Terug
Gepubliceerd op 21/03/2022

2022_CBS_02141 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021196928. Vaartkaai zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02141 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021196928. Vaartkaai zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring 2022_CBS_02141 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021196928. Vaartkaai zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021196928

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Kontichsesteenweg 38A te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Vaartkaai zonder nummer (zn) te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

Antwerpen afdeling 40 sectie C nrs. 251Y2 en
Schoten afdeling 3 sectie C nrs. 328K, 465M, 469W, 469N, 528A3, 529L5, 529R5, 628N3, 628M3, 634V3, 643M, 655Z3, 655V3, 655Y3, 656Z2, 656B3, 659E, 661G2, 661K2, 669S3, 669Z3, 669V2, 680F2, 685P, 721C, 721D, 726C, 726D, 728C, sectie D nrs. 508E, 510E2, 510F2, 510W, 510/2 B, 510L2, 510/3 , 510N2, 510P2, 515P4, 515N4, 515A3, 515X3, 515K4, 515Y3, 515L4, 515X4, 515W2, 515H4, 515Z3, 515R4, 515V2, 516R, 516P

waarvan:

 

-          20211224-0025

Antwerpen afdeling 40 sectie C nrs. 251Y2 en
Schoten afdeling 3 sectie C nrs. 328K, 465M, 469W, 469N, 528A3, 529L5, 529R5, 628N3, 628M3, 634V3, 643M, 655Z3, 655V3, 655Y3, 656Z2, 656B3, 659E, 661G2, 661K2, 669S3, 669Z3, 669V2, 680F2, 685P, 721C, 721D, 726C, 726D, 728C, sectie D nrs. 508E, 510E2, 510F2, 510W, 510/2 B, 510L2, 510/3 , 510N2, 510P2, 515P4, 515N4, 515A3, 515X3, 515K4, 515Y3, 515L4, 515X4, 515W2, 515H4, 515Z3, 515R4, 515V2, 516R, 516P (SCT3051 bemaling)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een bronbemaling voor de aanleg van riolering (project verbreding Albertkanaal en heraanleg omgeving Hoogmolenbrug)

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor rioleringswerken in de Metropoolstraat en de omgeving van de Hoogmolenbrug.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

81,13 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

49 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

199.673 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur

Overeenkomstig artikel 4.2.5.1.1. van Vlarem II dient het bedrijf te beschikken over een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water.

 

Lozingsnormen voor bemalingswater 

De bijzondere lozingsnormen worden aangevraagd in aanvulling op de algemene lozingsnormen voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater van titel II van Vlarem (artikel 4.2.3.1.3° titel II Vlarem).

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten betreffen de een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor werken aan de riolering. De werken kaderen in de uitvoering van een stedenbouwkundig vergund project. Bijgevolg is er geen bezwaar tegen dit project.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In het kader van de verbreding van het Albertkanaal en de heraanleg van de omgeving rond de Hoogmolenbrug, zal de riolering in de Metropoolstraat verlegd moeten worden. Tussen de Brug van den Azijn en de Kruiningenstraat worden 1.492 meter RWA-riolering en 962 meter DWA-riolering heraangelegd. Een tweede werkzone bevindt zich in de omgeving van de Hoogmolenbrug, de Braamstraat en de Korte Braamstraat te Schoten. Beide projectlocaties bevinden zich grotendeels op het grondgebied van gemeente Schoten; het traject op het grondgebied stad Antwerpen start ter hoogte van de Straalstraat (Brug van den Azijn) en is 200 meter lang.

 

Bemaling

Het grondwater zal met een sleufbemaling verlaagd worden. Lokaal is één putbemaling nodig om een constructie te bouwen die het kruisen van de DWA- en RWA-riolering mogelijk maakt. De sleufbemaling is in vier zones opgesplitst met respectieve lengtes van 400 meter, 400 meter, 500 meter en 300 meter, dewelke nog zijn opgesplitst in subtrajecten van 200 meter. Het grondwater zal verlaagd worden tot 0,5 meter onder de uitgravingsdiepte. De zone deels op het grondgebied stad Antwerpen – tussen R23 en R17 – kent volgende uitgangspunten:

 

maaiveld

5,29 mTAW

watertafel

2,3 m-mv

breedte

3 meter

diepte

3,03 m-mv

verlaging tot

3,53 m-mv

duur

14 dagen

filterdiepte

9 m-mv

 

