Terug
Gepubliceerd op 28/03/2022

2022_CBS_02349 - Omgevingsvergunning - OMV_2021115403. Kruisweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02349 - Omgevingsvergunning - OMV_2021115403. Kruisweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_02349 - Omgevingsvergunning - OMV_2021115403. Kruisweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021115403

Gegevens van de aanvrager:

NV CWT COMMODITIES (ANTWERP) met als adres Kruisweg 650 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Kruisweg zn te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie B nr. 162W

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Verplaatsen van de in- en uitrit en aanleggen van verhardingen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     11/12/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020109315) voor het bouwen van twee magazijnen en aanleggen van verhardingen. Er is geen vergunning verleend voor het verplaatsen van de in- en uitrit ter hoogte van de Kruisweg;

-     26/01/2018: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20172790) voor nieuwe magazijnen;

-     20/07/2007: weigering (HV/2003/B/0111) voor het bouwen van drie opslagmagazijnen;

-     03/06/1999: stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN5/1998/B/0572) voor het bouwen van een magazijn; 

-     27/05/1999: stedenbouwkundige vergunning (HV/1999/B/0007) voor het bouwen van een magazijn en laadstation; 

-     23/03/1995: stedenbouwkundige vergunning (HV/1994/5-94/B/1810) voor het wijzigen van de aanvraag voor magazijnen + burelen.


Inhoud van de aanvraag 

De aanvraag betreft:

-     het verplaatsen van een in- en uitrit; 

-     het slopen en aanleggen van verhardingen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

8 februari 2022

9 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

8 februari 2022

2 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen

8 februari 2022

18 maart 2022

Gunstig

INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

8 februari 2022

15 februari 2022

Geen bezwaar

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

8 februari 2022

18 februari 2022

Geen bezwaar

Water-link

8 februari 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 februari 2022

18 februari 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

8 februari 2022

25 februari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tevens deels bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingen en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-     Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Kruisweg en de R2;

-     overdruk Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur op circa 450 meter ten zuidwesten van de aanvraag; 

-     overdruk Verbinding voor fietsers ten zuiden van de Kruisweg.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP bevindt er zich ten zuiden van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 390 meter ten oosten van de aanvraag gaat deze overdruk over in het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt een overdruk ten noorden van de R2, op circa 390 meter van de aanvraag, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Volgens de hemelwaterverordening is de aanvrager niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen daar er geen nieuwe dakoppervlakte voorzien wordt. Er wordt wel een afwijking gevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager verwijst voor de afwijking op infiltratie naar de vorige omgevingsvergunning (OMV_2020109315) waarin de verhardingen van de fumigatiezone en wegenis reeds werden opgenomen in de berekening van de hemelwaterverordening en waarin de gevraagde afwijking werd toegestaan. Volgens de aanvrager is het moeilijk om infiltratie aan te leggen in de nabijheid van een sporenbundel. Volgens de studie “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater (K2205)” (IMDC 2012) is de projectzone gelegen in een niet-infiltratiegevoelig gebied.
Gelet op de directe nabijheid van de dokken, de nabijheid van de spoorwegen en dat infiltratie in deze omgeving weinig invloed heeft op het tegengaan van verzilting van het grondwater (zie studie), kan de aangevraagde afwijking opnieuw toegestaan worden.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied en er wordt een afwijking toegestaan op het aspect infiltratie (zie deel gewestelijke hemelwaterverordening). Er dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 9.760 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 18 februari 2022 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 21447. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

Op 11 december 2021 is door het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning (OMV_2020109315) verleend voor het bouwen van twee magazijnen en aanleggen van verhardingen. Het verplaatsen van de in- en uitrit ter hoogte van de Kruisweg om in gebruik genomen te worden als hoofdin- en uitgang van de site was tevens onderwerp van de vergunningsaanvraag maar werd uitgesloten van de vergunning omwille van de keerbewegingen en de bijkomende conflicten die voor een onveilige situatie op de Kruisweg kunnen zorgen. Met het weigeren van het verplaatsen van de in- en uitrit zijn eveneens de verhardingen in functie van de fumigatiezone en wegenis geweigerd.

 

In voorliggende aanvraag wordt het verplaatsen van de in- en uitrit opnieuw aangevraagd, inclusief de heraanleg van een deel van de middenberm van de Kruisweg (na overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer, de mobiliteitsdienst van de stad en de Verkeerpolitie Antwerpen – zie deel Mobiliteitsimpact). De in- en uitrit bevindt zich in het westen van de site en zal circa 50 meter verplaatst worden naar het oosten. Daarnaast wordt ter hoogte van de in- en uitrit een nieuwe asfalt- en klinkerverharding aangelegd met een totale oppervlakte van circa 9.760 m². Hiervan zal een oppervlakte van circa 2.300 m² gebruikt worden als fumigatiezone. De overige verharding staat in functie van de verkeerscirculatie en zal tevens gebruikt worden als wachtzone voor vrachtwagens.

 

Het verplaatsen van de in- en uitrit zorgt voor een optimalisatie van de site waardoor een fumigatiezone aangelegd kan worden. Hierdoor maken de werken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het verplaatsen van de in- en uitrit en aanleggen van verhardingen heeft een beperkte ruimtelijke impact. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De lokale impact zal zich vooral in relatie tot de voorliggende (gewest)weg uiten (zie mobiliteitsimpact).

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is gunstig. Het Havenbedrijf meldt wel dat de in- en uitrit van het terrein en de aanschuifzone voor bestemmingsverkeer in de bouwvrije onderhoudszone van de windturbine voorzien worden. Voor het gebruik van deze zone van het terrein zullen in de bestuurlijke bouwtoelating nog voorwaarden worden opgenomen. 

 

Gezien de aard van de aanvraag werd advies gevraagd aan de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden uit dit advies, gericht op de operationele veiligheid en het faciliteren van interventies door hulpdiensten, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Door de nabijheid van spoorwegen, werd advies gevraagd aan de beheerder van deze sporen. Infrabel heeft geen bezwaar tegen de omgevingsvergunningsaanvraag. Er mag evenwel geen afwatering gebeuren in de richting van de Infrabel-sporen. Dit kan opgenomen worden als aandachtspunt bij de vergunning.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een hoofdwaterleiding werd tevens het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Water-Link heeft hun advies niet uitgebracht binnen de gestelde termijn van dertig dagen, zodat aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvrager heeft het nieuwe ontwerp reeds voorbesproken met het Agentschap Wegen en Verkeer en de Verkeerpolitie Antwerpen. De mails tussen de architect en de beide adviesinstanties zijn toegevoegd aan het aanvraagdossier. Tijdens de vergunningsprocedure is officieel advies gevraagd aan beide instanties.

 

De Politiezone Antwerpen/Verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheid geen bezwaar tegen de omgevingsvergunningsaanvraag.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden die AWV opneemt hebben allen betrekking op de domeinvergunning die nog af te leveren is door AWV omdat er delen van de aanvraag zich bevinden op het openbaar gewestwegdomein. AWV noteert in hun advies dat de bijhorende machtiging hiervoor in opmaak is. Ten slotte verwijst AWV ook nog naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen. Gelet op het zakelijk karakter van een omgevingsvergunning en een vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden. Het kan echter wel het geval zijn dat dergelijke rechten (of het gebrek eraan) een omgevingsvergunning onuitvoerbaar maken.

 

Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad:

In de oorspronkelijke vergunningsaanvraag (OMV_2020109315) werd het verplaatsen van de in- en uitrit aangevraagd waarbij het rechts-in, rechts-uit principe gehanteerd werd. Deze herinrichting werd niet vergund omwille van de verkeersveiligheid (aanwezigheid middenberm met keerbewegingen verderop Kruisweg, meer conflicten en meer hinder op de Kruisweg tot gevolg). Met voorliggende aanvraag wordt het verplaatsen van de in- en uitrit opnieuw aangevraagd, inclusief het doorbreken van de middenberm van de Kruisweg waardoor de vrachtwagens het rechts-in, rechts-uit principe niet meer moeten hanteren. Vrachtwagens kunnen dus onmiddellijk oversteken om oostwaarts uit te rijden. Hierdoor zullen er geen keerbewegingen meer moeten plaatsvinden op de Kruisweg. Er wordt akkoord gegaan met het doorbreken van de middenberm zodat de bestaande afslagstroken worden samengevoegd.

 

Op het inplantingsplan lijkt de ruimte op de afslagstrook voor een vrachtwagen die links wil afslaan richting Logiwell eerder beperkt. Vrachtwagens richting CWT en vrachtwagens richting Logiwell moeten tegelijk gebruik kunnen maken van de afslagstroken. Het grondplan bevat meer detail van de herinrichting van het openbaar domein en toont dat er voldoende ruimte is voor afslagbewegingen in alle richtingen.

 

De wachtrij in de aanschuifzone mag niet op het openbaar domein afgehandeld worden. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Aandachtspunt:

Er mag geen afwatering gebeuren in de richting van de Infrabel-spoorwegen.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.

2. De wachtrij in de aanschuifzone mag niet op het openbaar domein afgehandeld worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 december 2021

Volledig en ontvankelijk

8 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 april 2022

Verslag GOA

18 maart 2022

naam GOA

Bieke Geypens

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.

2. De wachtrij in de aanschuifzone mag niet op het openbaar domein afgehandeld worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.