Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021166250 |
Gegevens van de aanvrager: | NV MBG met als contactadres Laarstraat 16 bus 12 te 2610 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV MBG (0413352434) met als contactadres Laarstraat 16 bus 12 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Oever zonder nummer (zn) te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 4 sectie D openbaar domein |
waarvan: |
|
- 20210618-0067 | afdeling 4 sectie D openbaar domein (Werfketen MBG) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het plaatsen van enkele tijdelijke constructies op het openbaar domein en het exploiteren van airco's voor tijdelijke werfketen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/02/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019029838) voor het afbreken van de bestaande bebouwing (Oever 11-13-15) en het oprichten van 34 assistentieflats, 18 appartementen, een dienstencentrum en 9 handelsunits (Oever 11-19, waarop huidige aanvraag betrekking heeft).
Vergunde/vergund geachte toestand
- openbaar domein.
Huidige toestand
- het openbaar domein van de straat Oever, ter hoogte van huisnummers 11-19, met tussen rijweg en de bebouwing aan de oneven nummers:
- een parkeerzone (voor mindervaliden) met een breedte van circa 2,50 m;
- een strook/plantvak voorbehouden voor de bomen in lijnverband met een breedte van circa 2 m;
- een voetpadzone met een variërende breedte van circa 4 à 5 m.
Gewenste toestand
- inrichting idem bestaande toestand met op het openbaar domein van de straat Oever, ter hoogte van huisnummer 11:
Inhoud van de aanvraag
- het plaatsen van werfketen en innemen van het openbaar domein.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
In 2019 diende het Zorgbedrijf Antwerpen een omgevingsvergunningsaanvraag in voor de realisatie van 18 appartementen, 34 assistentiewoningen en een dienstencentrum aan Oever te Antwerpen (OMV_2019029838). Op 3 september 2019 werd de vergunning door het college stilzwijgend geweigerd. De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 27 februari 2020 in beroep toch een vergunning onder voorwaarden voor dit project.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het exploiteren van airconditioningsinstallaties in werfketen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10,50 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 30 november 2021 | 21 december 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 30 november 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 30 november 2021 | 3 december 2021 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 30 november 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Ruimtebeheer | 30 november 2021 | 1 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 30 november 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 30 november 2021 | 30 november 2021 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 30 november 2021 | 14 december 2021 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 30 november 2021 | 13 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§1 en 2. Bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen. De werken dienen te voldoen aan de bepalingen van dit artikel;
er wordt geen interne minimale hoogte van 2,60 m voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het realiseren van een werfinrichting in het kader van het bouwen van een meergezinswoning, assistentiewoningen en WZC, gelegen Oever 11-19.
De tijdelijke werfinrichting wordt gerealiseerd op openbaar domein ter hoogte van het perceel waar de werken zullen plaatsvinden. Het betreft gestapelde containerunits met een bureel, sanitair, kleed- en eetruimte. Aan de containerunits wordt een buitentrap geplaatst.
Gelet op de tijdelijkheid van de constructie, kan geoordeeld worden dat de aanvraag functioneel aanvaardbaar is. Als voorwaarde wordt een duur van 2 jaar opgelegd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De constructie heeft een footprint van ongeveer 60 m² en bestaat uit gestapelde units over twee lagen. De maximale hoogte bedraagt ongeveer 6 m. Het volume neemt een deel van het voetpad en drie parkeerplaatsen op het openbaar domein in. Tussen de rooilijn en de constructie wordt een minimale afstand van 1,50 m voor het voetpad behouden.
De voorgestelde afmetingen zijn, gezien het tijdelijke karakter van de constructie en de noodzaak ervan in het kader van de nieuwbouwwerken, verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Er wordt daarnaast geoordeeld dat er voldoende voetpad overblijft en de inplanting geen negatieve gevolgen met zich meebrengt voor het doorgaand verkeer, zo blijkt ook uit het gunstig advies van de verkeerspolitie.
Conform artikel 18 van de bouwcode dienen bij het uitvoeren van werken alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de bestaande bomen op het openbaar domein te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De units bestaan uit stalen beplating, wat kenmerkend is voor deze constructies. De materialisatie benadrukt de tijdelijkheid van de constructie waardoor deze vanuit stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar is.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt opgemerkt dat de vrije hoogte in het bureelgebouw zich beperkt tot 2,55 m. Dit is niet conform artikel 21 dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. Omdat het echter een beperkte afwijking betreft en het prefabcontainers betreft, kan hiervoor een afwijking worden toegestaan op de bouwcode.
Tenslotte moet er nog steeds een toelating aangevraagd worden voor het innemen van openbaar domein na het verkrijgen van een Omgevingsvergunning voor de constructie.
Dit wordt eveneens als voorwaarde opgenomen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag het plaatsen van tijdelijke werfketen omvat.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De bouwfirma die het grote project van het dienstencentrum met assistentieflats en appartementen zal realiseren, wenst op het openbaar domein ter hoogte van het bouwproject werfketen te plaatsen. In deze werfketen worden warmtepompen geïnstalleerd voor koeling in warme periodes en verwarming in koelere periodes. Klasse 3 rubriek 16.3.2.a wordt gevraagd voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 10,5 kW.
De warmtepompen betreffen kleine commerciële toestellen die opgesteld worden tegen de wand van de werfketen. Het geluidsniveau is zeer laag. De toestellen zijn nauwelijks hoorbaar op een afstand van vijf meter. Gezien de toestellen geplaatst worden op het openbaar domein en er ook lawaai door het verkeer en de werken gegenereerd wordt, lijkt dit aanvaardbaar. Er zal door deze toestellen weinig bijkomende hinder voor omwonenden gegenereerd worden.
Gezien de bouwwerken langer dan een jaar zullen duren, wordt deze IIOA niet als tijdelijke inrichting aangevraagd.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voorzorgsmaatregelen te nemen om de bestaande bomen op het openbaar domein te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen, conform artikel 18 van de bouwcode;
3. na het verkrijgen van een Omgevingsvergunning voor de constructie, een toelating aan te vragen voor inname van openbaar domein (https://www.ondernemeninantwerpen.be/toelating-om-werfsignalisatie-te-plaatsen).
Geldigheidsduur
4. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor de duurtijd van de bouwwerken.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10,50 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 28 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 januari 2022 |
Verslag GOA | 6 januari 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voorzorgsmaatregelen te nemen om de bestaande bomen op het openbaar domein te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen, conform artikel 18 van de bouwcode;
3. na het verkrijgen van een Omgevingsvergunning voor de constructie, een toelating aan te vragen voor inname van openbaar domein (https://www.ondernemeninantwerpen.be/toelating-om-werfsignalisatie-te-plaatsen).
Geldigheidsduur
4. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/NE/2021/G.02691.A1.0013 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10,50 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 2 jaar, vanaf de dag dat deze vergunning niet meer vatbaar is voor beroep.