Terug
Gepubliceerd op 31/01/2022

2022_CBS_00590 - Omgevingsvergunning - OMV_2021145326. De Damhouderestraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/01/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_00590 - Omgevingsvergunning - OMV_2021145326. De Damhouderestraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_00590 - Omgevingsvergunning - OMV_2021145326. De Damhouderestraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021145326

Gegevens van de aanvrager:

BVBA N&J MANAGEMENT met als adres Doggenhoutstraat 3 te 2520 Ranst

Ligging van het project:

De Damhouderestraat 8 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 2759D6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

opdelen van een eengezinswoning in 4 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/07/2021: weigering (20211619) voor het omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 units;

-          12/03/1923: toelating (1923#15136) voor het uitvoeren van gevel- en binnenveranderingen;

-          24/10/1906: toelating (1906#1830) tot het bouwen van een huis.

Vergunde toestand

-          eengezinswoning in art-nouveaustijl;

-          3 bovengrondse bouwlagen onder een mansardedak en een kelder;

-          gevelafwerking:

  • witte gevelsteen met puilijst, speklagen, lekdrempels, lateien, hoekblokken, vensterposten en kraagstenen in blauwe hardsteen;
  • 2 ongelijke voorgeveltraveeën met drielichten in breedste travee;
  • houten buitenschrijnwerk, donker gebeitst;
  • zwart gelakt ijzersmeedwerk (keldertralie en voetschraper);
  • houten buitenschrijnwerk in zwarte kleur met heldere beglazing.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 99314) van Burgerhuis in art-nouveaustijl als bouwkundig erfgoed;

-          in overeenstemming met de vergunde toestand, afgezien van onderstaande interne en externe wijzigingen:

  • verkleinen van buitenschrijnwerk uitkijkend over de tuin aan achtergevel op 2de verdieping;
  • dichtmaken raam in zijgevel naar plat dak op 2de verdieping;
  • verkleinen koepel boven trap naar entresol;
  • recent vergunde gevelwijziging nog niet uitgevoerd.

Gewenste toestand

-          meergezinsgebouw met 4 wooneenheden:

  • 1 tweeslaapkamerduplexappartement met een netto vloeroppervlakte van 131 m² (unit 0.1);
  • 3 eenslaapkamerduplexappartementen met een netto vloeroppervlakte van 85 m² (unit 1.2), 67 m² (unit 2.3) en 56 m² (unit 2.4);

-          bouwvolume in overeenstemming met de vergunde toestand, afgezien van:

  • smalle, licht verhoogde  achterbouw in entresol over 2 bouwlagen onder plat dak;
  • plaatsing van een externe spiltrap tegen de achtergevel;

-          ongewijzigde voorgevel ten opzichte van de vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal wooneenheden van 1 (eengezinswoning) naar 4 (meergezinsgebouw);

-          uitbreiden van het volume;

-          plaatsen van een externe spiltrap.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

8 december 2021

28 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

8 december 2021

23 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 december 2021

11 december 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 december 2021

10 december 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

8 december 2021

24 december 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

Bij volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.

Het vergunde volume is reeds maximaal. Dit wordt uitgebreid door een spiltrap.

  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen: de voorziene fietsstalplaatsen voldoen niet aan de inrichtingsprincipes van dit voorschrift.
    Voor de trap met fietsgoot moet een minimale vlakke ruimte van 1,70 m beschikbaar zijn zodat je met je fiets vlot op en af de trap geraakt. Op de tussenverdieping is die ruimte veel te smal.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een riante eengezinswoning op te delen in vier zelfstandige wooneenheden. De nieuwe entiteiten bevatten voldoende woonkwaliteit.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Aan de achterzijde van het gebouw wordt een spiltrap geplaatst. Het huidige bouwvolume is reeds maximaal. De spiltrap bevindt zich buiten het aanvaardbare bouwvolume (bouwcode, art. 10). Echter betreft het een open trapconstructie die geplaatst is binnen 45° ten opzichte van de perceelgrenzen ter hoogte van de achtergevel en enkel tot doel heeft om de tuin bereikbaar te maken voor het bovenliggende appartement en als vluchtweg. De plaatsing van de spiltrap is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Ter anticipatie op een mogelijke uitsluiting bevat de aanvraag enkele varianten waarbij de spiltrap verwerkt is binnen het huidige volume. Omwille van de nadelige effecten van deze varianten op de binnenruimten kunnen ze niet gunstig beoordeeld worden. De plannen worden uitgesloten in deze vergunning:

