Terug
Gepubliceerd op 31/01/2022

2022_CBS_00582 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021164280. Boomsesteenweg 957. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/01/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_00582 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021164280. Boomsesteenweg 957. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_00582 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2021164280. Boomsesteenweg 957. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021164280

Gegevens van de aanvrager:

NV Atlas Copco Airpower met als contactadres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV Atlas Copco Airpower (0403992231) met als contactadres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Boomsesteenweg 957 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

Aartselaar - afdeling 1 sectie B nrs. 38D, 52D, 53A, 58A, 58B, 59A, sectie C nrs. 16A, 19M
Antwerpen - afdeling 44 sectie D nrs. 439F5, 498F, 518D en 521

waarvan:

 

-          20180312-0081

Aartselaar - afdeling 1 sectie B nrs. 38D, 52D, 53A, 58A, 58B, 59A, sectie C nrs. 16A, 19M
Antwerpen - afdeling 44 sectie D nrs. 439F5, 498F, 518D en 521
(Atlas Copco Airpower NV)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van nieuw kantoorgebouw, het plaatsen van enkele verhardingen en de exploitatie van een nieuwe warmtepomp

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          08/04/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020166026) voor het plaatsen van een tijdelijke tent voor stockage;

-          03/12/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020085273) voor het afbreken van de bestaande luifel, bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw, de tijdelijke uitbating van een bronbemaling en het uitbreiden van de vergunning voor de fabricage van compressoren en generatoren;

-          16/04/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020016533) voor het regulariseren van het plaatsen van tijdelijke bureelcontainers;

-          30/01/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019145690) voor het uitbreiden van bestaande parking met 47 extra parkeerplaatsen;

-          12/12/2019: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019100275) voor het aanleggen van een fietspad;

-          29/08/2001: vergunning (20012586) voor het bouwen van burelen in prefab en het uitbreiden en aanpassen van bestaande luifels.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          geen relevante laatst vergunde toestand.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 11555) van Nijverheidsgebouwen als bouwkundig erfgoed;

-          inrichting en bouwvolume:

  • bedrijventerrein op de grens van Wilrijk met Aartselaar;
  • het terrein is reeds bebouwd met een aantal magazijnen, productiehallen, buitenopslag en kantoorgebouwen van de ATLAS COPCO groep.
  • centraal ten zuiden de divisie AIRTEC test facility met:

-          het kantoorgebouw C6 met een dakrandhoogte van circa 8,5 m;

-          ten oosten van het kantoorgebouw C6 het Labo AIA testbuilding met een dakrandhoogte van circa 10,5 m;

-          ten zuiden van kantoorgebouw C6 de verharde parking;

Gewenste toestand

-          inrichting en bouwvolume:

  • conform bestaande toestand met ten zuiden van het kantoorgebouw C6:

-          op de plaats van de parking (suprematie parking), een nieuw kantoorgebouw als uitbreiding met een dakrandhoogte van circa 10,5 m;

-          het nieuw kantoorgebouw geplaatst tegen het bestaande kantoorgebouw C6, waarbij de bestaande raamopeningen worden dichtgemaakt;

-          ten zuiden van het nieuwe gebouw een verharding als evacuatieweg;

-          ten oosten van het nieuwe gebouw een klinkerverharding als toegang naar de bestaande koeltorens;

-          ten westen van het nieuwe gebouw een voetpad in klinkerverharding als verbinding tussen de evacuatieweg en de parking.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het bouwen van een nieuw kantoorgebouw als uitbreiding van het bestaande complex;

-          het plaatsen van enkele verhardingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 26 november 2009 verleende de deputatie een milieuvergunning (kenmerk MLAV1/09-296) aan Atlas Copco Airpower nv voor het verder uitbaten van een productie-inrichting van compressoren, generatoren en de bijhorende randactiviteiten en technische installaties. Op 23 maart 2017 werd de vergunning grondig aangepast en uitgebreid (kenmerk MLAV1/2016-163). Een laatste uitbreiding van de vergunning dateert van 3 december 2020 en betrof de uitbreiding van het bestaande productiegebouw (B-shop) (kenmerk OMV_2020085273). De vergunning is geldig tot 26 november 2029.

