Terug
Gepubliceerd op 21/03/2022

2022_CBS_02164 - Omgevingsvergunning - OMV_2021199032. De Leescorfstraat 57. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02164 - Omgevingsvergunning - OMV_2021199032. De Leescorfstraat 57. District Borgerhout - Goedkeuring 2022_CBS_02164 - Omgevingsvergunning - OMV_2021199032. De Leescorfstraat 57. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021199032

Gegevens van de aanvrager:

Anja en Freddy Daems - Niemans met als contactadres De Leescorfstraat 57 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

De Leescorfstraat 57 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 26 sectie B nr. 905P6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vaststelling (id. 11166) van eenheidsbebouwing van stadswoningen als bouwkundig erfgoed;

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing met twee bouwlagen onder een schuin dak met vooraan één dakkapel en één dakuitbouw;

Huidige toestand

-          onderdeel van een spiegelbeeldschema;

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte hoofdvolume tot circa 9 meter;
  • bouwdiepte aanbouw over twee bouwlagen tegen linker perceelsgrens tot op circa 11,40 meter;
  • gelijkvloerse, perceelsbrede veranda met bouwdiepte tot op circa 12,80 meter.

-          gevelafwerking:

  • roodkleurige gevelsteen;
  • rondvormige luifel boven voordeur grijskleurig afgewerkt;
  • arduinen dorpels;
  • donkerkleurige dakrandafwerking;
  • roodkleurig pannendak;
  • dakkapel voorzien van grijs buitenschrijnwerk en afgewerkt met donkerkleurige planchetten;
  • lichtgrijs, aluminium voorgevelschrijnwerk.

-          inrichting:

  • tuinhuis in de linker achterhoek van het perceel;
  • verhardingen van circa 50 m² in de achtertuin.

Gewenste toestand

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte hoofdvolume tot circa 9 meter;
  • bouwdiepte aanbouw over twee bouwlagen tegen linker perceelsgrens tot op circa 11,40 meter;
  • gelijkvloerse aanbouw over de volledige perceelbreedte tot op circa 13,80 meter;
  • gedeeltelijk nieuwe scheidingsmuur ter hoogte van de linkerbuur;
  • interne constructieve wijzigingen.

-          gevelafwerking:

  • behoud van de bestaande gevelafwerking.

-          inrichting:

  • tuinhuis in de linker achterhoek van het perceel wordt gesloopt;
  • verhardingen van circa 46 m² in de achtertuin.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een veranda;

-          wijzigen van de scheidingsmuren;

-          oprichten van een nieuwe aanbouw;

-          interne constructieve wijzigingen;

-          regulariseren van de hoogtes van de slaapkamers op de tweede verdieping;

-          regulariseren van het voorgevelschrijnwerk;

-          voorzien van verharding inclusief vijver in de tuinzone.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

31 januari 2022

24 februari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

het atypische buitenschrijnwerk in de voorgevel werd zonder vergunning gewijzigd;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de slaapkamers op de tweede verdieping hebben een vrije hoogte van circa 2,45 meter. Deze moet volgens de bouwcode minstens 2,60 meter bedragen;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

gezien de ramen niet opengaand zijn ingetekend op de gevelaanzichten is het onduidelijk of elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dakdeel heeft zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.

  • artikel 27 Open ruimte:

de tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. De oppervlakte van de voorziene verhardingen in de tuin is groter dan te toegelaten 23,3m2;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheimuur met de linkerbuur ter hoogte van de aanbouw heeft geen opstand van 0,30 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Daarnaast is het onduidelijk hoe hoog het dakvlak voorzien is ter hoogte van de rechterbuur. Tot slot is het onduidelijk of de nieuwe en opgehoogde scheidingsmuur is opgericht in massief ongeperforeerd materiaal;

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

het is onduidelijk of de voorziene verharding in de tuin waterdoorlatend is voorzien. Het is onduidelijk of het niet overdekt terras grenzend aan de tuin of vijver aangelegd wordt in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel;

er wordt een hemelwaterput voorzien. Het is echter onduidelijk hoe de overloop van deze put wordt aangesloten op het openbaar rioolstelsel;

  • artikel 43 Septische putten:

de inhoud van de septische put is niet vermeld op de plannen. Volgens de bouwcode is een septische put met een minimale inhoud van 2000 liter noodzakelijk.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De gelijkvloerse bouwdiepte wordt gewijzigd van 12,80 meter naar 13,80 meter waardoor de scheidsmuur aan de linkerzijde van de aanbouw beperkt wordt opgehoogd tot een hoogte van 3,30 meter. Achteraan het perceel wordt het tuinhuis gesloopt waardoor de scheidsmuur van 2,60 meter wordt gewijzigd naar een tuinmuur van 1,60 meter. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd de scheidsmuur aan de linkerzijde enkel te verhogen tot een bouwdiepte van 13,80 meter. Verder heeft het wijzigen van de scheidsmuren geen onaanvaardbare impact op de bezonning en privacy van de aanpalende percelen. Het volume is qua schaal en ruimtegebruik stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het gebouw werd vastgesteld in de inventaris bouwkundig erfgoed Vlaanderen. Omwille hiervan werd advies gevraagd aan de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg.

Dit advies luid in de afweging alsvolgt: ‘De aangevraagde werken ter hoogte van de achterbouw zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Deze doen geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand aangezien de erfgoedwaarde de individuele bouwkundige onderdelen zoals een aanbouw, overstijgt en zich situeert op wijkniveau, nl op de stedenbouwkundige samenhang die het pand met de buurpanden vertoont. Om die reden vragen we het aluminium schrijnwerk in de voorgevel met atypische indeling uit te sluiten van vergunning.

Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel.

Bijgevolg worden de voorgevelwijzigingen uitgesloten van de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De slaapkamers op de tweede verdieping hebben een vrije hoogte van circa 2,45 meter. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 meter. Omdat het echter over een bestaande toestand gaat en een inventarispand waar men het volume op de tweede verdieping wenst te behouden, kan hier met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan.

Als voorwaarde bij de vergunning wordt wel opgelegd de ramen als te openen te voorzien.

 

De tuin dient maximaal groen en onverhard aangelegd te worden mede in functie van een maximale infiltratie van het regenwater. Momenteel is 2/3 van de totale tuinoppervlakte verhard voorzien. Bijgevolg wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd minimaal 2/3 van de tuinoppervlakte groen en onverhard te voorzien. Daarnaast wordt als voorwaarde opgelegd het niet overdekte terras aan te leggen in een helling van 1 à 2%, om het regenwater naar de tuin te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.

 

Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met artikel 34 van de bouwcode wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd de dakconstructie ter plaatse van de scheidsmuren derwijze uit te voeren dat een dakopstand van 30 cm gegarandeerd wordt.

 

Als voorwaarde wordt bij de vergunning opgelegd de hemelwaterput en de septische put te voorzien conform artikel 41 en 43 van de bouwcode.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De scheidsmuur aan de linkerzijde enkel te verhogen tot een bouwdiepte van 13,80 meter.

2. De ramen van de verblijfsruimtes op de tweede verdieping als te openen te voorzien.

3. Minimaal 2/3 van de tuinoppervlakte groen en onverhard te voorzien.

4. Het niet overdekte terras aan te leggen in een helling van 1 à 2%.

5. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

6. De hemelwaterput en de septische put te voorzien conform artikel 41 en 43 van de bouwcode.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


Uitsluitingen

8. Alle werken, wijzigingen en handelingen aan de voorgevel.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 december 2021

Volledig en ontvankelijk

31 januari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 maart 2022

Verslag GOA

9 maart 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Privacy hinder: de bezwaarindieners, wonende te Spillemansstraat 52, geven aan dat er een privacy probleem ontstaat door het verlagen van de gemeenschappelijke scheidsmuur met inkijk in zijn achtergevel tot gevolg.

Beoordeling:

De scheidsmuur van 2,60 meter wordt gewijzigd naar een tuinmuur van 1,60 meter. Het is niet wenselijk om een hoge muur te voorzien als tuinafsluiting. Vanuit de goede ruimtelijke ordening is het zelfs wenselijk om de muur volledig te verwijderen en te vervangen door een haag of draadafsluiting. De aanvrager wenst echter de muur te behouden en te verlagen tot een hoogte van 1,60 meter wat niet in strijd is met artikel 19 van de bouwcode en bijgevolg aanvaardbaar. Echter is het bezwaar niet van stedenbouwkundige aard. Bij een beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning dient geen rekening gehouden te worden met burgerrechtelijke aspecten.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Geen garantie op stabiliteit bij verlagen scheidsmuur: de bezwaarindieners geven aan dat er een stabiliteits- en constructieprobleem ontstaat bij het verlagen van de scheidsmuur.

Beoordeling:

Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard. De uitvoering van de werken zal moeten gebeuren volgens de regels van de kunst waarbij de hinder naar de omgeving, zoveel mogelijk, moet worden beperkt.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Verdwijnen vergroening: de bezwaarindieners geven aan dat door het verlagen van de scheidsmuur een deel van de groene klimplanten zal verdwijnen.
    Beoordeling:
    Het is niet verplicht verticaal groen te voorzien of behouden.
    Het bezwaar is ongegrond.
  2. Esthetische waarde: de bezwaarindieners geven aan dat het verlagen van de scheidsmuur een negatieve invloed zal hebben op de esthetische waarde van hun tuin en dat er uit de aangeleverde documenten geen zicht is op het geheel van deze scheidsmuur.

Beoordeling:

Zowel op de grondplannen als de snedes is af te lezen dat de hoogte van de tuinmuur achteraan het perceel over de volledige breedte 1,60 meter zal bedragen. Daarnaast zal de uitvoering van de werken moeten gebeuren volgens de regels van de kunst waarbij de hinder naar de omgeving, zoveel mogelijk, moet worden beperkt waardoor er geen sprake is van een onaanvaardbare impact op de esthetische waarde van de omgeving.
Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De scheidsmuur aan de linkerzijde enkel te verhogen tot een bouwdiepte van 13,80 meter.

2. De ramen van de verblijfsruimtes op de tweede verdieping als te openen te voorzien.

3. Minimaal 2/3 van de tuinoppervlakte groen en onverhard te voorzien.

4. Het niet overdekte terras aan te leggen in een helling van 1 à 2%.

5. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

6. De hemelwaterput en de septische put te voorzien conform artikel 41 en 43 van de bouwcode.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


Uitsluitingen

Alle werken, wijzigingen en handelingen aan de voorgevel.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.