-          BA_TownhouseDP_P_N__01_plan niveau _0.5 nieuw variant positie spiltrap

-          BA_TownhouseDP_P_N__02_plan niveau _1 nieuw variant positie spiltrap

-          BA_TownhouseDP_P_N__00_plan niveau _0 nieuw variant positie spiltrap

-          BA_TownhouseDP_G_N_01_achtergevel nieuw variant afscherming spiltrap

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het gebouw is opgenomen in  de inventaris bouwkundig erfgoed. Het project werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.

 

“Het project werd voorbesproken, er werd een fotoreportage bezorgd.

 

Het pand is een burgerhuis in ingehouden art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1906 opgetrokken door de aannemer C.J. Janssens-Coninckx, in opdracht van de weduwe Gustave Vaes. Van Janssens-Coninckx werden in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de jaren 1893 tot 1911.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien) met dakkapellen. De lijstgevel heeft een parement uit witte Silezische brikken, met gebruik van blauwe hardsteen voor de bewerkte plint, puilijst, speklagen, lekdrempels, lateien, hoekblokken, vensterposten en kraagstenen. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee met drielichten, die in de topgeleding wordt gemarkeerd door een rechthoekig spaarveld op kraagstenen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met lekdrempel. Het art-nouveau-karakter berust vooral op de bewerking van de hardstenen onderdelen, en het patroon van het smeedwerk. Een typische kwartholle, gekorniste houten kroonlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralie en voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Op de begane grond is er een enfilade van een gelambriseerd salon in neorococostijl en een eetkamer in neo-Vlaamserenaissance-stijl met imposante schoorsteenmantels, met veranda met terras en flankerende 'cosy corner'. Gelijkaardige indeling op de eerste verdieping.

Het pand is waardevol omwille van de architecturale kwaliteiten, volgens het afwegingskader van de stedelijke dienst monumentenzorg. Voor dit type van panden gaan we dan ook uit van maximaal behoud van exterieur en interieur.

 

Afweging

Het pand is een eengezinswoning. Men wenst de eengezinswoning om te vormen tot 4 woongelegenheden.

 

Het kelderniveau wordt betrokken bij de woonunit op de gelijkvloerse verdieping.

De fumoir op de gelijkvloerse verdieping blijft integraal behouden in het voorstel, wat een absolute meerwaarde is vanuit erfgoedoogpunt gelet op het feit dat deze gaaf bewaard bleef en we zeer weinig gaaf bewaarde voorbeelden kennen.

Volgens de informatie op plan  blijven de kamers bewaard en blijft de structuur afleesbaar. Alle binnendeuren blijven bewaard, net zoals plafondafwerking, schouwen en lambriseringen.

 

Op niveau 1 wordt eveneens 1 woonunit voorzien.  De schouw wordt ingewerkt in een kastenwand, het is echter niet duidelijk hoe dit gebeurt. De keuken word geplaatst in een kamer die volledig met lambrisering is afgewerkt. Er wordt een keukeneiland geplaatst worden waarin alle functies voorzien worden zodat de wanden gevrijwaard blijven. De cosy corner (haard en zitelement verwerkt in gevelopening) werden verwijderd om een bureauruimte in te richten. De bouwfysische staat van deze ruimte was slecht, het geheel werd al verwijderd bij het leegmaken van het pand.

