Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021169526 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Agfa-Gevaert met als contactadres Septestraat 27 te 2640 Mortsel |
Gegevens van de exploitant: | NV Agfa-Gevaert (0404021727) met als contactadres Septestraat 27 te 2640 Mortsel |
Ligging van het project: | Lode Vissenaekenstraat en Oogststraat zonder nummer (zn) te 2600 Berchem (Antwerpen), Septestraat 27 te 2640 Mortsel |
Kadastrale percelen: | Antwerpen afdeling 21 sectie A nrs. 347V3, 361A7, 361N6 en 361Z6 en Mortsel afdeling 1 sectie A nrs. 34T, 34B2, 34N |
waarvan: |
|
- 20181004-0097 | Antwerpen afdeling 21 sectie A nrs. 347V3, 361A7, 361Z6, 361N6 en Mortsel afdeling 1 sectie A nrs. 34T en 34B2 (Agfa Gevaert NV-Gev5) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het uitbreiden van het bestaande bouwvolume van gebouw 503 en het bouwen van een transformatorgebouw in kader van aanpassingen voor het plaatsen van een extrusiemachine, uitbreiding aan de polyester (PET)-productielijn en actualisatie van de exploitatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/03/2011: vergunning (2011366) voor uitbreiding van een losplaats;
- 02/10/2002: vergunning (2002843) voor het opstellen van twee bijkomende silo's;
- 11/05/1993: vergunning (1993779) voor optrekken gebouw 503 (prod. gebouw) 4e en 6e verdieping;
- 21/05/1990: vergunning (19901066) voor uitbreiden gebouw 551 – bureelgebouw;
- 21/08/1989: vergunning (19898642) voor uitbreiding;
- 17/04/1989: vergunning (19891240) voor verbouwing;
- 24/08/1987: vergunning (19877845) voor persen mantelbuis en aanleggen verbindingsleiding;
- 14/11/1983: vergunning (198319198) voor het uitbreiden van gebouw nr. 551 met garage, werkplaats en bergplaats;
- 04/07/1983: vergunning (198319158) voor het oprichten van een gebouw voor filmwasserij;
- 05/04/1983: vergunning (198319122) voor het oprichten van een gebouw voor filmwasserij;
- 16/06/1982: vergunning (198219052) voor het plaatsen van poorten, slagboom en draadafsluiting;
- 04/12/1973: vergunning (197317944) voor het bouwen van een 2de verdieping op de brandweerkazerne;
- 13/03/1973: vergunning (197317832) voor het oprichten van een brandweerkazerne;
- 26/02/1969: vergunning (Felixarchief inventarisnummer 961#4135) voor het aanleggen van een parkeerstrook.
Vergunde/vergund geachte toestand
- geen vergunde toestand aangeleverd.
Huidige toestand
- vaststelling van Bedrijfsgebouwen Agfa-Gevaert: site Gevaert 1 (ID: 13549) als bouwkundig erfgoed;
- bescherming van Grote schoorsteen Agfa-Gevaert (ID: 14502) als monument;
- inrichting & bouwvolume:
- gebouw 503: halfopen bebouwing onder plat dak met een variërende bouwhoogte van 12,39 m tot 19,90 m;
- gevelafwerking gebouw 503:
Gewenste toestand
- inrichting & bouwvolume conform bestaande toestand met:
- gevelafwerking conform bestaande toestand met:
- roodkleurig gevelmetselwerk met lichtgrijze stalen buitendeuren en betonnen deksteen;
- nieuwe kooiladder in galvastaal;
- lichtgrijze structuurverf op beton met lichtgrijs stalen buitendeuren en lichtgrijze ventilatieroosters.
Inhoud van de aanvraag
- het uitbreiden van het bestaande bouwvolume van gebouw 503;
- het bouwen van een transformatorgebouw;
- het slopen van de bestaande verharding op de plaats van deze uitbreiding;
- het heraanleggen van enkele verhardingen tussen deze bouwvolumes.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De exploitant beschikt voor de exploitatie van de inrichting over een vergunning in 2016 verleend door de deputatie met eindtermijn 22 december 2036 (referentie: MLAV1/2016/138).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat een uitbreiding van de PET-productielijn, de actualisatie van de vergunde toestand en een verzoek tot afwijking van een sectorale voorwaarde.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.2.5.e)3° | opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton; | + 200 ton |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | + 1 x 3.800 kVA |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | + 14.327 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | - 4.617 kW |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | 14 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | + 31,49 ton |
23.1.1°c) | inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | + 900 kW |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
1. | Bij te stellen voorwaarde: Voor de verwerking van bedrijfsafvalwaters afkomstig van de andere Agfa-sites dan de site Gev5 werd een afwijking toegestaan op de aanwezigheid van een groenscherm conform artikel 5.2.1.5§5 van Vlarem II.