Het maximale aangevraagde dagdebiet voor het projectdeel Metropoolstraat bedraagt 1.293 m³/dag (sleuf en putbemaling). Het maximale aangevraagde dagdebiet voor het projectdeel aan de Hoogmolenbrug, Braamstraat en Korte Braamstraat bedraagt 1.947 m³/dag. Beide delen zullen gelijktijdig uitgevoerd worden, evenwel zonder dat de invloedstralen met elkaar interfereren. Gezien de overlap in tijd bedraagt het aangevraagde maximale dagdebiet 2.494 m³/dag. Het aangevraagde jaardebiet bedraagt 199.673 m³/jaar (som van de jaardebieten van de verschillende delen).

 

Voor de sleufbemaling in de Metropoolstraat bedraagt het maximale en gemiddelde dagdebiet en het totaaldebiet, respectievelijk 1.095 m³/dag, 659 m³/dag en 92.806 m³; de bemalingsnota vermeldt geen deeldebieten voor de verschillende fasen van de sleufbemaling. De rioleringswerken zullen circa 213 dagen in beslag nemen.

 

De maximale invloedzone van de sleufbemaling is 136 meter; voor de putbemaling bedraagt deze 245 meter. In zuidelijke richting is de invloedsfeer afgeperkt door het Albertkanaal. Volgens de bemalingsstudie blijven de zettingen aanvaardbaar (kleiner dan 15 mm). Ter hoogte van Elia en de elektriciteitsmasten (hoek Straalstraat – Metropoolstraat) zouden deze maximaal 4 mm bedragen. Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er meerdere verontreinigingen aanwezig.

 

OVAM-dossiers

 

De impact van de bemaling op de bodemverontreinigingen werd onderzocht waarbij werd nagegaan of er een onaanvaardbare beïnvloeding optreedt. Gekende bodemdossiers bij OVAM in een straal van 136 meter rond de sleufbemaling en 245 meter rond putbemaling werden bekeken.
De sleufbemaling in de zone R23 en R17 zou mogelijk een invloed uitoefenen op de bodemverontreiniging op twee locaties. Een verontreiniging ter hoogte van Oostkaai 27 (OVAM dossier 1510) bevindt zich op 40 meter van de bemaling en toont relevante verontreinigingen met minerale olie, vinylchloride, lood, nikkel en arseen in het grondwater. Aan de Metropoolstraat 38 bevindt zich op 10 meter van de sleuf een verontreiniging met zink in het grondwater (OVAM dossier 87541). Om na te gaan of er een niet acceptabele versnelling optreedt, wordt rekening gehouden met de mobiliteit van de verontreiniging, de duur van de bemaling en de ligging.

 

Voor minerale olie en vinylchloride (dossier 1510) werd een relevante kans op beïnvloeding verwacht, echter vanwege de relatief hoge retardatie van de minerale olie is de verspreidingssnelheid zeer laag. Er wordt slechts een beperkte impact verwacht op deze polluent. Voor de vinylchlorideverontreiniging wordt een maximale verplaatsing verwacht van 20,5 meter, op zich een significante verplaatsing. De bodemdeskundige motiveert echter dat gezien de relatief lage tot zeer lage concentraties, waar geen humaantoxicologisch, ecotoxicologisch of verspreidingsrisico vanuit gaat en gezien het industrieel terreingebruik van de site, er toch geen negatieve impact verwacht wordt en de verplaatsing alsnog als aanvaardbaar beschouwd kan worden.

 

Voor zinkverontreiniging (dossier 87541) wordt de kans op beïnvloeding beperkt geacht. Vanwege de hoge retardatie van zware metalen is de verspreidingssnelheid van zink zeer laag. Bijgevolg wordt geen impact verwacht op deze verontreiniging.

 

Andere verontreinigingen in de omgeving van tracé R23-R17 ter hoogte van Oostkaai 25 (OVAM dossier 4751), Vaartkaai 2 (OVAM dossier 4372), Toekomstlaan 18 (OVAM dossier 5403) en Toekomstlaan 16 (OVAM dossier 23856) situeren zich buiten de maximale invloedssfeer en zijn niet relevant voor de sleufbemaling.

