Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021176331 |
Gegevens van de aanvrager: | Clara en Gert Van Hamme - Hermans met als adres Schriek 254 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Weerstandersstraat 97 te 2180 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 153L6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van een bijgebouw naar een woonstudio en bouwen van een tuinberging |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/12/2012: vergunning (3553#8228) voor het regulariseren van verbouwingswerken aan een meergezinswoning en het wijzigen van het aantal woongelegenheden.
Vergunde/geacht vergunde & huidige toestand
- rechthoekig bijgebouw (zijnde tuinberging, op de linker perceelsgrens) van 1 bouwlaag onder hellend dak, aansluitend op de achtergevel van de meergezinswoning aan de straatzijde. Betreffende constructie beschikt over een blinde voorgevel aan de zijkant, eveneens aan de Weerstandersstraat (het perceel is op een hoek gesitueerd);
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
- tot woonstudio omgevormde tuinberging, met afsplitsing tuinzone tot gevolg (opdeling tussen meergezinswoning en nieuwe woongelegenheid). Hiervoor werden intern en extern aanpassingen uitgevoerd, zoals onder andere het creëren van nieuwe raamopeningen;
- gevelafwerking:
- extra tuinberging in het midden van het achterste deel van de tuinzone, horend bij de woonstudio, van 1 bouwlaag onder hellend dak (nokhoogte 4,17 meter, omvang: 5 x 8 m), met erachter een wadi.
Inhoud van de aanvraag
- het wijzigen van de functie van het bijgebouw, van tuinberging naar woonstudio, en het bijkomend aanpassen van de voorgevel en het aanleggen van een terras;
- het bijbouwen van een tuinberging;
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 17 december 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
PROXIMUS/ Proximus | 17 december 2021 | 4 januari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 17 december 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 17 december 2021 | 17 december 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 december 2021 | 27 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 december 2021 | 24 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 17 december 2021 | 23 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 1.3 – Harmonieregel en referentiebeeld : de gevelbekleding in houten beplanking is niet in harmonie met het referentiebeeld, dat nagenoeg uitsluitend een baksteenarchitectuur vertoont.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met een aantal geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen zodat alsnog, in uitvoering, wordt voldaan aan betreffende artikels.
Inzake de materialisatie echter, beplanking in een omgeving die wordt overheerst door baksteenarchitectuur, kan er gefundeerd worden afgeweken, dit aangezien het materiaal in kwestie zonder meer aanvaardbaar is voor dit type van bebouwing, voorkomend is in de ruimere omgeving (al zij het eerder als accent-afwerking) en dat het gebouwdeel waarvan sprake nog steeds visueel overkomt als een bijgebouw, waardoor vermelde materialisatie meer aangewezen en dus toelaatbaar is. Er wordt dan ook geadviseerd betreffende als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het omvormen van een bijgebouw tot woonstudio en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Aan de vergunde volumetrie van de bestaande bebouwing worden geen wijzigingen voorzien; enkel wordt er een extra bijgebouw opgetrokken in de tuinzone. Betreffende constructie is zowel qua omvang (40 m²) als qua hoogte (2,30 m kroonlijst en 4,10 m nok) in overeenstemming met de richtlijnen die voor dit soort van bijgebouwen worden gehanteerd en het verhoudt zich bovendien op een correcte wijze tot enerzijds de tuingrootte, tot anderzijds de omvang van de woongebouwen op het perceel.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gehanteerde materialen, houten beplanking en donkergrijs schrijnwerk en dakpannen, zijn grotendeels in visuele harmonie met de gebouwde context, al kan laatstgenoemde niet uitdrukkelijk gezegd worden van het houten gevelafwerking. Echter, zoals hierboven reeds geargumenteerd, kan deze afwijking als dusdanig worden aanvaard, gelet op de visuele inpassing van het gebouwdeel in kwestie.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het omvormen van een schuur tot wooneenheid.
Er wordt een schuur omgevormd tot woongelegenheid. De parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Dit perceel betreft een hoekperceel waarbij het extra bij creëren van een extra stalplaats te ingrijpende gevolgen zou hebben op de bestaande constructies, ook op financieel gebied. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen:
Gezien het over een studio gaat met 1 slaapplaats moeten er 2 fietsparkeerplaatsen voorzien zijn. Deze zijn niet aanwezig. Er wordt echter opgelegd dat hiervoor meer dan voldoende plaats kan worden voorzien in de nieuwe en gemakkelijk te bereiken tuinberging achteraan, waardoor het advies dienaangaande zonder meer gunstig is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De ruimte op de eerste verdieping, “mezzanine” genaamd, kan enkel dienst doen als bergruimte en niet als verblijfsruimte in de ruime zin.
2. In de nieuwe tuinberging, achteraan in de tuinzone, dient een ruimte te worden voorzien met een oppervlakte van minimaal 3 m², voor het stallen van minimaal 2 fietsen.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. Er dient op een correcte manier voldaan te zijn aan de verordening hemelwater, voornamelijk inzake de in te brengen oppervlakte, dewelke heden incorrect werd vermeld op het betreffende formulier.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 17 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 28 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 26 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 april 2022 |
Verslag GOA | 10 maart 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 december 2021 | 26 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De ruimte op de eerste verdieping, “mezzanine” genaamd, kan enkel dienst doen als bergruimte en niet als verblijfsruimte in de ruime zin.
2. In de nieuwe tuinberging, achteraan in de tuinzone, dient een ruimte te worden voorzien met een oppervlakte van minimaal 3 m², voor het stallen van minimaal 2 fietsen.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. Er dient op een correcte manier voldaan te zijn aan de verordening hemelwater, voornamelijk inzake de in te brengen oppervlakte, dewelke heden incorrect werd vermeld op het betreffende formulier.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.