Voor wat betreft het verwerken van filmafval van de klanten van Agfa om op termijn maximaal 200 ton per jaar te verwerken, verzoekt Agfa de bevoegde overheid om ook voor deze activiteit af te zien van de eis voor de aanwezigheid van een groenscherm.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Zoals aangegeven in de motivatie heeft Agfa in het verleden - met appreciatie en voldoening van haar buren - geïnvesteerd in een groene border rondom haar site. Volgens ons voldoet men in voldoende mate aan de eisen die gepaard gaan met een groenscherm.
Vandaar dat men de bevoegde overheid vraagt om in te stemmen dat de voorziene en beschreven groene border volstaat als een groenscherm. Net zoals dit ook beoordeeld is geweest bij de verwerking van eigen afvalwaters - afkomstig van de sites Gev4, Gev6 en Gev8 - in de eigen waterzuiveringsinstallatie.
Samengevat: voor de verwerking van bedrijfsafvalwaters afkomstig van de andere Agfa-sites dan de site Gev5 en voor de verwerking van PET-afval van derden tot maximaal 200 ton/jaar verzoekt men om een afwijking op de aanwezigheid van een groenscherm conform artikel 5.2.1.5§5 van Vlarem II. |
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 30 december 2021 | 11 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 30 december 2021 | 21 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 30 december 2021 | 7 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 30 december 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuwe uitbreidingen bestaan uit een aan gebouw 503 aangebouwd volume van 1 bouwlaag onder plat dak met bouwhoogte 4,65 m (technisch- en instrumentatielokaal) en een losstaand transformatorgebouw van 1 bouwlaag onder plat dak met bouwhoogte 3,4 m. Verder wordt rondom deze nieuwe gebouwen nieuwe klinkerverharding aangelegd.
De uitbreidingen veroorzaken geen onaanvaardbare negatieve hinder naar de omgeving en zijn als dusdanig stedenbouwkundig inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het transformatorgebouw is opgericht in lichtgrijs geverfd beton. De uitbreiding bij gebouw 503 is opgericht in roodkleurig gevelmetselwerk met lichtgrijze stalen buitendeuren.
De nieuwe gevelmaterialen zijn voldoende afgestemd op het bestaande en zijn als dusdanig stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode; er wordt meer dan 20 m² plat dak gebouwd, maar er wordt een afwijking gevraagd op het voorzien van een groendak omwille van de beperkte oppervlakte van het nieuwe dak ten opzichte van het totaal, de beperkte mogelijkheid tot onderhoud gezien de inplanting van de leidingbrug en het risico op contaminatie van de vers aangevoerde lucht ten gevolge van zaden en pollen.
Het advies van de dienst Klimaat en leefmilieu hieromtrent luidt als volgt:
“De afwijking op het aanleggen van een groendak of het voorzien van een regenput kan enkel worden toegestaan als op het parkeerterrein aan de zijde van de Lode Vissenaeckenstraat een ontharding wordt voorzien met minimaal dezelfde oppervlakte als de nieuwe constructie om op die manier de negatieve impact op water en groen van de gevraagde afwijking te compenseren. Dit ontharde deel dient waterdoorlatend te zijn en een minimale groenkwaliteit te hebben (bijvoorbeeld grastegels, …).”
Dit zal worden opgelegd als voorwaarde.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant wenst door het plaatsen van een twin-screw extruder het percentage PET-afval dat kan worden gerecycleerd te verhogen van 15% naar 19%. Dit gerecupereerde materiaal kan dan opnieuw worden gebruikt als onderlaag voor nieuw aan te maken PET-film in de PET-productielijn.
Ook geschikt PET-afval van klanten kan op dezelfde wijze in de installatie verwerkt worden. De exploitant vraagt dat de mogelijkheid tot het verwerken van PET-afval van derden (klanten) uitdrukkelijk in de vergunning wordt opgenomen. Op deze manier kan op termijn tot 200 ton PET-afval per jaar afkomstig van klanten worden gerecycleerd.