 

Voor de rest van het bemalingstracé zijn andere dossiers relevant. In het bijzonder blijkt voor de grondwaterverontreiniging met BTEX en VOCl uit bodemdossier 697 ter hoogte van de Metropoolstraat 12 te Schoten, dat een onaanvaardbare verplaatsing van de verontreiniging niet kan uitgesloten worden. De afstand tot het grondgebied van stad Antwerpen bedraagt echter meer dan 1 km, zodat hier geen effect optreedt. Ook de verontreiniging met VOCl ter hoogte van de Metropoolstraat 16-17 zal zich verplaatsen tot in de bemalingsfilters aangezien deze nu al grenst aan de bemalingssleuf (OVAM dossier 26918). Ook deze verontreiniging bevindt zich ver weg van de stadsgrens (circa 950 meter).

 

Op basis van de evaluatie van de OVAM-dossiers wordt er geen significante verplaatsing verwacht van bodemverontreiniging op het grondgebied stad Antwerpen. Als kanttekening dient gemaakt te worden dat de beschikbare informatie niet steeds een volledig of actueel beeld geeft van de verontreinigingssituatie.

 

Lozing van afvalwater

Langsheen het hele bemalingstraject zijn meerdere bodemdossiers aanwezig met een (complexe) grondwaterverontreiniging in de onmiddellijke nabijheid van de bemalingszone. Meerdere van deze gekende verontreinigingen zullen aangetrokken worden tot in de bemalingsfilters. Met name voor de bodemdossiers 6151 en 26918 is het aangewezen om contact op te nemen met de beheerders van deze verontreinigingen om de meest actuele verontreinigingssituatie op te vragen en om de noodzaak en de mogelijkheid van een relevante monitoring gedurende de bemalingswerken af te stemmen. Ook ter hoogte van dossiers 692, 2022, 26918, 8018 en 459 wordt een verspreiding tot in de bemalingsputten, en dus in het te lozen water, verwacht.

 

Het bemalingswater zal geloosd worden in het Albertkanaal. De locaties van de lozingspunten zijn nog niet gekend, zullen bepaald worden bij de concrete planning door de aannemer en zullen opschuiven met de werf. Volgende debieten worden gevraagd:

 

rubriek

max. m³/uur

max. m³/dag

max. m³/totaal

3.4.2°

81,13

2.494

199.673

3.6.3.2°

49

1.176

199.673

 

De debieten bestaan uit de som van het stationaire debiet uit de zone (Korte) Braamstraat (1.201 m³/dag) en het initiële dagdebiet sleuf- en putbemaling Metropoolstraat, respectievelijk 1.095 m³/dag en 198 m³/dag. Ondanks dat de twee bemalingstrajecten gelijktijdig worden uitgevoerd, zal bij beide bemalingen niet tegelijkertijd het maximum debiet opgepompt worden.
De drinkwaterwinning bevindt zich circa 7,6 km stroomopwaarts van de lozing. Het afvalwater zal niet voldoen aan de algemene emissiegrenswaarden vastgelegd in hoofdstuk 4.2 van Vlarem II. Volgende bijzondere lozingsvoorwaarden worden gevraagd:

 

parameter

gevraagde norm

opmerking

arseen

50 µg/liter

10x IC

cadmium

0,8 µg/liter

= IC

chroom

500 µg/liter

10x IC

kwik

20 µg/liter

= rapportagegrens

koper

500 µg/liter

10x IC

nikkel

300 µg/liter

10x IC

lood

500 µg/liter

10x IC

zink

2.000 µg/liter

10x IC

MTBE

100 µg/liter

 

chloorbenzeen

60 µg/liter

10x IC

benzeen

10 µg/liter

= IC

tolueen

10 µg/liter

< IC

ethylbenzeen

10 µg/liter

2x IC

xyleen

10 µg/liter

2,5x IC

naftaleen

2 µg/liter

= IC

minerale olie

500 µg/liter

 

tetrachlooretheen

10 µg/liter

= IC

trichlooretheen

10 µg/liter

= IC

cis-1,2-dichlooretheen

50 µg/liter

5x IC

vinylchloride

50 µg/liter

< IC

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/liter

10x IC

tri-ethyleenglycol

5 µg/liter

= PNEC (Predicted No Effect Concentration)

di-ethyleenglycol

5 µg/liter

0,5x PNEC

ethyleenglycol

5 µg/liter

0,5x PNEC

dipropyleenglycol

2 µg/liter

20x PNEC

propyleenglycol

2 µg/liter

0,01x PNEC

2-ethoxyethanol

1 µg/liter

1x PNEC

2-methoxyethanol

1 µg/liter

0,1x PNEC

butylglycol

1 µg/liter

0,11x PNEC

 

