Terug
Gepubliceerd op 21/03/2022

2022_CBS_02166 - Omgevingsvergunning - OMV_2021188360. Laar 25. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02166 - Omgevingsvergunning - OMV_2021188360. Laar 25. District Borgerhout - Goedkeuring 2022_CBS_02166 - Omgevingsvergunning - OMV_2021188360. Laar 25. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021188360

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Kristin Jansen met als adres Laar_BO 25 te 2140 Antwerpen en de heer Wouter Cools met als adres Laar_BO 25 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Laar 25 te 2140 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 25 sectie A nr. 980N2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en regulariseren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/04/1996: vergunning (179#11247) voor het vernieuwen van de veranda;

-          20/05/1968: vergunning (180#2331) voor voorgevelveranderingswerken;

-          24/06/1963: vergunning (180#2331) voor het uitbreken van een binnenmuur.

Vergunde toestand

-          eengezinswoning van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing onder schuin dak met mansarde aan de voorgevel plus een aanbouw van 1 tot 2 bouwlagen;

-          gelijkvloers bouwdiepte van ca. 16,75m;

-          eerste verdieping bouwdiepte linkerzijde van ca. 8,75m en rechterzijde van ca.14,15m;

-          tweede verdieping bouwdiepte van ca. 8,75m;

-          dak gelijkvloerse aanbouw aan de linkerzijde uitgevoerd als schuin glazen dak aansluitend op plat dak met koepel.

Huidige toestand

-          voorgevel in een beige, zandkleurige  bepleistering met houten buitenschrijnwerk in natuurkleur op de verdiepingen en in een witte kleur op het gelijkvloers;

-          dak gelijkvloerse aanbouw aan de linkerzijde volledig uitgevoerd als schuin glazen dak.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing onder schuin dak met mansarde aan de voorgevel plus een aanbouw van 1 tot 2 bouwlagen;

-          geïsoleerde achtergevel;

-          gelijkvloerse bouwdiepte linkerzijde van ca. 16,9m en rechterzijde van ca. 14,3m;

-          eerste verdieping bouwdiepte linkerzijde van ca. 8,85m en rechterzijde van ca.14,3m;

-          tweede verdieping bouwdiepte van ca. 8,85m;

-          dak gelijkvloerse aanbouw aan de linkerzijde volledig als schuin glazen dak;

-          voorgevel in een witte of lichtgrijze bepleistering met houten buitenschrijnwerk in natuurkleur op de verdiepingen en aluminium buitenschrijnwerk in antracietkleur op het gelijkvloers.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van badkamer en betrekken bij tuin als terras;

-          verlagen scheidingsmuur aan rechterzijde;

-          regulariseren gelijkvloerse aanbouw linkerzijde;

-          interne wijzigingen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6:Het buitenschrijnwerk in de voorgevel heeft op elke verdieping een andere kleur en op het gelijkvloers een ander materiaal. Hierdoor kan dit bezwaarlijk afgestemd op de architectuur van de totale constructie genoemd worden.
  • artikel 24: Op de tweede verdieping beschikken de ramen van de ‘Onbenoemde ruimte’ aan de voorzijde niet over 10% lichtdoorlatende oppervlakte en bevindt het dakvlakraam van de ‘Onbenoemde ruimte’ aan de achterzijde zich niet tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De gelijkvloerse bouwdiepte aan de rechterzijde wordt beperkt van 16,75 meter tot 14,30 meter waarna de scheidsmuur ter plaatse wordt verlaagd tot 2,59 meter. Daarnaast wordt het dak van de aanbouw aan de linkerzijde voorzien als een schuin glazen dak met een hoogte tussen 2,28 meter en 4,61 meter. Deze hoogte overschrijdt de hoogte van de bestaande scheidsmuur aan de linkerzijde niet.

De volumewijzigingen komen de leefkwaliteit van de woning ten goede en zijn qua schaal en ruimtegebruik aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het schilderen van de beige bepleistering in een witte of lichtgrijze kleur en het vervangen van het wit houten buitenschrijnwerk op het gelijkvloers door antraciet aluminium schrijnwerk. Een lichte kleurstelling voor de gevelafwerking is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

In de nabije omgeving komt zowel licht- als donkerkleurig buitenschrijnwerk voor. Na de wijzigingen bevat de woning echter op elke verdieping een andere kleur voor het schrijnwerk. Namelijk op de tweede verdieping donkerbruin, op de eerste verdieping lichtbruin en op het gelijkvloers antraciet. De voorgevel dient als één afgestemd geheel te worden voorzien. Bijgevolg wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd al het buitenschrijnwerk in de voorgevel in dezelfde kleur te voorzien.

 

De achtergevel wordt voorzien van isolatie met grijs pleisterwerk en het nieuwe buitenschrijnwerk wordt eveneens voorzien in antraciet aluminium. Deze volwaardige achtergevel is niet storend voor de omgeving en is stedenbouwkundig toelaatbaar.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Op de grondplannen worden de ruimtes op de tweede verdieping niet benoemd. In de beschrijvende nota is er echter sprake van slaapkamers. Er is geen vergunning aangeleverd waaruit blijkt dat de tweede verdieping voorzien werd als verblijfsruimtes. De ramen van de kamer aan de voorzijde beschikken niet over 10% lichtdoorlatende oppervlakte en het dakvlakraam aan de achterzijde bevindt zich niet tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. De kamer aan de voorzijde heeft een oppervlakte van circa 21,10 m2 en een lichtdoorlatende oppervlakte van circa 1,9 m2. De vrije hoogte van deze kamer bedraagt echter 3,13 meter. Omdat het over een beperkte afwijking van 0,9% gaat en de combinatie van de ruime oppervlakte en vrije hoogte voldoende leefkwaliteit garandeert, kan er met toepassing van artikel 3 van de bouwcode, een afwijking worden toegestaan voor de leefruimte aan de voorzijde. Om de leefkwaliteit van de slaapkamer aan de achterzijde te garanderen wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd een te openen dakvlakraam te voorzien dat zich bevindt tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak met een minimale oppervlakte van 1m2.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Al het buitenschrijnwerk in de voorgevel in dezelfde kleur te voorzien.

2. Het dakvlakraam van de ‘Onbenoemde ruimte’ op de tweede verdieping aan de achterzijde als te openen te voorzien met een minimale oppervlakte van 1m2 tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak.

3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 december 2021

Volledig en ontvankelijk

26 januari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 maart 2022

Verslag GOA

8 maart 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Al het buitenschrijnwerk in de voorgevel in dezelfde kleur te voorzien.

2. Het dakvlakraam van de ‘Onbenoemde ruimte’ op de tweede verdieping aan de achterzijde als te openen te voorzien met een minimale oppervlakte van 1m2 tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak.

3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.