Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021169487 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Alain Cuppens met als adres Lareveenstraat 35 te 1980 Zemst en mevrouw Sara Claes met als adres Lareveenstraat 35 te 1980 Zemst |
Ligging van het project: | Verbondstraat 84 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3573V2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een woning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/04/1952: toelating (18#29369) voor een loggia afbreken;
- 05/04/1946: toelating (18#20559) voor een binnenverandering;
- 20/03/1915: toelating (1915#6328) voor een Gevel- en binnenveranderingen;
- 13/09/1898: toelating (1898#1435) voor een Huis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 214104, 104730) van Neoclassicistisch burgerhuis als bouwkundig erfgoed;
- eengezinswoning met 9 slaapkamers;
- bouwdiepte uitgebreid tot circa 22,4 m links en 18,4 m rechts op het gelijkvloers;
- constructieve wijzigingen intern en aan de achterbouw ;
- de zolder is tevens ingericht met slaapkamers.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 4 slaapkamers, bureau- en hobbyruimte;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- interne constructieve werken aan een eengezinswoning;
- slopen en herbouwen van de achterbouw met volumewijziging;
- (regulariseren van het) wijzigen van de gevels;
- plaatsen van een septische put;
- aanleggen van terrasverharding.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 13 december 2021 | 24 februari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:
de nieuwe gevelafwerking van de achtergevel vertoont een te grote verscheidenheid en vormt daardoor geen harmonisch geheel met het historische pand.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het is verplicht om nieuwe daken aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20m².
Het dak van het hoofdgebouw wordt vernieuwd maar niet voorzien van een groendak;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst een eengezinswoning te verbouwen en uit te breiden. De woonfunctie blijft behouden en is inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De huidige achterbouw wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe uitbouw. Op het gelijkvloerse bedraagt de bouwdiepte circa 18m en op de verdiepingen is dit circa 16m. De omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door rijwoningen met een voorbouw-entresol typologie. Door de huidige ingrepen verdwijnt deze typerende opbouw op het perceel. De aanvraag is echter gelegen tussen twee opgaande scheimuren, waardoor uitzonderlijk ingestemd kan worden met een perceelsbrede uitbouw. Daarnaast worden er verschillende uitsparingen voorzien zodat de lichttoetreding centraal in de woning gegarandeerd blijft.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en gelegen is in CHE-gebied. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Aan de stedelijke dienst Monumentenzorg werd daarom advies gevraagd. Zij leverden volgend, voorwaardelijk gunstig, advies:
“Cultuurhistorische waardenstelling
Verzorgde neoclassicistische burgerwoning gebouwd rond 1898 in opdracht van Ph. Charles Lauwerijs-Arnouts naar ontwerp van bouwmeester Florent Verbraeken. Verbraeken was zeer productief in de nieuwe verkaveling van het Zuid en bouwde meestal vrij standaard vormgegeven, maar verzorgde burgerhuizen, waarvan dit een goed voorbeeld is. Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak; later aangepast naar mansardedak met twee dakvensters met fronton. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel die opgebouwd en afgewerkt is volgens de eind-19de-eeuwse standaarden: houten kroonlijst op klossen, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, imitatievoegen, regelmatig geplaatste rechthoekige vensteropeningen. De detaillering van deze woning is verfijnd onder meer sluitstenen van de vensteropeningen, plantenslingers in fries onder kroonlijst, fries met trigliefen boven begane grond. De woning maakt deel uit van een ononderbroken rij eind-19de-eeuwse neoclassicistische woningen, wat de erfgoedwaarde van dit pand versterkt.
Het interieur van het hoofdgebouw bleef goed bewaard, zowel wat de kamerindeling en opbouw als de afwerking ervan betreft, wat op basis van de fotoreportage zichtbaar is.
Het pand is beeldbepalend in deze context door de architecturale waarde en ensemblewaarde.
Afweging
Men wenst de eengezinswoning te verbouwen.
De voorgevel blijft ongewijzigd, het schrijnwerk en de leien van het mansardedak worden vervangen door nieuw materiaal naar bestaand model. Detailtekeningen zijn niet toegevoegd aan de aanvraag.
Het hoofdvolume blijft intern quasi ongewijzigd, al het binnenschrijnwerk, de trap, schouwen, plafondafwerking vloeren blijven behouden. Op de dakverdieping wordt het pleisterwerk van muren en plafonds wel vernieuwd omdat het in slechte staat is.
De bestaande achterbouw wordt vervangen door een nieuwe achterbouw over twee bouwlagen over de volledige perceelsbreedte.
Aangezien schrijnwerk in de voorgevel mee het beeld van zowel de gevel als de straat bepaalt, zal opgelegd worden om de detailtekeningen van het schrijnwerk voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor verder advies.
In principe is een entresol een kenmerkende uitbouw voor dit type van burgerwoningen. Aangezien de bestaande uitbouw zich bevindt tussen twee hoge scheidingsmuren werd het aanvaardbaar geacht een uitbouw te voorzien over twee bouwlagen. In de architecturale uitwerking werd gerefereerd naar de oorspronkelijke entresol door het verschil in materiaalgebruik.
Het bovenvermelde advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt. De verscheidenheid in afwerking van de achtergevel is wel strijdig met artikel 11 van de bouwcode en artikel 2.1.7 van het RUP-Binnenstad. In het advies van monumentenzorg is te lezen dat de verscheidenheid in materiaal nodig is om de typerende entresolopbouw te imiteren. Omwille van deze reden is het aanvaardbaar om af te wijken van de voorschriften.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Opgemerkt wordt dat de plafondhoogte van de slaapkamer onder het dak te laag is conform artikel 21 van de bouwcode. De vrije hoogte bedraagt slechts 2,55m waar dit 2,6m moet zijn. Een beperkte afwijking is aanvaardbaar omdat de eengezinswoning over voldoende kwaliteit beschikt.
Het groenbestand op het terrein moet beschermd worden tijdens de uitvoer van de werken (bouwcode, art. 17 en 18). Bomen op het terrein moeten maximaal behouden blijven.
De scheidsmuur van het dak is niet overal 30cm conform artikel 34 van de bouwcode. In voorwaarden wordt opgenomen om een brandvrije strook als alternatief te voorzien.
De aansluiting met het openbaar rioolstelsel moet aangelegd worden conform artikel 41 van de bouwcode. Er zijn geen toezichtsputten voorzien.
Het dak van het hoofdgebouw wordt vernieuwd maar niet voorzien van een groendak. Dit is niet verplicht bij een eengezinswoning indien er een hemelwaterput aanwezig is (bouwcode, art. 38). Op de plannen is er geen hemelwaterput voorzien waardoor een groendak noodzakelijk is. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Toezichtsputten voor RWA en DWA voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode.
3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); of
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
4. Het bomenbestanden beschermen en behouden conform artikels 17 en 18 van de bouwcode.
5. Detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg voor verder advies.
6. Bij afwezigheid van een hemelwaterput, het nieuwe dak op het hoofdgebouw te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 13 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 22 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 20 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 maart 2022 |
Verslag GOA | 8 maart 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 december 2021 | 20 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Toezichtsputten voor RWA en DWA voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode.
3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); of
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
4. Het bomenbestanden beschermen en behouden conform artikels 17 en 18 van de bouwcode.
5. Detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg voor verder advies.
6. Bij afwezigheid van een hemelwaterput, het nieuwe dak op het hoofdgebouw te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.