De voorgestelde lozingsvoorwaarden zijn een worstcase scenario. Het bemalingswater zal gedurende de bemalingswerken bemonsterd en geanalyseerd worden op ten minste pH, geleidbaarheid, temperatuur, zware metalen, BTEX, VOCl, vinylchloride, MTBE, mono-chloorbenzeen, hexaan, alcoholen en minerale olie. Bijkomend wordt het bemalingswater minstens éénmaal per streng bemonsterd op de aanwezigheid van PFAS.

 

In afwachting van de analyses bij de start van de bemaling wordt deze stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien er uit de metingen blijkt dat het bemalingswater niet aan bovenstaande (of de vergunde) lozingsvoorwaarden voldoet, dient er een mobiele waterzuiveringsinstallatie (WZI) op de werf te worden geïnstalleerd. Ter hoogte van de vervuiling zullen kleinere bemalingsstrengen worden toegepast, zodat het onttrokken debiet onder 50 m³/u blijft. Het juiste type mobiele waterzuiveringsinstallatie zal worden bepaald door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De opbouw van de zuivering dient afgestemd op de aard en concentratie van de aangetroffen verontreiniging. Een mogelijke opbouw kan zijn:

-     Een KWS afscheider die voldoende groot wordt gedimensioneerd, voorzien wordt van een terugslagklep en regelmatig gereinigd wordt.

-     Een beluchting met nageschakelde zandfiltratie voor het verwijderen van eventuele zware metalen. Hiertoe dient ook de mogelijkheid voorzien te worden om additieven toe te voegen (pH correctie met loog, FeCl3, en dergelijke).

-     Voor organische parameters (VOCl, BTEX) een striptoren of plaatbeluchter nageschakeld met twee actiefkoolfilters (waterzijdig/luchtzijdig), waarvan de tweede als back-up dient.

 

Vóór de start van de eigenlijke bemaling moet de kwaliteit van het water duidelijk in beeld gebracht worden, zodat de WZI afgestemd is om maximaal de verontreiniging te verwijderen. Voor de benadering van de PFAS, wordt voorgesteld het ‘voorlopig kader voor het lozen van met PFAS verontreinigd bemalingswater’ van de VMM als leidraad te nemen. Gelet op het tijdelijke karakter van de bemaling en lozing, kan akkoord gegaan worden met de voorgestelde lozingsvoorwaarden.

 

Hinder

Het projectgebied in Antwerpen is gelegen in industriegebied (Metropoolstraat). Voor de aanleg van de bemaling zal een ploeg arbeiders en een vrachtwagen met de filters en pompen op de werf komen. Het plaatsen en verwijderen van de filters is een kortstondig werk (enkele dagen). Wanneer een nieuwe fase van bemalen wordt aangevat, zullen de pompen mee verplaatst, de aanwezige filters verwijderd en de nieuwe filters geplaatst worden. De toezichter, werfleider of het contactcenter van Aquafin vormen de aanspreekpunten bij eventuele mobiliteitshinder. Openbare werken van deze omvang generen inherent tijdelijke hinder naar de omgeving. Via het Minder Hinderprogramma wordt een duidelijke communicatie met omwonenden en bedrijven nagestreefd en de toegang tot de percelen maximaal gegarandeerd. De werken zijn tijdelijk van aard en in de onmiddellijke omgeving van het traject tussen R23 en R17 zijn geen woongelegenheden.

 

Afwijking

De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Het betreft hier een tijdelijke lozing, waardoor het installeren van een meetgoot in verhouding een overdreven maatregel is. Het opgepompte debiet kan gelijk gesteld worden aan het geloosde debiet en wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, wordt voor de activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van stad Antwerpen, voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

81,13 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

49 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

199.673 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Voor de benadering van PFAS, wordt voorgesteld het advies van de VMM als leidraad te nemen voor het bepalen van de te onderzoeken PFAS-varianten en de lozingsnormen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

17 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

19 maart 2022

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde

1.

Voor de benadering van PFAS, wordt voorgesteld het advies van de VMM als leidraad te nemen voor het bepalen van de te onderzoeken PFAS-varianten en de lozingsnormen.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/Vergunningenhet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.