseschijnstraat 51 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Vosseschijnstraat 59 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1681/5 D |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | plaatsen van een ondergrondse buffervoorziening |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 17 juni 2005 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2005/B/0001 – 200546) voor het bouwen van een wasplaats voor voertuigen;
- Op 28 september 2000 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2000/B/0049 – 2000962) voor het slopen van een magazijn en bouwen van een nieuw magazijn;
- Op 7 augustus 1996 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1996/5-96/B/0408 – 19953645) voor het bouwen van een opslagmagazijn;
- Op 28 januari 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/76870-90/553 – 1991124) voor magazijnen;
- Op 17 maart 1994 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1993/5-93/B/1643 – 1994426) voor de verbouwing en uitbreiding van een opslagplaats;
- Op 18 juni 1992 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/79591-91/225 – 199270) voor een magazijn;
- Op 28 januari 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/76870-90/553 – 1991124) voor magazijnen.
Huidige toestand
Een terrein is verhard en gekenmerkt door magazijnen voor de opslag en overslag van industriële mineralen en meststoffen, alsook containerbehandeling.
Gewenste toestand
Het bufferen van verontreinigd hemelwater afkomstig van verhardingen om het in een later stadium te kunnen zuiveren.
Inhoud van de aanvraag
- Plaatsen van een ondergrondse buffervoorziening;
- Plaatselijk herstellen van verharding.
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is grotendeels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Noorderlaan ten noorden - Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Noorderlaan loopt het overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Het 3e Havendok en het Albertdok hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Tussen de Noorderlaan en de aanvraag bevindt zich een zone met als bestemming Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan. Ten noorden van de Noorderlaan ligt de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemming Bufferzones.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater dat op de heraangelegde verharding valt als afvalwater wordt beschouwd.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een terrein gelegen ten noorden van het 3e Havendok gebeurt de op- en overslag van industriële mineralen en meststoffen. Door deze activiteiten komen er poeder- en korrelvormige materialen op de verhardingen terecht, wat bij neerslag zorgt voor afvoer van verontreinigd hemelwater. Via lozingspunten wordt dit hemelwater, samen met water afkomstig van reinigingsactiviteiten, als bedrijfsafvalwater geloosd in de havendokken. De aanvrager wenst door de aanleg van een bufferbekken het verontreinigd hemelwater te bufferen om later te kunnen zuiveren. Het gezuiverde hemelwater zal verder in de havendokken worden geloosd.
Tussen twee magazijnen wordt een ondergronds bufferbekken geplaatst met een inhoud van 550 m³. Door middel van kleppen en pompputten wordt bij de bestaande lozingspunten voorkomen dat verontreinigd hemelwater in de dokken zal geloosd worden. Zodra de kleppen gesloten zijn, treden de pompen in werken en zal het verontreinigd hemelwater richting het bufferbekken gestuwd worden om het later te kunnen zuiveren. Voorliggende aanvraag betreft enkel het bufferbekken. De waterzuivering zal het voorwerp uitmaken van een andere omgevingsvergunningsaanvraag.
Om het bufferbekken te kunnen plaatsen, wordt plaatselijk verharding weggebroken en na de werken terug hersteld.
Het opvangen van verontreinigd hemelwater om het vervolgens te kunnen zuiveren, past binnen een duurzamere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel-vormelijke elementen
Daar de werken ondergronds geplaatst worden en het maaiveldniveau hersteld wordt met nieuwe verharding, is er geen visuele impact op de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook het college hecht belang aan dit advies. Op het moment van opmaak van dit verslag was het advies nog niet uitgebracht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 10 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 9 februari 2022 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft. |