Terug
Gepubliceerd op 21/03/2022

2022_CBS_02180 - Omgevingsvergunning - OMV_2021196395. Sint-Bernardsesteenweg 557-559. District Hoboken - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 18/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02180 - Omgevingsvergunning - OMV_2021196395. Sint-Bernardsesteenweg 557-559. District Hoboken - Weigering 2022_CBS_02180 - Omgevingsvergunning - OMV_2021196395. Sint-Bernardsesteenweg 557-559. District Hoboken - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021196395

Gegevens van de aanvrager:

de heer chaim Pluczenik met als adres Breughelstraat 16 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Bernardsesteenweg 557-559 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 36 sectie B nrs. 185T3 en 185Z4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 7 naar 8

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/06/2021: voorwaardelijke vergunning (20211441) voor het uitbreiden van een meergezinswoning en toevoegen van een bijkomende woongelegenheid;

-          26/02/1958: toelating (1006#3774) voor het bouwen van een appartementswoning.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van circa 13 m op het gelijkvloers, een bouwdiepte van circa 11,86 m op de verdiepingen en een kroonlijsthoogte van circa 11 m;

-          in totaal 7 woonentiteiten waarvan 1 op het gelijkvloers achteraan en twee per verdieping voor de drie bovenste bouwlagen.

Huidige toestand

-          vergunning 20211441 nog niet uitgevoerd;

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van circa 11,86 m en een kroonlijsthoogte van circa 11 m;

-          gelijkvloerse bouwlaag ingericht met garages en bergplaatsen;

-          in totaal 6 woonentiteiten waarvan twee per verdieping voor de drie bovenste bouwlagen;

-          terrassen achteraan werden beperkter uitgevoerd in de breedte;

-          keukens kleiner uitgevoerd doordat de terrassen gedeeltelijk inpandig zijn uitgevoerd.

Gewenste toestand

-          gewijzigde terrassen en het opnieuw verkleinen van de vergunde appartementen op de verdiepingen circa 75 m² naar circa 74 m² ten behoeve van de gedeeltelijk inpandige terrassen;

-          uitbreiden van het gelijkvloers tot een bouwdiepte van circa 13 m;

-          vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 7 naar 8 door het opdelen van het gelijkvloers appartement (circa 84 m²);

-          voor de nieuwe woonentiteiten zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • 2 éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 41 m².

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van een meergezinswoning;

-          vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 7 naar 8.

-          Regulariseren terrassen op de verdiepingen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

2 februari 2022

9 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

2 februari 2022

28 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

2 februari 2022

16 februari 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

2 februari 2022

10 maart 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 15:
    de versmalling naast de trap biedt onvoldoende doorgangsbreedte.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 23 opdelen van een woning:

een appartement met een buitenruimte van meer dan 15 vierkante meter wordt opgedeeld in twee woongelegenheden met een oppervlakte van 42 vierkante meter.

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

elke verblijfsruimte moet beschikken over een lichtdoorlatende oppervlakte die minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte is, met een minimum van 1 vierkante meter. Beide slaapkamers voldoen hier niet aan.

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
    de terrassen van de bestaande tweeslaapkamerappartementen op de verdiepingen werden kleiner uitgevoerd dan vergund, en de netto vloeroppervlakte van deze terrassen is te beperkt overeenkomstig het aantal slaapkamers;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er zijn onvoldoende kwalitatieve fietsenstallingen voorzien in het project;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er zijn onvoldoende kwalitatieve autostaanplaatsen voorzien in het project;

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met de gewestelijke verordening toegankelijkheid en de bouwcode. Een aantal van de afwijkingen werden opgemerkt in voorgaande vergunningsaanvraag (OMV_ 2021054124). Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van de eerdere beoordeling van deze voorschriften.

 

Gewestelijke verordening toegankelijkheid:

Artikel 15 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid:

-          Bij een versmalling die zich over meer dan 120 cm uitstrekt moet de breedte van het looppad minimaal 120 cm bedragen in afgewerkte toestand. Dit is in deze aanvraag slechts 110 cm. Dit moet, net als bij de voorafgaande aanvraag, als voorwaarde worden opgenomen bij het verlenen van een vergunning.

 

Bouwcode:

Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer (art.24):

-          Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. Hierdoor moet iedere verblijfsruimte gelegen zijn langs een lichtdoorlatende oppervlakte waarvan de opening minimaal 10% is van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 vierkante meter. De ramen aan de slaapkamers van de nieuwe woonentiteiten voldoen hier niet aan. Van dit voorschrift kan met betrekking tot woonkwaliteit kan er niet worden afgeweken.

