Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021186780 |
Gegevens van de aanvrager: | NV IMODENA met als adres Guldenberg 4 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bisschoppenhoflaan 497 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nrs. 281G4, 281F4, 281L4, 281X2 en 283Y |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van gevels en aanleggen van een toegangspad |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/10/1995: vergunning (629#1960) voor het bijbouwen van een showroom en renoveren.
Vergunde/vergund geachte toestand
- handelspand ingericht als autogarage en showroom en bovenliggende kantoren;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- gevels:
- inrichting:
Gewenste toestand
- handelspand ingericht als autogarage en showroom;
- gewijzigde gevels:
- 2 gescheiden schuifdeuren als toegangsdeur tot de aparte showrooms;
- zwarte kroonlijst;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de gevels;
- uitbreiden van de verharding in de voortuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 26 januari 2022 | 23 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 26 januari 2022 | 14 februari 2022 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 26 januari 2022 | 28 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 26 januari 2022 | 7 februari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
in de voortuinstrook zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. Er is meer verharding aanwezig in de voortuin dan vergund en er wordt bijkomende verharding voorzien in functie van een nieuwe toegang.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het bestaande vergunde bedrijfsgebouw blijft behouden. De omgeving wordt gekenmerkt door mix van bedrijvigheid en wonen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Er werd extra verharding aangelegd in de voortuinstrook ten opzichte van de vergunde situatie. Dit is in strijd met artikel 27 van de bouwcode dat stelt dat er de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten.
Aangezien de centrale inkom gesupprimeerd wordt en er een extra toegangspad wordt aangelegd doorheen de bestaande groenzone naar de nieuwe inkomdeur aan de linkerzijde van het gebouw, dient de centrale verharding opgebroken te worden en ingericht te worden als een groenzone. Er kan een toegangspad behouden blijven van maximaal 1,50 meter. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld en wordt illustratief aangeduid op het inplantingplan nieuwe toestand (BA_21-023_I_N_2-18_Inplantingsplan nieuwe toestand_ROOD). Het opbreken van de verharding komt de waterinfiltratiecapaciteit van de bodem ten goede en draagt bij tot een groener uitzicht van de Bisschoppenhoflaan.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelwijzigingen zijn beperkt en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
De bestaande centrale inkom met luifel wordt afgebroken en wordt vervangen door twee glazen deuren in het bestaande schrijnwerk.
In de zijgevel wordt een bestaande opening dichtgemaakt en wordt de kleur van de gevelbekleding in sandwichpanelen gewijzigd van blauw naar zwart. Deze ingrepen zijn in principe niet vergunningsplichtig. Door de hoogte van de zijgevel is deze echter duidelijk zichtbaar vanop het openbaar domein. Het gebruik van donkere kleuren wordt ontmoedigd omdat donkere kleuren een lage energetische reflectiefactor hebben en bijgevolg een negatieve invloed op de stedelijke opwarming. Ten opzichte van de volledige oppervlakte van de gevels van het gebouw, kan de rechterzijgevel echter als een accent worden beschouwd. Bijkomende wijzigingen van de gevels naar donkere kleuren zullen echter niet meer aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de plannen is het niet duidelijk af te lezen hoe hoog de drempel is bij de overgang tussen de binnen- en buitenruimte ter hoogte van de nieuwe toegangsduren naar de showrooms. Deze mag maximum 2 centimeter bedragen conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De centrale verharding in de voortuinstrook dient opgebroken te worden en ingericht te worden als een groenzone. Er kan een toegangspad behouden blijven van maximaal 1,50 meter. Dit wordt illustratief in rood aangeduid op het plan BA_21-023_I_N_2-18_Inplantingsplan nieuwe toestand_ROOD.pdf .
3. De hoogte van de drempel aan de nieuwe inkomdeuren in de voorgevel mag maximum 2 centimeter bedragen, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt dat voorziene verharding in de voortuinstrook in strijd zou zijn met artikel 27 van de Bouwcode omdat deze niet strikt noodzakelijk zou zijn. Om die reden wordt opgelegd om de centrale verharding in de voortuinstrook open te breken en in te richten als groenzone (zie illustratief in rood aangeduid op het plan BA_21-023_I_N_2-18_Inplantingsplan nieuwe toestand_ROOD.pdf).
De aanvraag betreft een handelspand, ingericht als garage en showroom. Het stallen van een verkoopswagen in de voortuinstrook kan hier aanvaard worden. Er is immers ook geen intensief in- en uitrijden, het betreft hier geen insteekparking maar louter een stalplaats voor verkoopsgoederen.
Om het groener uitzicht van de Bisschoppenhoflaan te bevorderen, zal als bijkomende voorwaarde worden opgelegd om de bestaande groene haag in de voortuinstrook in deze zone door te trekken zodat deze stalplaatsen worden afgeschermd van het openbaar domein.
In die zin wordt de tweede voorwaarde dan ook aangepast.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 26 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 maart 2022 |
Verslag GOA | 9 maart 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De centrale verharding in de voortuinstrook dient verder afgeschermd te worden van het openbaar domein door de bestaande groene haag in deze zone door te trekken.
3. De hoogte van de drempel aan de nieuwe inkomdeuren in de voorgevel mag maximum 2 centimeter bedragen, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.