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van een nieuwe warmtepomp bij een nieuw bouwdeel.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.1°

koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent ;

4074,94 ton CO2–equivalent
(+60,00 ton CO2–equivalent)

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

5.973,18 kW
(+100,00 kW)

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 december 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Fluvius System Operator/ Fluvius

28 december 2021

20 januari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

28 december 2021

14 januari 2022

Geen advies

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

28 december 2021

4 januari 2022

Geen bezwaar

Water-link

28 december 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag


Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 


Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

28 december 2021

11 januari 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

28 december 2021

20 januari 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

28 december 2021

14 januari 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

28 december 2021

17 januari 2022

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

28 december 2021

19 januari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 31 bis Nijverheidszone II, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 22 juni 1994. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: plaatsen bestemd als bufferzone en plaatsen bestemd als bedrijfszone.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag (het nieuwe kantoorgebouw en heraanleg van de omgeving is in kader van een uitbreiding op het bestaande complex, wat deels in BPA ligt) wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg BPA NR. 31 BIS NIJVERHEIDSZONE II  op volgende punten:

-          Artikel 2 - PLAATSEN BESTEMD ALS BEDRIJFSZONE

hoofdstuk 2 - Bebouwingsvoorschriften

  • 3 Afmetingen van gebouwen

c. aan eventuele perceelgrenzen, dient de bouwhoogte begrepen te zijn binnen een gabarit van 45°, vertrekkend op 3 m afstand van de perceelsgrens.

De uitbreiding komt buiten dit gabarit.

  • 7 Aanleg van de strook:

b. Aan de perceelgrenzen dient een groen zichtscherm te worden aangeplant op een breedte van minimum 3,00 m.

Niet langs alle perceelgrenzen wordt voldaan aan dit artikel.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

§1. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Indien achter de ramen van het bestaande kantoorgebouw C6 (daar waar wordt uitgebreid) vergunde verblijfsruimten (bv. kantoren) zijn ingericht, dan voldoen deze ruimten niet meer aan de bepalingen van dit artikel;

§2. Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.

De plannen bevatten te weinig informatie om te bepalen of wordt voldaan aan dit artikel, voornamelijk met betrekking tot het bestaande kantoorgebouw C6;

  • artikel 38 Groendaken:

§1. Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak.

Het dak van de uitbreiding wordt niet voorzien van een groendak.

 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat een uitbreiding van een testafdeling van Atlas Copco. Deze afdeling staat specifiek in voor het innovatief onderzoek naar nieuwe en kwaliteitsvolle systemen voor perslucht- en vacuümpompen. Hiervoor wordt er een uitbreiding voorzien van een kantoorachtig gebouw naast het technisch labo waarbij met mobiele testunits gewerkt kan worden.

De locatie is gelegen binnen het industriegebied Geleegweg - Neerland zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie. De ontwikkeling / uitbreiding past binnen de visie van de beleidsnota. Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De omgeving kenmerkt zich door grote gebouwen met bovengrondse verharding voor laad- en loszones en parkings, in functie van de organisatie op het terrein. De plannen voorzien een gebouw tot een hoogte van 10,50 meter. Deze hoogte is gelijk aan de hoogte van het bestaand labo. Tussen beide gebouwen, die op een afstand van circa 4,05 meter van elkaar staan, wordt een nieuwe doorgang voorzien. Ter hoogte van de noordgevel sluit het nieuwe gebouw aan op een bestaand kantoorgebouw met een hoogte van 8,50 meter.

Onder het nieuwe gebouw wordt een waterbuffer voorzien. Het opgevangen hemelwater zal gebruikt worden voor het sproeisysteem van de koeltorens.

 

De aanvraag wijkt af van het geldend BPA. Zo dient de bouwhoogte van nieuwe gebouwen ter hoogte van de perceelgrenzen begrepen te zijn binnen een gabarit van 45°, vertrekkend op 3 m van de perceelgrens. Echter kan vastgesteld worden dat voorgestelde inplanting en bouwhoogte kenmerkend is aan deze zijde van het volledige terrein. Het nieuwe gebouw sluit, zowel qua inplanting als qua bouwhoogte, aan op het bestaande labo.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking toegestaan worden.

 

Verder wijkt het voorstel ter hoogte van het gepland nieuwe gebouw af van het BPA. De voorschriften vragen om hier een groen zichtscherm aan te planten. Tegenover de perceelgrens wordt er vanaf de gevel een afstand van 7,25 meter voorzien. Vanaf de borstwering ter hoogte van de vluchtweg een afstand van 5,74 meter. Hierdoor is er in theorie nog voldoende ruimte om een groen zichtscherm aan te planten zoals gevraagd in het BPA. Dit dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde opgenomen te worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het nieuwe gebouw wordt voorzien in zilvergrijze stalen bardages gedragen door een verdiepingshoge plint in grijze betonpanelen en zwart buitenschrijnwerk. Voorgestelde materialen zijn kenmerkend binnen de industriële context van het gebouw en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen beoordelen of alle ruimtes waar personen te werk gesteld worden voldoende kwalitatief zijn. Zo is het niet duidelijk of er voldoende verlucht kan worden in het nieuwe gebouw. Het bestaande kantoorgebouw verliest een volledige lange gevel waardoor dit een grote impact heeft op de toetreding van daglicht, zicht en lucht. De kwaliteit in beide gebouwen dient te allen tijde gewaarborgd te worden. Bij een eventuele vergunning dient in voorwaarde opgenomen te worden om steeds te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode.

Rekening houdend met de voorwaarden voldoet het aangevraagde aan actuele normen voor wat betreft hinder, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het nieuwe platte dak wordt niet voorzien van een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde opgenomen te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 54 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

Op een deel van de parking wordt een bijkomend kantoorgebouw van 893 m² BVO bijgebouwd tegen bestaande gebouw C6 aan. Bij het lezen van de beschrijvende nota en het zien van de plannen gaat het hier niet over een klassiek kantoorgebouw. Het zijn hoofdzakelijk laboruimtes en magazijn voor onderzoek en ontwikkeling waar ingenieurs werken. Atlas Copco oordeelt daarom dat dit niet bij productie hoort en rekent het tot kantoor. Alhoewel Atlas Copco dit berekent als extra kantoor zouden wij hier eerder het parkeerkengetal voor bedrijfsverzamelgebouw op toepassen.

 

Voor de uitbreiding van kantoorruimte is er een parkeerbehoefte van 893 m²/100 m² x 1,45 = 13,8 afgerond 14 parkeerplaatsen. We beoordelen echter dat het gaat over eerder gemengde werkplaats/bedrijfsverzamelgebouw en dan is de behoefte 893 m²/100 m² x 1,35 = 12,1 afgerond 12 parkeerplaatsen.

Er verdwijnen door de verbouwing 42 parkeerplaatsen. Het nieuwe gebouw wordt op een deel van de parking gebouwd. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

 

De parkeerbehoefte voor het nieuwe kantoorgebouw is (12 + 42 =) 54 parkeerplaatsen.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 54 parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 54.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Bijgevolg dient voorliggend voorstel geweigerd te worden.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 54.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het project omvat de uitbreiding van de divisie ‘Airtec test facility’, die instaat voor de innovaties binnen het bedrijf. Elke nieuwe ontwikkeling wordt uitgebreid getest in het testcentrum. In functie daarvan wordt een nieuw bedrijfsgebouw gebouwd naast het bestaande labo- en testgebouw en administratief gebouw C6 (kantoren ingenieurs). In het labogebouw zijn acht testruimtes met elk een proefopstelling voorzien. Tijdens de ombouw naar een andere testconfiguratie kan zo’n testlokaal enkele dagen niet gebruikt worden. De exploitant wenst de testcapaciteit nu op te voeren door met verrijdbare elementen te werken, die vlot in en uit de testruimtes gerold kunnen worden. De elementen kunnen bovendien grotendeels voorbereid worden in de werkplaats. Gezien het innovatieve karakter en de samenwerking tussen de ingenieurs en de werkplaatsmedewerkers wordt de nieuwe werkplaats gekoppeld aan het gebouw C6.
De handelingen die in de werkplaatsen zullen gebeuren, maken geen deel uit van de industriële productieprocessen van het bedrijf. In de nieuwbouw zal innovatief fijn-assemblage gebeuren. Mechanische bewerkingen van metaal, slijpen, lassen en dergelijke zijn geen activiteiten die typisch worden uitgevoerd bij het opstellen van de testinstallaties.
Wat de IIOA betreft is het grotendeels een verhuis van de bestaande werkplaats in het testgebouw naar de nieuwe werkplaats. Hierdoor wijzigen er geen vergunde rubrieken of vermogens. De verwarming van het gebouw zal gebeuren met een nieuwe warmtepomp. De exploitant geeft op dat de pomp een drijfkracht heeft van 100 kW en het koelmiddel 60 ton CO2-equivalenten zal hebben. Het totaal voor het bedrijf komt zo op 4.074,94 ton CO2-equivalenten. De totale geïnstalleerde drijfkracht voor rubriek 16.3.2°b) stijgt tot 5.973,18 kW. De warmtepomp wordt geïnstalleerd op het dak van het nieuwe gebouw.
De aanvraag omvat geen technische fiche van de warmtepomp. Hierdoor is niet geweten welk koelmiddel aangewend wordt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een natuurlijk koudemiddel (ammoniak, CO2) en wordt het gebouw voorzien van zonnepanelen om in stroom te voorzien. De zuidelijke oriëntatie van de projectlocatie biedt hiervoor in elk geval mogelijkheden. Een vermogen van 100 kW wordt gevraagd. Dit wil zeggen dat bij een conservatieve prestatie-coëfficiënt van 3, een thermisch vermogen van 300 kW ter beschikking is. Mogelijk werd in de aanvraag niet de drijfkracht van de warmtepomp opgegeven.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Conclusie