 

Minimale oppervlakte buitenruimte (Art. 28):

-          Deze afwijking werd in de vorige vergunningsaanvraag uitgesloten van vergunning. Volgens dit voorschrift moeten 2 slaapkamerappartementen voorzien te worden van een buitenruimte van minstens 6m². In de vergunde toestand werd er voldaan aan dit artikel. De terrassen werden verkleind tot circa 4m². Van dit voorschrift kan met betrekking tot het aantrekkelijker maken van wonen in de stad, niet afgeweken worden. Bijgevolg wordt bij het verlenen van een vergunning het verkleinen van de wijzigen aan terrassen op de verdieping uitgesloten.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De wijzingen bevinden zich binnen het bestaand volume. In het pand werd op 18/06/2021 een vergunning verleend voor het vermeerderen van het aantal woonentiteiten naar 7. Het recent vergunde gelijkvloerse appartement wordt in deze nieuwe aanvraag opnieuw opgesplitst in 2 eenslaapkamerappartementen.

 

Intern ruimtegebruik:

-          De nieuwe woonentiteiten zijn eenzijdig gericht wat een ongunstige impact heeft op het natuurlijk verluchten en verlichten van de ruimtes. In de vergunde toestand heeft de gelijkvloerse woonentiteit toegang tot verscheidene opengaande raamopeningen. Het appartement was weliswaar geen doorzontypologie, toch kon door de verschillende raamopeningen en de grote gevelbreedte voldoende woonkwaliteit geboden worden. Bij de nieuwe indeling is dit niet meer van toepassing. De gevelbreedte halveert waardoor het contact met de tuin verkleint, de keuken en eetruimte verder van de ramen gepositioneerd worden en de oppervlakte van de leefruimte drastisch vermindert van circa 54 m² naar circa 26 m². Deze wijziging doet afbreuk aan de woonkwaliteit.

-          Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat er voldoende ruimte is voor de bewoners. Het voorgestelde ontwerp houdt hier onvoldoende rekening mee. De voorgestelde grootte van de nieuwe woonentiteiten is te klein om een kwalitatieve en aangename woonbeleving te garanderen.

 

Er kan bijgevolg geconcludeerd worden dat de aanvraag onvoldoende woonkwaliteit waarborgt.

 

Draagkracht:

-          Er zijn in dit pand reeds 7 woonentiteiten vergund. De draagkracht van het perceel werd met aantal bereikt. Dit uit zich in het gebrek aan woonkwaliteit maar ook in de mobiliteitsimpact. Het vermeerderen van het aantal woonentiteiten heeft een ongunstige impact op het pand en op het perceel.

 

Gelet op bovenstaande argumentatie wordt er aan het college voorgesteld de aanvraag te weigeren.

 

Visueel-vormelijke elementen

Zoals beschreven onder “Beoordeling afwijkingen van de voorschriften” worden wijzigingen van de terrassen langs de achtergevel ongunstig beoordeeld. Er zijn verder geen visuele wijzigingen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarde moet integraal opgenomen worden bij het verlenen van een vergunning.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden zouden geen voorwaarden uit dit advies overgenomen kunnen worden bij het eventueel verlenen van een vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

In een bestaande meergezinswoning met 1 appartement op het gelijkvloers en op de drie verdiepen steeds 2 appartementen wordt het appartement beneden opgesplitst in 2 kleinere appartementen met 1 slaapkamer.

1 appartementen < 60m² met parkeernorm 1,1 : 1 x 1,1 = 1,1 afgerond 1 parkeerplaats.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats.”

 

De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen:

“Voor het bijkomende appartement is er een fietsparkeerbehoefte van 1 x (1+1) = 2 fietsstalplaatsen. Er wordt 1 plaats bij voorzien in een bestaande berging. Er is dus nog 1 plaats te kort. De plaatsen die ingetekend zijn in de garages tellen niet mee. De garage is normaal, maar de wagens zijn onrealistisch klein afgebeeld. En de fietsen die ingetekend zijn staan/hangen in de weg van het binnen en buiten rijden.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies van de stedelijke dienst mobiliteit. Het tekort aan kwalitatieve fietsen- en autostalplaatsen geeft weer aan dat de draagkracht van dit perceel wordt overschreden. De aanvraag dient bijgevolg geweigerd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 januari 2022

Volledig en ontvankelijk

2 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 april 2022

Verslag GOA

10 maart 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.