Deze capaciteitsverhoging vertaalt zich in een toename van het geïnstalleerd vermogen onder de rubriek kunststoffen met 900 kW tot circa 10.200 kW en omdat ook de capaciteit in de chemische wasserij waar de filmsnippers chemisch worden gereinigd zal toenemen, stijgt ook de hoeveelheid corrosieve stoffen aanwezig op de site. Het gaat om een aanzienlijke toename van 88,5 ton naar 120 ton. Deze toename is niet louter toe te schrijven aan de uitbreiding van de PET-productielijn maar is deels ook een gevolg van een te krappe inschatting van de noodzakelijke hoeveelheid corrosieve stoffen bij de hermachtiging van de ganse site in 2016. De opslag gebeurt in vergunde tanks voorzien van een vloeistofdichte inkuiping, de opslag in magazijnen gebeurt op vloeistofdichte vloeren of op individuele lekbakken.
Er is geen bezwaar tegen de gevraagde uitbreiding die een bijdrage levert aan het recycleren van afvalstoffen.
Ook de vraag om afval van klanten te mogen verwerken wordt positief geadviseerd, op deze wijze wordt tot 200 ton PET-afval vermeden. Men kan bezwaarlijk van individuele klanten verwachten dat zij over een eigen extruder-unit zouden beschikken.
Op de vraag van de exploitant om te mogen afwijken van de bepalingen opgenomen in artikel 5.2.1.5§5 van de sectorale voorwaarden van Vlarem II kan worden ingegaan, een groenscherm te midden van een dichtbebouwde industriële omgeving heeft wellicht weinig meerwaarde. Overigens bestaat er aan de rand van de site langsheen een groot deel van de parkings ter hoogte van de Oogststraat en de Lode Vissenaekenstraat al een groene corridor met verschillende grote hoogstammige bomen. Mogelijk kan dit bestaande groenscherm qua dichtheid nog worden verbeterd zodat het meer aansluit bij de beschrijving van een groenscherm zoals aangegeven in artikel 5.2.1.5§5.
De actualisatie van de vergunning slaat vooral op een toename van het geïnstalleerd vermogen van de transformatoren, een verschuiving in de wijze van opslaan van gevaarlijke producten (minder in tanks, meer in magazijnen) en het vervangen van een aantal koelinstallaties (alle koelinstallaties maken gebruik van het koelmiddel R134A) en het verplaatsen van compressoren. De actualisatie vormt evenwel geen significant verschil met de vergunde toestand en is aanvaardbaar.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het terrein voor minstens dezelfde oppervlakte als deze van de nieuwe constructies (daken en verhardingen) te ontharden ter hoogte van het parkeerterrein aan de zijde van de Lode Vissenaeckenstraat zodoende de impact op het milieu door het niet voorzien van een groendak en een regenwaterput te compenseren. Dit ontharde deel dient waterdoorlatend te zijn en een minimale groenkwaliteit te hebben (bijvoorbeeld grastegels, …).
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
2.2.5.e)3° | opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton; | + 200 ton |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | + 1 x 3.800 kVA |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | + 14.327,00 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | - 4.617 kW |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | + 3,59 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | 14 ton (ongewijzigd, verplaatsing) |
23.1.1°c) | inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | + 900 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 15 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 28 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 26 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 3 februari 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 december 2021 | 26 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, die zich als volgt laat samenvatten:
1. NMBS: verklaart geen gevolg te kunnen geven aan de aanvraag omwille van onbetrokkenheid.
Beoordeling:
Dit bezwaar is ongegrond wegens onontvankelijk. Het betreft immers geen inhoudelijk bezwaar tegen de aanvraag.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het terrein voor minstens dezelfde oppervlakte als deze van de nieuwe constructies (daken en verhardingen) te ontharden ter hoogte van het parkeerterrein aan de zijde van de Lode Vissenaeckenstraat zodoende de impact op het milieu door het niet voorzien van een groendak en een regenwaterput te compenseren. Dit ontharde deel dient waterdoorlatend te zijn en een minimale groenkwaliteit te hebben (bijvoorbeeld grastegels, …).
Het college geeft opdracht aan:
| Dienst | Taak |
| SW/Vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |