2022_CBS_00192 - Omgevingsvergunning - OMV_2021119951. Hof van Mols 31. District Wilrijk - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          18/12/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020088186) voor het afbreken van de schuur en het vrijstaand sanitair gebouw, bouwen en exploiteren van een nieuwe polyvalente zaal en drie klaslokalen;

-          31/10/2019: vergunning (OMV_2019100364) voor het bouwen en exploiteren van een nieuwe sportzaal en het tijdelijk plaatsen van een paviljoen, na afbraak van een schuur en sanitair gebouw.

Vergunde en huidige toestand

-          een vergunning van 2020 voor het afbreken van de schuur en het vrijstaand sanitair gebouw, bouwen en exploiteren van een nieuwe polyvalente zaal en drie klaslokalen;

-          de bestaande hoeve is als historisch waardevol ensemble opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID: 11590);

-          de hoeve ‘De Kegelhoeve’ genaamd, bestaat uit een woonstalhuis (loodrecht op de straat) en sterk aangepaste haakse dwarsschuur (kegelbaan) ten zuiden;

-          het perceel wordt aan de noordzijde begrensd door het Hof van Mols, aan de oostzijde door het eveneens vastgestelde ‘Huis Valaarhof’ (ID:11556), in de inventaris bouwkundig erfgoed en de Boomsesteenweg en in het oosten door het Valaarpark;

-          bij de hoeve zijn in de loop der tijd twee bijgebouwen opgetrokken namelijk een schuur en een sanitair gebouw;

Het geheel is in gebruik als school.

Gewenste toestand

-          wijzigingen ten opzichte van de vorige vergunning (OMV_2020088186 – 20202966).

-          Een nieuwe polyvalente zaal voor toneel, muziek en sport met geringere afmetingen:

• de nokhoogte wordt gereduceerd van 12,67 meter naar 11 meter;
• het weglaten van de buitentrap aan de zijde van het park;
• de buitentrap aan de noordgevel wordt schuin ingeplant;
• een extra toegang tot de gemeenschappelijke delen vanuit de noordgevel.

Inhoud van de aanvraag

-          Het reduceren van de hoogte van het volume van een vergunde polyvalente zaal op de terreinen van de Steinerschool Lohrangrin.

-          Het voorzien van een extra toegang en het supprimeren van een buitentrap.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 4 november 2011 nam het college akte van een melding voor het uitbaten van een airconditioningsinstallatie door de vzw Lohrangrin (kenmerk AN2011/520). Op 31 oktober 2019 verleende het college een omgevingsvergunning aan de vzw Lohrangrin voor onder andere het exploiteren van een sportzaal (kenmerk OMV_2019100364). Op 18 december 2020 verleende het college een nieuwe vergunning voor een gewijzigd project (OMV_2020088186).

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van een sporthal en polyvalente zaal bij een school.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. Het perceel is gelegen in parkgebied. Deze gebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. Het oprichten van een gebouw is in strijd met dit voorschrift.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

• Er wordt gevraagd geen infiltratiebuffering te moeten voorzien en de overloop van de hemelwaterputten aan te sluiten op de vijver.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

• Artikel 25: Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur: er is vanuit de kleedkamers naast het podium geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm bij beide toegangsdeuren tot de kleedruimte achteraan.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• Artikel 26: Afvalverzameling: Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. Er is wel een berging voorzien, maar deze is niet als afvalberging ingetekend waardoor niet voldaan wordt aan dit artikel;
• Artikel 40: Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Er wordt een afwijking gevraagd om geen infiltratiebuffering te moeten voorzien en het water volledig te bufferen op eigen terrein (1 bijkomende hemelwaterput van 10.000 liter).

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het oprichten van een nieuw gebouw met functie gericht op muziek-toneel, sport en educatie (3 klaslokalen) is in principe in strijd met de gewestplanbestemming parkgebied. Echter kan op basis van artikel 4.4.19,§1,5° van de VCRO een afwijking worden toegestaan. Het ingediende project betreft een uitbreiding van een gesubsidieerde onderwijsinstelling, die voldoet aan de gestelde voorwaarden.

De aanvrager zal niet in een infiltratiebuffering voorzien. Hiervoor wordt een afwijking aangevraagd. De overloop van het regenwaterput zal bij teveel aan water naar de vijver afvoeren en niet naar de straatriolering. In voorgaande vergunning (OMV_2020088186) werd er aangaande deze afwijking advies aangevraagd aan de dienst Stadsontwikkeling/Energie en Milieu. Het advies luidde als volgt: ‘EMA adviseert akkoord te gaan met de vraag tot afwijking om geen infiltratiebuffering te voorzien en om de overloop van de regenwaterput van 10.000 liter aan te sluiten op de vijver van het Valaarpark. De praktische uitwerking hiervan dient te worden afgestemd met de stedelijke Groendienst.’ Dit wordt opnieuw als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

In de voorliggende aanvraag ontbreekt een afvalberging. Vanuit het oogpunt comfort en hygiëne is het noodzakelijk dat een afgescheiden en voldoende verluchte afvalberging wordt ingericht op het schoolterrein. Dit kan ook in de bestaande lokalen. Gezien de specificiteit van dit gebouw wordt het inrichten van een afvalberging niet verplicht en niet als voorwaarde opgelegd in de vergunning. Op basis van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan.

De aanvraag wijkt af van artikel 25 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

Functionele inpasbaarheid

Op 18 december 2020 werd een vergunning verleend voor dit project (OMV_2020088186). Omwille van financiële redenen heeft het schoolbestuur beslist om drastische besparingen door te voeren in het ontwerp.

De voorliggende aanvraag omvat geen functie uitbreiding. In tegenstelling tot de afgeleverde vergunning (OMV_2020088186) zal de zaal niet als volwaardige sportzaal dienst doen. De zaal zal zich richten op muziek, toneel en sport en kadert zo binnen het project van de Steinerschool Lohrangrin. Dit alles zorgt voor een vereenvoudigd programma van eisen en bijgevolg ook een vereenvoudigd ontwerp. De zaal kan opengesteld worden voor de buurt, wat zorgt voor een dubbel gebruik door zowel de school als de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het doorvoeren van enkele aanpassingen op de afgeleverde vergunning (20202966) voor het bouwen van een nieuwe zaal na sloop van de bestaande schuur en het bestaand sanitair achter de hoeve met nummer 31.

In voorliggende aanvraag blijft de footprint behouden maar wordt de gebouwhoogte gereduceerd van circa 12,67 meter naar 11 meter. Het aantal personen dat in de zaal aanwezig kan zijn, wordt gereduceerd waardoor de buitentrap aan de zijde van het park komt te vervallen.  De buitentrap aan de noordzijde van het gebouw blijft behouden. Aangezien de zaal niet meer aan de eisen voor een volwaardige sportzaal dient te voldoen, kan de hoogte worden verlaagd en hoeven er ook geen douches meer voorzien te worden. Er wordt ook een extra toegang voorzien op het gelijkvloers.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Ruimtelijke Planning. Het advies is gunstig: “De ruimtelijke impact van de wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand is beperkt en aanvaardbaar binnen de gewenste ontwikkeling.

Visueel-vormelijke elementen

In voorgaande vergunning werd het project een aantal keren voor advies voorgelegd aan de Welstandscommissie. Op 13 september 2021 werd door de welstandscommissie een gunstig advies uitgebracht. De voorliggende aanvraag is qua materiaalgebruik, beeldkwaliteit en afwerking gelijkaardig aan de voorgaande vergunning, waardoor ingestemd kan worden met het visuele en vormelijke aspect van de voorliggende aanvraag.

Cultuurhistorische aspecten

Het hoevecomplex Hof Van Mols 31 is opgenomen op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Zoals bij dergelijke panden gevraagd in de Antwerpse bouwcode werd bij de bouwaanvraag de nodige informatie over het cultuurhistorisch profiel van het geheel aangeleverd. Bij de voorbereiding van voorliggende aanvraag was er eveneens overleg met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Op het perceel bevinden zich een 18de-eeuwse woonstalhoeve, een recent toegevoegd sanitair blok en een grote schuur. Deze schuur werd in 1989 opgetrokken nadat het gebouw in 1983 bij een brand zwaar beschadigd werd. De heropbouw was geen restauratie maar een volledige reconstructie, waarbij wel gedeeltelijk gebruik gemaakt werd van recuperatiemateriaal dat wellicht afkomstig was uit de oorspronkelijke schuur. De erfgoedwaarde van de bestaande schuur is daarom eerder beperkt.

De voorliggende aanvraag is een aanpassing van een reeds vergunde aanvraag en voorziet eveneens de sloop van de schuur en de vervanging van dit volume door een polyvalente zaal met hedendaagse vormgeving. Gelet op de beperkte erfgoedwaarde van de actuele schuur en gezien de logica dat op het perceel met de hoeve steeds een schuur aanwezig is geweest, is het te verantwoorden om de schuur af te breken en te vervangen door een gelijkaardig volume dat architecturaal als een hedendaagse interpretatie van de schuur werd uitgewerkt. Voor de architecturale uitwerking van de nieuwe constructie sluit de dienst Monumentenzorg zich aan bij het advies van de welstandscommissie. De vermindering van de hoogte ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag is vanuit de erfgoedinsteek een verbetering vermits deze zich naar schaal beter integreert met de andere gebouwen binnen het park. Er is evenmin een bezwaar bij de afbraak van het sanitair blok.

De volledige recuperatie van de houtstructuur uit de bestaande schuur is weinig zinvol, bijkomende grondige documentatie van die structuur, zoals aangegeven in het CHE-rapport, is daarentegen wel wenselijk.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

We merken op dat de buitentrap aan de zijde van de hoeve, in tegenstelling tot de afgeleverde vergunning 20202966, schuin wordt geplaatst in plaats van parallel met de gevel. Dit wordt ook opgemerkt in het advies van de stedelijke Groendienst. We zien hierbij dat er een discrepantie is tussen het grondplan, de snede en het inplantingsplan. Op de verschillende plannen is de afstand tussen de trap verschillend (3,90 meter, 2,90 meter en 4,79 meter). In voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen om de positie van de trap (=parallel met de gevel) te behouden conform de vergunning 20202966. Door de buitentrap aan de voorgevel parallel te plaatsen met de gevel ontstaat er meer afstand tegenover de bestaande hoeve, is er meer ruimte voor de circulatie van de schoolgaande kinderen en is er voldoende breedte voor de opstelplaats van de brandweer. Deze ingreep heeft een gunstig effect op het gebruiksgenot en de veiligheid van de sportzaal.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke Groendienst. De Groendienst vraagt om te bekijken of de noodtrap evenwijdig met het gebouw kan worden geplaatst zodat de impact op het park kleiner is maar ook minder uitnodigend. Het advies luidt verder als volgt:

- Het park kan niet gebruikt worden als werfzone. De bestaande afsluiting moet tijdens de werken behouden blijven zodat de grenzen tussen de school en het openbaar domein duidelijk blijven.

- De bestaande bomen dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werken. Indien bronbemaling noodzakelijk is voor de bouw van de sporthal dient het water niet enkel naar de vijver te worden afgeleid maar ook naar de bestaande bomen in de onmiddellijke omgeving.

Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

• In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:
• Geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
• Geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
• Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
• Geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
• Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
• Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, enzovoort)
• Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
  • Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen.
  • Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komen te liggen.
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam.
  • Het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om aanrijschade te voorkomen.

Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:

• Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan.
• Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de bestaande natuurwaarden niet worden geschaad. De aanvraag wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos gunstig geadviseerd.

Verder dient er bij uitvoering van de werken in voorliggende aanvraag rekening gehouden te worden met bestaande beplanting. Alle mogelijke voorzorgen dienen genomen te worden om opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen, conform artikel 18 van de bouwcode.

Net zoals opgelegd door Aquafin dient de RWA en DWA volledig gescheiden te worden aangelegd. Conform artikel 40 van de bouwcode dient dit gescheiden rioolsysteem te worden aangeboden aan de straat.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu. Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt gunstig mits voorwaarden geadviseerd:

• Het gebouw wordt voorzien van een systeem voor partikelzuivering (hoog  verwijderingspercentage (> 90%) van aantal partikels.
• Het ventilatiesysteem is geschikt om bij alle weersomstandigheden en bij gesloten ramen een aangenaam binnenklimaat te realiseren.  
• De aangezogen lucht passeert eerst minder gebruikte ruimtes (technische ruimtes, gang…) vooraleer het in de klassen komt.
• De akoestische prestatie van het gebouw is voldoende hoog om in de klassen een geluidsniveau L_Aeq(30) van maximaal 35 dB(A) te realiseren (als gevolg van omgevingslawaai of activiteiten in de sportzaal).

De voorwaarden uit dit advies maken integraal deel uit van deze vergunning en worden hieraan toegevoegd.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/Onderwijsbeleid/Capaciteit. Zij adviseren onvoorwaardelijk gunstig:

“Meer leerlingen kunnen straks in betere omstandigheden les volgen in het groen. De nieuwe beweegruimte geeft ook nieuwe educatieve mogelijkheden en wordt straks breed ingezet naar de buurt toe. Hiermee past dit project binnen twee belangrijke stedelijke doelen: meer onderwijscapaciteit, zodat alle kinderen in Antwerpen goed onderwijs kunnen volgen en vergroten van de gekwalificeerde uitstroom, omdat kinderen hun talenten en passies kunnen ontdekken en ontwikkelen. Een brede buurtschool met extra aanbod na de schooluren, is een grote aanwinst. De school biedt ook plaats aan kinderen met extra noden. De tekorten in buitengewoon onderwijs zijn heel groot.”

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is gunstig.

Het advies van het Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen en het advies van de Verkeerspolitie/Politiezone Antwerpen is gunstig.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De nieuwe polyvalente zaal is de eerste fase in een project waarin ook de bouw van een nieuwe school en het hertekenen van de relatie tot de onmiddellijke omgeving (Valaarpark) vervat zitten.

Een bestaande schuur en vrijstaand sanitair gebouw worden afgebroken. Een nieuwe polyvalente zaal wordt voorzien voor muziek, toneel en sport, met functie ondersteunende ruimten en drie klaslokalen. Ten opzichte van de vergunning uit 2020:

• wordt niet langer voorzien de zaal te verhuren als volwaardige sportzaal;

• worden de doucheruimten niet langer voorzien;

• wordt de hoogte van de zaal gereduceerd;

• wordt een extra toegang op het gelijkvloers voorzien;

• wordt de buitentrap niet meer voorzien

• daalt het maximaal toegelaten personen in de polyvalente zaal van 384 naar 266.

De ingedeelde inrichtingen blijven ten opzichte van de vorige vergunning ongewijzigd. Het betreft enkel de exploitatie van een polyvalente zaal, opgenomen in rubriek 32.2.2°. De zaal zal aan derden verhuurd kunnen worden voor muziek en toneeloptredens. Op het gelijkvloers bevinden zich:

• de technische ruimtes;

• de berging;

• de kleedruimtes;

• het sanitair;

• drie kleuterklassen.

De zaal van circa 320 m² wordt op de eerste verdieping gebouwd en zal gebruikt worden als sport- en evenementenhal. De evenementen kunnen schoolgebonden zijn (schooltoneel en -feesten, tentoonstellingen en dergelijke), maar ook buiten de schooluren kan de zaal gehuurd worden door derden voor muziek- en toneeloptredens. De zaal heeft een maximale capaciteit van 266 personen. Het gebruik van de zaal buiten de normale schooluren door derden houdt volgende risico’s in:

• geluidsoverlast vanuit de zaal;

• afgeleide hinder zoals nacht- en avondlawaai van bezoekers, zwerfvuil, vandalisme;

• verhoogde parkeerdruk en wildparkeren.

Wanneer de zaal gebruikt wordt voor muziekactiviteiten mag het maximaal geluidsniveau wettelijk niet hoger zijn dan 95 dB(A)LAeq, 15min, tenzij de activiteit voorafgaandelijk werd aangevraagd en toegestaan door het college. De aanvrager geeft aan dat het geluidsniveau niet hoger zal zijn dan 85 dB(A)LAeq, 15min. Het risico op rechtstreekse hinder voor de buurt als gevolg van deze inpandige geluidsbron wordt als aanvaardbaar aanzien. De milieukwaliteitsnormen voor geluid zullen te allen tijde nageleefd moeten worden.

Hinder op het openbaar domein en afgeleide hinder vallen buiten het beoordelingskader van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, maar zijn onmiskenbaar een aandachtspunt voor de exploitant om het nodige draagvlak in de omliggende wijk te behouden.

Om de impact op de lokale mobiliteit en de parkeerdruk te beperken moet het lokale karakter van de georganiseerde evenementen steeds behouden blijven. Gebruik van de zaal als sport-, feest- of evenementenzaal na de schooluren kan de parkeerdruk in de omgeving mogelijk doen toenemen in de avonduren of ’s nachts (feesten), omdat:

• Hof van Mols een smalle doodlopende straat is met beperkt aantal parkeerplaatsen op het openbare domein;

• in de onmiddellijke omgeving geen toegankelijke parkings beschikbaar zijn;

• de woonstraten rondom reeds een erg hoge parkeerdruk hebben;

• op het terrein van de school geen parkeerplaatsen voorzien zijn.

De aanvrager geeft aan dat de verhuur en gebruik door derden in eerste plaats gericht is op verenigingen. In een optimistisch scenario wordt dan minder gebruik gemaakt van wagens om verplaatsingen naar de evenementenzaal te maken. De impact op de buurt zal afhangen van het type evenementen en de frequentie waarop deze georganiseerd worden. Wanneer de grootte van de evenementen samen met hun frequentie toenemen, zal het lokale karakter en daarbij het draagvlak van de wijk, overstegen worden. De zaal heeft een capaciteit van 266 personen, die voor de omgeving een significante verkeersstroom kan genereren. Het lokale aspect en kleinschalig karakter van de evenementen is een noodzakelijke randvoorwaarde om de buurt niet buitensporig te belasten in de daluren. Uit het dossier schijnt de exploitant zich hiervan bewust, maar een verankering van het principe in een bijzondere voorwaarde wordt voorgesteld.

De stookinstallatie zal een vermogen hebben van minder dan 300 kW en dient in deze fase niet opgenomen te worden in de vergunning. Het dossier vermeldt dat voor de verwarming een combinatie van ‘ecologische’ toestellen (‘een warmtepomp lucht-water’), in combinatie met installaties op gas wordt voorzien. De warmtepomp zal ingedeeld zijn in rubriek 16.3.2 maar wordt niet aangevraagd in deze vergunning. De exploitant geeft aan dat het technisch ontwerp nog niet klaar was op het moment van de aanvraag. Afhankelijk van het debiet zal ook het lozen van het huishoudelijke afvalwater in de vergunning opgenomen moeten worden (vanaf 600 m³/jaar).

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt worden nageleefd;

2. Bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen, conform artikel 18 van de bouwcode en het advies van de dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen:

Het park kan niet gebruikt worden als werfzone. De bestaande afsluiting moet tijdens de werken behouden blijven zodat de grenzen tussen de school en het openbaar domein duidelijk blijven.

- de bestaande bomen dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werken. Indien bronbemaling noodzakelijk is voor de bouw van de sporthal dient het water niet enkel naar de vijver te worden afgeleid maar ook naar de bestaande bomen in de onmiddellijke omgeving.

Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

• In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:
• Geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
• Geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
• Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
• Geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
• Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
• Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot als de diameter van de kroonprojectie + 2m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
• Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
  • Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen.
  • Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komen te liggen.
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 m uit de stam.
  • Het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om aanrijschade te voorkomen.

Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:

• Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan.
• Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

3. Er dient een gescheiden rioolstelsel te worden voorzien dat bestaat uit 1 DWA en 1 RWA. Dit dient gescheiden aangeboden te worden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode;

4. De praktische uitwerking van de overloop van de regenwaterput van 10.000 l en deze aan te sluiten op de vijver van het Valaarpark dient te worden afgestemd met de groendienst, conform het advies van de stedelijke dienst Energie en Milieu Antwerpen in voorgaande vergunning (OMV_2020088186 – 20202966);

5. Er dient een overeenkomst te worden opgemaakt tussen de school en de stad omtrent alle constructies op stadseigendom, conform het advies Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Ruimtebeheer uit de vorige vergunning (OMV_2020088186 – 20202966);

6. Er moet worden voldaan aan de voorwaarden opgesteld in het advies van Aquafin nv;

7. Er moet worden voldaan aan de gewestelijke verordening Toegankelijkheid en in het bijzonder artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte;

8. De buitentrap aan de zijde van de hoeve dient parallel te worden geplaatst conform de vorige vergunning (OMV_2019100364 – 20192562);

9. Er moet worden voldaan aan de voorwaarden van de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu:

• Het gebouw wordt voorzien van een systeem voor partikelzuivering (hoog  verwijderingspercentage (> 90%) van aantal partikels.
• Het ventilatiesysteem is geschikt om bij alle weersomstandigheden en bij gesloten ramen een aangenaam binnenklimaat te realiseren.  
• De aangezogen lucht passeert eerst minder gebruikte ruimtes (technische ruimtes, gang…) vooraleer het in de klassen komt.
• De akoestische prestatie van het gebouw is voldoende hoog om in de klassen een geluidsniveau L_Aeq(30) van maximaal 35 dB(A) te realiseren (als gevolg van omgevingslawaai of activiteiten in de sportzaal).

10. Er moet bijkomende grondige documentatie van de bestaande schuur, in het bijzonder van het houtskelet, zoals aangegeven in het CHE-rapport, worden voorgelegd.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De verwachte risico’s en effecten voor mens en milieu als gevolg van het gevraagde project zijn aanvaardbaar als de exploitatie van de evenementenhal kan plaatsvinden zonder overlast voor de wijk. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

Laattijdige aanplakking van de affiche door de exploitant.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten