Terug
Gepubliceerd op 21/03/2022

2022_CBS_02142 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022028815. Vrieskaai 74 - haven 109. District Antwerpen - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 18/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02142 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022028815. Vrieskaai 74 - haven 109. District Antwerpen - Kennisneming 2022_CBS_02142 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022028815. Vrieskaai 74 - haven 109. District Antwerpen - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Op 3 maart 2021 meldde Wijngaard Natie transport nv, Vrieskaai 98, 2030 Antwerpen, de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit betreffende een havenmagazijn, gelegen te Vrieskaai 74, haven 109 te 2030 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen, afdeling 7, sectie G, perceelnummers 1619/2C, 1619/2E en 1619/6A, vergund op naam van Antwerp Stevedoring International nv, Vrieskaai 98, 2030 Antwerpen.

Argumentatie

Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit werd op 4 maart 2011 verleend door het college met referentie AN2010/640/AVG. 
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht.
Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning. 

Juridische grond

De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde wetgeving:

  • het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere decreten;
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van bovenvermeld decreet betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningendecreet.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college actualiseert de vergunningsbesluiten met referentie AN/2010/640/AVG en referentie MLAV1/02-396 als gevolg van de melding van overdracht en brengt de melder hiervan op de hoogte:

Dossiernummer: OMV_2022028815

Melder: WIJNGAARD NATIE TRANSPORT NV

Inrichtingsnummer: 20220224-0092 (Wijngaard Natie)

Omschrijving: Overdracht van vergunning AN2010/640/AVG en MLAV1/02-396 van Antwerp Stevedoring International nv aan Wijngaard Natie Transport nv

Locatie: Vrieskaai 74 - Haven 109 te 2030 Antwerpen

Datum indiening: 3 maart 2022

Gecoördineerde rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

9.600,00 liter (voorheen 17.3.7.1)

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang (voorheen 17.3.9.1)

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

45 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

 

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

 

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

10,30 kW (voorheen 16.3.1.1)

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

1.900,00 liter (voorheen 16.7.2)

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

22.000,00 liter (voorheen 17.3.6.2)

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

600,00 liter (voorheen 17.3.4.1.a)

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

4.120,00 liter (voorheen 17.3.3.1.a en 17.3.7.1)

17.3.7.1°a)opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;
600,00 liter (voorheen 17.3.3.1.a)

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

530,00 liter

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

31,00 kW

29.5.7.1°a)1)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55 °C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied.

200,00 liter



Artikel 2

Het college wijst erop dat de vergunning geldig is tot 23 januari 2023.

Artikel 3

Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.

Artikel 4

Het college wijst erop dat de bijzondere milieuvoorwaarde, opgelegd in de milieuvergunning met referentie AN/2010/640/AVG van toepassing blijft.

Artikel 5

Het college wijst erop dat de brandweervoorwaarden opgelegd in de milieuvergunning met referentie AN/2010/640/AVG  van toepassing blijven.

Artikel 6

Het college wijst erop dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn:

  1. voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het omgevingsvergunningsdecreet;
  2. elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit;
  3. een hernieuwing van een omgevingsvergunning die of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het omgevingsvergunningendecreet uiterlijk tussen de 24 en 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.

Artikel 7

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.