 

Op de tweede en derde verdieping worden eveneens 2 woongelegenheden ingericht. De afwerkingsgraad en detaillering zijn hier eerder beperkt en hebben een lage erfgoedwaarde, waardoor het voorstel dat nu voorligt dan ook aanvaardbaar is gelet op de beperkte erfgoedwaarde.

 

De voorgevel werd intussen gereinigd en er wordt nieuw houten schrijnwerk geplaatst naar bestaand model waarvoor reeds een vergunning werd verleend.

De achtergevel wordt geïsoleerd. De gevelopeningen worden aangepast. Principieel is er geen bezwaar tegen het aanbrengen van isolatie, gelet op de beperkte erfgoedwaarde van de achtergevel.”

 

Het bovenstaande advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt.

 

Bodemreliëf

De kelder wordt uitgediept om aan de minimale vrije hoogte te komen. Dit is aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De eengezinswoning wordt opgesplitst in 1 groot tweeslaapkamerduplexappartement van ca. 131 m² (unit 0.1) en 3 eenslaapkamerduplexappartementen. Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Het appartement op de bovenste verdieping heeft een beperkte oppervlakte. Omwille van de doordachte planschikking en de hogere plafondhoogte dan wat minimaal vereist wordt, kan geoordeeld worden dat ook deze woning een kwalitatieve en aangename woonbeleving garandeert.

De gewenste zelfstandige wooneenheden bevatten bijgevolg voldoende woonkwaliteit.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De eengezinswoning wordt omgevormd tot meergezinsgebouw met 4 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er komen 3 woningen bij wat de werkelijke parkeerbehoefte op 3 brengt.

 

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 3 bijkomende wooneenheden moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          3 appartementen met 1 slaapkamer = 3 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 6

 

Deze worden op de tussenverdieping  (+0.5) voorzien. De bereikbaarheid van deze fietsenberging verloopt onvoldoende vlot doordat er geen vlakke ruimte van minstens 1,70 m beschikbaar is (bouwcode, artikel 29). Dit verhindert dat men met de fiets vlot op en af de trap geraakt.

Echter is deze locatie de meest geschikte in het gebouw om de fietsen te stallen, zonder dat de erfgoedwaarde ernstig wordt aangetast. De gelijkvloerse fumoir achteraan is immers wenselijk te behouden waardoor uitzonderijk beperkt afgeweken kan worden van de noodzaak aan vrije circulatieruimte indien de deur automatisch kan geopend worden. Dit wordt opgenomen in de voorwaarde van de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de fietsenberging te voorzien van een automatisch opengaande deur;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


Uitsluitingen

1.      de plannen:

-          BA_TownhouseDP_P_N__01_plan niveau _0.5 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_P_N__02_plan niveau _1 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_P_N__00_plan niveau _0 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_G_N_01_achtergevel nieuw variant afscherming spiltrap.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 november 2021

Volledig en ontvankelijk

8 december 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 februari 2022

Verslag GOA

21 januari 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd één bezwaar ingediend, voornamelijk handelend over.

 

  1. Opdelen van de woning: Het bezwaar dat de woning wordt opgedeeld. Hierdoor wordt de draagkracht van het gebouw overschreden. Ook gaat dit in tegen de doelstelling van de Antwerpse bouwcode om voldoende kwaliteit voor bewoners en omwonenden te garanderen bij bouwwerken. Het aanbod aan ruime woningen voor gezinnen moet behouden blijven. De voorgestelde ingrepen tasten de leefbaarheid van de woning aan.

Beoordeling: Het huidige pand betreft een zeer ruime burgerwoning dat in oorsprong werd opgericht voor het huisvesten van één gezin met huispersoneel. De aanvraag deelt deze eengezinswoning op in 4 entiteiten. Elk van deze woningen is voldoende ruim in verhouding tot het aantal slaapkamers. De grootste woning, een tweeslaapkamerappartement van 131 m², heeft de potenties om een gezin comfortabel te huisvesten. Dit appartement biedt door zijn unieke planschikking in een uitzonderlijk erfgoedwaardig pand een aantrekkelijk alternatief op de klassieke eengezinswoning.