Mits de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden nageleefd worden, worden de risico’s voor mens en milieu niet verhoogd. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

Wegens het onlosmakelijk verband met de stedenbouwkundige handelingen, kan echter geen gunstig advies gegeven worden voor de aanpassing van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten in lopende vergunning.

 

Wanneer de vergunning alsnog verleend zou worden adviseren we volgende bijzondere milieuvoorwaarde:

  1. De warmtepomp werkt met een natuurlijk koudemiddel (ammoniak, CO2).

 

Advies van het college

Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning omwille van het ontbreken van 54 parkeerplaatsen.

 

Geweigerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geweigerd voor

16.3.1°

koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent;

+60,00 ton CO2–equivalent

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+100,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

14 december 2021

Start openbaar onderzoek

24 december 2021

Einde openbaar onderzoek

22 januari 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

2 februari 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 december 2021

22 januari 2022

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

 

  1. Parkings van de fabriek staan regelmatig vol: de bezwaarindiener geeft aan dat er een meetbaar effect is op de omgeving door het parkeren in de Atomiumlaan.
    Beoordeling:
    Het kan kloppen dat medewerkers van het bedrijf in de Atomiumlaan parkeren. Uit het bezwaar is echter onduidelijk, op basis van cijfers, welke onaanvaardbaar effect dit heeft op de omgeving.

    Het bezwaar is ongegrond.
 

  1. Geen melding gemaakt hoe het verlies van 42 parkeerplaatsen opgevangen wordt: de bezwaarindiener geeft aan dat het dossier geen gegevens bevat over de opvang van de 42 parkeerplaatsen die verdwijnen.
    Beoordeling:
    De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Op een deel van de parking wordt een bijkomend kantoorgebouw van 893 m² BVO bijgebouwd tegen bestaande gebouw C6 aan. Bij het lezen van de beschrijvende nota en het zien van de plannen gaat het hier niet over een klassiek kantoorgebouw. Het zijn hoofdzakelijk laboruimtes en magazijn voor onderzoek en ontwikkeling waar ingenieurs werken. Atlas Copco oordeelt daarom dat dit niet bij productie hoort en rekent het tot kantoor. Alhoewel Atlas Copco dit berekent als extra kantoor zouden wij hier eerder het parkeerkengetal voor bedrijfsverzamelgebouw op toepassen.

Voor de uitbreiding van kantoorruimte is er een parkeerbehoefte van 893 m²/100 m² x 1,45 = 13,8 afgerond 14 parkeerplaatsen. We beoordelen echter dat het gaat over eerder gemengde werkplaats/bedrijfsverzamelgebouw en dan is de behoefte 893 m²/100 m² x 1,35 = 12,1 afgerond 12 parkeerplaatsen.

Er verdwijnen door de verbouwing 42 parkeerplaatsen. Het nieuwe gebouw wordt op een deel van de parking gebouwd. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

De parkeerbehoefte voor het nieuwe kantoorgebouw is (12 + 42 =) 54 parkeerplaatsen.

De werkelijke (bijkomende) parkeerbehoefte is 54 parkeerplaatsen.

Het klopt dat de aanvraag niet voorziet in deze behoefte.

Het bezwaar is gegrond.
 

  1. Geluidshinder: de bezwaarindiener vreest dat bij het testen (gebruik) van de compressoren geluidshinder zal optreden.

Beoordeling:
De locatie waar de testen uitgevoerd worden blijft ongewijzigd in het labo-AIA testgebouw. Uit het bezwaar blijkt niet dat er heden klachten zijn van geluidsoverlast van dit testcentrum. Alle testen vinden inpandig plaats waardoor de verspreiding van geluid beperkt wordt. De dichtstbijgelegen woning bevindt zich op circa 200 meter van het testcentrum. Het project gaat over de bouw van een werkplaats. Hier worden geen activiteiten voorzien met een grote geluidsproductie. Het risico op geluidshinder is zeer klein. De exploitant dient zich bovendien te allen tijde te houden aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid opgenomen in Vlarem II.
Het bezwaar is ongegrond.
 

  1. Brandgevaar: de bezwaarindiener vreest dat het nieuwe gebouw ook gebruikt zal worden voor het testen van gascompressoren die gebruik maken van brandbare gassen.

Beoordeling:
Het project gaat over de bouw van een werkplaats, niet over het testcentrum zelf. Dat blijft ongewijzigd. Desalniettemin is het waarschijnlijk dat ook gascompressoren in het testcentrum getest zullen worden en dat deze testopstelling voorbereid zal worden in de nieuwe werkplaats. Echter is er geen aanleiding dit op één of andere manier te verbieden of te beperken. De activiteiten vinden plaats in een gecontroleerde omgeving en worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel. De brandweer geeft een voorwaardelijk gunstig advies.
Het bezwaar is ongegrond.
 

  1. De site grenst aan het woongebied van de Neerlandwijk: de bezwaarindiener gaat niet akkoord met de vermelding in addendum D4 waarin staat dat het woongebied op 200 meter van de site gelegen is.
    Beoordeling:
    Het klopt dat het woongebied op minder dan 100 meter van het bedrijf is gelegen. Echter heeft dit geen effect op de beoordeling van de inhoud van de aanvraag. Deze handelt namelijk over een nieuw gebouw en verhardingen aan de zuidzijde van het volledige perceel. Deze werken situeren zich wel op meer dan 200 meter van het woongebied (circa 304 meter) waardoor er verondersteld kan worden dat deze geen effect hebben op het woongebied.
    Het bezwaar is ongegrond.
     
  2. Zéér grote verharde oppervlakte in een overstromingsgevoelig gebied: de bezwaarindiener geeft aan dat er voldoende aandacht moet gaan naar maatregelen om wateroverlast tegen te gaan.
    Beoordeling:
    Het klopt dat een groot deel van het terrein van het bedrijf gelegen is in overstromingsgevoelig gebied. Het is dan ook de taak van de vergunningverlenende overheid om tijdens de procedure de nodige adviezen op te vragen om hier een correcte beoordeling over te maken.

Het bezwaar is gegrond.
 

  1. Lichtvervuiling: de bezwaarindiener geeft aan dat er op de site diverse felle lampen branden.
    Beoordeling:
    Het voorzien van verlichting op de site in functie van zichtbaarheid en veiligheid maakt geen deel uit van de aanvraag. Het klopt echter wel dat men, gelet op de huidige kennis rond lichtvervuiling en energiebesparingen, hier beter kiest voor een andere soort verlichting of andere maatregelen.
    Het bezwaar is ongegrond.
     
  2. Zwerfvuil: de bezwaarindiener geeft aan dat er significante hoeveelheden zwerfvuil terug te vinden zijn in de Atomiumlaan in een straal van om en bij de 300 meter rond de hoofdingang en in- en uitrit van de parking.
    Beoordeling:
    Er wordt niet aangetoond dat het zwerfvuil afkomstig is ten gevolge van de exploitatie van het bedrijf. Het bezwaar is niet van die aard die een beoordeling vereist tijdens een omgevingsvergunningsprocedure.
    Het bezwaar is ongegrond.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.


Artikel 2


Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

Stadsontwikkeling/Vergunningen

Het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.