De Antwerpse bouwcode moet inderdaad garanderen dat de woonkwaliteit van gebouwen gewaarborgd blijft. De aanvraag wijkt hier beperkt op af en deze afwijkingen zijn bovendien aanvaardbaar.
Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Terrassen: Het bezwaar tegen de bijkomende terrassen van de private wooneenheden. Deze zorgen voor inkijk en toenemende hinder naar omliggende eigendommen.

Beoordeling: De voorgestelde buitenruimtes zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar. Ze zijn semi-inpandig en liggen op voldoende afstand van de perceelsgrenzen waardoor inkijk en hinder beperkt wordt. Een goed gebruik van een terras hoeft een goed nabuurschap niet in de weg te staan. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Wenteltrap: Het bezwaar dat de nieuwe wenteltrap niet vervat zit in het bouwvolume en er daardoor inkijk ontstaat naar eigendommen in de omgeving.
    Beoordeling: Het klopt dat de spiltrap niet vervat zit in het bouwvolume en dieper gelegen is dan de bouwdiepte van de buurpanden en daardoor ook buiten het aanvaardbare bouwvolume is gelegen. Echter betreft het een open trapconstructie die geplaatst is binnen 45° ten opzichte van de perceelgrenzen ter hoogte van de achtergevel en enkel tot doel heeft om de tuin bereikbaar te maken voor het bovenliggende appartement. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Stabiliteit: Het uitdiepen van de kelder brengt de stabiliteit van aanpalende woningen in het gedrang.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond omdat dit handelt over uitvoeringstechnische aspecten. Bij het uitdiepen van de kelder wordt verondersteld dat dit met de nodige zorg en volgens de regels van de kunst gebeurt. Een vergunning is geen vrijgeleide om schade te berokkenen aan andermans eigendom.

 

  1. Kennisgeving: Het bezwaar dat niet elke oppervlakte op de plannen hetzelfde is. Op de plannen van de brandweer is de oppervlakte van het gelijkvloerse anders dan de plannen van de kelderverdieping.

Beoordeling: De vermelde oppervlakte op de plannen komt overeen met deze op de brandweerplannen. De vermelde maat vormt een indicatie en wordt steeds nagemeten tijdens het beoordelen van de gewenste wijzigingen. De netto-vloeroppervlakte van de gelijkvloerse duplexwoning bedraagt na controle 131m². Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Erfgoed: Het bezwaar dat de aanvraag schade veroorzaakt aan de erfgoedelementen van het gebouw.

Beoordeling: De aanvraag is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. Het project werd voor indiening verschillende keren voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg, inclusief een sitebezoek. Het ontwerp werd op basis van deze preadviezen aangepast. Tijdens de aanvraagprocedure werd opnieuw advies gevraagd aan Monumentenzorg. Zij adviseren de ingrepen voorwaardelijk gunstig. Mits naleving van deze voorwaarden kan gesteld worden dat de aanvraag geen afbreuk doet aan de erfgoedkenmerkende van het gebouw. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Parkeren: Het bezwaar tegen de verhoogde parkeerdruk dat het project met zich mee zal brengen.

Beoordeling: De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke mobiliteitsdienst. Zij adviseren dat de bijkomende parkeerdruk aanvaardbaar is. Omwille van de erfgoedwaarde van het pand kan de parkeerbehoefte niet op eigen perceel worden opgevangen. De bijkomende parkeerbehoefte bedraagt 3 plaatsen. Deze worden belast. Met deze inkomsten zal de stad op termijn buurtparkings realiseren. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de fietsenberging te voorzien van een automatisch opengaande deur;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


Uitsluitingen

1.      de plannen:

-          BA_TownhouseDP_P_N__01_plan niveau _0.5 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_P_N__02_plan niveau _1 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_P_N__00_plan niveau _0 nieuw variant positie spiltrap;

-          BA_TownhouseDP_G_N_01_achtergevel nieuw variant afscherming spiltrap.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.